Philippe Saint-Jean, vandaag trainer van Excelsior Moeskroen, was van 1995 tot 2000 bondscoach van de nationale beloften en tot vorig seizoen assistent van Jean-François de Sart. In de jaren negentig bevolkte hij samen met Michel Sablon, Ariël Jacobs en Frans Masson het technisch departement van de KBVB.

“Vier mensen zonder naam, die er waren geraakt door hun werk, maar die elk in hun hoekje werkten”, herinnert hij zich het gebrek aan samenwerking. “Op dat moment hebben we de kans gemist om naar de clubs toe te stappen en samen met enkele mensen een centre de recherche, een onderzoeksinstituut, op te richten. Een soort raad van wijzen die een te volgen lijn uitstippelt, waar we allemaal op konden terugvallen. Toen ik enkele jaren geleden een opleidingscentrum uit de grond stampte in Moeskroen, deed ik dat volgens mijn eigen ideeën. Als ik had kunnen zien hoe ze het op Standard deden, of welk goed werk Hans Galjé in Brugge afleverde… Maar ik wist het niet, terwijl Galjé hier al jaren woont en Nederland kent. Christophe Dessy, nu bij Standard, deed ervaring op in Frankrijk. En hoe werkte Urbain Haesaert precies met de filosofie van Ajax op GBA ? Met Jean-Marc Guillou zat ik nog geen seconde rond de tafel. Erg, als je ziet wat hij allemaal realiseerde ! Dergelijke informatie hebben we de laatste tien jaar in België nooit uitgewisseld.”

De bond moet een voorbeeld stellen, vindt Saint-Jean. “Sportieve lijnen moeten worden uitgezet door jongeren, mensen met dynamiek, zin voor vernieuwing en nieuwsgierigheid. Wat we missen vandaag, is een sportman op het hoogste niveau. Jan Peeters zou zich met zo iemand moeten omringen. Dat Michel Preud’homme zich nu engageert, vind ik heel belangrijk, maar het zal pas vooruitgaan als er ook aan Vlaamse zijde iemand opstaat. Ook het centrum in Tubeke wordt een testcase voor de bond. Je zou er de beste jeugd uit derde en vierde klasse kunnen samenbrengen, eventueel via een systeem van tweetalig onderwijs, en er een groot opleidingscentrum van maken. Spelertjes van tien tot vijftien jaar een heel goede basis geven, gebaseerd op snelheid en techniek. En daaraan gekoppeld een soort van kenniscentrum. Kortom : sport, politiek en onderwijs combineren en eens zien wat het geeft.”