Moeskroen gaat straks op bezoek bij Anderlecht. Voor Walter Baseggio is het een terugkeer naar de club waar hij mooie tijden beleefde. ‘We mogen geen dikke nek krijgen.’

Hoewel er nog kritiek op hem is, vindt Walter Baseggio toch geleidelijk de grote vorm terug. En daar profiteert heel het team van Moeskroen van.

Hoewel je nog een contract hebt voor twee jaar, werd afgelopen zomer al gezegd dat je andere oorden zou opzoeken. Waren er concrete contacten?

Walter Baseggio: “Die waren er inderdaad. In Italië en Frankrijk. Dat betekent dat mijn prestaties in de tweede seizoenshelft van vorig seizoen niet onopgemerkt voorbij zijn gegaan. Maar ik wilde niet wegsluipen als een dief in de nacht. Moeskroen heeft me eigenlijk een reddingsboei aangereikt. Ik ben de club iets verschuldigd. Bovendien heb ik het gevoel dat ik hier nog een en ander kan tonen.”

Anderlecht

Begint het een beetje te wennen om in een stadion te spelen voor 5 à 6000 toeschouwers in plaats van 25.000?

“Dit is natuurlijk het Astridpark niet, maar de sfeer rond het veld is fantastisch. Moeskroen probeert er met zijn beperkte middelen het maximum uit te halen. Dat maakt de verdienste van de club er niet minder om. Integendeel zelfs. De resultaten bewijzen het.”

Heb je je vroegere teamgenoten van Anderlecht wat geplaagd met de goede prestaties van Moeskroen?

“Ik plaag niemand. En zeker niet mijn vrienden bij Anderlecht. Ik heb nog veel contacten met de fans van paars-wit. Ze zijn altijd heel correct geweest ten opzichte van mij. Straks moeten we naar het Astridpark, maar we moeten de voeten op de grond houden. We mogen geen dikke nek krijgen en vooral niet vergeten dat ons doel eigenlijk nog altijd is om een rustig seizoen te beleven.”

Was je niet vooral naar Moeskroen gekomen om je carrière die in Brussel in het slop zat, een nieuw elan te geven?

“Ja, absoluut. Ik had dat ook bij een andere club kunnen doen, maar Anderlecht was daar niet al te happig op ( Baseggio verwijst naar Standard, nvdr). Ik koos voor Moeskroen omdat ik de familiale sfeer hier leuk vind en omdat ik veel vertrouwen had in de coach. En ik heb totaal geen spijt van mijn keuze.”

Zag je de wedstrijd tussen Real Madrid en BATE Borisov?

“Ja, ik vond het heel erg voor de fans van Anderlecht en voor voorzitter Roger Vanden Stock. Sporting had in Madrid moeten staan, en niet de Wit-Russen. Maar paars-wit heeft het natuurlijk aan zichzelf te danken. Het speelde in die twee kwalificatiewedstrijden gewoon niet goed genoeg.

“Aan de andere kant zal Anderlecht, nu het geen Europese verplichtingen meer heeft, wellicht heel sterk zijn in de competitie. Maar ik weet dat de voorzitter het er bijzonder lastig mee heeft dat zijn club niet op het Europese toneel staat. Zelfs een dubbel met titel en beker zal hij nog als een magere troost beschouwen.”

Met de jeugd werken

Wat is er in vergelijking met vorig seizoen veranderd op Moeskroen?

“Ik denk dat de club nu de vruchten plukt van de transfers van januari. Moeskroen heeft toen spelers gehaald die echt een meerwaarde bieden. Het heeft wat geduurd eer ‘de mayonaise pakte’, maar ook op het einde van vorig seizoen speelden we al enkele heel sterke matchen. Zo hadden we toen eigenlijk de zege verdiend op het veld van Standard. Enkel omdat Andrés Espinoza een dijk van een wedstrijd keepte, slaagden we daar niet in. Al wil ik daar wel aan toevoegen dat Standard vorig seizoen meer dan verdiend kampioen werd.”

Wat moet er nog verbeteren om de periode van hoogconjunctuur zo lang mogelijk te laten duren?

“We moeten in de verdediging alle kleine foutjes vermijden die tot domme tegengoals leiden. Zelfs nadat we tegen Gent met 4-0 voor kwamen, was het achteraan nog bibberen en beven. Dat zou eigenlijk niet meer mogen.”

In het begin van de competitie werd gezegd dat Moeskroen zijn mooie resultaten te danken had aan een makkelijke kalender.

“Tja. Er bestaan gewoon geen gemakkelijke wedstrijden meer. Ook toen ik nog bij Anderlecht speelde, vreesde ik de kleine wedstrijden meer dan de topduels. Dit seizoen hebben we bij Moeskroen de eerste drie tegenstanders absoluut niet onderschat.”

Is Enzo Scifo veranderd sinds hij trainer is van Moeskroen?

“Hij krijgt nu veel lof omdat het team het goed doet, maar hij is niet veranderd. Hij blijft even geconcentreerd en zijn manier van werken is nog dezelfde.”

Heeft niet iedereen zich een beetje in hem vergist?

“Ik in ieder geval niet. Ik heb altijd geweten dat hij het als coach kon waarmaken. Ik heb een grote bewondering voor hem als speler maar ook als mens. Als trainer is Enzo een heel correcte man. Hij weet erg goed hoe hij met de spelers moet omgaan en communiceren. Hij had alleen wat tijd nodig om op Le Canonnier iedereen met zijn manier van werken vertrouwd te maken.”

Zie je jezelf later trainer worden?

“Het is nog te vroeg om daarop te antwoorden. Ik heb nog te veel zin om zelf te spelen. Maar waarom niet? Wat me vooral boeit, is met de jeugd werken. Ik wil jongeren graag helpen bij hun eerste stappen in het voetbal.”

Waardering

Bij Moeskroen is er veel minder druk dan bij Anderlecht. Is dat aangenamer of verlies je daardoor de concentratie?

“Ik ben altijd gewoon geweest om met veel druk te spelen. Bij Anderlecht waren we eigenlijk verplicht om de competitie te beginnen met twaalf op twaalf of vijftien op vijftien. Bij Moeskroen is het mooi meegenomen dat we bovenin meedraaien. Niets moet. De enige druk die ik voel, leg ik mezelf op.”

Toch ben je erg tuk op een beetje waardering, niet?

“Uiteraard. Maar dat is toch bij iedereen zo. Een schouderklopje kan wonderen doen. En ik moet zeggen dat ik me erg goed thuis begin te voelen op Le Canonnier. Dat zie je op het veld.

“Ik ben ook heel gevoelig voor de fans. Ik vind het leuk om hen een plezier te doen.” S

door daniel devos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content