Een smerige kleedkamer

© BELGAIMAGE

Er zijn van die interviews die blijven hangen. Zoals met Rode Duivel Danny Veyt die in 1988 onverbloemd en ongezouten vertelde over zijn passage bij Club Luik.

Twaalf A-interlands speelde Danny Veyt. De langste periode sleet de gemakkelijk scorende aanvaller/middenvelder bij SV Waregem waarvoor hij zeven seizoenen uitkwam: tussen 1980 en 1987. De prestaties van de club (halve finale in de UEFA Cup) leverden Veyt, samen met zijn ploegmaat Philippe Desmet, een plaats op in de selectie van de Rode Duivels voor het WK van 1986 in Mexico. Een jaar later trok hij naar het Club Luik van Robert Waseige.

Het is tijdens dat seizoen dat we Veyt interviewden. Zelden een voetballer met zo’n gevoel van verwondering en verbijstering over zijn nieuwe club horen praten. Veyt was bij Waregem de harde trainingen van Urbain Haesaert gewoon, nu was er onder Waseige sprake van een totaal andere aanpak. De lichtste training bij Waregem, zei Veyt, was nog drie keer zwaarder dan de hardste bij Club Luik. Gedurende de week werd alles heel gemakkelijk opgenomen. Als het regende, dan gingen de spelers niet naar buiten, nee, dan trokken ze allemaal de zaal in en werd er wat met gewichten gewerkt. En als het uithoudingsvermogen diende aangescherpt te worden, dan gebeurde dat door tien spurtjes over honderd meter, waarbij er tussen elke sprint een halve minuut rust was. Toch dreef Club Luik op een schitterende fysiek en werd het op dat vlak nooit overtroefd.

De sfeer in de groep, zo benadrukte Veyt, die was wel uitstekend. En soms kon Waseige zich verschrikkelijk kwaad maken wanneer je je in een wedstrijd niet genoeg inzette. Op die momenten kon je een speld horen vallen en durfde niemand iets te zeggen. Maar gedurende de week lachte hij mee als er een grap werd verteld, ook tijdens de trainingen. Die werden, zo zei Veyt, zo speels opgenomen dat je wel eens de indruk kreeg dat sommigen zich op vakantie waanden. De voetbalschoenen bijvoorbeeld, die werden door de spelers maar één keer per week gepoetst, op de dag van de wedstrijd. Na de training slingerden de meesten hun schoenen ergens in een hoek, er hing dikwijls vijf centimeter modder aan, maar de dag nadien werd alles weer aangetrokken, zonder het slijk te verwijderen. Dat was voor Veyt even slikken. Hij vond dat er orde en netheid moest zijn, dat je bandages bijvoorbeeld even goed in de vuilnisbak kon gooien dan ze op de grond te werpen.

Ja, het was voor Danny Veyt aanpassen. Toen de kleedkamer er eens smerig bijlag, kon hij het niet meer aanzien en schilderde hij zelf de muren. Net zoals hij eens een gescheurde broek van verdediger Bernard Wegria in de vuilbak gooide. Dat begrepen de ploegmaats niet. Maar ze deden er ook niet moeilijk over. Gelukkig werden de trainingsuitrustingen elke dag gereinigd, maar door het veelvuldig wassen wilden ze wel eens krimpen en tijdens de opwarming voor een wedstrijd zag je spelers met te korte mouwen of broekspijpen. Het was, vond Veyt, geen gezicht.

Maar het waren los daarvan toffe spelers bij Club Luik, erg behulpzaam en niet in het minst aangestoken door vedetteneigingen. Niet te geloven, vertelde Veyt, hoeveel er in de week werd gelachen, ze dolden en plaagden mekaar voortdurend, buiten de wedstrijden om ontwaarde je op Rocourt nooit enige spanning. De spelers ploften nonchalant de kleedkamer binnen, het was alsof ze een paar gezellige uurtjes kwamen slijten. Maar wat moest je daarover zeggen? Club Luik eindigde dat seizoen zesde, greep net naast een Europees ticket en Robert Waseige, die negen jaar bij deze club zou werken, leek alles goed onder controle te hebben. Hij had een vlekkeloze organisatie in de ploeg gepompt. En hij duldde niet dat je daarvan afweek. Daarom duurden de tactische besprekingen ook maar tien minuten. Iedereen wist wat hij moest doen. En de goeie sfeer trok zich ook op het veld door: men werkte en knokte voor elkaar, er heerste een grote eenheid.

Robert Waseige, zeer gevoelig voor kritiek, kon niet lachen met de uitlatingen van Danny Veyt. Hij belde de journalist op en sanctioneerde Veyt. Die bleef nog een tweede seizoen bij Club Luik en zette vervolgens zijn carrière verder bij KAA Gent, Lokeren, Zottegem en Boom. Vandaag is Danny Veyt 64 jaar en trainer van de beloften van Lokeren-Temse. Of hij zich zijn Luikse passage nog herinnert?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content