Zes Europabekers hebben Valencia en FC Sevilla, die elkaar morgen treffen in de halve finale van de Europa League, samen al gewonnen. Valencia won er vier: twee keer de Beker voor Jaarbeurssteden (de voorganger van de UEFA Cup) en meer recent de UEFA Cup en de Beker voor Bekerwinnaars. FC Sevilla won in 2006 en 2007 de UEFA Cup.

FC Sevilla is een van de oudste Spaanse clubs en qua resultaten de nummer zeven op de eeuwige Spaanse ranglijst. Het won vijf keer de Spaanse beker maar slechts één keer de titel, in 1946. Het werd vier keer tweede, voor het laatst in 1957.

In de competitie doet Sevilla, dat sinds 1999 onafgebroken in La Liga speelt en waarvoor in een recent verleden de Belgen Axel Lawarée en Tom De Mul voetbalden, het goed. De club van Carlos Bacca (vorig jaar weggekocht bij Club) en Nicolás Pareja (ex-Anderlecht, uitgeleend door Spartak Moskou) kan zich via de competitie nog plaatsen voor de Champions League.

Valencia is in Spanje de nummer drie op de eeuwige ranglijst, na de grootmachten Real en Barcelona, met zes titels en zeven bekers. Dit jaar komt Valencia in eigen land niet in aanmerking voor een prijs, het heeft namelijk zware financiële zorgen ten gevolge van overdreven investeringen. Tussen 1999 en 2004 beleefde de club op sportief vlak haar meest succesvolle periode. Het won in 2004 onder Rafael Benítez de UEFA Cup en pakte dat jaar ook de Spaanse landstitel, de tweede al met Benitez (die ook in 2002 kampioen werd). De gouverneur van de regio wilde namelijk dat ‘zijn’ club kon rivaliseren met Real en Barcelona. Hij verplichtte de regionale bank Bancaja zware en onverantwoorde leningen toe te staan aan de club en droomde van een eigen Nou Camp. Het oude stadion Mestalla, dat in een residentiële zone ligt, zou verkocht worden en de club zou een fonkelnieuw stadion van 75.000 plaatsen krijgen. De werken aan ‘Nou Mestalla’ vingen aan in 2007, maar werden stopgezet in 2009, bij gebrek aan geld. De club, gebukt onder een enorme schuldenlast, kan op dat moment ook een tijdlang de spelerslonen niet meer betalen.

In augustus 2013 stelde KPMG de totale schuld van Valencia vast op 275 miljoen euro. In december gaf de bank Bancaja, intussen hoofdaandeelhouder omdat alle schulden bij haar berusten, aan dat ze de financiële crisis niet meer kon oplossen waardoor de club te koop kwam te staan. Op 1 april werden bij de notaris in Valencia de eerste enveloppes verzameld met de aanbiedingen van zeven kandidaat- kopers, met de voornaamste geïnteresseerden uit China, Saoedi-Arabië en Singapore. Verwacht wordt dat de verkoop voor het eind van de maand rond geraakt. Misschien kan de nieuwe eigenaar ter compensatie van zijn investering straks al een feestje bouwen en zwaaien met de Europabeker.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content