‘EEN SPAAR REKENING? DAT WAS IETS VAN IN DE FILM’

© GF

Twaalf jaar geleden haalde Anderlecht hem uit de armoede. Na een odyssee langs Zulte Waregem, STVV, Union en Brussels is Sébastien Siani nu eindelijk aan de top beland. Met KV Oostende strijdt hij als aanvoerder mee voor de prijzen en ook bij Kameroen is hij belangrijk geworden. Een ontmoeting in Douala.

Een van zijn vrienden maakt tegen hem een grapje over Donald Trump, maar hij bijt niet. Integendeel. ‘Wat’, zegt hij, ‘maakt het voor het Kameroense volk uit wie er president van de VS is? Dat is ver van ons bed en maakt voor ons hier geen verschil. Wat ons kan helpen, is de vrijheid om uitdrukking te geven aan onze gedachten.’

Het is de zondagochtend na de interland tegen Zambia en Sébastien Siani pikte ons aan ons hotel op om te gaan ontbijten in het centrum van Douala. Net voor zijn komst bekeken we op het internet een filmpje waarin wordt uitgelegd waarom Kameroen een schijnonafhankelijk land is dat nog altijd bij Frankrijk aan de leiband ligt. Het is, zo zal snel blijken, een van de stokpaardjes van de Kameroense aanvoerder van KV Oostende.

‘Het zijn westerlingen die hier de te volgen weg bepalen’, zal hij betogen. ‘Op school leren we over wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog is gebeurd, en over Hiroshima, en over Tsjernobyl. Maar niet over wat er toen in Afrika is gebeurd. Ze zijn hier tirailleurs (infanteristen, nvdr) komen halen: wie waren het en wat deden ze ermee? Dát willen we weten. We willen onze eigen geschiedenis kennen. Daarvoor zullen ze de schoolboeken moeten veranderen. Bekijk hierbuiten de straatnamen: Avenue du Général de Gaulle, Rue du Dr. Jamot, … Ik praat liever over onze mensen, over wie er gestorven is voor ons vaderland.’

OPLEIDING

Sébastien Siani groeide op in een dorp op een kilometer of tweehonderd van Douala, vertelt hij ons bij het ontbijt op de bovenverdieping van een koffiehuis in de binnenstad. ‘Maar op heel jonge leeftijd ben ik hier bij mijn grootmoeder komen wonen. In een dorp is niet veel te beleven, om vijf uur in de namiddag slaapt bijna iedereen er al. Hier liggen er veel meer kansen.’

Hij was ook maar een jaar of twaalf toen hij naar de Kadji Sport Academy verhuisde, het gereputeerde opleidingscentrum aan de rand van Douala waar onder meer Samuel Eto’o en vele andere Kameroense internationals werden gevormd.

‘Mijn geluk was dat de voorzitter van Kadji Sport van mijn dorp afkomstig was. Zo ben ik gezien geweest en kon ik sport-étude volgen op de academie.’ Hij zou ons die ochtend meenemen naar Kadji Sport, maar daar ziet hij uiteindelijk van af omdat we door het verkeersinfarct ten gevolge van werkzaamheden aan een brug waar we langs moeten te veel tijd zouden verliezen. Hij neemt ons uiteindelijk mee naar een cafeetje, La Saga de la Cité, alwaar we kennismaken met Kadjibier, het bier dat gebrouwen wordt door de sponsor van de academie waar hij werd opgeleid.

MOTIVATIE

De ene vriend na de andere komt er zich bijzetten, jongere en oudere mensen. Sommigen in La Saga de la Cité herinneren zich nog hoe Sébastien in hun dorp met een papieren bal is beginnen voetballen.

‘Ik was negen à tien jaar toen ik voelde dat ik iets kon met een bal. Oudere jongens pushten mij om te voetballen. In die tijd was ik hun ballenraper en nu komen zij naar mij kijken als ik met de nationale ploeg speel. In het begin ontdek je het voetbal en geleidelijk aan is het een passie geworden. Ik wilde beter worden. Het dorp verlaten voor Douala was voor mij als een reis naar Europa. Dat was een heel andere wereld. Nu is de reis naar Europa gemakkelijker, want nu kun je Europa vooraf verkennen op het internet. Toen wist je totaal niet waarheen je ging en wat je kon verwachten. Maar mijn eerste doel was prof worden bij Kadji Sport. En je droomt er gaandeweg natuurlijk van om een carrière te kunnen maken zoals die van Samuel Eto’o. Ook om je familie te kunnen helpen. Mijn succes is niet voor mij, maar voor mijn kinderen en mijn entourage.’

De armoede waarin hij opgroeide, noemt hij een motivatiefactor. ‘Motiverend om te knokken om hoger te geraken. Het is onze challenge, de Afrikaanse challenge. Ik zeg soms tegen Vlaamse ploegmaats: ‘Ga op een dag eens een tijdje in Afrika – of Azië of Zuid-Amerika – leven en vertel mij dan wat je leerde.’ Het leert je je beter uit de slag te trekken. Mijn twee kinderen, Rose en Leo, zijn nu nog heel klein, maar elk jaar zal ik hen naar hier meenemen. Omdat het ook hun roots zijn, al is hun moeder een Belgische en leven ze in België; en omdat ik wil dat ze weten hoe het er hier aan toegaat. Omdat ik wil dat ze niet alleen comfort zien. Want een spaarrekening…, dat was voor mij iets van in de film. Waar zou een bankrekening ook voor moeten dienen, als er niets is om erop te zetten? Ik kreeg 25 CFA zakgeld. Dat is niet eens 0,04 euro. In België bestaat er zelfs geen muntje van zo weinig waarde. Ik zette het in op wedstrijden die we op school tegen andere klassen speelden om het te laten vermeerderen. En ik verkocht plastieken schoenen om zelf een paar mooie schoenen voor de feestdagen te kunnen kopen. Hier leer je echt de waarde van het leven kennen én appreciëren, en het goede van het slechte onderscheiden. Je leert dat rijkdom helpt om gelukkig te zijn, maar dat savoir-vivre het belangrijkste is om te voelen dat het leven mooi is en hoe dan ook elke dag een glimlach waard is.’

GELOOF

De middagzon brandt hevig en het gezelschap verhuist naar de schaduw onder het afdak, waar op vraag van Sébastien twee schotels met vlees en gebakken banaan en pikante saus worden opgediend. Rond ons zien we niets dan mensen die vreugde uitstralen. Je denkt even: het is niet vanzelfsprekend in een land waar het grootste gedeelte van de bevolking arm tot straatarm is en de gemiddelde levensverwachting niet eens vijftig jaar bedraagt. Maar daar zijn die mensen op dat moment natuurlijk niet mee bezig.

‘Hun leven is hard, maar ze tonen het niet en doen voort. Ze aanvaarden wat hen al allemaal overkomen is en geven niet op. Het grote probleem is dat er geen sociale zekerheid is en dat wie arm is sneller ziek wordt. In Europa ga je naar het ziekenhuis en kun je een maand later de factuur betalen. Maar als je hier niet eerst betaalt, word je niet verzorgd en laten ze je desnoods sterven, zoals een zwangere vrouw nog onlangs. En als je weet dat je niet kunt betalen, blijf je thuis en probeer je via een ambulante dokter of op de zwarte markt aan pillen te geraken. Dan krijg je niet altijd de juiste medicatie. Zo ben ik mijn overgrootmoeder verloren. Ze nam een tablet die ze op haar leeftijd niet meer mocht innemen. Mensen bidden dat ze niet ziek zullen worden, want de kleinste aandoening kan fataal zijn.’

Ook het geloof in de almacht van God in het dagelijkse leven is een probleem, erkent hij. ‘Ik geloof ook in een superieur wezen, in een universele god, maar dat zorgt er niet voor dat mijn geest indommelt. Misschien is dat wel ons grootste probleem in Afrika, dat veel mensen denken dat God alles voor hen zal doen. Dat ze in plaats van te vechten voor hun dromen wachten op een mirakel. Dat als een probleem niet opgelost geraakt, ze denken: God nam nog geen beslissing. Dat komt omdat twee- à driehonderd jaar geleden Europese missionarissen hier zijn gekomen met de Bijbel, zelfs met een bijbel specifiek voor Afrika! Sindsdien denken we dat om onze dromen te realiseren we moeten wachten tot ze uit de hemel vallen. Ik kan je zeggen: het enige wat ik hier al uit de hemel zag vallen, is regen, en zon.’

Een jongen met een emmer boven op het hoofd begeeft zich tussen het gezelschap.

‘Escargots! Wil je proeven? Je bent in Kameroen, dus…’

POSITIE

Bijna twaalf jaar geleden is het dat hij Kameroen verliet voor België. Werner Deraeve en Philippe Collin kwamen destijds bij Kadji Sport Ernest Nfor scouten voor Anderlecht, maar ze merkten Sébastien Siani op, zagen in hem de toekomstige opvolger van Aruna Dindane en hij kreeg een contract van zes maanden. Het was januari en heel koud bij zijn aankomst in Brussel, maar met het lenteweer bloeide in april ook hijzelf open en mocht hij een overeenkomst van vijf seizoenen tekenen. Onder Frank Vercauteren debuteerde hij in het eerste elftal, scoorde hij in de supercup tegen Zulte Waregem en met een volley in de kruising in een oefenwedstrijd tegen Real Madrid in Bernabéu. Maar doorbreken zat er toen blijkbaar niet in en hij werd uitgeleend. Elk jaar weer. Na een tocht langs Zulte Waregem, Union, STVV en Brussels is hij bij KV Oostende eindelijk toch aan de top beland. Hij blijkt ook een centrale middenvelder te zijn, een acht, en geen aanvaller.

‘Ik ben opgeleid als centrale middenvelder. Maar in die match dat Anderlecht mij bij Kadji Sport opmerkte speelde ik in de spits.’ ‘Verón’ noemden ze hem in zijn jeugd wel eens, naar de Argentijnse centrale middenvelder Juan Sebastián Verón. Intussen is de erkenning van zijn kernkwaliteiten zowat algemeen geworden, al krijgt hij af en toe te horen dat hij zowel op als naast het veld een te vriendelijke jongen is gebleven. Er zijn trainers die vinden dat hij als aanvoerder al eens op tafel moet durven te kloppen en in het spel zelf al eens potig moet durven te zijn.

‘Maar dat is mijn stijl niet. Daar zijn andere spelers voor. Ik doe andere dingen. Het is voor mij onmogelijk om iemand anders te worden. Er zijn momenten dat ik het probeer, maar niet elke match. Agressief zijn dient tot niets. Zo ben ik opgevoed. Brutaliteit benader je beter met zachtheid. Dat verbetert de verstandhouding. Als we beiden brutaal zijn, zullen we elkaar nooit begrijpen en kan een misverstand tot iets ergs leiden. Ik houd mijn hoofd erbij en gebruik mijn brutaliteit meer op een politieke manier. Het is tenslotte water dat vuur dooft. Zo leerden mijn ouders en grootouders het mij hier: altijd kalm en helder proberen te blijven, ook uit zelfbescherming.’

FOCUS

Vorig seizoen debuteerde hij voor Kameroen. De WK-kwalificatiewedstrijd tegen Zambia was zijn tiende interland. Hij was in Limbe zowat de beste man op het veld. Maar dat de Ontembare Leeuwen niet verder geraakten dan een gelijkspel wierp een schaduw op zijn prestatie. Niet elke ploegmaat kwam even gefocust aan de aftrap.

‘Om een match te kunnen winnen, moet iedereen er zijn hart en zijn ziel in leggen en moet je met elf spelers ‘verbonden’ zijn of toch zeker met tien. Maar als er in een internationale match drie niet echt top gemotiveerd zijn, dan kun je niet winnen. Ik probeerde hen te pushen, maar ik ben er nog niet zo lang bij en sommigen die er wel al lang bij zijn, kijken je dan aan met een blik van: wie ben jij om tegen mij te spreken? De mentaliteit is nochtans heel goed nu. Onder Hugo Broos is er meer duidelijkheid, meer rigueur en meer wilskracht. Maar sommigen zijn nog niet nederig genoeg. Als je arm bent en rijk wordt, is het voor sommigen moeilijk om nederig te blijven. En we hebben wel spelers met kwaliteiten, maar geen geniën. Dus moeten we collectief werken om vooruit te gaan. Als iedereen zich echt concentreert en een beetje zijn ego loslaat, is er veel mogelijk.’

De tijd is intussen om. Maar het afscheid duurt lang. De afsluitende selfieshoot loopt uit. Tenslotte zien ze hem in Douala maar een paar dagen op een jaar meer.

Maar van zijn vriendschap genieten ze elke dag.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE IN KAMEROEN – FOTO’S GF

‘Het leven van de mensen hier is hard, maar ze tonen het niet en doen voort.’ – SÉBASTIEN SIANI

‘Agressief zijn dient tot niets. Zo ben ik opgevoed. Brutaliteit benader je beter met zachtheid.’ – SÉBASTIEN SIANI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content