Door zijn snelheid is hij vaak ongrijpbaar en met zijn opportunisme voor doel vormt hij de kwelduivel van elke verdedigende tegenstander. Een dag in het spoor van de Westelse doelpuntenmachine Patrick Babatunde Ogunsoto en zijn vele vrienden.

“Voor wie komt ge ?” De vraag weergalmt meerdere malen in onze oren, in de catacomben van het Westelse Kuipje. Om kwart voor tien schuiven de meeste spelers aan bij de dokter of een van de drie kinesisten voor de gebruikelijke massage. Topschutter Patrick Babatunde Ogunsoto toont ook daar zijn explosiviteit, want hij is de meeste van zijn ploeggenoten te snel af als hij zich laat behandelen door zijn verzorger, my friendValère Vanolst. Een gouden ketting, met een groot ivoren kruis, blinkt op zijn indrukwekkende blote torso en steekt wat af tegen zijn geblondeerde kroezelhaar. De dijen worden stevig ingewreven met olie en zalf. “Mijn lichaam is mijn belangrijkste werkinstrument. Ik moet er dus goed zorg voor dragen”, lacht de 23-jarige Nigeriaan zijn witte tanden bloot. “Tot nu toe bleef ik gespaard van blessures, maar ik merk – door mijn status van topschutter – dat de duels harder worden. Gelukkig ben ik snel, kan ik de meeste vliegende tackles ontwijken.”

Wanneer Ogunsoto de gang door slentert, op zoek naar zijn vaste genummerde trainingsbal, vallen vooral de kromme benen van de goalgetter op. “Op termijn kan hij daar last van ondervinden. Vooral zijn heupen krijgen serieus wat te verduren”, stelt Vanolst. “Patrick weet dat, is daarom ook veel met zijn lichaam bezig. Normaal gezien laat hij zich eenmaal per week eens goed behandelen. De laatste weken gebeurt het iets vaker, omdat hij meer stampen krijgt. Gelukkig is het een jongen die stevig op zijn benen staat, die goed weet wat hij wil. Hij blijft altijd rustig, is een nuchtere gast. Patrick laat zijn kop niet zot maken. In Griekenland maakte hij blijkbaar veel mee.”

Kwiek manneke

De kleedkamer van Westerlo ademt gezelligheid en rust uit. De humor is ook nooit ver weg. Vaak is assistent-trainer Danny Vlayen de schietschijf van dienst. Wie van de kineruimte naar de vestiaire aan de overkant van de gang wil, wordt gewaarschuwd met de boodschap : ‘Wanted : Osama Bin Vlayen’, met daarbij de foto van de trouwe luitenant, die stilaan tot het huismeubilair behoort bij ‘de trots van de Kempen’.

Ogunsoto troept even samen met Bobsam Elejiko en Emmanuel Sarki. Wat volgt, is een onverstaanbare dialoog in een van de vijf Nigeriaanse talen. Plus wat gezang, dat al snel verstomt wanneer de spelers wordt opgedragen zich naar het trainingsveld te begeven. Na wat goochelnummertjes met de bal, samen met Nabil Dirar en Elejiko, geeft trainer Herman Helleputte om klokslag halfelf het signaal om enkele rondjes in te lopen. Ogunsoto is één en al concentratie, fixeert zich volledig op de aanwijzingen van beloftetrainer Frank Dauwen bij een afwerkingsoefening op doel en blijkt een echte winnaar bij een partijtje balbezit. Wanneer de bal al dan niet de zijlijn overschrijdt, gaat hij de discussie aan met zijn vaste spitsbroeder Peter Utaka.

Tijdens de pauze krijgt Ogunsoto ook nog eens uitgebreid raad van Vlayen, terwijl ook routinier Ronny Gaspercic zich met hand- en voetbewegingen mengt in het onderhoud. ” Patje is een kwiek manneke”, beweert Vlayen. “Hij groeit nog wekelijks. Je merkt duidelijk dat het niveau in Griekenland veel lager lag. Nu wordt hij verplicht mee te denken, moet hij veel sneller beslissingen nemen. Patje is uit het goede hout gesneden : hij werkt hard, is gedreven en toont de juiste mentaliteit. Het is zeker geen schuchtere jongen. Vanaf het begin praatte hij met iedereen. Patje is een Afrikaan met de Europese mentaliteit.”

Wanneer de oefensessie om tien voor twaalf eindigt, neemt Helleputte zijn topschutter nog even apart voor een grapje en een kwinkslag. Vaderlijk omarmt hij zijn nummer negen. Tijdens de partijvormen schreeuwt de Westerlocoach meermaals naar Ogunsoto dat hij de bal moet opeisen en initiatief moet nemen. Een bewuste strategie, zo blijkt. “Iedereen heeft het altijd maar over zijn explosiviteit. Dat is kortzichtigheid”, meent Helleputte. “Die jongen heeft echt veel meer in zijn mars. Patrick is ook aan de bal, met het hoofd en in de combinatie heel sterk. Veel completer dan bijvoorbeeld Tosin Dosunmu, die echt op het randje van buitenspel stond te wachten. Patrick scoort met links of rechts vanuit alle hoeken, is constant aanwezig in de zestien meter. Kaatsen en weglopen van de man, dat is zijn voornaamste kwaliteit. Alleen moet Patrick nog iets constanter zijn, negentig minuten bewegen en gevaarlijk zijn. Hij is nog iets te vaak afwezig, moet die concentratie een beetje langer kunnen aanhouden. Als hij een paar keer de bal niet in de voet krijgt, laat hij het kopje hangen. Daarom dwing ik hem om zich iets meer te laten betrekken in het spel.”

Een leuke attractiepool

Ogunsoto is duidelijk de nieuwe publiekslieveling. Een vijftiental trouwe supporters, die de training aandachtig bekijken, volgt zijn acties met bewonderende blik. In tegenstelling tot vorig seizoen, toen de voorhoede tijdens de winterstop onthoofd werd door het vertrek van de Braziliaan Jackson Coelho naar het Spaanse Getafe, baadt de ploeg nu in offensieve weelde. De aanvalslinie is iets rijker gestoffeerd, maar de vrees voor een vroegtijdig vertrek van de topschutter is ook nu weer aanwezig. “Ach, voor een ploeg als PSV is een transfersom van één miljoen euro peanuts“, is de meest gehoorde jammerklacht. “Zij spelen jaarlijks mee in de Champions League, een kleine club als Westerlo mag al eens blij zijn met een ticket voor de Intertoto. Als we hem wegdoen, plegen we opnieuw zelfmoord. Of snijden we toch weer lelijk in ons eigen vel en moeten we onze ambities bijstellen. Herman Wijnants mag ons goudklompje niet zomaar laten gaan.”

Ogunsoto zelf nam met verbazing kennis van de Nederlandse interesse via enkele Griekse journalisten. “Die berichtgeving klopt helemaal niet”, klinkt hij plots bijzonder strijdvaardig. “Als ze me echt willen, zullen ze me zelf moeten contacteren. Want door enkele negatieve ervaringen in het verleden werk ik niet langer met een zaakwaarnemer. Ik laat me bijstaan door een paar vertrouwenspersonen. Bovendien heb ik altijd duidelijk gemaakt dat geld niet mijn belangrijkste drijfveer is. Voetbal betekent voor mij plezier maken. Momenteel is dat ruimschoots het geval. Ik heb het bij Westerlo ongelofelijk naar mijn zin. Waarom dan plots veranderen, overhaast te werk gaan en worden opgejaagd ? Wat ben je ermee als je doodongelukkig ergens verkommert op de invallersbank ? Kijk naar my friend Dosunmu. Ik zit nu bij een gezellige familieclub, waar ik correct word behandeld en me goed voel. Dat zijn heel belangrijke criteria. Massale vechtpartijen voor of na een wedstrijd zag ik hier nog niet. Ik zou graag topschutter worden in de Belgische competitie. En Westerlo aan een UEFA Cupticket helpen. Ik ga ervan uit dat ik tot het einde van het seizoen hier blijf. Als ik ergens naartoe ga, wil ik eerst een persoonlijk onderhoud met de coach en de voorzitter. Ik moet er een goed gevoel aan overhouden, net zoals dat gebeurde met mister Helleputte en Wijnants. Weet je, ik ben clever. Met mij kan je niet sollen. De voorzitter van Ergotelis had Obafemi Martins eens een salto zien maken na een doelpunt en wou dat ik het ook deed. Ik kreeg er zelfs vijfhonderd euro voor aangeboden, maar ik weigerde. Célestine Babayaro blesseerde zich zo eens en ik wou geen ongelukken tegenkomen. Ik ben niet gek. Om clowns aan het werk te zien moet je naar het circus.”

De populariteit van de Nigeriaan laat zich ook commercieel voelen. “Hij is een fenomeen, een leuke attractiepool voor het Belgische voetbal. Voor zulke voetballers komen de mensen toch naar het stadion, hé”, oppert David Paas. “Zijn truitje doet het alleszins goed in de fanshop. ( grijnst) Hij is de nieuwe ‘Parel van de Kempen’, hé. We merken dat bij de schoolgaande jeugd en de opendeurdagen van bedrijven. Onze seathouders willen hem absoluut aan het werk zien, want hij zorgt voor spektakel en amusement. Iedereen is sterk gefocust op zijn acties en goals.”

Nadat hij tussen de middag een spaghetti achter de kiezen heeft, wil Ogunsoto voor de fotograaf absoluut poseren in zijn shirt met daarop de gouden bal. Samen met Elejiko trekt hij naar de verantwoordelijke van de fanshop. “Daar is hij ongelofelijk fier op”, knipoogt aanvoerder Jef Delen. “En terecht, want hij zorgt toch voor een serieuze meerwaarde. Patrick is een speciaal kaliber, vooral dan zijn motorinhoud. Zijn grote kracht zit in zijn vermogen om ruimte te creëren, voor diepgang te zorgen en ook nog af te werken. Tijdens de voorbereiding had hij het wat moeilijk, maar vanaf de start van de competitie kwam de klik er. Hij staat meestal in de zestien meter, op de juiste plaats. Het is een schitterende kerel die perfect in onze selectie past en zich direct in het groepsgebeuren mengde. Hij luistert ook naar de aanwijzingen van Nico Van Kerckhoven, Ronny en mij. Het zal moeilijk worden om hem te houden, maar ik vernam toch dat Patrick een honkvast type is. Met zijn vorige ploeg degradeerde hij ook eens mee naar de tweede klasse, ondanks lucratieve aanbiedingen. Voor zijn eigen ontwikkeling zou het goed zijn als hij het seizoen hier uitdoet. Want zijn positiespel bij balverlies is zeker nog voor verbetering vatbaar”, oordeelt Delen als een strenge leermeester.

Vaste begeleider

Ogunsoto troont ons mee naar de Sint-Lambertuskerk van Westerlo, op wandelafstand van zijn appartement en het stadion van Westerlo. “Dit is een van de drie gebouwen waar ik de dienst bijwoon”, vertelt hij, terwijl drie tienermeisjes om een handtekening komen vragen. Met de glimlach haalt hij een alcoholstift tevoorschijn en tekent het verfrommelde papier. “Samen met Valère Vanolst volg ik hier elke vrijdag de viering. In het Nederlands, maar je geloof overstijgt elke taal. Maar soms trek ik ook naar de Chapel Novum, op amper een kwartier rijden, of ik ga naar Antwerpen, als de training op een slecht uur valt. Ik ben heel gelovig, werd streng katholiek opgevoed. In Nigeria gingen we elke zondag met de volledige familie naar de kerk. Ik heb dat nodig, daarom ga ik hier dagelijks bidden. Voor ik het veld opga, maak ik mijn kruisteken. God is mijn vaste begeleider, de man die ervoor zorgt dat ik goede prestaties lever en weinig blessures heb. Door zijn vertrouwen vrees ik niemand. Hij zal er ook voor zorgen dat ik nog completer word als voetballer.”

Door de talenstudies – Italiaans – van zijn Cypriotische vriendin aan de universiteit van Athene, woont de Nigeriaan alleen boven een pralinezaak. Na anderhalve maand vakantie keerde zijn vriendin terug naar Griekenland, maar tijd om te vergaan van eenzaamheid is er niet voor Ogunsoto. Zijn vrienden zijn altijd in de buurt. “Ik ben een bezige bij, kan eigenlijk niet heel lang stilzitten. In Griekenland gebeurde het vaak dat ik om zes uur ’s morgens al een wandeling maakte. Hier is er meer rust, kan ik me volledig concentreren op het voetbal. Wanneer ik een vrije dag heb, kan je me terugvinden in de Heracles. Een fitnesszaak, waar je ook kan snookeren en bowlen. Dat is een hobby die ik overhield aan mijn verblijf in Griekenland, want onze voorzitter van Ergotelis had ook zo’n zaak, met restaurant, hotel en cafetaria. Ik speelde het dagelijks.”

Ogunsoto is een echte kindervriend. “Ik heb hier two boys. Mijn grootste supporters, die ik graag in mijn buurt heb”, vertelt hij met twinkelende ogen. In de wagen toont hij spontaan een gouden bal in karton, met zijn rugnummer erop. “Dit is mijn talisman, gekregen van de ene. De andere, de zoon van de uitbater van de Heracles, speelt bij de jeugd van Westerlo. Samen met hem ga ik bijvoorbeeld al eens naar de invallers kijken. Maar ik heb blijkbaar ook een goede invloed op zijn gedrag en zijn studieprestaties. Hij kijkt op naar mij. Dat doet mij een groot plezier, want zo vervul ik toch een beetje een voorbeeldfunctie voor de jeugd. Weet je, mijn vader overleed toen ik zestien was. Hij was zelf een goede voetballer. Zijn waarden en normen probeer ik door te geven aan de mensen uit mijn omgeving. Gedienstigheid en eerbied, daar gaat het om.” Dat toont Ogunsoto ook onmiddellijk in de praktijk. Na de fotosessie bij het bowlen staat hij erop de fotograaf te helpen bij het opruimen en overladen van het materiaal.

Rond halfvier rinkelt de gsm van Ogunsoto. Hij moet dringend naar Antwerpen, want met een dag vertraging wordt de spits bij vrienden verwacht om Nigeriaans te eten. Het geitenvlees slaat aan en geeft hem kracht. Als hij niet bij ploeggenoot Elejiko vertoeft, dan kan Ogunsoto altijd terecht bij Ganiu Owolabi, die een aantal jaar geleden nog voor Royal Antwerp FC uitkwam. “Ik ben hier nu misschien de ster, maar dan wel één zonder vedetteneigingen”, voegt Ogunsoto er meteen aan toe. “( begint te lachen) De vrouwen van mijn Nigeriaanse vrienden koken zelfs speciaal voor mij. Kan je je dat voorstellen ? Dat betekent dat ze me graag zien, hé. Vriendschapsbanden moet je onderhouden. Ook je familie dien je te koesteren, want zij bepalen de geluksfactor van je leven. My friend Owolabi is dolgelukkig dat ik hier de pannen van het dak speel. Hij is mijn grote broer. Daarom ga ik hem ook zo vaak opzoeken. Zijn adviezen zijn heel belangrijk. Ook Bob ( Elejiko, nvdr) leerde ik waarderen. Hij woont hier al zes jaar en is de beste gids die ik me kan inbeelden.”

Ook in zijn eigen Nigeria stijgt het aanzien ten overstaan van Ogunsoto. Bondscoach Augustin Eguavoen (ex-AA Gent en KV Kortrijk), een oud-verdediger, kwam de razendsnelle aanvaller scouten tegen Charleroi. Overigens een duel waarin hij twee keer scoorde en zijn kandidatuur als international kracht bijzette. “Ik droom van de nationale ploeg en sta blijkbaar dicht bij mijn eerste selectie. Maar dan moet ik mijn niveau aanhouden en blijven scoren”, beseft Ogunsoto maar al te goed. “Alleen ga ik mezelf nu geen onnodige druk opleggen. Laat me nog maar wat genieten. Ik bereikte nu al de status van vedette, vertelde mijn moeder me onlangs aan de telefoon. Daarmee komt haar grootste verlangen uit, want zij pushte me altijd om het te wagen als profvoetballer. Het is jammer dat mijn vader dit niet meer kan meemaken. ( na een korte stilte) Mijn moeder waarschuwde me al. Wanneer ik terugkeer, zal ik voldoende souvenirs mee moeten hebben, want iedereen zal me willen aanraken of iets van me willen krijgen. Het zou mooi zijn om mijn shirt met de gouden bal te kunnen meenemen. Een mooier cadeau bestaat er niet voor mijn moeder en vijf zussen.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content