‘Aruna’, zegt zijn manager, Serge Trimpont, ‘droomt niet van Manchester United.’ Maar weggaan doet de Ivoriaan van Anderlecht zeker in juni. ‘Dat is het beste.’

Verliest Anderlecht een paar keer op rij, wordt er ineens een pak minder gespeculeerd over een nakende transfer van Aruna Dindane. Maar als het straks nog eens uitpakt in de Champions League, hangt iedereen vast weer aan de lijn van Aruna’s manager, de Brusselaar Serge Trimpont. Hij ontdekte de Ivoriaan in 1999 op het befaamde beloftetoernooi in Toulon.

Trimpont is de kleinzoon van voormalig Anderlechtmanager Eugène Steppé. Hij was als sportjournalist verbonden aan de Franstalige Brusselse krant Le Soir. Die baan gaf hij op in 1996, waarna hij tot juni 1999 manager was van Union Sint-Gillis, eerst in tweede klasse en later in derde. Twee jaar geleden kocht Trimpont het Brusselse kantoor van het Italiaanse makelaarsbureau waarvoor hij nadien was gaan werken. Sindsdien werkt hij op zelfstandige basis als één van het veertigtal door de Fifa erkende zaakwaarnemers in België.

We zitten in de bar van het Brusselse Hotel Prince de Liège, de plek trouwens waar Aruna de eerste weken na zijn aankomst in België logeerde. Trimpont wéét dat zijn Ivoriaan hot is. “Hij is nog maar 22, moet nog dertig procent beter worden”, is hij overtuigd. “Dat kan alleen bij een club waar hij basisspeler is. Aruna is geen vragende partij om naar Real Madrid of Bayern te trekken, want hoeveel kans heeft hij daar om de basiself te halen ? Zijn doel is een club te vinden in één van de vijf topcompetities. Maar het mag ook Aston Villa zijn, hoor.”

En Anderlecht ?

Serge Trimpont : “Het beste voor hem is dat hij straks Anderlecht verlaat om een stap hoger te zetten. Maar zeker ben ik op dit moment niet dat hij ook daadwerkelijk weg kan.”

Hoeveel concrete aanbiedingen zijn er momenteel ?

“Niet veel, hoor. Eén of twee. Vaag. Maar hij heeft tijd. In elk geval is er geen sprake van dat hij in januari vertrekt. Wie in januari vertrekt, heeft hooguit een week stage bij zijn nieuwe club en moet er meteen staan. Dat is niet ideaal. Hij weet dat, ik ook. Het beste is dat hij vertrekt in juni. In maart of april komt dat wel los. Nu oogt hij in sommige wedstrijden wat nerveus, omdat hij geviseerd wordt op het veld. Ik wil dat hij rustig blijft en zijn goede prestatielijn aanhoudt.”

Had u altijd al een diepe spits in hem gezien ?

“Nee, hij leek meer in de wieg gelegd voor de positie van rechtsbuiten. Op de transfermarkt is dat niet ideaal, want hoeveel topclubs spelen er met een echte rechtsbuiten ? Aruna moet Broos en Vercauteren dankbaar zijn : hem naar de spits halen was niet alleen een goede ingreep voor de ploeg, maar ook voor zijn verdere carrière.”

Laten we het eens over u hebben. Hoe komt een ex-journalist en ex-clubmanager in Afrika terecht ?

“Toen ik bij Union stopte als manager, had ik niets achter de hand. Via via kon ik in september 1999 al aan de slag voor een Italiaans managementsbureau, African Football Management, dat zich alleen met Afrikaanse spelers bezighield, zoals Kuffour van Bayern en Appiah die nu bij Juventus zit. Aanvankelijk waren ze gespecialiseerd in Ghana, maar ze beheerden een voetbalschool in Ivoorkust. Dat kantoor met hoofdzetel in Rome opende een bureau in Brussel, dat het noorden van Europa moest bestrijken : Nederland, België, Engeland en Duitsland. Brussel is de draaischijf van al wie met Afrikaanse voetballers werkt. Alle andere landen houden er te strenge regels op na.

“In Italië, bijvoorbeeld, is er een algemeen importverbod voor niet-EU-voetballers : zij komen er pas in als een club een andere wegstuurt. In Engeland moet je minimaal twaalf A-interlands gespeeld hebben. Daar komen dus alleen sterren binnen en is er geen plaats voor jong talent als Aruna Dindane of Arouna Kone(ex-Lierse, nvdr). In Nederland is het verplichte minimumloon van 12 miljoen frank (sic) veel te hoog voor een achttienjarige Afrikaan. In Frankrijk mogen clubs slechts vijf niet-EU-spelers onder contract hebben. In Duitsland zijn de beperkingen niet zo streng, maar ook daar kan het niet wat Beveren en Lokeren hier bij ons doen. Dat kan alleen in België en dat weten ze in Afrika ook. Jonge Afrikanen die naar Europa willen, weten dat ze eerst naar België moeten.

“België is het uitstalraam voor jong Afrikaans talent. Dat moet hier tussen zijn achttiende en twintigste een basisplaats kunnen afdwingen in de eerste klasse. Wie op zijn twintigste geen titularis is bij een Belgische eersteklasser, komt waarschijnlijk tekort. Wie op zijn twintigste titularis is, mag zich opmaken voor een internationale loopbaan waaraan hij eindelijk zelf ook wat verdient.”

“Dat valt nog mee. Het minimumjaarsalaris is 2,4 miljoen frank (sic) bruto. Dat is 200.000 frank bruto per maand, maar daar zit dan ook alles in : tekengeld, premies, huur van het appartement, verzekering. Als je dat er allemaal aftrekt, hou je 100.000 frank bruto per maand over, zowat 60.000 frank netto. In vergelijking met de gemiddelde arbeider is dat niet slecht, maar in vergelijking met de doorsnee profvoetballer is het niet veel. Tweede- en derdeklassers haken uiteraard af op dat minumumloon, zij kunnen dat niet betalen. Bij Union had ik ook een jonge Ghanees die 30.000 frank per maand verdiende. Ik moet toegeven dat wij als derdeklasser niet goed genoeg gestructureerd waren om die jongen goed op te vangen en te begeleiden. In die zin is die wet een goede zaak. Maar wie roept dat zo’n jongen uitgebuit wordt, moet beseffen dat het gemiddelde maandloon in Ivoorkust 5000 frank bedraagt. Als zo’n speler hier dan 60.000 frank per maand verdient in plaats van per jáár, voelt hij zich niet uitgebuit. Van de 30.000 frank die die Ghanees bij Union verdiende, onderhield hij heel zijn familie in zijn thuisland. Wanneer ik hem uitbetaalde, ging hij rechtstreeks naar Western Union en stuurde heel zijn loon naar ginder op. Wij betaalden zijn appartement, hij at op de club, ’s avonds bleef hij in zijn appartement en keek tv of speelde PlayStation. Nu voetbalt hij in Oostenrijk bij Grazer AK.

“Het gevolg van het optrekken van het minimumloon is dat er nu elk jaar honderden Afrikaanse spelers in hun eigen land zullen blijven, waar ze geen inkomen hebben. Is dat beter ? Ik weet het niet.”

Hoe kende u Afrika ?

“Ik was er nooit eerder geweest, maar begreep al gauw de mogelijkheden die er in dat continent waren. Omdat ik Charles Dago, die met Youla bij Lokeren zat, een goede speler vond, nam ik contact met hem op. December 1999 introduceerde hij me bij zijn manager, Alfred Obrou, een Ivoriaan die in Stockholm woonde. Uit dat contact volgde een samenwerking : we zijn nog steeds partners. Een paar maanden later ging ik naar het internationaal beloftetoernooi van Toulon en daar vond ik Aruna. Ik ging er gewoon naartoe om rond te kijken voor mijn werkgever. Een paar weken voordien had Elos Ekakia zijn verkeersongeval gehad. Ik wist dat Anderlecht een vervanger voor hem zocht, maar zelf had het geen scout op dat toernooi. Tijdens Mexico – Ivoorkust viel Aruna me meteen op. Snel, sterk gebouwd, maar met toch een fantastische techniek. Omdat die wedstrijd rechtstreeks werd uitgezonden op Eurosport, liet ik een cassette opvragen en gaf die ’s anderendaags al aan Jean Dockx. Die bekeek ze samen met Anthuenis en samen beslisten ze het te doen. De transfer van Aruna was één langgerekte sprint van vijf dagen.”

Niemand anders wilde hem ?

“Het Italiaanse Inter had een optie. Aruna zat in Ivoorkust op de Academie van Jean-Marc Guillou, de manager van Beveren. Guillou organiseerde af en toe wedstrijden in Europa, vooral in Frankrijk. Eén jaar voordien had Aruna’s club de Afrikaanse supercup gewonnen en dat wekte enige interesse in Europa. Aruna was zesde geworden in de Afrikaanse Ballon d’Or, hij was een ster in Afrika. PSG wilde hem, Inter ook, maar een prioriteit was hij niet voor hen. Daarom wilden ze ook niet veel betalen. In feite is het simpel : als PSG meer had willen geven dan Anderlecht, dan zat Aruna nu in Parijs.

“Toen Anderlecht de knoop doorhakte, was Aruna al terug in Ivoorkust. Ik volgde de zaak van hieruit met Michel Verschueren, terwijl het bureau gauw iemand naar Abidjan stuurde. In vijf dagen was alles rond. Anderlecht nam een financieel risico, want 54 miljoen Belgische frank was een recordsom in Afrika. Het dubbele van wat Feyenoord voor Kalou neertelde. Stel dat het niets wordt, dan roept iedereen : videodinges, zoals Club overkwam met Mendoza. Anderlecht kocht Aruna voor veel geld op basis van een tip van mij en een videocassette : dát is het hele verhaal. Het had even goed kunnen tegenvallen.”

Niet, dus.

“Ik ben hem gaan afhalen op de luchthaven. Het contract was per fax opgemaakt terwijl hij nog ginder was, hij moest alleen komen tekenen. Tot voor zijn aankomst had ik hem hier nooit gesproken. Ik kan nu wel zeggen dat ik het allemaal goed zag, maar het toeval heeft een grote rol gespeeld. Op hetzelfde moment transfereerde mijn partner, Obrou dus, Zokora naar Genk. Eigenlijk had Aruna met hem mee naar Genk gemoeten. Zokora had al voor het toernooi van Toulon voor Genk getekend, zodat Brescia, dat achteraf contact met mij opnam, te laat kwam. Boskamp was Zokora persoonlijk gaan halen in Afrika en had Paul Heylen aangemaand om ze allebei naar Genk te halen. Maar dat vonden ze wat duur, dus zouden ze Aruna later halen. Toen Boskamp hoorde dat zijn vriend Dockx Aruna van onder zijn neus vandaan had gehaald, was hij razend op hem. Genk heeft er vast nog altijd spijt van.”

Ongetwijfeld trekken andere makelaars nu aan de mouwen van Aruna. Hoe gaat u daarmee om ?

“Net voor hij bijtekende in Anderlecht, was het niet meer te doen. Een Noor die niets met Aruna te maken had, is hem gaan aanprijzen bij Manchester. Zij speelden het hard, door noch met de club, noch met de manager of de speler te praten. Ze wilden gewoon verhinderen dat hij zou bijtekenen zodat ze hem met nog één contractjaar te gaan voor een prikje van zeventig miljoen frank (sic) konden weghalen. Maar Aruna liet zich niet van de wijs brengen, wij hebben een goede band. Ik heb hem vaak thuis opgevangen als was hij mijn zoon, en mijn beste vriend, een fiscaal expert, verzorgt zijn boekhouding. Afrikanen zijn helemaal ontheemd als ze hier aankomen, weten niet wat belastingen zijn of wat een huurcontract inhoudt. Ik hou me met al zijn zaken bezig, dat hoort bij mijn werk. Sinds Arouna Kone op 15 augustus van Lierse naar Roda verhuisde, was ik al minstens twintig keer in Kerkrade.”

Telt dat nog voor zo’n speler als een andere makelaar hem naar een topclub kan brengen ?

“Negen op tien spelers die naar Manchester kunnen op voorwaarde dat ze hun manager afvallen, doen het. Aruna echter heeft me nooit laten vallen. Veel spelers vinden dat hun makelaar geld verdient op hun rug, en af en toe zal dat wel waar zijn. Maar ze vergeten er wel bij te vertellen hoeveel geld zijzélf verdienen dankzij en niet ondanks hun manager. Ach, onder de managers zijn er veel gangsters, net zoals je ze bij de spelers of in de bestuurskamers aantreft.”

Waarom heeft u het spel van Manchester niet meegespeeld ?

“Omdat Anderlecht dat niet verdiende. Niet alleen omdat het altijd correct met mij heeft samengewerkt of omdat het de club is die mijn grootvader mee hielp uitbouwen, maar ook omdat het de speler altijd correct heeft behandeld na al zoveel geld voor hem te hebben betaald. Als Aruna Anderlecht verlaat, zal het voor 200 à 300 miljoen frank (sic) zijn. Ik kén de prijzen in Engeland : als Manchester Aruna echt respecteert, kan het dat makkelijk op tafel leggen, zeker als ik zie dat het 400 miljoen neertelde voor een jonge speler van Porto. Het bod van Manchester getuigde niet van respect voor Aruna. Als ze je halen voor een aalmoes, kom je er langs de achterdeur binnen. Dat is geen goed voorteken voor je speelkansen. Hoe meer een topclub voor je betaalt, hoe meer kans dat je zal kunnen laten zien dat je die som waard bent.”

Hoe reageerde Aruna ? Elke goede voetballer wil toch naar Manchester ?

“Aruna niet. Hij droomt niet van Manchester, wél van een club in één van de vijf sterke competities waar hij nog beter kan worden. Alleen kan hij dat maar door te spelen. Hoe groot is de kans dat hij morgen bij Manchester of Bayern in de basis staat ?”

En Arsenal ?

“Dat kan. Ik ken Arsène Wenger via Jean-Marc Guillou. Aruna’s beste vriend speelt er : Kolo Touré, die opgroeide in dezelfde wijk. Ik heb Touré nog bij Anderlecht laten testen, maar na vijf dagen zegden ze dat hij niet terug moest komen. Nu is hij titularis bij Arsenal.

“Goede Afrikanen leid je best ter plaatse op in een lokale voetbalschool waarin je investeert. Zo kunnen ze rustig groeien in hun vertrouwde omgeving. Laat je ze hier testen, kan je ze niet goed beoordelen. Zo’n jongen weet dat hij dan de match van zijn leven moet spelen : het is slagen of terug naar de armoede in Afrika. Dat zet veel druk. De beste transfers doe je ter plaatse. Arouna Kone en Tohua hadden al getekend vóór ze naar Lierse kwamen, de betere Afrikanen van Lokeren ook. Kone en Tohua hebben Herman Van Holsbeeck en ik vier keer aan het werk gezien.”

Waar een speler naartoe gaat, bepaalt ook hoeveel commissie u opstrijkt.

“Geld is niet mijn enige doel. Anders zat Arouna Kone nu bij Aad de Mos in Saudi-Arabië in plaats van bij Roda JC. Dag en nacht heeft Gaston Vets daarop aangedrongen, want de Arabieren gaven twee keer zo veel als Roda. Ook voor mij was er meer te verdienen geweest. Maar het geeft me meer voldoening om hem van de Ivoriaanse tweede klasse naar Lierse te brengen, een jaar later naar Roda en over twee jaar misschien naar Feyenoord.”

Hoe leuk vindt de speler dat zelf ? Met het geld in Saudi-Arabië kan hij misschien niet alleen zijn familie onderhouden, maar de hele wijk waar hij woonde.

“Dan is hij binnen, maar dan is zijn carrière op zijn eenentwintigste ook afgelopen. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Kone stond onder druk van zijn familie, maar hij heeft zich niet gek laten maken.”

U heeft Jean-Marc Guillou bij Beveren binnengebracht.

“Ik zocht een aanknopingspunt om in Engeland binnen te raken. Als Europees agent krijg je in Engeland zelfs geen afspraak met een clubverantwoordelijke. Ik wist dat Guillou de beste vriend was van Arsène Wenger. Via hem raakte ik dus bij Wenger, die me en passant zei dat Arsenal via Guillou een Belgische club zocht om over te nemen. Ze waren bijna rond met KV Oostende, wat ik niet snapte : een club die op degraderen stond in tweede klasse. Zij geloofden echter niet dat ze een eersteklasseclub konden overnemen voor slechts zestig, zeventig miljoen frank. Ik overtuigde hen dat dat wél kon. Een paar dagen voor ze zouden tekenen in Oostende, ben ik in mijn auto gesprongen en naar de manager van Beveren gereden. Die club was vrijwel failliet, had 180 miljoen schulden en zou geen licentie krijgen. Beveren was dood ! Samen met Arsenal heeft Guillou Beveren nieuw leven ingeblazen.”

En nu speelt het met elf Ivorianen.

“Ik keur niet goed wat daar nu gebeurt. Elf Ivoriaanse voetballers in een Belgische ploeg is niet goed voor het Belgische voetbal. Ik voel me daar mee verantwoordelijk voor. Ik ben trots dat ik talent als Yapi Yapo en Zézéto in België hielp doorbreken, maar toen wist ik niet dat dit zou gebeuren. Ik raadde Guillou aan te doen wat we met Lierse via Rio d’Anyama in Ivoorkust doen : elk jaar komen de beste twee spelers op proef in Lier, dat is contractueel vastgelegd. Zij kunnen zich hier dan integreren in een Belgisch geheel.”

U werkt ook met Belgen, zoals met Jonathan Blondel die u naar Tottenham bracht. Voelt u zich niet schuldig als zo’n jongen wegkwijnt bij een club waar hij een jaar lang niet aan spelen toekomt ?

“Dat was van tevoren zo ingeschat. Wat we niet konden voorzien, was dat Anthuenis hem al zo vroeg zou oproepen voor de nationale ploeg. Daarna begon iedereen hem elke week te vragen : hoe komt het dat jij niet speelt ?”

Was hij dan niet beter nog een jaar bij Moeskroen gebleven ?

“Nee. Want dan was hij opgeleid tot een goeie speler voor de Belgische competitie. Tottenham wou Blondel omdat hij nog maar zeventien was en ze hem nog tot een Engelse speler kunnen kneden. Was hij twintig geweest, waren ze niet geïnteresseerd geweest, want dan zou hij zogezegd misvormd zijn door de Belgische competitie. Vergeet niet dat Blondel in heel Europa omschreven werd als het grootste talent van zijn generatie. Ideaal voor zijn ontwikkeling was als hij van Moeskroen naar Anderlecht of Brugge was kunnen gaan. Maar Anderlecht wilde hem niet. Waarom weet ik niet. Terwijl hij wél naar Anderlecht wilde. Ach, in één week Tottenham leert hij meer dan in tien matchen met Moeskroen.”

Dus moet Vincent Kompany straks van Anderlecht naar het buitenland.

“Dat is iets anders : Kompany speelt al Champions League met Anderlecht.”

door Geert Foutré en Peter T’Kint

‘Het bod van Manchester getuigde niet van respect voor Aruna.’

‘Brussel is de draaischijf van al wie met Afrikaanse voetballers werkt.”Ik voel me mee verantwoordelijk dat Beveren nu met elf Ivorianen speelt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content