19 september, Albertpark, iets voorbij halfacht ’s avonds. Supporters slaan hard op de metalen panelen, anderen schuifelen langs de omheining. 1-0. Nog een paar minuten. KV Oostende is op weg om ook KV Kortrijk opzij te zetten. Moeizaam, maar wanneer Jonathan Lardot voor de laatste keer op zijn fluitje blaast, gaan de armen in de lucht. KVO blijft leider. Nog minstens een week. Genieten zo lang het kan. Het was ooit anders.

Een fusieclub, gesticht in 1981. Verstandshuwelijk tussen AS en VG Oostende, twee modale derdeklassers. Pas elf jaar later werden ze kampioen in tweede, waar ze via de eindronde meteen naar de hoogste afdeling promoveerden en de voetbalwereld er de flamboyante Eddy Vergeylen bijkreeg. Legendarische oneliners, waarin hij vooral op de beperkingen van de club wees. ‘In de tribune zitten geen kabeljauwen…’ ‘Oostende heeft een verouderende bevolking: om zeven uur ’s avonds zit iedereen binnen voor zijn tv, pyjama aan en het gebit in een glas water…’ ‘Het is beter met een mooie vrouw te vertoeven in een viersterrenhotel dan met een lelijke in een vijfsterrenhotel…’

Bijna twintig jaar voorzitter, amper vier seizoenen eerste klasse, ronddobberen in tweede én derde klasse. Uitzichtloos, tot zijn opvolger Yves Lejaeghere de club in 2013 naar de Jupiler Pro League leidt en meteen zijn aandelen verzilvert bij Marc Coucke. Een Gentenaar, sinds begin de jaren zeventig verliefd op het voetbal in Oostende, waar zijn ouders een buitenverblijf hadden. Supporter van den As én VG. De ene week met het fietsje naar het Albertpark, de week erna naar Armenonville. De fusie was een dieptepunt, zei hij in oktober 2013 aan Sport/Voetbalmagazine. ‘Maar nu is Oostende weer trots op KVO. Dromen mag weer. Ik weet niet of ze zullen uitkomen, maar we kúnnen tenminste weer dromen.’

OOSTENDS FENOMEEN

Na het eerste seizoen in eerste klasse, waarin ze play-off 2 won, was de club een hype. Het aantal supportersclubs steeg van vier naar vijftien, dit seizoen zijn er nog negen – waaronder één in… Tenerife – aangesloten bij de Kustboys, de officiële supportersfederatie. Vier, vijftien, negen: grillig. Als de zee. ‘We behielden alleen de clubs die activiteiten organiseren, maar er zijn nog cafés waar KV Oostende prominent aanwezig is’, zegt Bram Keirsebilck, persverantwoordelijke van de club.

Aan de rand van de stad, in ’t Valentientje, is KVO hét gespreksonderwerp. Met de groeten van Tony Obi, een Engelsman die eind de jaren tachtig als voetballer in het Albertpark belandde, en in het legendarische café van Lucy Loes – de koningin van het visserslied – ‘enkele dagen zou blijven slapen’. Meer dan 25 jaar later staat Obi er nog altijd aan de toog. Blijven ‘plakken’…

Ook café Den As ademt KVO. Vijf minuutjes stappen van het Albertpark, voor en na de match nokvol. Mannen van ’t zèètje en ’t strange. Sappig dialect. Luiwuvepetatn (diepvriesfrieten), freize (neus), e’noaring in burgers (magere man), gèèrnoazen (garnalen)…

’90 tot 95 procent van onze fans komt uit Oostende en omstreken. De Haan, Wenduine, Bredene, Gistel, Koekelare…’, zegt Keirsebilck. ‘De oostkust is voor Club Brugge, wij moeten het potentieel aan de westkust ontginnen. Momenteel hebben we een 200-tal abonnees tussen Middelkerke en De Panne, maar in Westende, Nieuwpoort, Lombardsijde en Koksijde is meer mogelijk.’

COMMERCIEEL SUCCES

28 september, late namiddag. De Kamalounge is verlaten. Na elke thuiswedstrijd kweelt de voorzitter er Vlaamse schlagers, op werkdagen houdt commercieel directeur Patrick Orlans er kantoor. Zijn ‘winkeltje’ marcheert. Vorig seizoen haalde de commerciële ploeg 4,5 miljoen op, een miljoen extra was het volgende doel. ‘Daar zitten we nu al over, in die mate dat we de target naar 6,2 miljoen hebben verlegd. Een Coucketarget, (lacht), maar we gaan dat halen.’

KVO boomt, het was ooit anders. ‘Onze twee erevoorzitters, René Menu en Eddy Vergeylen, zeggen mij geregeld: ‘Potverdorie, het lukt hier dan toch.’ De club heeft een totaal ander imago dan pakweg 10 jaar geleden. Er waren toen drie mensen die de club droegen: Eddy Vanstechelman, secretaris André Cattellion en Geert Vergauwe. Als we nu een personeelsvergadering hebben, zitten we met 20 aan tafel, maar die drie zijn er ook nog altijd.’

Het blijft hard werken. Want, zegt Orlans: ‘Ik ben al meer dan 25 jaar bij de commerciële kant van het voetbal betrokken. Als ik vijftig telefoontjes heb gekregen van bedrijven die vroegen om te mógen sponsoren, dan is dat veel. Denk je dat mensen mij in de week na onze winst tegen Anderlecht opbelden om vier seats te nemen?’

Zijn blik glijdt naar de overzijde. Een tijdelijke tribune, waar regen en wind de supporters geselen, een verouderde hoofdtribune, ernaast nog een stukje tribune. In het voorjaar gaan ze tegen de grond (zie kaderstukje) en wordt een nieuwe hoofdtribune gebouwd. Drie lagen, 3800 zitjes, waaronder 1250 businessseats, nieuwe kleedkamers… Een zware investering voor de club, meer dan tien miljoen euro, maar ook nieuwe commerciële mogelijkheden.

‘Vorig seizoen hadden we gemiddeld 350 eters, dit jaar proberen we te stijgen naar 500, met een piek van 750 voor de match tegen Anderlecht. We weken met 250 gasten uit naar het restaurant van BC Oostende in de Sleuyter Arena.’ Orlans wil volgend seizoen nog een versnelling hoger schakelen. ‘Wishful thinking: 1500 vips. Maar ook de andere supporters moeten meer comfort krijgen. Ons Maes Pilsplein heeft zijn charmes, maar niet als het twee graden is en regent.’

Dit seizoen bevat het stadion 7200 plaatsen, volgend jaar 8500, in de toekomst worden ook de andere tribunes heropgebouwd. ‘Binnen de twee of drie jaar moeten we naar een capaciteit van 10.000 gaan. Dat betekent dat je 3000 mensen moet halen die er nu niet zijn. Niet zo gemakkelijk.’

INHAALRACE OP CLUB

Langs de invalswegen hangen nog enkele posters van de abonnementencampagne ‘KVO is sexy’: drie bevallige dames in badpak, onder wie gewezen Miss Belgian Beauty Brunhilde Verhenne, eventverantwoordelijke bij de club. In de binnenstad zijn de clubkleuren ámper aanwezig. Oostende kleurt (nog) niet groen, geel en rood.

‘We hebben vooral in het toeristisch seizoen op visibiliteit ingezet. Karretjes met panelen langs de weg, posters in de cafés, een krantje op 20.000 exemplaren tijdens de fandag, waar we duizenden bezoekers hadden. KVO was alom aanwezig. Nu minder, maar straks beginnen we met een wintercampagne – ‘KVO is hot’ – om de halfjaarabonnementen te promoten’, zegt Keirsebilck.

De club wil ook meer op de jeugd inzetten. Alle leerlingen van Basisschool De Morootjes mogen als winnaar van de actie ‘De slimste KVO-school’ de wedstrijd tegen Oud-Heverlee Leuven gratis bijwonen, sport- en voetbalclubs kunnen tickets kopen voor vijf euro. ‘Door al die jaren in tweede en derde klasse, vaak met matig voetbal, hebben we een paar generaties aan Club Brugge verloren. We gaan een keer per maand met twee spelers naar de scholen, in augustus bezochten Frédéric Brillant en Yannick Loemba een voetbalkamp in Bredene. Opvallend: los van de truitjes van de buitenlandse topclubs, was de verdeling Club Brugge en KVO fiftyfifty. Drie jaar geleden was dat wellicht nog 80-20.’

Op de toeristische dienst, Monacoplein, ook geen verwijzingen naar KV Oostende. Exacte cijfers zijn er niet, maar volgens Orlans worden er jaarlijks via het voetbal een 500-tal kamers geboekt. ‘Wij hebben niet de gewoonte om vroeg te sluiten en mensen zonder alcohol weg te sturen. (lacht) Dan is het maar goed dat ze op hotel blijven slapen.’

BEACH BUSINESS CLUB

28 september, Fort Napoleon, oosteroever Oostende. Gebouwd door Napoleon Bonaparte als verdediging tegen aanvallen uit Engeland, tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog bezet door de Duitsers, sinds 2000 een toeristische trekpleister, waar ook seminars worden georganiseerd. Vanavond zitten er 170 gasten voor het netwerkevenement van de Beach Business Club, dat vier keer per jaar wordt georganiseerd. Op het programma staat een speeddating met tapas. Acht zakenmensen verzamelen rond een tafeltje, na een kwartier fluit de scheidsrechter en schuiven de gasten naar een ander tafeltje door. Creatief.

‘Als je de bedrijfswereld naar het voetbal wilt lokken, dan moet je de mensen met elkaar in verbinding stellen. Zeker bij kleinere clubs, waar het niveau niet te vergelijken is met dat van Chelsea of Barcelona. Wie alleen in voetbal geïnteresseerd is, koopt een ticket. Wie daarnaast ook lekker wil eten en zich na de match wil amuseren, kiest voor een van onze businessformules. Wij overgieten dat met netwerking – het enige wat gratis is -, de saus op op visibiliteit en hospitality‘, zegt Orlans.

Een formule die aanslaat. Op de fandag parkeerde autosponsor Carlo Durie (Unicars) de nieuwe Ford Mustang op de zeedijk, de weken erna verkocht hij vijf exemplaren van het exclusieve model. Na de voorstelling van de nieuwe hoofdsponsor, Willems Veranda’s, bestelde de vader van stadiondirecteur Joost Depreux een veranda bij Luc Willems.Zulke zaken onthouden onze partners als je ze het jaar erna opnieuw moet overtuigen.’

De commerciële ploeg draait overuren, met een veertigtal commerciële avonden of activiteiten buiten de wedstrijddagen. Zoals de maandelijkse ‘We proudly present KVO‘, een prospectieavond voor bedrijven die de weg naar het Albertpark nog niet vonden. Receptie, toespraak, sfeerfilmpje, etentje. ‘Op het einde van de avond weet je of je hun hart hebt gestolen.’ Ook dat lukt: 80 procent van de aanwezigen doet ‘iets’. ‘Het is bijlange nog niet uitgemolken.’

Achter Fort Napoleon torenen hoogtewerkers hoog boven het landschap uit. Oosteroever, een vergeten stadsdeel, is momenteel een bouwwerf, waar de volgende jaren New Waterfront City vorm moet krijgen: 1200 nieuwe woningen langs de Hendrik Baelskaai, Fortstraat en de nieuwe jachthaven.

Een zelfvoorzienende wijk met parken, waar stijlvolle handelszaken naadloos overlopen in exclusieve penthouses en appartementen, met outdoorzwembaden en waar conciërges over veiligheid en netheid waken. ‘Een volledig nieuw stadsdeel, dat het mooiste van de middenkust moet worden’, klinkt het bij Bart Versluys, creatief brein achter het project, tot vorig jaar hoofdsponsor van KVO én bouwer van de nieuwe hoofdtribune.

Bart Versluys was een jonge twintiger toen hij in 1996 een andere weg insloeg dan zijn vader, Freddy, die het Bouwbedrijf Versluys leidde. Het échte geld ging naar de projectontwikkelaars, stelde hij vast, waarna hij in die wereld zijn weg zocht. Geen twintig jaar later is de CEO van Versluys Bouwgroep een fenomeen aan de kust. Vastgoedkoning. Keizer van de Zeedijk. Vastberaden. Veertiger met een uitgesproken mening, die naar Knokke-Heist verhuisde en Oostende ooit een marginale stad noemde.

‘In het verleden was er te weinig visie en ambitie, zeker in de binnenstad. De laatste twee jaar is er een kentering gekomen. Oostende kiest opnieuw meer voor kwaliteit, waardoor bepaalde wijken weer opwaarts kunnen evolueren. Je voelt dat jonge gezinnen weer naar de stad trekken en Oostende opnieuw leren ontdekken. Ik ben ervan overtuigd dat het stadsbestuur het gekozen pad verder zal bewandelen en dus zal blijven investeren in mooie vernieuwde straten en pleinen. Oostende moet als stad zijn vele unieke troeven durven uitspelen.’

Strand, zee, duinen, vernieuwd station, jachthaven, goede restaurants, het Casino Kursaal, de Venetiaanse Gaanderijen aan het Thermae Palace. ‘De Venetiaanse Gaanderijen, een beschermd monument, en de Tettenbrug zouden opnieuw juweeltjes moeten worden. In Parijs zou zo’n entree worden gekoesterd, zouden er zelfs trouwfoto’s worden genomen, maar hier hebben ze de brug in 2002 met gele blokken afgesloten. Spijtig.

‘Mijn boodschap: inwoners van Oostende moeten weer trots zijn op hun stad. Oostende was de Koningin der Badsteden en als we allemaal aan hetzelfde zeel trekken, zal het dat opnieuw worden. Daar werk ik graag aan mee.’

VAN ARNO TOT WENDY

Maandag 5 oktober, stadhuis Oostende. Een strakke wind geselt de geel-rode vlaggen, de stadskleuren en ooit de kleuren van VG Oostende. Voor het gebouw draait een zwerver met herdershond een sigaretje, in de zaal wacht een allegaartje gedisciplineerd en geduldig de beurt af. Op de eerste verdieping neemt de burgemeester, Johan Vande Lanotte, de sportpagina’s door. ‘Zijn’ BC Oostende, vier jaar na mekaar landskampioen, heeft verrassend van Brussels verloren. Op een andere bladzijde wéér geen goed nieuws: Sven Nys, samen met Tom Boonen zijn favoriete renner, werd in Gieten pas vierde. Basketbal en wielrennen (‘Ik was fan van Walter Godefroot‘), zijn twee sporten.

KV Oostende heeft zich vrijdag voorbij Sporting Lokeren gezwoegd en blijft met 23 op 30 leider. Ongezien, maar voetbal is zijn ding niet. ‘Ik probeer drie, vier keer per seizoen een match te volgen, maar ik moet toegeven dat het mij niet verschrikkelijk boeit. Vorig jaar ben ik drie keer geweest en hebben ze drie keer verloren. Tegen Anderlecht wilde ik gaan kijken, maar ze vroegen of ik alstublieft thuis wilde blijven. ‘Anders verliezen we.’ Ze zijn blij als ik niet kom.’ (lacht)

Maar het belang wordt niet onderschat. ‘Na het vrouwenvolleybal (Hermes Oostende,vorig seizoen derde in de hoogste klasse, nvdr) en de basketbalclub is er nu ook het voetbal. Minstens 6000 supporters, aangename sfeer en geen pretentieuze club, die ook op de jeugd een grote aantrekkingskracht heeft. En: succesverhalen in een stad zijn altijd goed voor het zelfbeeld van de inwoners.’

De stad Oostende speelt vooral op infrastructureel vlak zijn rol. Aanpassingswerken aan De Schorre, waar onder andere het oefen- en jeugdcomplex is gehuisvest, een nieuwe indoorzaal én subsidies voor de jeugdopleidingen van de Oostendse sportclubs. ‘Voor kinderen uit gezinnen met een bescheiden inkomen springen we met Sportkans bij om het lidgeld in de sportclub te betalen. Maar ook de clubs doen via hun communitywerking inspanningen voor jongeren of gezinnen die het moeilijker hebben.’

Noodzakelijk. In 2013 publiceerde Kind & Gezin verontrustende cijfers: in Oostende werd 26,7 procent van de kinderen in een kansarm gezin geboren, een stijging met meer dan 10 procent in vergelijking met 2010 én het hoogste cijfer in Vlaanderen. ‘Een subjectieve beoordeling. Kinderen die in allochtone gezinnen worden geboren, worden bijna per definitie als kansarm beschouwd. Maar dat er een probleem is, is duidelijk.’

We leggen de burgemeester de omschrijving van Bart Versluys voor. Een marginale stad. ‘We willen geen reservaat voor de rijken worden, zoals Knokke, dat in de winter doods is. Oostende is niet de rijkste stad, integendeel, maar ook niet arm.’

Met iets meer dan 70.000 inwoners, onder wie om en bij de 5600 allochtonen, is Oostende de enige stad langs de kustlijn. ‘Als je de bevolkingssamenstelling vergelijkt met Gent en Antwerpen, dan zie je grote gelijkenissen. Uitersten in positieve en negatieve zin, tegelijk mogelijkheden en uitdagingen. In de zomer was er hier elke dag iets te beleven: van mainstream tot excentrieke initiatieven.

‘Een turbulente stad, wat voor een deel te maken heeft met ons verleden: de haven, de visserij, het leger. Een stad met een hoek af – edgy, zoals de Engelsen zeggen. De voetbalclub heeft ook dat trekje. Niet doorsnee, maar excentriek. Van Arno tot Wendy Van Wanten, dát is Oostende.’

‘Vorig jaar ben ik drie keer naar het Albertpark geweest, drie keer verloren. Ze zijn blij als ik niet kom.’ JOHAN VANDE LANOTTE

‘Door al die jaren in tweede en derde klasse, vaak met matig voetbal, hebben we bepaalde generaties aan Club Brugge verloren.’ BRAM KEIRSEBILCK

‘Succesverhalen in een stad zijn altijd goed voor het zelfbeeld van de inwoners.’ JOHAN VANDE LANOTTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content