…Een straat laten noemen naar een speler

© KOEN BAUTERS

Kris Heddebauw is méér dan een vurig fan van KV Oostende: met zijn tomeloze passie voor de geschiedenis van ‘moederclub’ AS Oostende overtuigde hij de burgemeester van Gistel om het stadsplan aan te passen.

K ris Heddebauw (45) laat een dikke map op zijn keukentafel ploffen. Ze zit propvol gelamineerde krantenknipsels uit de jaren tachtig. Het was nipt, maar Kris mag zich nog een echte AS-ist noemen. Uitgerekend in 1981, net vóór AS Oostende en VG Oostende fuseerden, nam zijn pa hem voor het eerst mee naar het stadion in Mariakerke. ‘Als kind ontfutselde ik mijn vader en grootvader iedere maandag hun kranten en maakte ik van elk seizoen meteen een jaaroverzicht.’

Kris werd een fervent supporter van KV Oostende. Maar hoe ouder hij werd, hoe meer oog hij ook kreeg voor de geschiedenis van ‘moederclub’ AS Oostende. ‘Ik zeg altijd: mijn hart klopt voor KVO, maar mijn bloed is rood-groen. Rond mijn 30e stopte iemand mij oude foto’s toe van den AS. Als mijn vader me niet kon vertellen wie erop stond, belde ik een andere supporter. Zo verzamelde ik een massa informatie. Mensen vroegen op den duur of ik eens een boekje wilde uitbrengen. Ik vond dat een goed idee. Twee jaar lang trok ik elke vrije dag naar de bibliotheek. Aan de hand van oude kranten overliep ik ieder seizoen en telde ik hoeveel matchen en goals elke speler achter zijn naam had.’

Als je ziet hoe Marc Coucke juichte, denk je toch: hypocriet.’ Kris Heddebauw

Kris gaf zijn boekje uit in 2009. Hij koppelde er een reünie aan van oud-spelers, -bestuurders en -fans van AS Oostende. ‘Daar waren mijn boekjes meteen uitverkocht, 400 stuks.’ Ook de reünie zelf was een succes. Om het anderhalf jaar is er nu een nieuwe editie, ’telkens met zo’n honderd eters’.

Kris slaat zijn boekje open op de pagina’s die gaan over oud-AS-doelman Pol Gernaey. ‘Die woonde hier ook in Gistel.’ In de jaren vijftig werd Gernaey 17 keer opgeroepen voor de Rode Duivels. Speciaal voor een speler van AS Oostende, toen maar een tweedeklasser. ‘Hier in de buurt hebben alle bloemen een straatnaam, maar belangrijke inwoners niet. Dus stapte ik medio 2009 naar het stadhuis. Daar kenden ze Gernaey niet. Maar ik mocht eens een presentatie geven. Wat later werd de straat naar het voetbalveld omgedoopt tot de Pol Gernaeystraat.’

Foto’s van Gernaey en andere AS-isten post Kris tegenwoordig op een Facebookpagina over AS Oostende. Nog op het internet schuimt hij vaak sites af waarop tweedehandsspullen verkocht worden. ‘Zo vond ik een AS-bak waarin de ploeg van 1969 verwerkt is, die kampioen werd in de tweede klasse. Ook kon ik een echt spelerstruitje op de kop tikken uit mijn geboortejaar.’ Kris bewaart het allemaal op zijn zolder. Daar mijmert hij graag weg bij oude foto’s waarop den AS aan de tegenstander niet simpelweg een vaandeltje cadeau gaf, ‘maar bijvoorbeeld een mand met vis’.

Voor zo veel authenticiteit is er tegenwoordig geen plaats meer in het stadion, zegt Kris. Nu galmen daar termen waarvan hij niet houdt, zoals ‘combiregelingen’ en ‘verplichte zitplaatsen’. ‘Vroeger was voetbal de sport van het volk; nu is het een speeltje van de rijken.’ En tegenwoordig vertrekt zo’n rijke voorzitter al plots eens naar een andere club. ‘Hoe kun je nu van ploeg veranderen?’ Kris schudt het hoofd. ‘ Mark Coucke zei dat hij vroeger altijd naar Oostende op vakantie trok en dat hij dan de ene week naar den AS ging en de andere week naar VG. ( fronst) Doen mensen in Mechelen dat ook, nu eens voor KV supporteren en dan eens Racing? We zijn dankbaar voor wat Coucke ons gaf, maar als je ziet hoe hij bij Anderlecht-Oostende juichte, denk je toch: hypocriet. Vedettespelers zal KVO nu niet meer halen. Maar we hebben tenminste wel weer jongens met die typisch Oostendse knokkersmentaliteit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content