‘Een toernooi maakt dat mensen weer met elkaar praten’

© BELGAIMAGE

Wat gebeurt er als je een Duitser en een Spanjaard samenbrengt? Als ze Philipp Lahm en Xabi Alonso heten, levert dat een heel interessant gesprek op. ‘Mij verrast het niet dat Spanje met alle Europese bekers gaat lopen.’

Er zijn tal van spelers die de wereldbeker in de lucht hebben mogen steken. Maar diegenen die dat mochten doen nadat ze met hun ploeg een vernieuwende formule op de mat legden, zijn al wat minder talrijk. Philipp Lahm (34) en Xabi Alonso (36) behoren tot die categorie. Ze ontmoetten elkaar in Madrid en praatten over de ideeën die het voetbal van de 21e eeuw beïnvloed hebben.

Duitsland wil het EK 2024 hosten. Philipp, je hebt al gezegd dat het EK heel belangrijk is om een gemeenschappelijk project te hebben. Heeft Duitsland dat dan nodig?

PHILIPP LAHM: ‘Een maatschappij evolueert niet op een manier dat alles steeds beter en beter wordt. Dat is nooit zo geweest. Denk maar terug aan de tijd vóór het WK 2006. We hadden toen problemen in Duitsland. Het waren de eerste jaren van de grote coalitie ( tussen het CDU van Angela Merkel en de SPD, nvdr) en er was veel werkloosheid. Maar het WK verbond ons. Zo’n evenement is belangrijk. Het maakt dat de mensen weer met elkaar beginnen te praten. Voetbal verenigt. Een stadion is de enige plaats waar het niet van belang is wie er naast je zit. De baas van een groot bedrijf kan er op de tribune perfect naast een arbeider zitten. Tijdens een toernooi communiceren mensen met elkaar, in het stadion, in de fanzones, op barbecues. We hebben 27.000 clubs in Duitsland en bijna alle werknemers daar zijn vrijwilligers. Een toernooi kan ook een motivatie zijn voor hen. Ik weet dat door mijn moeder. Zij houdt zich bezig met de jeugdcategorieën van FT Gern München ( waar Philipp zijn carrière begon, nvdr). Uiteindelijk zijn dat de mensen die de jeugd waarden meegeven.’

Voetbal verenigt. Tijdens een toernooi communiceren mensen met elkaar, in het stadion, in de fanzones, op barbecues.’ Philipp Lahm

Tijdens het WK 2006 waren er nog betogingen van extreem-rechts. Volgens die mensen was er voor spelers die niet van Duitse origine waren geen plaats in de selectie. Ondertussen zijn er meer dan tien jaar voorbijgegaan en is dit een multiculturele ploeg geworden met een Duits karakter. Hoe is dat proces geweest?

LAHM: ‘Die betogingen gingen uit van een kleine minderheid. Onze selectie weerspiegelt de Duitse maatschappij. Een ploeg streeft hetzelfde doel na. En de bevolking kan zich identificeren met de selectie omdat ze een spiegel is van hoe we leven, van hoe open we zijn. Die geluiden waarvan je spreekt, zijn er nog steeds. Maar de overgrote meerderheid van de Duitsers identificeert zich met de Mannschaft.’

XABI ALONSO: ‘Op het WK 2006 was de Duitse bevolking heel betrokken, en niet alleen in de stadions. Ik ben op andere WK’s geweest en ik heb op straat nooit zo’n sfeer meegemaakt. Het was een feest. En op voetbalvlak was het het begin van het grote Duitsland.’

LAHM: ‘Ik kan zelfs niet eens zeggen of al onze internationals in Duitsland geboren zijn. En dat maakt ook niet uit. Wat hen verbindt, is dat ze opgegroeid zijn in Duitsland. Hun families beïnvloeden hen, ongetwijfeld. Maar ze zijn lid geworden van Duitse voetbalclubs. Ze hebben de Duitse voetbalcultuur met de paplepel ingekregen.’

Maar kan je zeggen dat bijvoorbeeld de Turkse roots van Özil de ploeg technisch verrijkt hebben met een speler die houdt van improviseren?

LAHM: ‘Wat we vier jaar geleden bereikt hebben, heeft meer te maken met de oprichting van de 54 opleidingscentra begin jaren 90. Je mag ook niet vergeten dat Duitsland in het verleden al technische spelers had. Denk maar aan Pierre Littbarski of Thomas Hässler.’

ALONSO: ‘Wanneer begon de Duitse mentaliteit te veranderen?’

LAHM: ‘Dat was een heel proces. Het WK 2006 was wel een scharniermoment. Vanaf toen werd alles veel professioneler. In mijn autobiografie vertel ik dat de nationale ploeg vroeger een soort vakantie was. Rudi Völler kon zich daar heel kwaad in maken. Onze trainingen kwamen eigenlijk hierop neer: twee rondjes lopen rond het veld, een rondo, een wedstrijdje, en dat was het.’

ALONSO: ‘ Old school!’

LAHM: ‘Absoluut. Mijn generatie is de eerste die uit die opleidingscentra komt. Ik bleef wel thuis bij mijn ouders wonen, ik was niet geïnterneerd zoals anderen, maar na school ging ik twee keer per dag trainen, zeven keer in de week. Bij de jeugd speelden we nooit mandekking met een verdediging van drie, zoals de gewoonte was. We speelden 4-3-3. En dat allemaal terwijl er in de nationale ploeg nog mandekking gespeeld werd.’

ALONSO: ‘In Spanje is het heel duidelijk hoe er gewerkt wordt met de jeugd en wat het profiel is van de Spaanse voetballer. Namelijk: hij kan het spel lezen, hij heeft een goede techniek en hij is competitief. Want genetisch gezien is de Spanjaard niet de snelste of de sterkste speler… Het opleidingsmodel is sinds een jaar of twintig heel gedefinieerd. In alle clubs wordt aan die aspecten gewerkt. En dat zie je heel goed in de nationale ploeg, vind ik. Wij zijn sterk met de bal aan de voet en we lezen het spel goed. Daar maken we het verschil mee. Niet met dribbels of met spectaculaire acties.’

LAHM: ‘Dat zie je ook in de Spaanse competitie. Eigenlijk spelen alle clubs er op dezelfde manier. Van de eerste tot de laatste proberen ze er al voetballend uit te komen. De nationale ploeg speelt ook zo. In Duitsland heb je die duidelijkheid over de manier van spelen niet, alleen Bayern en de nationale ploeg hebben gelijkaardige speelstructuren. Bij de andere clubs ontbreekt een lijn in het spel die vergelijkbaar is met de Spaanse.’

ALONSO: ‘Enkele weken geleden zag ik de Spaanse U16 in actie tegen Duitsland: 5-1. Ik zag hen ook bezig op training en ze spelen op dezelfde manier als de eerste ploeg.’

LAHM: ‘Mij verrast het niet dat Spanje met alle Europese bekers gaat lopen. Spanje cultiveert een voetbalidee dat min of meer eenvormig is.’

Duitse efficiëntie

Als je naar de Duitse nationale ploeg kijkt, zie je spelers die a priori niet zo technisch onderlegd zijn, zoals Thomas Müller of Sami Khedira. Maar wanneer ze bij de Mannschaft spelen, lijkt het alsof ze zo overtuigd zijn van zichzelf dat ze hun gebreken compenseren, op wilskracht en karakter.

ALONSO: ‘De overtuiging, het geloven in een idee, gomt vaak de gebreken weg. En wanneer de hele ploeg erin gelooft, verplicht je jezelf ook en zet je dat extra stapje. Als je die verplichting of die druk niet hebt, ben je misschien zelfs niet in staat om het te proberen.

LAHM: ‘Bij Duitsland weet elke speler al heel vroeg waar het om draait: je moet efficiënt zijn. Denk maar aan de oefenmatch tussen Spanje en Duitsland in Düsseldorf. Spanje was duidelijk superieur in de eerste minuten. Duitsland kwam zelfs niet aan een kans. Niks. Iniesta kwam vier keer in de box en zocht naar een afspeelpunt. Thomas Müller kwam aan de overkant één keer in dezelfde positie: goal. En plots zat Duitsland in de wedstrijd. Die efficiëntie van de Duitse speler is een kwaliteit op zich. Een heel belangrijke ook, want zo krijg je vertrouwen.’

ALONSO: ‘Maar de laatste tijd proberen jullie wél de controle en het initiatief te hebben in plaats van de tegenstander op te wachten.’

LAHM: ‘We leggen vooral ons spel op via balbezit als de kwaliteit van onze spelers beter is dan die van de tegenstander. Vroeger leefden we van het recupereren van de bal, die snel naar voren te spelen en het efficiënt af te maken. Zelfs in die fameuze 1-7 tegen Brazilië op het WK. Ik weet niet hoeveel balbezit we toen hadden, maar we dwongen de rivaal om fouten te maken en rukten pas op naar voren wanneer we de bal hadden. En we scoorden. Met heel weinig passes.’

ALONSO: ‘Jullie waren efficiënt!’

LAHM: ‘Juist. Ons spel is niet te vergelijken met dat van Spanje.’

ALONSO: ‘De Duitse ploeg heeft niet één systeem, ze hebben er verschillende. Dat is heel goed. Spanje heeft maar één systeem, door het profiel van de spelers die we hebben.’

Nummer 9

In Spanje is de discussie in de nationale ploeg nu al jaren: spelen met of zonder nummer 9.

ALONSO: ‘Voor mij was de beste wedstrijd die ik ooit speelde met mijn generatie, er eentje zónder 9. De finale van het EK 2012 tegen Italië in Kiev ( die Spanje won met 4-0, nvdr). Ik stond op het veld en ik heb nooit meer genoten dan toen. Ik zei bij mezelf: ‘Beter dan dit kunnen we niet voetballen.’ Het was de hele tijd zo: we gaan die daar weghalen en die daar zetten, we gaan de bal nu langs daar spelen, en de goal zal wel komen. Dat was onze sterkte. Onze beste matchen speelden we zonder 9.

Xabi Alonso en Philipp Lahm beleefden samen successen bij Bayern München.
Xabi Alonso en Philipp Lahm beleefden samen successen bij Bayern München.© BELGAIMAGE

‘Wij veranderden ons plan ook niet in functie van de tegenstander. Wij voetbalden gewoon. De nieuwe generatie trainers doet wijzigingen in functie van de rivaal. Het wordt almaar gesofisticeerder. Een schaakspel. Als jij die beweegt, beweeg ik deze…’

Herinner jij je zo’n perfecte wedstrijd met Duitsland?

LAHM: ‘Als je aan de rust met 5-0 voor staat tegen Brazilië ín Brazilië, geef je jezelf in je binnenste toch een applausje… Maar de perfecte wedstrijd? Degene die ik me het meest herinner, is de kwartfinale tegen Argentinië op het WK in Zuid-Afrika. Eerst hadden we geen kansen en uiteindelijk wonnen we met 4-0. Dat was ongelooflijk. Waarom? Omdat we als ploeg acteerden. We speelden heel goed op de counter. We stelden ons heel laag op, veroverden de bal en dan ging het snel naar Özil, Müller, Klose, Podolski, …’

De wedstrijd waar ik het meest van genoten heb, was de finale van het EK 2012 tegen Italië. Toen speelden we zonder nummer 9. ‘ Xabi Alonso

Aan de vooravond van die wedstrijd arriveerde Michael Ballack, die er door een blessure niet bij was op het WK. Er wordt gezegd dat jullie elkaar ontmoet hebben op een hotelkamer.

LAHM: ‘Ja, om over de premies te praten.’

Maar na de wedstrijd zei je dat je hem niet zomaar de aanvoerdersband zou teruggeven…

LAHM: ‘Het moment was toen gekomen om de verantwoordelijkheid te nemen. Voor mezelf en voor de groep. Als het team draait en als je hier en daar opvangt dat één persoon het proces tegenhoudt, dan moet je handelen. Dat wil daarom niet zeggen dat ik naar de bondscoach gestapt ben om te zeggen: ‘Die moet je niet meer selecteren.’ En wat die zin over de kapiteinsband betreft: ik kreeg daarover een vraag en ik heb geantwoord. En ik kon niet zeggen: ‘Nee, ik wil geen kapitein meer zijn.”

Werd daar de basis gelegd voor de triomf in Brazilië vier jaar later?

LAHM: ‘Dat zou ik niet zeggen. Maar wat zeker is, is dat onze ontwikkeling toen in gang gezet is. In 2014 hadden we het gevoel dat alles op zijn plaats viel. Een Duitse ploeg leeft van de teamspirit. Van de mentaliteit, van het elkaar helpen. Dat is fundamenteel. En dat zag je in Brazilië. En het klinkt cliché, maar we dachten alleen aan de volgende wedstrijd. En we hadden moeilijke tegenstanders, hé: Frankrijk, Brazilië en Argentinië in de finale. Toen ik voor de finale in de spelerstunnel stond, zei ik tegen mezelf: ‘Goed, vandaag worden we wereldkampioen.’ Daar was ik van overtuigd. Na al die jaren van ontwikkeling gingen we die prijs pakken. Dat was een mooi gevoel. En toch had Argentinië drie uitstekende kansen. Maar we hadden geluk.’

ALONSO: ‘In alle toernooien komt er een moment waarop je geluk nodig hebt. Zonder geluk ben je niks. Wat wij in 2014 meemaakten ( Spanje werd uitgeschakeld in de groepsfase, nvdr), is nu heel gemakkelijk te omschrijven: we hadden zoveel gewonnen dat we geen honger meer hadden. Tijdens de hele voorbereiding was onze mentaliteit, die wil om te winnen, niet dezelfde. We waren te relaxed. Dat is misschien ook de val waar Duitsland in gelopen is.’

‘Pep gebruikte me’

Door Jürgen Klopp raakte de Gegenpressing in de mode. Welk verschil is er met het druk zetten dat Joachim Löw of Pep Guardiola vraagt?

XABI ALONSO: ‘Het is anders. Pep probeert zo hoog mogelijk druk te zetten en de bal zo dicht mogelijk bij het doel van de tegenstander te veroveren. Wat Klopp doet, dat noem ik de kooi. Er wordt heel goed bepaald waar de val gezet wordt. Zijn ploegen wachten tot de bal in de kooi komt en dan slaan ze toe. Dan gaat het heel snel. Het lijkt eenvoudig maar het vereist een heel berekend plan. En daarin is heel belangrijk: bepalen wáár je de bal wil veroveren en hoe je daarna wil reageren mét de bal.’

PHILIPP LAHM: ‘Toen Pep net bij Bayern was, speelden we de supercup tegen Borussia Dortmund en verloren we. Daarna ging Pep aan de slag met onze backs, want elke keer als Dortmund de bal veroverde, liepen hun vleugelspelers naar het centrum. En aangezien onze backs tegen de zijlijn geplakt stonden, kwamen ze dus vrij te staan. Zo maakten ze hun doelpunten. Pep zei: ‘De backs moeten naar binnen knijpen.’ Uiteindelijk zette hij me op het middenveld. Ik herinner me nog dat de eerste keer dat ik daar stond, ik het fantastisch vond. Het gaf me een heel andere kijk op het spel. Ik speelde al tien jaar als back, dan is het mooi om iets nieuws te ontdekken. Hoewel je eigenlijk ook moet zeggen dat Pep me gebruikte.’

ALONSO: ‘Om een voorbeeld te stellen.’

LAHM: ‘Hij was ervan overtuigd dat ik daar kon spelen, maar hij wou ook aan de ploeg tonen: ‘Als jullie kapitein mij aanvaardt als trainer…’ En als iedereen ziet dat zijn beslissing ook werkt, dan zal hij het gemakkelijker krijgen. Want we hadden net de treble gewonnen. Er waren spelers die niet zaten te wachten op Pep: ‘We speelden goed, waarom veranderen?’

‘In het voetbal van Pep moet iedere speler de posities die de zijne niet zijn, beter begrijpen. Die filosofie had alleen Guardiola, geen enkele andere ploeg in de Bundesliga. Voor het WK 2014 probeerden we iets van Pep te introduceren bij de nationale ploeg. De pressing, de paslijnen van de rivaal afsluiten, hoe de achterste linie te bewegen, welke middenvelder moet afzakken naar de verdediging, … Dat was een catastrofe! Want dat zijn dingen die je elke dag moet trainen. En die de trainer moet uitleggen. Bij de nationale ploeg zag je heel goed dat een speler van Bayern iets anders gewend was dan een speler van Schalke, om maar iets te zeggen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content