Topsporters zijn vaak eenzame mensen : bedenkingen bij de brutale en onverwachte dood van Marco Pantani.

Twee jaar geleden had Marco Pantani zich aan intimi laten ontvallen dat hij het leven niet meer zag zitten. Het was een wanhoopskreet van een radeloze kampioen, dolgedraaid in de mallemolen van de stress, achtervolgd door het gerecht, platgedrukt door een gekrenkte trots. Als een opgejaagd dier had Marco Pantani de afgelopen jaren geleefd. Toen hij in 1998 eerst de Giro en dan de Tour won, werd hij in een naar vedetten hunkerend land als Italië met een aureool van heiligheid omweven. Pantani genoot van de aandacht, hij probeerde zich te profileren als een man van het volk, maar in feite botste dat op een brutale manier met zijn karakter. Marco Pantani was in wezen niet zo toegankelijk. Hij trok zich vaak terug in eenzaamheid, leefde aan de zijde van een ietwat geheimzinnige Scandinavische vrouw met wie hij nooit in de openbaarheid trad. Maar hij wist dat hij zijn status alleen kon behouden door verder te presteren.

Het zijn in die momenten dat topsporters vaak bevattelijk zijn voor irrationele zaken. Ze worden omringd door vele mensen, maar blijven vaak eenzaam. Ze zijn zo gefixeerd op prestaties en het daaruit voortvloeiende geldgewin dat ze niet meer bij machte zijn rationeel te denken. In hun drang om grenzen te blijven verleggen, dragen ze onbewust iets zelfdestructiefs met zich mee. Marco Pantani slaagde er vanaf dat moment niet langer in de controle over zichzelf te behouden. Op een moment dat een lawine van dopingverhalen voor een aardbeving zorgde in het wielerlandschap sijpelden bij hem de eerste duidelijke tekenen van zwakte boven : hij werd in 1999 als leider uit de Giro gezet, omdat zijn hematocrietwaarde alarmerend hoog was. De link met het gebruik van epo was snel gelegd, de Italiaan ontkende echter in alle toonaarden. De vraag of zijn verontwaardiging al dan niet gespeeld was, zal nooit worden beantwoord. Sommigen menen te weten dat Pantani zich verraden voelde door mensen die hij het vertrouwen had gegeven, anderen spraken over een fout van de masseur. Zeker is dat Marco Pantani deze tragedie niet kon verwerken. Vanaf dat moment begon voor hem de weg naar de hel. Hij kon niet leven met de geur van verdachtmakingen die er rond hem werd opgetrokken. En hij slaagde er niet in zich te bevrijden uit het kluwen van het Italiaanse gerecht.

Misschien dat enige openheid Marco Pantani op dat moment had kunnen redden. Hardnekkig bleef hij echter alle beschuldigingen van zich afmeppen. Volgens hem was elk bewijs van dopinggebruik een gevolg van een samenzwering van renners die hij te vaak versloeg. Een bespottelijke uitspraak waarin Pantani vreemd genoeg werd bijgetreden door de andere zo intelligente ex-kampioen Felice Gimondi. Die vroeg zich openlijk af waarom sommige mensen ten koste van alles het leven van de renner wilden vernietigen.

Bij de supporters boette Marco Pantani na dit voorval nauwelijks iets van zijn populariteit in. Sterker zelfs : bij de grote massa vervulde hij een martelaarsrol. Die paste niet bij de trotse Pantani. Hij kon de naweeën van de Ronde van Italië 1999 niet verwerken. Zeker niet toen bleek dat hij ook niet in de Tour mocht starten. De bakkerszoon zat met een trauma waarover hij door zijn gereserveerd karakter niet kon praten. Hij tuimelde vanaf dat moment in een bodemloze put.

Heel even klauterde hij in de Ronde van Frankrijk 2000 weer overeind toen hij, met de zegen van Lance Armstrong, de etappe op de Mont Ventoux mocht winnen. Hij toefde weer in de hoogste hemel. Dat Pantani op dat moment vragen stelde over de wederopstanding van de Amerikaan was, gezien zijn verleden, de schaamteloosheid ten top. Armstrong reageerde er niet op maar beschouwde later het geschenk aan Pantani als een kapitale vergissing.

De uitschieter in die Tour was voor Pantani niet meer dan een opflakkering, een laatste stuiptrekking. In 2001 werden op zijn hotelkamer injectienaalden met insuline gevonden. In een poging van vertwijfeling probeerde de masseur toen de dienstdoende uitbaatster om te praten door haar bij de rechter een andere hotelkamer te laten opgeven. De van het voorstel geschrokken dame besloot de waarheid te vertellen. Ze had zich al verbaasd over de tot medicijnkast omgetoverde badkamer.

Pantani probeerde zich tevergeefs uit de netelige affaire te praten en vertelde dat de spuiten voor iemand anders bestemd waren. Het mocht niet baten. Hij kreeg een nieuwe kaakslag en werd voor acht maanden geschorst. Dat die straf later werd teruggebracht tot zes maanden was voor hem nauwelijks een balsem op de wonde. Marco Pantani was nog maar een schim van zichzelf. In de Ronde van Spanje stapte hij in september 2001, na elf ritten gedemoraliseerd uit de arena. In het klassement stond hij op meer dan een uur en hij kon het tempo niet meer volgen. Het was voor hem een ontluisterende confrontatie met de realiteit. Pantani werd depressief, had last van persoonlijkheidsstoornissen en verbleef vorige zomer verschillende weken in een psychiatrische instelling.

Dat bleek pas goed het begin van het einde. In een poging om de werkelijkheid te ontvluchten dook Pantani het nachtleven in en dronk abnormaal veel. Marco Pantani zocht op een gegeven moment op een dusdanige manier het isolement dat hij zich zelfs voor zijn ploegmaats afschermde. Hij was nog voor niemand bereikbaar. De professionele hulp die hij uiteindelijk kreeg, leverde niets op. Het verhaal dat hij na de dopingperikelen aan de drugs zou zijn geraakt, werd steeds meer voor waarheid verteld. Hij maakte zich in zijn dorp onmogelijk door tal van ongelukken te veroorzaken en verkeersborden kapot te rijden. Vanaf dat moment was het duidelijk dat er een te grote kloof was ontstaan tussen de renner en de mens Pantani.

Toch heerst er in Italië na zijn dood een collectief schuldgevoel. De vraag wordt gesteld hoe een populair renner zo eenzaam kon zijn. Wellicht is er onvoldoende naar Pantani geluisterd toen hij voor het eerst kenbaar maakte met zichzelf in de knoop te liggen. En kwam de hulp van specialisten te laat. Dat Pantani eenzaam en alleen stierf in een hotelkamer in de badplaats Rimini past bij het leven dat hij de afgelopen maanden leed. De laatste vier dagen kwam hij alleen nog naar beneden om het ontbijt te nuttigen. Zaterdagavond werd hij dood naast zijn bed aangetroffen. Het vermoeden dat het om zelfmoord ging, werd later door de procureur tegengesproken. Hij had het over een hartstilstand. Hoe dan ook, Pantani was ten einde raad. De medicatie die naast hem werd gevonden, vormde een bewijs van de gemoedsgesteltenis waarin de van zijn troon gevallen kampioen zich bevond. Het is een wrang einde voor een groot kampioen, die zich uiteindelijk door alles en iedereen in de steek gelaten voelde.

In alle typeringen die de afgelopen dagen over Marco Pantani werden gegeven is die van Miguel Indurain het meest treffend : hij noemde de kale Italiaan een tragisch genie. Veel levensvreugde ging er inderdaad niet uit van de onvolprezen klimspecialist. Zelfs toen hij zijn carrière in 1998 naar een hoogtepunt stuwde en na een ontroerend mooi duel met Jan Ullrich de Tour won, liet hij de emoties nauwelijks de vrije loop. De lichtvoetige Pantani had nochtans voor vuurwerk gezorgd. Hij rekende niet maar viel aan. Zoals in die memorabele etappe op de Galibier, waar Pantani in de mist en voor het oog van tienduizenden kleumende wielerfans alle oppositie uit de wielen kegelde. Dansend op de pedalen leek hij in trance naar boven te klimmen. Toen legde hij de basis voor de eindzege, de eerste Italiaanse Tour- overwinning in drieëndertig jaar. Hij was het lichtpunt in een Ronde die door de dopingverhalen drie weken lang in een donkere tunnel fietste, hij leek zowaar de wielersport een schoon gezicht te geven, hij werd de redder van het cyclisme genoemd. Het geld stroomde binnen. De superlatieven die toen werden gebruikt klinken vandaag cynisch. Niemand die toen kon vermoeden wat er nog allemaal te gebeuren stond.

De dood van Marco Pantani, één maand en één dag na zijn 34ste verjaardag, heeft de wielerwereld in een diepe rouw gedompeld. Vele ex-renners nemen de verdediging van De Piraat, zoals hij werd genoemd, op. Hier en daar wordt hij bestempeld als een slachtoffer van een heksenjacht. Het peloton toont zich altijd solidair als het om collega’s gaat die voor doping zijn veroordeeld. Dat Marco Pantani zichzelf vernietigde, staat niettemin vast. Hooguit kunnen er vragen gesteld worden over de omkadering van de kampioen die zijn psychische noodkreten niet tijdig onderkende.

Nu kreeg niemand de kans om afscheid te nemen van Marco Pantani. Zijn lijkkist werd meteen verzegeld. Het past bij Pantani : in de laatste dagen van zijn leven wilde hij met niemand nog iets te maken hebben.

door Jacques Sys

Hoe kon een populair renner zo eenzaam zijn ?

Het is te gemakkelijk om Pantani te bestempelen als het slachtoffer van een heksenjacht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content