Vorig jaar wilde Lierse graag van Yves Van der Straeten af. Nu ging het diep om de doelman een nieuw contract te geven. ‘Als ik straks hoor welke voorstellen ik van andere clubs had kunnen krijgen, zal me dat niets doen. Ik ben tevreden.’

Of het interview wat later op de avond kan, wil Yves Van der Straeten (32) weten. Hij zal namelijk iets later dan voorzien terug in Berlare zijn. Dat komt omdat hij net heeft bijgetekend bij Lierse en dat moet gevierd worden : zo had hij het zijn ploegmaats beloofd. Dus biedt hij ze een drankje aan. ’s Avonds treffen we dan ook een stralende Van der Straeten, méér dan zijn vrouw, want haar vaste sportavond is erbij ingeschoten. Dat het gezin de komende drie jaar verzekerd is van een inkomen, maakt dan weer veel goed. Want, haalt de keeper fijntjes aan, Lierse betaalt ook stipt wat het belooft.

Hoe komt het dat het ineens allemaal zo snel ging ? Een week geleden leken de onderhandelingen nog muurvast te zitten.

Yves Van der Straeten : De voorwaarden zijn anders. In plaats van een contract voor één jaar plus op een optie voor nog een seizoen, keeg ik nu een verbintenis voor drie jaar aangeboden. Tegen betere financiële voorwaarden bovendien dan bij de eerste gesprekken.

Nooit gedacht : wat als dit misloopt ?

Nee. Ik was enorm gecharmeerd toen de voorzitter en de manager me tijdens de winterstage aanklampten met de mededeling dat ze graag mijn contract wilden verlengen. Dat het eerste voorstel heel wat lager was dan ik had verwacht, was even schrikken, maar ik geraakte niet in paniek. Het hoort bij het spel. Maar toen hun voorstel bij het tweede gesprek exact hetzelfde was als de eerste keer, schrok ik wél. Het leek me vrij zinloos om iemand uit te nodigen en hem te vertellen wat hij al wist.

Dus dacht je : dit wordt niets, ik kijk uit naar een andere club ?

Nee. Ook niet toen de naam van Filip De Wilde viel. Dat was gewoon hun reactie toen ze lazen dat clubs uit binnen- en buitenland in mij geïnteresseerd waren. Ik vond het logisch dat Lierse zich wapende tegen een eventueel vertrek van mij. Dat ze aan De Wilde dachten, iemand met wie ik nog altijd hoog oploop, vond ik een compliment voor mezelf. Een week voor ik uiteindelijk mijn contract heb getekend, is mijn manager Felix Seghers nog eens gaan praten met de club. En plots ging het om een ander voorstel, één dat een stuk beter was dan het eerste.

Eigenlijk was het al de bedoeling dat ik het na de thuismatch tegen Moeskroen zou tekenen. Alleen omdat de voorzitter toen andere verplichtingen had, werd dat nog even uitgesteld. Hij wilde het dan op donderdag doen, met een etentje erbij, maar dat zag ik niet zitten. Ik vind : een prof die zich goed wil verzorgen, heeft na woensdag niets meer te zoeken buitenhuis. Vraag het maar aan mij vrouw : vanaf donderdag krijgt ze me nergens meer naartoe. We hebben toen beslist om het maar meteen op dinsdag te tekenen.

Heb je met andere clubs gepraat ?

Nee. Ik had mijn manager ook opgedragen alles af te houden tot duidelijk was of het met Lierse zou doorgaan of niet. Hij verzekerde me dat er interesse was, maar namen wilde ik bewust niet horen. Misschien hoor ik ze de komende dagen wel, maar ik zal ze niet in de openbaarheid brengen.

Heb je ingeleverd ?

Ja, en dat doet pijn, maar naar de huidige Belgische normen heb ik nog altijd een heel goed contract. Als ik straks hoor welke andere voorstellen ik had kunnen krijgen, zal me dat niets doen. Ik ben tevreden. Ik word op tijd betaald en kan in mijn eigen huis blijven wonen. Dat is me veel waard. Ik ben hier nu weer ingeburgerd. Drie jaar geleden was de keuze veel moeilijker, omdat er toen veel meer en betere clubs dan Lierse in de rij stonden : Portugese en Spaanse.

Heb je de helft ingeleverd?

Nee, niet zo veel. Maar toch meer dan een beetje.

Lierse gaf bij het eerste gesprek al aan dat je eerste contract nog een verbintenis naar Portugese normen was, en dat zulke cijfers vandaag niet meer kunnen.

Een Portugees contract had ik echt niet. Al is het maar omdat de belastingen in Portugal 18 procent bedragen, tegenover 52 procent hier. Maar ik kan me wel voorstellen dat ik naar Lierse en Belgische normen een zéér goed contract had. En toch heb ik toen ook al een flink deel ingeleverd, want vergeet niet dat ik bij Maritimo op het eind een nieuw contract aangeboden kreeg tegen nóg betere financiële voorwaarden dan voorheen. Om familiale redenen heb ik daar toen bewust neen tegen gezegd. Ons dochtertje was schoolplichtig en sprak beter Portugees dan Nederlands, en we wilden er nog een kindje bij, maar dan in België. In januari klopte Lierse al aan, dat charmeerde me en in maart tekenden we al een contract.

Naar Belgische normen was Lierse toen ook een topclub. Kort voor je komst verklaarde trainer Walter Meeuws dat het naar de landstitel zou meedingen.

De ambitie toen was te staan waar we nú staan. Het eerste half jaar viel nog mee : toen ik in december geblesseerd uitviel, stonden we zesde, met uitzicht op de topvijf. Daarna was ik een jaar buiten strijd, eerst met een verrekking en later door een schouderoperatie. Het moment van een blessure kies je niet, dat overkomt je. Alleen na mijn terugkeer in november 2001 liep het mis.

Had je zelf meer verwacht van je terugkeer ? Van jezelf én van de club waar je voor koos ?

Ik had verwacht dat ik zou spelen op het niveau waarop ik nú presteer. In Portugal was ik sterk bezig, automatisch denk je dan dat je die lijn doortrekt. De eerste twee maanden stonden we in de topdrie, maar daarna ging het verkeerd. Ik vind Walter Meeuws nog altijd een vakman, alleen ben ik hem op het verkeerde moment tegen het lijf gelopen : op dat moment wist hij namelijk al dat hij niet bij Lierse zou blijven en in feite aan het jaar te veel bezig was.

Nu pas komt er in Lier echt uit wat er in zit, met een trainer die vroeg of laat bij een topclub belandt. Ik weet niet of er een betere is in België. Het klikt. In de kleedkamer zit een groep met iemand die erboven staat en van wie iedereen aanvaardt wat hij zegt. Dat was zo vanaf de eerste dag. Niemand die zeurde, geen kliekjes. Deze spelers werken er harder voor dan die van twee jaar geleden.

Heb je je daaraan geërgerd, jij die al wat had meegemaakt in Portugal ?

Wat ik nu meemaak, leunt qua werkmethode dicht aan bij wat je in Portugal en Spanje vindt. Het kan raar klinken, maar in die zuiderse landen is er meer discipline. Niemand die er tegen de trainer in durft te gaan : hij is de baas, net als de voorzitter. Ook is er daar meer sociale controle op de spelers. Doordat iedereen je kent, werkt dat eigenlijk als een soort van avondklok. Als ik daarentegen hier in Aalst rondloop, val ik niet op. In Funchal dus wel. De mensen waren er zo begaan met hun ploeg, dat ze het niet vonden kunnen dat de spelers ’s avonds nog ergens rondhingen. Dan werd de voorzitter of de trainer opgebeld en kreeg de betrokken spelers ’s anderdaags een uitbrander.

Wanneer vorig seizoen begreep je dat het over was voor jou bij Lierse ?

In februari. Misschien ben ik na mijn operatie te vroeg willen terugkeren. Het was beter geweest om vanaf november rustig op te bouwen naar de winterstop, maar zo zit ik niet in elkaar. Begin november was ik fit, en al na drie wedstrijden met de reserven was ik speelklaar. Maar vervolgens sukkelde ik met kleine spierblessures door die snelle terugkeer en ging ik er weer uit. Geen probleem, maar toen ik nadien op training weer mijn beste niveau haalde en toonde dat ik klaar was, kreeg ik geen kans meer. Dan hoor je van je ploegmaats complimentjes, maar dat verandert natuurlijk niets. Een keeper die niet speelt, is een ongelukkige keeper. Niet dat ik op training het hoofd liet hangen, mijn vrouw zal er meer last van gehad hebben : thuis sakkerde ik al eens.

Terwijl je niet speelde, kwam de ploeg in degradatiegevaar.

Als je 65 tegengoals slikt, ligt het niet aan de keeper of de verdediging, maar aan de organisatie. Als de trainer het systeem niet op punt krijgt, zal hij nooit een goeie ploeg maken. Vaak begonnen we goed aan een wedstrijd, maar als het niet direct vlot liep, ging iedereen uit positie lopen. Dat was het grootste probleem. Nu weet elke speler wat er van hem wordt verwacht, vorig jaar niet : toen kende je enkel je startpositie. Maar eens we op achterstand kwamen, gingen er zeven in plaats van vijf voor de bal lopen, kregen we een tweede goal binnen en was het over. Dit seizoen proberen we vanuit de organisatie die achterstand weg te werken. Als het niet loopt, hoort een trainer in te grijpen tijdens de wedstrijd of tijdens de rust. Als hij dat niet doet, is hij overbodig. Zonder een goed systeem haal je nooit resultaten.

Wat was het systeem van Regi Van Acker ?

Ik weet het nog altijd niet. Wat we nu doen, is doelgericht. Emilio Ferrera koos vanaf de voorbereiding voor een vast systeem met vaste pionnen. Hij trok duidelijke lijnen, en hij illustreerde dat met woord en beeld.

Schrok je toen je eind maart hoorde dat je mocht opkrassen ?

Eigenlijk niet. Als de trainer je niet meer nodig heeft, weet je dat je naam op het lijstje van vertrekkers komt te staan. Tijd om me zorgen te maken, kreeg ik niet. Er waren een paar opties in Portugal, maar dat kon om familiale redenen niet. De alternatieven in België waren financieel een stuk minder, tenzij Lierse zou bijpassen. Gelukkig voor mij werd één dag na de laatste wedstrijd de trainer doorgestuurd en vervangen door Ferrera. Die gaf meteen aan dat hij nog rekende op mij, Smeets en Frigaard. Zodra ik mijn trainingsprogramma in de bus kreeg, ben ik als een bezetene gaan werken. Heel de vakantie ben ik individueel gaan trainen om zo scherp mogelijk aan de start van de voorbereiding te verschijnen. Het vertrouwen dat Ferrera mij gaf, wilde ik hem teruggeven. Hij stak zijn nek voor me uit, ik wilde met prestaties aantonen dat ik zijn vertrouwen waard was.

Voelde je meteen dat het tussen jullie zou klikken ?

Ik had gehoord dat hij een perfectionist is. Ik heb graag duidelijke lijnen en goede afspraken. Weinig trainers kunnen van al hun spelers gedaan krijgen wat ze vragen. Ik voel dat het respect tussen de ervaren en de jonge spelers in Lier hersteld is. Dat was een tijd weg. Toen ik bij Antwerp arriveerde, keek ik automatisch op naar Severeyns, Broeckaert en Smidts. Ik deed alles wat zij me vroegen. Maar als je de twee voorgaande jaren hier in Lier een jongere speler vroeg om de ballen mee te nemen, was zijn reactie : waarom doe je het zelf niet ?

Al na de eerste wedstrijd, waarin je een lullige vrije trap binnenliet, nam Ferrera je in bescherming. “Mijn fout”, zei hij.

Dat had ik nog nooit meegemaakt ! Veel trainers trekken op zo’n moment hun paraplu open, maar hij nam al tijdens de rust de schuld op zich, omdat ik bij die vrije trap gedaan had wat vooraf van mij gevraagd was. Dat was ook een sterk signaal naar de andere spelers toe, zo van : deze trainer neemt het voor ons op als wij doen wat hij vraagt.

Als je nadenkt over wat hij vraagt, moet je meestal besluiten dat hij gelijk heeft. Zo wil hij dat we op training anderhalf uur geconcentreerd trainen. Want, vindt hij, als we dat tijdens de week niet kunnen opbrengen, waarom zou het ons dan in het weekend in de wedstrijd wél lukken? Ik vind het spijtig dat ik zo’n man niet tien jaar eerder heb ontmoet. Soms vraag ik me af waar ik dan had gestaan.

Had jij inderdaad al niet verder moeten staan ? Ooit was je samen met Nico Vaesen dé coming man in eerste klasse.

Dat ik nooit door een topclub gevraagd ben, stoort me niet. Mijn eerste droom, profvoetballer worden, is uitgekomen. De tweede, de nationale selectie halen, heb ik ook bereikt. En in het buitenland heb ik ook gespeeld. Als ik ooit een prijs kan pakken, zou dat prachtig zijn, maar ik ben niet ontevreden. Het kon meer, maar ook minder geweest zijn. Toen ik in 1996 samen met Geert de Vlieger werd geselecteerd voor de nationale beloften, was ik verrast dat ík uiteindelijk in doel mocht staan, want Geert werd toen al getipt als toekomstig titularis van de Rode Duivels. Ariël Jacobs zei me toen : “Je hebt het te danken aan de stevige concurrentie waar jij je altijd boven hebt kunnen plaatsen”.

Ik heb nooit iets cadeau gekregen. Antwerp haalde me destijds als jong talent, maar ik stootte er op de beste keeper met wie ik ooit in concurrentie trad : Ratko Svilar was al 38, maar liet meteen voelen dat hij zou laten zien dat hij nog steeds de beste was. Wat ik van hem heb geleerd, heb ik met mijn ogen gestolen, want keepers maken elkaar niet beter : een keeper leert iets van zijn keepertrainer, niét van zijn concurrent. Je concurrent respecteer je, maar hem beter maken wil je niet. Laat Patrick Deman mij en Cliff Mardulier maar beter proberen te maken. Later had ik af te rekenen met Stojanovic, die met Rode Ster Europees kampioen was geworden, en met Ranko Stojic ook.

Hoewel ik nooit als titularis aan het seizoen ben begonnen omdat men mij altijd te jong vond, heb ik in die drie jaar toch telkens meer dan twintig wedstrijden gespeeld. In die periode heb ik leren knokken. Zonder die leerschool was ik misschien ook nooit meer teruggekeerd na mijn blessure van vorig jaar. Nog altijd hoor ik de dokter die me heeft geopereerd er zijn verwondering over uitspreken dat ik na zo’n operatie weer helemaal terug ben.

Ben jij een andere keeper geworden in de loop der jaren ?

Minder bijgelovig alvast. Ik vraag mijn vrouw niet meer om elke keer hetzelfde eten klaar te maken vóór een wedstrijd. Ook mijn wedstrijdbeleving is anders. Ik coach beter, zie het spel beter. Vroeger was ik alleen gefocust op mezelf, of hooguit op mijn verdediging. Nu kijk ik verder, zie ik dat een middenvelder verkeerd staat en roep hem dat ook. Tien jaar geleden deed ik dat niet : niet omdat ik het niet durfde, maar omdat ik het niet zág. Als je voortdurend praat, blijf je ook makkelijker geconcentreerd in wedstrijden waarin je niet veel in actie hoeft te komen. Je praat jezelf in feite wakker.

Droom je nog van de nationale ploeg ?

Ik vind Geert De Vlieger de terechte nummer één. Ik snap niet dat sommigen aan hem twijfelen. Zonder die blessure aan mijn schouder was ik misschien wel één van de drie keepers geweest die mee naar het WK mochten. Ik zou het fijn vinden er weer eens bij te horen, maar ik ben niet het type dat gaat roepen dat ik in de nationale ploeg hoor. Ik ben net als heel Lierse goed bezig, maar alles wel beschouwd is dat natuurlijk nog maar een paar maanden het geval. Pas als we volgend seizoen deze prestaties doortrekken, heb je het recht om iets op te eisen. Voor hetzelfde geld zegt men, en terecht : dat stond vorig jaar pas vijftiende en roept zichzelf nu al in de nationale ploeg. Dat is mijn stijl niet.

door Geert Foutré

‘Ik weet niet of er een betere trainer in België is dan Emilio Ferrera.’

‘Tien jaar geleden coachte ik mijn ploegmaats niet : niet omdat ik het niet durfde, maar omdat ik het niet zág.’

‘Als je nadenkt over wat Ferrera vraagt, moet je meestal besluiten : hij heeft gelijk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content