Een trainer in balans met zichzelf

© belgaimage

Zou René Weiler er zondagavond na de demonstratie tegen Club Brugge nog eens aan gedacht hebben? Aan het moment dat hij, een maand of zes geleden, zo moedeloos was over het grillige spel van Anderlecht dat hij in een interview het proces maakte van zijn ploeg. Dat was even schrikken. Voor de spelers, maar vooral voor de directie, die de trainer daar intern over aansprak. Sindsdien geeft Weiler nog amper interviews. Hij gaat in stilte zijn eigen weg. Heel alleen tegen een soms boze buitenwereld. Dat duidt op mentale sterkte en een groot geloof in de eigen mogelijkheden. Zijn relatie met de media lijkt onderkoeld.

Al van in het begin had Weiler zijn marsroute klaar: eerst de organisatie en de discipline op punt zetten. Dat was primordiaal. Hij sluit geen compromissen met spelers en zet een aankoop van tien miljoen euro, Nicolae Stanciu, op de bank. De wedstrijd van vorige week donderdag op Manchester en vooral de match van zondag tegen Club Brugge demonstreren zijn gelijk. Techniek en tempo, inventiviteit en creativiteit, duelkracht en beweging, het zat er allemaal in. Aangedreven door een fabuleus middenveld. René Weiler zat op de bank en keek ernaar. Echt euforisch doet de Zwitser nooit, zoals hij ook altijd bedaard oogt na nederlagen. René Weiler is perfect in balans met zichzelf. In goede en in slechte tijden.

Zouden ze er zondagavond bij Anderlecht nog eens aan gedacht hebben? Hoe de ploeg vorig seizoen op Club Brugge met 4-0 werd weggeveegd. Er was geen spirit, geen beleving. En er was met Besnik Hasi een radeloze trainer. De bezem werd door de kern gehaald en René Weiler, zo klonk het voor de competitie, zou de tijd krijgen om de club haar identiteit terug te geven.

De trainer schoof en puzzelde. Na drie maanden in de competitie had hij al 29 spelers opgesteld, alleen Standard had er op dat moment al meer gebruikt. Anderlecht was een ploeg in opbouw. In vergelijking met de ploeg die één jaar geleden op Club Brugge met 4-0 verloor, stonden er nog twee Anderlechtspelers op het veld: Youri Tielemans en Leander Dendoncker. Net die twee die zich nu profileren als de absolute roergangers.

Zouden ze er bij Club Brugge zondagavond nog eens aan gedacht hebben? Hoe de titel één jaar geleden tegen Anderlecht werd binnengehaald. Uitvoerig werd toen bezongen dat blauw-zwart eindelijk zijn oude waarden had teruggevonden en dat Michel Preud’homme zijn denkbeelden op de ploeg had overgeplant. Op het veld stond er een geraamte. Het kwam er nu gewoon op aan de stabiliteit te behouden. Nadat emotie de jaren daarvoor vaak remmend werkte, moest de titel nu een keerpunt worden. Een baken van rust en sereniteit, van reflectie en rationaliteit. Zo stond het ook in deze kolommen te lezen.

Wat is daar nu van overgebleven? Vorige week was er de zware verbale uitval van Vincent Mannaert nadat het bondsparket beroep had aangetekend tegen de vrijspraak van Michel Preud’homme na diens gedrag in de match tegen Charleroi. Nu zei diezelfde Preud’homme zondagavond dat hij alleen wil doorgaan met spelers die voor Club Brugge willen voetballen. Zo’n uitspraak is er nog nooit geweest binnen een vereniging die symbool staat voor werkkracht en engagement. Het is tekenend voor de huidige sfeer: Preud’homme klaagt na iedere wedstrijd, maar zijn woorden waaien weg met de wind.

Niets is er overgebleven van het Club van vorig seizoen. In de kampioenenmatch tegen Anderlecht stonden nochtans acht spelers op het veld die ook afgelopen zondag aan de aftrap kwamen. De automatismen moesten garant staan voor een nieuwe succesperiode en toen Preud’homme alsnog bijtekende, werden de vlaggen net niet buiten gehangen.

Nu kan deze campagne niet snel genoeg voorbij zijn en weet ook Preud’homme: hij had nooit mogen blijven. Zijn afscheid dreigt er een te worden in mineur.

@JacquesSys

DOOR JACQUES SYS

René Weiler sluit geen compromissen met spelers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content