Wat denken oud-spelers van Club Brugge over het huidige blauw-zwart? Met welke ambitie mogen de West-Vlamingen aan 2011 beginnen? ‘Om kampioen te worden is er te weinig kwaliteit. En in de omkadering mag het professioneler. Maar top zes, zelfs top drie moet kunnen. Gent en Genk zijn zeker niet beter.’

Jos Volders (183 wedstrijden)

“De kwaliteiten zijn er zeker, alleen zie je soms geen elftal. Individueel vind ik het stuk voor stuk goed, maar sommige spelers missen de ziel van Club Brugge. Inzet, samenhorigheid, groepsgevoel, karakter, het komt er niet altijd uit. VadisOdjidja, NabilDirar, RonaldVargas zelfs, dat is over negentig minuten allemaal niet goed genoeg. Te speels samen, te nonchalant. Ik ken die jongens alleen vanuit de tribune, niet persoonlijk. Misschien is dat de moderne tijd, de nieuwe maatschappij. Ze hebben mogelijkheden binnen het voetbal, maar als ik ze daarna zie passeren. Bezig met hun uiterlijk, hun koptelefoons …

“Verdedigend slikken ze te makkelijk goals. In mijn ogen is Antolin Alcaraz een groot verlies, dat niet werd opgevangen. Carl Hoefkens kon zich vorig seizoen aan hem optrekken, maar hem vind ik dit jaar minder. Veelbetekenend dat de coach hem op het einde naar de flank haalde. Alcaraz vond ik zeker Europees sterk bezig – niet vergeten: Club overwinterde vorig seizoen. Oké, hij maakte nu en dan zijn foutje, maar hij was aanwezig, kopbalsterk, je kon een bal aan hem kwijt in de opbouw. Het plus was veel groter dan het min.

Peter Van Der Heyden, Júnior Díaz, Marcos Camozzato, eigenlijk zijn dat allemaal een beetje tweederangsvoetballers die werden binnengehaald om de verdediging te versterken. Elders kwamen ze niet meer aan de bak en dan haalt Club ze binnen, daar kun je vragen bij stellen. Marcos is aanvallend duidelijk sterker dan verdedigend. Goeie center, veel kwaliteiten. Op zich is dat goed en in een verdediging met Sarr en Onyewu kan een mens zich uitleven, maar defensief bleek hij hier kwetsbaar.

“Ik mis ook evenwicht op het middenveld. Odjidja is geen verdedigende middenvelder, Karel Geraerts eigenlijk ook niet. Perisic een keer links, dan weer centraal. Het blijft zoeken naar balans. Al vijf jaar. Daar situeer ik het keerpunt. In quasi één keer werden toen vijf, zes spelers verkocht, een halve ploeg. Spehar, Rozehnal, Van Der Heyden, Simons, Ceh. De Caje moest verder met een halve ploeg, terwijl de aankopen zeer slecht waren. Die kentering is te bruusk geweest en daar betaalt Club nog voor. Er zijn sindsdien nog zeer weinig spelers met een meerwaarde gekomen, zowel sportief als financieel.

“Het worden nog moeilijke weken. Potentieel is er genoeg voor een plaats bij de eerste zes. Zelfs bij de eerste drie. Maar voor de titel … Ze zijn zeker zo goed als Genk of Gent, maar Anderlecht pakken ze niet. De spitsen zijn immers ook niet voldoende. Dorege Kouemaha maakte een mooie in Gent, maar bracht dit seizoen te weinig. Joseph Akpala ook. Ik werk als scout voor de KBVB en volg de jeugd van Club, Cercle en Oostende, en ook daar zie ik weinig komen. Van Belle is groot en sterk, maar ook hij is voor achter de spitsen. Colin Coosemans is geen slechte keeper, maar zijn nadeel is lengte, vrees ik. Kortom: in elke geleding komt Club een klein beetje te kort. Er is nochtans heel veel geïnvesteerd in de Academy, de jeugd krijgt redelijk wat centen. In principe zou daar elk jaar een speler uit moeten komen.

“Een trainerswissel is niet aan de orde. Wat wel had moeten gebeuren, vind ik, was dat ze Hugo Broos als sportmanager hadden moeten nemen. Luc Devroe kun je aankopen verwijten, maar ook structurele beslissingen. Hij is te veel een eenmanscel, die werkt met managers. Een goeie kracht als Luc Sanders is aan de kant geschoven in de cel scouting, dat zijn van die kleine puntjes waar je vragen bij stelt. Ik constateer dat andere clubs in eerste klasse anders werken, wél overleggen, meerdere mensen inzetten in de scouting. Ik heb het zelf ook nog gedaan voor Club, tot ik een akkefietje had met Marc Degryse.”

Roger Van Gool (68 wedstrijden)

“Mijn analyse? Algemeen zou ik zeggen: om kampioen te worden is er te weinig kwaliteit, maar om bij de eerste zes te komen is er voldoende. En voor een plaats in de top drie volgens mij ook.

“Het ligt niet aan de kwaliteit dat het zo wisselvallig is, en evenmin aan de trainer, denk ik. Maar aan wat dan wel? Als de trainer het zou weten, was het allang opgelost. Laat staan dat jij en ik het weten. Is het mentaliteit? Dat kan, want de mentaliteit van een individu kan een trainer niet veranderen. Het is zo moeilijk binnen te kijken in een hoofd. Als een speler zegt dat hij er alles voor doet, bewijs maar eens het tegendeel. Straks is het herbeginnen tegen Eupen, het volstaat dat er twee of drie zeggen: ‘O, Eupen maar, dat zal wel gaan’, en je hebt een probleem. Dan heeft iedere ploeg in België een probleem.

“Het ligt gevoelig dezer dagen, maar spelers zijn zo verwend … De moderne tijd. Zeg je iets, dan zoekt hun manager meteen een andere club. Gert Verheyen is zeer sterk in zijn analyses, maar lees wat hij over zich heen krijgt … Odjidja moet geen dingen in de media verklaren. Die moet op het veld zeggen: ‘Verdorie, Verheyen, ik ga nu een keer je ongelijk bewijzen en laten zien wat ik kan.’ Ernst Happel heeft mij ook op de bank gezet, terwijl in mijn ogen Julien Cools even slecht speelde. Maar tegen hem zei hij niks. Omdat Jules daar minder goed tegen kon. Ik wel, dat moest om me scherp te houden. En de wedstrijd erna scoorde ik wel twee keer tegen Standard. Zo moet je als voetballer reageren!”

Luc Sanders (154 wedstrijden)

“Mijn analyse? Ik vind het zeer delicaat om commentaar te geven, ik ben er in de loop van dit seizoen in onvrede weggegaan en heb er tot oktober eigenlijk dicht bij gestaan … Bovendien heb ik vroeger ook nog de beloften getraind, tot Gert overnam.

“Het is na het verdwijnen van Trond Sollied moeilijker en moeilijker geworden, vrees ik. Jan Ceulemans is daarvan het slachtoffer geworden, hij is de uitdaging aangegaan om verder te werken met afgekalfde kwaliteit, terwijl de verwachtingen dezelfde bleven. En sindsdien is er één constante: de wisselvalligheid.

“Dit is een jonge ploeg met heel veel kwaliteit, maar met een delicate mentaliteit, met spelers die iets te snel tevreden zijn. De reactie op Gert Verheyen is tekenend voor die instelling. Ik was mee in Minsk, dat er daar na de rust problemen gingen komen, zag je zo aankomen. Op een goeie eerste helft, of goeie momenten, volgt vaak een terugval. Op het vliegtuig terug heb ik dat trouwens tegen een lid van de raad van bestuur gezegd.

“Een leider op het middenveld, iemand naar wie ze opkijken, dat is wat deze ploeg nodig heeft. Maar tegelijk weet ik niet of dat haalbaar is, of dezer dagen de spelers nog opkijken naar zo iemand. Is de mentaliteit in het algemeen niet veranderd? Niet vergeten dat het succes van Sollied deels ook het succes was van de kleedkamer. Sollied was tenslotte iemand die redelijk los omging met de discipline. Moest er een correctie komen, dan kwam die uit de groep. Is dat nu nog mogelijk, vraag ik me af?

“De scouting uitbreiden willen ze niet. Eigenlijk is het mijn probleem niet meer. Ik constateer dat ploegen die ons inhalen, genre Gent en Kortrijk, wél een poging doen om daar werk van te maken. Club niet. Club heeft scouts, maar er wordt nooit vergaderd. Niet met de hoofdcoach, niet onderling. Dat is gewoon een vaststelling.”

Julien Cools (172 wedstrijden)

“Het is moeilijk om te zeggen: vroeger was het beter. Maar ik durf wel te zeggen: voor die mannen van nu is het tien keer makkelijker, met al die managers die rond het voetbal hangen. Makkelijker om te vertrekken. En dat heeft zo zijn gevolgen.

“Ik vond Club Brugge vroeger meer herkenbaar voetballen, met dezelfde spelers. Nu wordt meer geroteerd, in mijn ogen vooral om iedereen tevreden te stellen. Laat Adrie Koster maar eens een tijdje met dezelfde ploeg spelen. Bij Sollied kende iedereen zijn taak, in balbezit, bij balverlies.

“Ik vind ook dat ze aanvallend weinig brengen en ik mis diepgang zonder bal. Te veel spelers willen het balletje in de voet en daarna de actie, te weinig kiezen voor de ruimte. Tweede bedenking: dat verdedigen in zone, misschien heeft de kwetsbaarheid achterin daar ook mee te maken. Het is modern, en ik pleit zeker niet voor de terugkeer van de libero, maar hoe was de verdeling vroeger, ook bij Ajax, dat Koster toch als voorbeeld neemt? Stam nam de man en De Boer gaf dekking. LeekensKrieger, MeeuwsMillecamps, de taakverdeling was strikter. DaanVan Gijseghem brengt iets meer snelheid en zekerheid, maar het is geen Juhász. Er is niemand bij Brugge achterin van wie je bang bent. Ook het uitvoetballen kan beter, te veel de lange bal. Koster zal het heus wel anders willen.

“De jeugd … Ik vrees dat het allemaal wat licht is. Ik merk dat ook bij ons, bij de nationale U19. Thibaut Van Acker is een heel goeie op het middenveld, maar de rest … Maxime Lestienne heeft kwaliteiten, snelheid, actie, heel veel potentieel, maar die jongen moet spelen. En iets doen aan zijn mentaliteit. In de nationale ploeg kreeg hij twee keer rood, het zit echt wel in zijn karakter.”

Alex Querter (304 wedstrijden)

“Mijn analyse? Op verplaatsing halen ze te weinig en thuis kan het ook beter. Soms vind ik de verhouding tussen karakter en technische spelers niet goed. Als je dan toch vergelijkt met vroeger: zeven karakterspelers en drie technische voetballers was toen een ideaal evenwicht. Nu is het vaak vijf-vijf.

“Ik vind dat je ook niet altijd moet uitgaan van de eigen sterkte. Aanpassen mag soms. Ik geef twee matchen van Cercle als voorbeeld. Club maakte in de derby het spel, Cercle ving goed georganiseerd op en scoorde dan de 1-0. En dan zie ik even later Cercle-Waregem. Waregem speelde georganiseerd, Cercle kon het spel niet maken en verloor. Waarna Bob Peeters constateerde: ploegen beginnen ons te kennen, we zijn niet in ons spel geraakt. Club mag dat ook wel eens doen. Zoals op AA Gent. Wat beter georganiseerd beginnen is zeker niet naïef.

“Ik mis thuis ook twee centrumspitsen. Dan ben je toch gevaarlijker voor doel, is het allemaal wat verrassender, met meer positiewissels. Koster kiest voor iets anders, niet de 4-3-3 van Ajax, maar eerder een 4-5-1. Voor Kouemaha of Akpala is het vaak hard werken op een lange bal, met weinig steun, en uiteindelijk zijn ze niet meer zo scherp in de zestien. Met twee centrale spitsen kun je voor meer verrassing zorgen. Alleen heb je dan wel een probleem op het middenveld. Waar zet je Vargas? Achter de twee? Die denkt alleen aanvallend, je kunt moeilijk voor hem Odjidja of Geraerts opofferen. Dus is een keuze voor één spits en een driehoek daarachter iets evidenter.

“Ik was ook niet voor een trainerswissel. Koster heeft een visie en je kunt bij sommige dingen vraagtekens plaatsen, maar ligt het daar alleen aan? Heeft Koster zo veel te zeggen in de aankopen dat hem dat kan worden aangewreven? Ik denk dat hij moet werken met wat hij van het bestuur krijgt.”

Willy Wellens (157 wedstrijden)

“Ze kunnen beter dan ze laten zien. Het is vertrouwen, voor een stuk. En ook een stuk mentaliteit. Sta me toe dat ik daar geen namen op plak, wellicht is het ook een algemeen verschijnsel. Ze hebben dit seizoen ook al de nodige pech gehad, vind ik, maar tegelijk moet je vaststellen dat het spel vergeleken bij vorig seizoen achteruit is gegaan en dat de transfers niet zo gelukkig zijn geweest.

“Ik ben er niet elke dag, ik constateer alleen van buiten af dat het offensief wat weinig is. En dan denk ik: Sonck hadden ze nooit mogen laten gaan. Simpel. Dat is een spits met scorend vermogen, vanuit het niets kan hij een goal maken. En of het dan in een discussie over één jaar of drie jaar fout liep, weet ik niet, maar ik constateer een tekort.

“De scouting uitbouwen … Ik heb dat nog gedaan, tien, vijftien jaar geleden. Het is niet vandaag dat Club op dat vlak achterop hinkt. Ze mogen me altijd vragen als ze mensen zoeken. Trainer wil ik niet worden, maar scout, waarom niet. Op voorwaarde dat er ernstig wordt geïnvesteerd. Een scout wil zijn werk gevaloriseerd zien, niet alleen, bij wijze van spreken, zijn cola aan de rust terugbetaald.

“Gek veel moet er niet bij, vind ik. Wel moeten die mannen er hun kop voor leggen. Als je ziet dat daar om de twee weken 25.000 man in de tribunes zit, dat is toch ongelooflijk. Daar moet je kippenvel van krijgen. En daar alles voor doen, voor zo’n publiek. Het is zo spijtig dat ze dat niet lijken te beseffen. Of dat ze dingen verklaren in de krant. Wat Odjidja zegt over Verheyen, ik noem dat beledigingen. Beneden alle peil, het is aan de club om hier tegen op te treden. Club moet Odjidja op zijn plaats zetten.”

DOOR PETER T’KINT

“Ze hadden Hugo Broos sportmanager moeten maken.” Jos Volders

“De scouting uitbreiden? Dat willen ze niet.” Luc Sanders

“Je kunt moeilijk in het hoofd van een speler kijken.” Roger Van Gool

“Je moet niet altijd uitgaan van de eigen sterkte. Aanpassen mag soms.” Alex Querter

“Club Brugge moet Vadis Odjidja op zijn plaats zetten.” Willy Wellens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content