Ook in derde klasse hebben Cisse Severeyns en Patrick Goots het scoren niet verleerd. Ex-eersteklassers over het leven zoals het is. In derde klasse.

Het is in de maandagse sportkrant flink speuren naar de heldendaden van Cisse Severeyns (36) en Patrick Goots (37) het voorbije weekend. Derde klasse is, behalve wanneer Bornem en Lyra het nieuws halen met een uitzonderlijk 7-7-gelijkspel, een regionale aangelegenheid. Wie geen Antwerpse krant heeft, vindt zelden meer dan de uitslagen en rangschikking.

Ook op een lager niveau, valt op voor wie de statistieken vindt, hebben Severeyns en Goots het scoren niet verleerd. Voor afgelopen weekend prijkte Goots met negen doelpunten nog op de tweede plaats in derde A na Björn De Rycke van Torhout. Severeyns viel na een sterke start (vijf doelpunten uit zeven wedstrijden) stil, maar zijn ploeg, Capellen, sprong vorige week wél over KV Mechelen, de ploeg van Goots, naar een derde plaats in de rangschikking.

Van eerste naar derde

Hoe gaat dat, terugschakelen ? Word je op een ochtend wakker en beslis je : ik ga volgend jaar in derde klasse voetballen ?

Cisse Severeyns : “Vroeger nam ik me voor om op mijn dertigste te stoppen en nooit lager dan in eerste klasse te voetballen. In feite ben ik dus al zes jaar met pensioen. Bij Westerlo had Jan Ceulemans me niet meer nodig, maar mijn contract liep nog door. Ofwel ging ik in de B-kern grienen, wachtend tot het met Westerlo minder goed ging, ofwel nam ik het voorstel van Capellen aan. Dat Westerlo me het volgende seizoen nog doorbetaalde waardoor ik geen financieel verlies leed én meer speelplezier kreeg dan ik in de B-kern had beleefd, gaf de doorslag.”

Patrick Goots : “Vorig jaar was een turbulent jaar, er werden veel vraagtekens achter mijn naam gezet. Ik word straks 38, dat leek me het moment om af te bouwen. Voor de hand lag Dessel in tweede klasse. Een vertrouwde omgeving, weinig toeschouwers en weinig druk : het behoud verzekeren volstaat er. Ik kon ook naar derdeklasser Nieuwerkerken, maar KV Mechelen lokte me méér. Ik ben een publiekspeler, het geeft een kick je thuiswedstrijden voor 5000 enthousiaste supporters af te werken. Liever dat dan spelen voor 300 man. Hoe het verder gaat, zien we wel in april. Als ik me dan nog goed voel, ga ik nog een jaar door. Op onze leeftijd bepaalt je lichaam wanneer je stopt.”

Profs en amateurs

Wat mis je in derde klasse ?

Goots : “Eigenlijk voel ik niet eens dat ik slechts in derde klasse speel. De sfeer is leuk, de club is professioneler dan wat ik op Antwerp meemaakte. Ik meende dat we in derde klasse een keer of vier, vijf zouden trainen, maar ik train meer dan ik ooit in eerste klasse deed. Nooit voorheen had ik videoanalyses na een wedstrijd. Zeker vijftig uur per week is de trainer op de club. Nooit voorheen in mijn loopbaan bracht ik zo veel tijd door op een club als in Mechelen. Op maandag bijvoorbeeld moeten we de hele middag blijven, tot zeven uur ’s avonds.”

Severeyns : “Ik zou niet weten of ik dat nog zou kunnen combineren met mijn bedrijfje. Ik verzorg events, deel mijn dagen zelf in zoals ik wil. Stel dat ik dit jaar bij Mechelen speel, dan moet ik na de twee trainingen per dag ’s avonds mijn klanten opzoeken. Nu was ik deze ochtend om acht uur al in een uithoek van Limburg. Vanmiddag om vijf uur ben ik op Capellen. Als ik eens een dag geen zin heb om iets te doen of wil uitrusten, boek ik geen afspraken en blijf ik gewoon thuis.

“Het eerste jaar miste ik vooral de sfeer in de kleedkamer. In eerste klasse lééf je in de kleedkamer en het spelershome. In derde train je vier keer per week van halfzeven tot kwart over acht. Dat maakt zes tot zeven uur per week. Daarom is niets moeilijker dan trainer zijn van een amateurploeg in derde of vierde klasse. Op vier dagen tijd moet je een uitlooptraining hebben, in de andere oefenstonden moet techniek, fysiek en tactiek vervat zitten. Dinsdag wordt er fysiek gewerkt, maar twee dagen na de wedstrijd is dat het slechtste wat je kan doen. Alle spelers hebben nog een job, iedereen houdt van regelmaat. Bij KV zijn het profs, voor de spelers van Capellen is voetbal een hobby. Ze verdienen een cent, maar ze gaan er niet alles voor laten. Bevalt het niet, dan gaan ze volgend seizoen naar vierde klasse of eerste provinciale, waar ze ook wat geld verdienen maar er meer plezier aan hebben. Daar moet een trainer ook nog rekening mee houden op dat niveau.”

Goots : “Een goeie wedstrijdbal, dat mis ik wel eens. Soms krijg je zo’n slechte matchbal dat je ervan opkijkt. Het niveau van de arbitrage is ook heel wisselend. Ik moet vaak mijn best doen om niet te reageren. Een van mijn doelstellingen dit seizoen was geen gele kaarten pakken voor protest. Dat lukt, maar het kost wel erg veel moeite.”

Severeyns : “Ofwel beschermen scheidsrechters je, ofwel dagen ze je uit. Er is geen tussenweg. Weet je wie ik het best vond fluiten ? De twee Nederlandse scheidsrechters die we vorig jaar via dat uitwisselingsproject tussen België en Nederland kregen. Dat was af. Géén reacties als ‘die Severeyns krijgt van mij geen enkele fout meer mee’. Integendeel. Een maand geleden krijgen we na 35 minuten nog geen fout mee wanneer een van onze spelers weer geduwd wordt. Ik vraag als kapitein de scheidsrechter wanneer hij eens voor ons gaat fluiten en lap, gele kaart. Maar vier minuten later floot hij er wél een voor ons.

“Weet je wat ik ook nog mis ? De kleedkamersfeer. We zitten al gespreid over twee kleedkamers, bovendien komen sommige spelers één minuut voor aanvang van de trainingen aan, omwille van het werk. Na training gaan de meesten snel naar huis. Je hebt geen groepsgevoel, maar ik zorg ervoor dat er wat humor in blijft.”

De sfeer

Hoe plezant is voetballen in derde nadat je goed gevulde stadions in eerste klasse meegemaakt hebt ?

Severeyns : “Het went. Het ergste wat ik meemaakte, was een zaterdagavondwedstrijd op Francs Borains. Best een mooi stadionnetje, maar een ijzige wind, geen volk en geen beleving. Bij ons wonen gemiddeld 500 toeschouwers de thuiswedstrijden bij. Bij sommige uitwedstrijden zijn er nog minder. Zo lang ze naar me roepen, is het goed. Als spits ben ik altijd bepalend geweest. Dat ben ik nu nog meer, maar ook als ik volgend jaar bij Antonia ga spelen, zal ik nog geviseerd worden. Anoniem voetballen kan ik niet, Patrick evenmin. Hoe minder volk, hoe beter je verstaat wat ze je toeroepen. ‘Ga terug naar Pisa’ of ‘Cisse kan niet mee, olé, olé’ zijn de hits. Die laatste is wel leuk als je 21 keer scoort, dan zwijgen ze snel.”

Goots : “Bij de thuiswedstrijden merk ik aan niets dat ik in derde klasse voetbal. Altijd is er sfeer, zit er 5000 man op de tribunes. Ook op verplaatsing gaat er altijd minstens 1000 man mee. Pas als je in Maldegem of Wetteren arriveert, zie je een andere wereld. Dan hadden we nog het geluk dat we niet in Denderhoutem of RC Waregem zélf speelden omdat die stadionnetjes te klein zijn. Het lééft daar minder, maar ik hou wel van het directe contact met de mensen. Soms roepen ze heel hard, maar als je dan naar ze toe stapt in de kantine, klappen ze dicht. In eerste klasse eet je in de kleedkamer een broodje, daarna stap je op de bus en je rijd weg. In derde stap je de kantine binnen, drinkt een pint, babbelt al eens. Doorgaans valt dat heel goed mee, ook op verplaatsing. Die mensen zijn blij als ze eens iets tegen je kunnen zeggen.”

Severeyns : “In de kantine zijn de mensen niet vijandig. Wel wanneer ze achter de afsluiting staan, met vijftien samen. Oog in oog zijn er weinig die iets durven te zeggen. En als ze het doen, kan je repliceren. We zijn wél nog grote namen, hé. Vorig jaar zag ik op Waasland strooibriefjes. Die waren huis aan huis bezorgd voor de wedstrijd, met mijn naam als lokmiddel.”

Goots : “In derde komen mensen die niet wekelijks een vaste ploeg volgen speciaal kijken naar Goots en KV Mechelen. Op Wetteren stonden naast de ingang van de kleedkamer ook wat jeugdspelers te roepen : ‘Goots, jeannet !’ Ik ga daar naartoe en die verkrampt, die denkt dat ik hem ga vastpakken, en hij roept : ‘Ik moest dat zeggen van mijn vriend.'”

Severeyns : “Een paar weken voordien speelden wij op Wetteren. Ik zeg tegen die jongens : als binnen een paar weken Mechelen komt, roep maar eens flink : ‘Goots, jeannet !’ ( Lacht.)”

Het voetbal

Ligt het niveau in derde hoger dan jullie verwachtten of is het ‘potjestamp’ ?

Goots : “Ik ben verbaasd over het spelniveau in derde klasse. Natuurlijk wordt er veel harder gevoetbald. Als spits krijg je geen centimeter ruimte, terwijl je in eerste klasse in bepaalde zones op het veld toch vrij kan voetballen. Onlangs liep ik de dag na de wedstrijd even de bezoekende kleedkamer op Mechelen binnen. Op het tactisch bord stond maar één naam omcirkeld : de mijne. Veel teams hanteren nog een libero en stugge mandekkers, maar vele spelen achterin gewoon met vier in zone. Nieuwerkerken bijvoorbeeld speelde ons één helft helemaal weg. Veel heeft te maken met de aanwezigheid van tal van ex-eersteklassers in derde. Door de toevloed van buitenlanders in eerste zakken velen af. Alleen bij RC Waregem, dat net uit vierde klasse promoveerde, kende ik niemand. Bij alle andere tegenstanders is er minstens één speler tegen wie ik nog in eerste voetbalde. Dat haalt het niveau een stuk omhoog. De topzes in derde draait moeiteloos mee in tweede.”

Severeyns : “In eerste klasse heb je per ploeg zeven, acht spelers die echt goeie voetballers zijn. In derde heb je er per team zeven acht die niet zo goed kunnen shotten. Van de zestien teams zijn er acht echt goed, de andere verdedigen zich met de middelen die ze hebben. Als wij naar Turnhout gaan, voetballen we ook niet vrijuit, want op papier zijn die sterker dan wij.”

Goots : “Dat kunnen wij ons niet permitteren. Wij moeten altijd domineren.”

Severeyns : “Logisch ook, jullie zijn het Anderlecht van derde klasse.”

Goots : “Het geeft ook meer druk, want we moeten promoveren. Alle dagen is die druk aanwezig. Bert Dhont bijvoorbeeld zei me onlangs ook dat hij dat nooit meemaakte. Ze verwachten van ons dat we over alle ploegen heen walsen. Een paar weken geleden spelen we 1-1 tegen Denderleeuw, een sterke ploeg. Op het einde roepen de supporters : ‘Wij willen voetbal zien !’ De supporters hebben de club in leven gehouden, zij willen nu ook meepraten en mee beslissen. Mechelen haalde mij, Dhont, Jan Verlinden, Tom Peeters, Dirk Huysmans uit eerste klasse. De mensen kunnen niet begrijpen dat wij maar 0-0 spelen op Maldegem, dat maar drie of vier keer per week traint. Al die ploegen overtreffen zich tegen ons, spelen zich helemaal leeg. Maldegem brulde de hele streek bij elkaar na dat ene punt, maar een week later krijgen ze er vier in hun bak omdat ze leeg zijn. Elke week gaat dat zo. Ik kan met die druk om. Maar andere, jonge spelers hebben het daar moeilijk mee. Je ziet ze verkrampen als ze de dag na de wedstrijd de krant of de commentaren op de website lezen.”

Is het makkelijker scoren in derde ? Houdt jullie dat nog bezig ?

Goots : “Liever geen topschutter maar wél kampioen met Mechelen dan andersom. Af en toe betrap ik me erop dat ik de bal al eens afleg in situaties waar ik vroeger altijd zelf had getrapt. Ondanks de stugge aanpak kan ik me nog handhaven als doelpuntenmaker. Het klikt met Yves Thijs, die nog bij Dessel, Geel en Brussels voetbalde. Hij is kopbalsterk, ik ben niet sterk genoeg met de rug naar doel. Zeker in derde klasse waar veel ploegen nog met een libero aantreden, is dat een nadeel. Wij worden wel nog altijd beoordeeld op de goals die we maken. Ik speelde dit jaar al betere wedstrijden waarin ik niet scoorde dan waarin ik wel een goal maakte. Maar als je niet scoort, ben je versleten.”

Severeyns : “Ik zwerf graag, ga vaak de hoeken in. Op Turnhout kom ik er een uur niet aan te pas, ik speel niet goed. Het laatste half uur scoor ik twee keer maar haal ik nog geen goed niveau. Nadien kwamen ze allemaal naar me toe om me te feliciteren met mijn prestatie. Een paar weken geleden had ik een heel zware week op het werk, tegen Bornem kwam ik doodmoe aan de aftrap. Op een bepaald moment spurt mijn jonge tegenspeler de lijn af. Ik ga hem achterna en net wanneer hij wil voorzetten, tackle ik de bal buiten. ‘Doe dat geen tweede keer, want anders maak je me moe’, zeg ik hem. Soms heb je al eens een mindere match. Tegen Sporting West winnen we met 4-2, ik scoor twee keer en breng er twee aan. Dat waren allemaal jonge spelers. Moet ik hen uitlachen en gaan roepen dat de ouwe het weer eens gedaan heeft ? Over het algemeen kan ik mijn ding nog doen. Ik speel diep in de spits, zwerf graag, zoek de hoeken op. Dat kan ik perfect.”

Naar wat kijken jullie nog uit in derde klasse ?

Goots : “Naar de derby in Mechelen.”

Severeyns : “Naar de match tegen KV Mechelen. Op 11 december is dat.”

door Geert Foutré

‘Ik train meer dan ik ooit in eerste klasse deed.’ (Patrick Goots)

‘In feite ben ik al zes jaar met pensioen.’ (Cisse Severeyns)

‘Een goede wedstrijdbal, dat mis ik soms.’ (Patrick Goots)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content