Ooit was Baptiste Ulens een groot talent. Hij werd sneller jeugdinternational dan zijn generatiegenoot en toenmalige vriend Marouane Fellaini. Maar pas nu, met 25 jaar, is hij klaar voor de Jupiler Pro League. Hoe komt dat ?

Zijn debuut in eerste maakte Baptiste Ulens op zaterdag 16 december 2006. In de uitwedstrijd op Anderlecht viel hij toen bij RAEC Bergen na 78 minuten in voor Alessandro Cordaro. Pas negentien was hij. Maar voor zijn volgende speelminuten in eerste was het wachten tot zaterdag 19 januari 2013. Toen viel hij bij KV Kortrijk in de thuiswedstrijd tegen Beerschot na 82 minuten in voor Moustapha Oussalah. Al 25 is hij intussen. Wat is er de voorbije zes jaar gebeurd?

Marbella

“Na die invalbeurt op Anderlecht ben ik mee geweest op winterstage naar Marbella”, vertelt hij. “Maar ik kreeg nooit het gevoel dat ze in mij geloofden. De jeugd was er alleen goed om het materiaal te dragen. Terwijl het voor anderen precies vakantie was. Op restaurant zetten ze ons zelfs apart aan een klein tafeltje. Ze stelden mij wel een contract van drie seizoenen voor, maar na een gesprek met de toenmalige hoofdtrainer José Riga wist ik dat ik op niet veel speelgelegenheid moest rekenen en ben ik naar Charleroi vertrokken. Maar daar was ik niet graag. Ik verkies een familiale club waar mensen met de voeten op de grond staan en bereid zijn hard te werken. Ook daar voelde ik geen vertrouwen in mij. Daarom ben ik naar tweede gezakt bij FC Luik. Na een prima voorbereiding mocht ik de eerste competitiewedstrijd starten, maar daarna koos coach Quaranta voor Christophe Kinet op mijn plaats. Omdat ik absoluut wou spelen, ben ik dan naar derdeklasser Olympic Charleroi gegaan. Na een geslaagd seizoen daar kreeg ik een aanbieding van WS Woluwe. Dat is twee en een half jaar geleden: het eerste werden we kampioen in derde, het tweede eindigden we als zesde in tweede en dit jaar stonden we lang aan de leiding en kon ik nu dus naar eersteklasser Kortrijk verhuizen.”

Mesvin

Hij is afkomstig van Mesvin, een deelgemeente van Bergen, waar hij opgroeide in een voetbalnest. “In mijn familie voetbalt iedereen”, zegt hij. “Ik heb ook veel neven en op een bepaald moment speelde er bij RLC Mesvin in elke ploeg een Ulens.” Toen hij twaalf was, kwam RAEC Bergen hem halen. Daar werd de snelle en balvaste linkermiddenvelder/linksbuiten vanaf de U17 jeugdinternational. “Dat was de generatie met onder meer Legear, Mirallas en Pocognoli. Daarna is ook Fellaini erbij gekomen en deelde ik met hem de kamer. Hij is pas later ontdekt. Maar ik kende hem al van bij Bergen. Mijn eerste drie jaar bij de jeugd daar, van twaalf tot veertien jaar, waren we ploegmaats en vrienden.”

Mazzu

Marouane Fellaini is intussen een ster in de Premier League. Maar zelf kwam Baptiste Ulens pas tot ontbolstering nadat Felice Mazzu hem twee jaar geleden bij WS Woluwe als linksachter begon uit te spelen. “Hij wou een beetje voetballen zoals Barcelona: met opkomende backs de tegenstander verrassen en voor een numerieke meerderheid zorgen. En ik voelde meteen: hier doe ik wat ik wil. Sinds die tijd wil ik het liefst op geen andere plaats meer staan. Op het middenveld was ik onregelmatiger. Ik beleefde er minder sensaties. Maar misschien zat het ook in mijn hoofd. Het was alsof ik er altijd een actie moest maken. Soms wou ik het forceren en als het dan mislukte, raakte ik gestresseerd en blokkeerde ik weleens. Nu voel ik mij op mijn gemak. Ik zie het spel helemaal voor mij, ik kom van verder, ik loop meer en kan op het gepaste moment anticiperen en kiezen of ik een actie zal maken of een medemaat in het spel zal betrekken. Als je jong bent, wil je scoren; nu geniet ik ervan veel assists te kunnen leveren. Sindsdien is ook het gevoel gekomen dat ik echt weer op een hoger niveau kon spelen. De droom, de hoop en het geloof om in eerste te voetballen, gaf ik nooit op. Wat dat betreft speelde Felice Mazzu ook op psychologisch vlak een belangrijke rol. Hij is een trainer die veel spreekt met zijn spelers, die naar hen luistert, voelt wat je nodig hebt en vertrouwen kan geven. Zo ’n trainer heb ik nodig, niet iemand die roept op iedereen.”

Mentaliteit

Aanvankelijk zou hij pas volgend seizoen naar KV Kortrijk komen, maar door de financiële problemen van WS Woluwe kwam hij nu al vrij. Maar de concurrentie is groot. “Oussalah”, zegt hij, “vind ik een van de beste linksachters van het land.” Maar soms speelt Oussalah op het middenveld en zelf is Ulens ook een type dat geschikt is om een rij hoger te voetballen. “Maar mijn echte positie is die van linksback. Daar voel ik mij het best en daar presteer ik ook het best.” Dat hij slechts 1 meter 76 meet, ervaart hij voor een flankverdediger niet als een handicap. “Met de kop trek ik mijn plan. Mijn timing is goed. Trouwens, de twee beste backs ter wereld en genomineerden voor het wereldelftal zijn klein: Jordi Alba op links en Philipp Lahm op rechts. Voor mij is het veelbetekenend dat ik veel aandacht en erkenning ben beginnen te krijgen zodra ik als linksachter ben beginnen te spelen. Ik hoopte altijd dat iemand van eerste mij zou komen halen, maar plots waren er veel die mij wilden.”

En hij praatte niet alleen met KV Kortrijk. “Ik sprak ook met Lierse en met Beerschot, maar ik denk dat ik de beste keuze maakte. Dit is toch een vrij stabiele eersteklasser, met een coach die veel met zijn spelers spreekt en met een gerichte transferpolitiek. Zij lieten voelen dat ze echt in mij geloven en mij echt graag wilden. De mentaliteit in de groep is uitstekend en mijn integratie verliep vlot. Ik word er beschouwd als een ploegmaat en niet als een concurrent die de plaats van een ander komt pakken. Dit is voor mij de goeie club om in eerste te spelen.”

Maturiteit

De goeie club op het goeie moment, besluit hij. “Ik ben helemaal hervormd. Met 18 jaar was ik niet klaar voor het profmilieu. Mentaal ben ik later matuur geworden dan anderen. Daarvoor ben ik moeten afdalen naar derde, om speeltijd te krijgen en daar rustig mijn zelfvertrouwen op te bouwen en zo weer op te klimmen naar tweede en eerste. Zakken naar lagere afdelingen was voor mij geen probleem, daar ben ik voldoende nederig voor. Ik zeg liever ‘ik speel in derde’, dan ‘ik zit in eerste maar ik speel niet’. Het was de beste keuze die ik kon maken. Nu zit het goed in mijn hoofd en zit ik goed in mijn vel. Voor mij is 25 jaar de perfecte leeftijd om in eerste te komen. Er resten mij nog altijd tien jaar om er te spelen.”

“Bij Bergen was

de jeugd alleen goed om het materiaal te dragen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content