In een vlaag van ontgoocheling stelde Marc Degryse vorige week zijn functioneren ter discussie. Ook hij, zo debiteerde de sportleider, kon bij Club Brugge ontslagen worden. Hoewel het allicht nooit zo’n vaart zal lopen, is het tekenend voor de gevoelens van frustratie die diep in Degryse moeten woeden. Na het vertrek van Trond Sollied zou het elftal meer en meer zijn signatuur dragen, maar de realiteit draaide anders uit : de ploeg tuimelt steeds dieper in een bodemloze put, helemaal niets valt er van de accenten van Degryse te zien. Sterker zelfs : de verkeerde inschattingen stapelen mekaar tegen een schrikbarend tempo op. Het aankoopbeleid lijkt te falen en staat haaks op het voetbalverstand en de gezonde koopmanskunst die Club Brugge vroeger zo kenmerkten. De keuze voor Jan Ceulemans als trainer was een blunder van de eerste orde en ook Emilio Ferrera krijgt blauw-zwart niet op de rails.

Ook afgelopen zaterdag, tegen Sporting Charleroi, was Club Brugge een ploeg zonder structuur en zonder herkenbare patronen. En niets dat erop wijst dat het in deze competitie nog tot een kentering zal komen. Club Brugge kende dit seizoen een paar zeldzame uitschieters, maar kon zich daar nooit aan optrekken en verviel nadien telkens weer in ordeloos gedraaf. Dat is onrustwekkend.

Zelfkritiek is een zeldzaam gegeven in de voetbalsport en ook bij Club Brugge blijven ze op de vlakte als er indringende vragen worden gesteld over wat er verkeerd loopt. Maar dat het intern zal stormen, hoeft geen betoog. Michel D’Hooghe – die bij zijn aanstelling als voorzitter het verlangen uitsprak van Club een prestigieuze vereniging te maken – is te ambitieus om alles zomaar te laten passeren. Het is de vraag of het steriele spel het gevolg is van een gebrek aan kwaliteit dan wel van een slecht concept. Emilio Ferrera wordt door zijn spelers geprezen omwille van zijn oefenstof, werkt zich te pletter maar geeft steeds meer de indruk dat Club Brugge voor hem een maatje te hoog gegrepen is. Hoewel Ferrera graag van een vast elftal uitgaat en steeds met een 4-4-2 uitpakte, blijft hij verbeten zoeken naar de juiste formatie. In de twaalf competitiematchen die tot dusver werden afgewerkt, begon Ferrera nooit twee keer na mekaar met dezelfde ploeg. Ook door blessures gebruikte hij al 21 spelers. Opvallend zijn vooral de wissels en verschuivingen vooraan : er werden daar al vijf verschillende duo’s gebruikt. Dat duidt niet op sportieve stabiliteit.

Nadat Club Brugge vorig seizoen zes spelers aantrok waarvan alleen Sven Vermant echt zijn draai vond, leek het nu met de komst van Koen Daerden, Salou Ibrahim en Timothy Dreesen gewapend om mee te strijden voor de titel. De meerwaarde van dit drietal is echter nog op geen enkel moment gebleken. Dreesen kan na een zwaar seizoen met Lierse kennelijk het ritme niet oppakken, Salou is een schim van zichzelf en Koen Daerden holt verbeten achter zichzelf aan. In het concept van Ferrera, waarin er ruimte moet gemaakt worden voor opkomende flankverdedigers, wordt hem gevraagd naar binnen te snijden. Zo ontneem je een speler zijn belangrijkste kwaliteit (een actie maken vanaf de flank) en doe je aan kapitaalsvernietiging. Intussen blijft Club ste- reotiep voetballen : zonder verrassing, zonder versnelling en met een opeenvolging van slechte voorzetten. Het was frappant dat de supporters na de 2-0-overwinning tegen Sporting Charleroi luidop morden.

Club Brugge zal zich hoeden om Emilio Ferrera al te snel door te sturen. Dat zou een kaakslag zijn voor Degryse, die Ferrera haalde en zichzelf dan eigenlijk een rode kaart moet geven. Intussen blijft het vreemd dat iemand met het voetbalinzicht en het analytisch vermogen van Degryse zich op een aantal zaken zo verkijkt. Naast fysieke kracht bestaat voetbal vooral uit techniek en snelheid. Dat heeft Club Brugge nauwelijks. Sterker zelfs : het beschikt over zo weinig explosiviteit dat je bij momenten de indruk hebt naar een vertraagde film te kijken. En de verantwoordelijkheid daarvoor ligt niet alleen bij de trainer.

DOOR JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content