Bulgarije is de eerste tegenstander van de Rode Duivels op weg naar het EK 2004 in Portugal. ‘Een zware wedstrijd als deze komt voor ons een beetje te vroeg.’

Als er al donkere wolken boven de nationale ploeg hangen, zullen die pas na Bulgarije zichtbaar worden. Met veel enthousiasme gooien de spelers en de nieuwe bondscoach zich op de nieuwe uitdaging : zich voor het eerst sinds 1984 via kwalificatiewedstrijden plaatsen voor de eindronde van een EK. Stilaan lijkt een nieuw team in de maak, al staan er nog wat vraagtekens achter diverse posities. Aimé Anthuenis, Eddy Snelders, Yves Vanderhaeghe, Glen De Boeck, nieuwe aanvoerder Bart Goor en Jacky Peeters trachten nu al enkele vragen te beantwoorden.

Walter Baseggio wordt, zo bleek ook tegen Polen, de nieuwe patron van de Rode Duivels.

Aimé Anthuenis : Patron is een groot woord. Dat is voor hem iets te vroeg. Het is een té beladen woord om er één speler mee op te zadelen. Ik ben al tevreden als hij zijn taak doet. Dat betekent dat hij zo vaak mogelijk in de zestien van de tegenstander komt en bij balverlies mee helpt op het middenveld. Als Baseggio niet diep kan gaan, kan hij zijn kwaliteiten niet benutten : zijn hard schot en goed kopbalspel. Hij moet ook niet diep staan maar diep komen. Daarom is hij ook geen type- Wilmots. Die was meer een tweede spits, Baseggio is dat niet. Hij heeft wel de neiging om zo hoog mogelijk te gaan staan, maar dan maakt hij het zichzelf moeilijk.

Baseggio speelt ook anders dan bij Anderlecht, klonk het na Polen.

Anthuenis : Baseggio werd vorig jaar gehinderd door blessures. De eerste keer al in Tiraspol, waardoor hij een deel van de voorbereiding miste. Hij moest een paar keer afzeggen voor de nationale ploeg en liet zich zelfs aan de knie opereren. Nu staat hij scherp, omdat hij de hele voorbereiding heeft meegemaakt. Walter moet veel trainen, anders krijgt hij snel problemen met zijn gewicht. Dat bleek vorig jaar toen hij minder trainde omdat hij sukkelde met blessures. Door het vertrek van Goor leunde hij ook vaker naar de linkerkant, wat niet zijn ideale positie is. De paradox wil wél dat hij vorig jaar in een mindere vormcurve vaker scoorde dan het jaar daarvoor, toen hij een hoger niveau haalde.

Zoals hij twee jaar geleden in de Champions League speelde, kan Baseggio veel bijdragen aan de nationale ploeg. Hij is aanvallender ingesteld dan Vanderhaeghe, maar als die uitwijkt naar de zijlijn, moet Baseggio het centrum voor zich nemen. Om dat te kunnen, moet je conditioneel scherp staan. In zijn positie moet je in het moderne voetbal twee rollen in één verenigen. Terwijl hij toch, zoals zoveel anderen met zijn kwaliteiten, bij Anderlecht gevormd is in de korte ruimte.

Anthuenis : Nee, want op een paar uitzonderingen na heeft iedereen Europese ervaring. Door het afhaken van vijf spelers heb je met een paar occasionele blessures wel gauw acht of negen man op wie je geen beroep kan op doen. Ik vind niet dat de vijver waar ik uit moet vissen, leger is dan bij mijn voorganger. Er zit andere vis bij. Niet dat ik de pretentie heb namen te vinden die Waseige niet zag. Wel zijn sommige spelers geëvolueerd. Die had ik graag eens bezig gezien. Daarom had ik graag één of twee extra oefenmatchen gehad, om Blondel, Collen, Buffel, Vaesen en Gillet eens aan het werk te zien, op een stage bijvoorbeeld. Alleen stuit ik dan op de beperkingen die een bondscoach altijd heeft : de overvolle kalender. Maar ik hoop om ergens tijdens het seizoen toch nog één of twee vrije datums te vinden.

Tot het WK leek het op het middenveld altijd om een keuze te gaan tussen Yves Vanderhaeghe en Timmy Simons. Is door het achteruittrekken van Simons de concurrentie een stuk lichter geworden, Yves ?

Yves Vanderhaeghe : Dat lijkt zo, maar als het één keer tegenzit, kan het allemaal weer beginnen. Ik kan en durf nu niet te zeggen dat ik een vaste plaats heb. Door het WK heb ik wat krediet teruggewonnen, en de goeie prestaties met Anderlecht in het begin van het seizoen spelen ook een gunstige rol. Dat is aangenaam, maar het wil niets zeggen.

Is het voor jou momenteel anders spelen bij de nationale ploeg dan bij Anderlecht ? Makkelijker of moeilijker ?

Vanderhaeghe : Daar wil ik niets over zeggen. Ik praat niet over Anderlecht. Tegenwoordig wordt al wat ik zeg, tegen mij gebruikt.

Voetbalt Baseggio anders bij de nationale ploeg dan bij Anderlecht ?

Vanderhaeghe : Ook over Baseggio wil ik niet praten.

Of over de bondscoach, die je vorig jaar nog meemaakte als clubtrainer ? Hoe anders werkt Anthuenis bij de nationale ploeg ?

Vanderhaeghe : Anthuenis is gewoon zichzelf, zoals bij Anderlecht. Hij gaat uit van zijn eigen werkwijze, doet dat gewoon heel herkenbaar.

Hoe valt het in de spits mee tussen Mpenza en Sonck, het koppel waar men voor Polen van zegde dat ze niet complementair waren ?

Vanderhaeghe : Ze legden tegen Polen voorin een geslaagde test af. Als je een verdediging doet beseffen dat ze iedere seconde attent moet zijn, nooit de concentratie kan laten verslappen omdat één goeie bal vanuit het middenveld voor gevaar kan zorgen door de scherpte en snelheid van twee spitsen, is het daar constant alle hens aan dek. Ik zie die twee samen helemaal zitten, vooral door hun snelheid.

Door het achteruittrekken van Timmy Simons dreigt Glen De Boeck een stap achteruit te zetten in de hiërarchie. Ervaar je dat zelf ook zo, Glen ?

Glen De Boeck : Als je de wedstrijd tegen Polen als maatstaf neemt, verandert dat heel veel voor mij. We zijn nu met vier voor twee plaatsen. Nu Simons achterin een vaste waarde wordt genoemd, blijven we met drie voor één plaats. Dat komt een beetje ongelegen. Want net op het WK had ik iedereen overtuigd dat ik mijn plaats in de nationale ploeg verdiende, en dat ik de erkenning kreeg waar ik zo lang op wachtte en waarvoor ik gevochten had. Een jaar geleden was dat helemaal niet het geval. In dat jaar is veel ten goede veranderd en daar was ik best trots op. Alleen is dat met mijn blessure tegen Brazilië en de tactische wissel die daar het gevolg van was, ineens veranderd. Toch keerde ik wat mijn eigen prestatie betreft, niet met een slecht gevoel uit Polen terug. Ik speelde daar een helft en dat was goed. Of het duo De Boeck-Simons een optie is, durf ik niet te zeggen nadat we amper twintig minuten samen op het veld stonden. Om dat te beoordelen is er meer tijd nodig. Maar zelfs als ik ernaast zou vallen, leg ik me daar niet bij neer. Zoals ik dat in het verleden evenmin deed.

Jij bent samen met Bart Goor de speler met de meeste caps. Voel je dat gebrek aan ervaring op het veld ?

De Boeck : Nee, dat valt nauwelijks op. Met twee Belgische clubs in de Champions League zullen de spelers van Club en Genk heel gauw de nodige ervaring in het topvoetbal opdoen. De nationale ploeg kan daar zijn voordeel mee doen. De anderen hebben toch al heel wat meegemaakt op het hoogste niveau.

Anthuenis haalde plots Stijn Vreven in de ploeg. Moet Jacky Peeters, die nochtans een goed WK speelde, weer vrezen voor zijn basisplaats ?

Jacky Peeters : Concurrentie was er voor mij ook voorheen. Op het WK leek ik de strijd gewonnen te hebben. Daar toonde ik aan dat ik voordien, toen ik op de bank zat, die selecties wel degelijk verdiende. Ik dacht dat in Japan toch een aantal automatismen gegroeid zijn waarop verder gebouwd kan worden. Maar de trainer kiest of hij daarop voortwerkt, dan wel iets anders uitprobeert. Ik heb op het WK wel wat krediet opgebouwd, maar dat kan zo weer weg zijn.

Jij was een van de weinige internationals die niet wekelijks met zijn club op een hoog niveau speelde. Was je verbaasd over het niveau dat je in Japan haalde ?

Peeters : De zeven wedstrijden die ik drie jaar geleden al speelde, waren ook degelijk, maar dat is iedereen al vergeten. Het klopt wel dat ik in mijn positie afhang van de prestatie van de ploeg. Als die in haar geheel sterk presteert, zal ik ook mee sterk zijn. Maar ik ben geen speler die in zijn eentje een ploeg sterker maakt en op sleeptouw neemt, ook al door de positie die ik bekleed.

Bart Goor volgde Marc Wilmots op als kapitein. Een logische keuze ?

Eddy Snelders : Ja. Bart Goor was nieuw als international onder Leekens. Hij is een rustige en verstandige vent op en naast het veld. Je merkte dat hij het een eer vond kapitein te zijn, een negatief antwoord van zijnentwege had ons verbaasd. Het gebeurt overigens zelden dat een voetballer geen kapitein wil zijn. Alleen als iemand heel introvert is, kan dat wel eens gebeuren. Soms komt er uit de groep ook onvrede en dan moet je van buitenaf ingrijpen. Maar ik herinner me nog uit mijn periode als speler dat die titel een statussymbool was, een appreciatie ook van je persoonlijkheid. In mijn tijd werd daar soms figuurlijk om gestreden. Door het grote verloop van spelers krijgt nu bijna automatisch de langst blijvende de band.

Bij de nationale ploeg overstelpen we de kapitein ook niet met regels en verplichtingen. Laat de spelers het zelf maar uitzoeken. Wat doet een kapitein zo allemaal ? Hij staat het eerst op van tafel na het eten, komt vragen wanneer de spelers moeten gaan slapen, of ze iets mogen gaan drinken, dat soort dingen. Wel valt op dat hij blijkbaar heel goed heeft opgelet hoe zijn voorgangers hun taak invulden. Hij staat al heel ver, hoewel hij in Polen maar voor het eerst kapitein was. Omdat hij een aantal dingen die van een kapitein verwacht worden automatisch doet, lijkt het alsof hij al veel langer kapitein is.

Is die band een last of een lust, Bart Goor ?

Bart Goor : Ik ervaar het niet als een last, wel als een lust. Ik heb iets meer verantwoordelijkheid gekregen, via een paar dingen die ik moet helpen afhandelen. Het onderhandelen over de premies, bijvoorbeeld. Daar steek je ook wat van op, via dat soort zaken kom je in situaties terecht waar je anders niet bij bent. Ik vond het een hele eer toen de bondscoach het me vroeg. Het is toch de droom van elke speler om kapitein te zijn van een nationale ploeg. Ik kan begrijpen dat sommigen die band op een bepaald moment beu geraken, maar zo ver ben ik nog niet. Ik zit nog in een andere fase. Het is iets nieuws waar ik veel kan uit leren. Maar het verandert mijn positie niet, ik voel me nog altijd als voorheen. Al is het wel de bedoeling dat andere spelers naar mij komen als ze met iets zitten. Maar in Polen gebeurde dat nog niet, de tijd was te kort.

Leg je andere accenten dan je voorganger ?

Goor : Ik denk niet dat ik een kapitein ben zoals Wilmots. Ook niet dat ik zo zal worden. Hij trad meer op de voorgrond, was nadrukkelijker aanwezig terwijl ik iets rustiger ben.

In de vorige campagne gaf België enkel tegen Kroatië iets weg en toch kon het zich ternauwernood plaatsen. Is de wedstrijd tegen Bulgarije in die zin al die van de laatste kans ?

Anthuenis : Nee. Ook het verleden bewijst dat er te snel conclusies worden getrokken. Moeskroen werd vorig jaar na een mislukte start helemaal afgeschreven, maar haalt uiteindelijk wel Europees voetbal. Zo kan ik nog voorbeelden aanhalen. Ik weet wél dat Bulgarije voor de meesten een compleet onbekende is. Niet voor mij. Ik weet dat het een team is met allemaal spelers die in het buitenland en vaak bij hoogstaande clubs voetballen.

Vanderhaeghe : Voor mij zitten er geen gemakkelijke tegenstanders bij. We hebben evenveel punten nodig als in de vorige campagne, we kunnen ons geen enkele misstap veroorloven.

Snelders : Als je nu al iets laat vallen, moet je het elders weer oprapen. Ik vind het programma niet zo schitterend. België is nooit op zijn sterkst in augustus en september omdat de competitie net begint. Een zware wedstrijd als deze komt voor ons een beetje te vroeg. Dat was ook het probleem met de wedstrijd in Polen : je moet spelers al bijna gaan scouten in vriendenwedstrijden waar ze dikwijls op andere posities worden uitgeprobeerd. Je weet ook niet hoe ver ze staan en hoe goed hun niveau is. Het is een beetje gokken, terwijl je vanaf eind september wel makkelijk aan de hand van zo’n wedstrijd kan opmaken hoe het met iemand staat. Je zit dus nog niet in een topperiode en moet toch al een cruciale wedstrijd afwerken. Want als je niet start met negen op negen moet je bijna al in Bulgarije iets gaan halen. Daarom gelden dezelfde bezwaren die ik net aanhaalde, minder voor de Bulgaren : als zij hier nog niet klaar zijn, kunnen zij dat thuis nog rechtzetten. Zij hebben hier minder te verliezen dan wij. Eigenlijk moeten wij gewoon winnen.

Moet België bang zijn voor Bulgarije ?

Peeters : Nee. Waren wij op het WK bang geweest van Brazilië, dan hadden we een pak slaag gekregen. Precies door van onze eigen sterkte uit te gaan, liep het daar goed. Dat moet ook de opdracht zijn tegen Bulgarije. In mijn geval betekent dat : eerst zelf de nul houden.

door Geert Foutré

‘Ik denk niet dat ik een kapitein ben zoals Wilmots.’ (Bart Goor)

‘Als ik naast de ploeg zou vallen, leg ik me daar niet bij neer.’ (Glen De Boeck)

‘Van onze eigen sterkte uitgaan : dat is de opdracht.’ (Jacky Peeters)

‘Over Baseggio wil ik niet praten.’ (Yves Vanderhaeghe)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content