Straks, als de nieuwe storm in het wielermilieu is uitgeraasd, gaat alles ongetwijfeld weer zijn gewone gang. Zonder dat iemand zich vragen stelt waarom de wielrennerij er maar niet in slaagt zich van haar uitwassen te bevrijden, waarom er op geregelde tijdstippen steeds weer wilde verhalen opduiken. De Festina-affaire in 1998, de ontdekking van levensbedreigende producten in de Ronde van Italië van 2001, de inval bij Frank Vandenbroucke vorig jaar en nu het vermoeden dat Vlaamse renners, Johan Museeuw voorop, bij de vaste klanten van een hormonenhandelaar zouden horen, de wielersport blijft een broeinest van insinuaties en speculaties.

De manier waarop deze discipline zich ontwikkelt, draagt niet bij tot een mogelijke zuivering. Renners worden door de toenemende commercialisering nog meer opgejaagd als een kudde vee, wedstrijden worden door de profileringsdrang van sommige organisatoren steeds zwaarder en de kalender zit zo barstensvol dat verschillende toprenners straks zelfs forfait geven voor het wereldkampioenschap, toch nog altijd de met afstand belangrijkste eendagswedstrijd van het jaar. Meer dan ooit moet de wielersport zichzelf ter verantwoording roepen en erover waken de grenzen van het onredelijke niet verder te overschrijden. Maar in plaats daarvan heeft de druk waanzinnige proporties bereikt en nemen de verlokkingen om in de schermerzone te blijven rommelen steeds toe. De UCI loopt met zijn dopingcontroles achter de feiten aan. Gewetenloos gebruiken en misbruiken sommige mensen die zich kennelijk steeds gemakkelijker in het milieu infiltreren die renners die vanuit hun prestatiedrang bevattelijk zijn voor irrationale zaken. Doping is van alle tijden en zit ingeworteld in alle sporten. Maar meer nog dan vroeger plegen de substanties die nu worden gebruikt een hypotheek op de gezondheid en dreigen ze te leiden tot een decadente (sport)maatschappij.

Het frustrerende van de wielersport is dat het veelal bij vermoedens blijft. In het peloton heerst een omerta die niemand doorbreekt. Ieder beginnend wielerjournalist luistert met stijgende verbazing naar de onwaarschijnlijke verhalen die oudere collega’s over het gebruik van doping vertellen. De vanzelfsprekendheid waarmee iedereen vond en vindt dat je daar vooral niets over moest schrijven, botst met de morele verplichting van de journalist om te informeren. Zo ontstaat een wereld met eigen wetten en gedragscodes. Maar het probleem is en blijft dat je niets hard kan maken. Toch wekt het verbazing dat sommigen dan in een ander uiterste vervallen. Dat een ervaren wielerman als VRT-televisieverslaggever Michel Wuyts vorige week in een eerste reactie riep dat hij dacht dat de wielersport in Vlaanderen clean was, klinkt wel heel erg naïef. Vanuit een blinde adoratie voor deze sport zijn zelfs sommige verslaggevers nauwelijks in staat om een stuk koele analyse in te bouwen. Maar in feite past die verklaring bij een wereldje dat baadt in een ons-kent-ons sfeertje, in de al dan niet gespeeld verontwaardigde manier waarop er ook vanuit het peloton op iedere beschuldiging wordt gereageerd. Nochtans circuleren de geruchten dat er met niet te detecteren groeihormonen wordt geknoeid al langer.

Zolang er geen sluitende bewijzen zijn, mag er niet met een beschuldigende vinger naar Johan Museeuw en de andere renners worden gewezen. Het gerecht heeft zich in al zijn ijver in het verleden nog al eens vergaloppeerd, al zou het voor het justitieel apparaat in dit land wel heel erg pijnlijk zijn om te moeten vaststellen dat er nu weer voorbarige conclusies zijn getrokken. Los daarvan is de kans dat een monument als Museeuw wordt gesloopt wel heel erg klein. De West-Vlaming heeft zich door zijn prestaties een onbevlekte reputatie en een aureool van onkreukbaarheid toegeëigend. Dat zal niet zo snel worden weggeblazen. Het publiek distantieert zich van dat soort verhalen. Richard Virenque, die in Frankrijk een haast goddelijke status heeft bereikt, is niet de enige die dat ervoer. Het is alsof de meesten alle excessen wensen te vergeten en zich uitsluitend willen spiegelen aan de heroïek van deze sport, zonder zich daarbij de vraag te stellen hoe die prestaties worden bereikt. Dat leidt tot duale gevoelens. Maar het mag verantwoordelijke mensen niet verhinderen om verder verbeten de strijd tegen doping aan te binden. Op welk niveau dan ook.

door Jacques Sys

De wielersport moet zichzelf ter verantwoording roepen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content