Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Togo, adoptieland van Pietro Allatta, organiseerde zijn eigen WK-soap. Daré Nibombe, Togolees international van Bergen én met Allatta als makelaar, doet zijn verhaal.

Wereldkampioen worden deed Togo niet, wel drie keer verliezen. Tussen het verliezen door staakten de spelers, stapte de bondscoach op, maar keerde ook weer terug. Du jamais vu. Het West-Afrikaanse land, bijna twee keer zo groot als België maar met half zoveel inwoners, had de lachers op zijn hand. Niet door een sportieve afgang, zoals een half jaar eerder op het Afrikaanse landenkampioenschap in Egypte, waar het ook al zijn wedstrijden verloor, maar door komisch getwist buiten de lijnen.

Daré Nibombe had het zien aankomen. Na de Africa Cup was Stephen Keshi ontslagen, de uit Nigeria afkomstige bondscoach, ex-speler van Anderlecht. Niet wegens de slechte resultaten, en ook niet wegens een openlijk conflict met sterspeler Emmanuel Adebayor, reservespits bij Arsenal en volgens Nibombe ” le deuxième président du pays“. “Dat was slechts een incident, niet de ware reden”, weet de centrale verdediger van het pas weer naar de eerste klasse gepromoveerde Bergen. “Dit draait om geld. Togo is het niet gewoon hoge premies te betalen. Keshi heeft op dat vlak heel wat in beweging gezet. Volgens de bondsfunctionarissen heeft hij onze mentaliteit in slechte zin veranderd, zoals toen hij aanvoerder was van de Super Eagles ( de bijnaam van de Nigeriaanse nationale ploeg, nvdr). Daar regelde hij ook alles.”

Nibombe zweert bij hoog en bij laag : was Keshi bondscoach gebleven, Togo zou een beter figuur hebben geslagen. Nu reisde niet eens de sterkste selectie af. Otto Pfister, de Duitser die hem kort voor het WK opvolgde – Nibombe noemt hem niet één keer bij naam – selecteerde spelers die hij nooit had zien spelen en liet betere thuis. Omdat de tijd te kort was, maar ook onder druk van bovenaf. Sport en politiek zijn verstrengeld in Togo : een van de zonen van het vorig jaar overleden militaire staatshoofd – die werd opgevolgd door een andere zoon – is bondsvoorzitter. Nibombe : “Heel de spelersgroep stond achter Keshi. Organiseer een enquête onder de Togolese bevolking en 99 procent stemt voor zijn terugkeer. Met hem hadden we onze tegenstanders pijn gedaan, zeker weten.”

Nu was het allemaal ‘net niet’ : op voorsprong gekomen tegen Zuid-Korea, maar met z’n tienen toch de boot in (2-1) ; 50 procent balbezit tegen Zwitserland, maar geen punten (2-0) ; 0-0 halfweg tegen Frankrijk, maar opnieuw verloren (2-0). Nibombe : “Na elke wedstrijd zijn we een uur, twee uur in de kleedkamer blijven zitten omdat we goed beseften : we hadden beter gekund. Onze tegenstanders waren niet beter dan Mali of Senegal, landen die we uitschakelden in de WK-voorronde.”

Het vertrouwen tussen de internationals en de bond is nog steeds zoek. In die mate zelfs dat Nibombe zegt te overwegen een volgende oproeping voor het nationale elftal naast zich neer te leggen. Wegens de incompetentie van de bond, niet wegens Pfister, die met zijn ontslag in Duitsland uiteindelijk toch hun kant koos tégen de bond, hoewel hij ondertussen dan weer wel zijn contract verlengde. Nibombe : “Hem aanvaarden, was het moeilijkste. We konden niet anders, we hadden geen keus. Maar hij was de situatie niet meester.”

De staking tijdens het WK was niet tegen de arme Duitser gericht. Nibombe : “De beslissing kwam unaniem uit de groep. Het was het laatste middel om onze rechten te laten gelden. De FIFA, de media, de hele wereld : iedereen keek naar ons. We wisten dus dat de bond moest bewegen. Zij stond onder grotere druk dan wij. Wat wij voor ons land hebben gedaan, heeft geen prijs. Togo heeft geen geld, dat klopt, maar wel genoeg om ons te betalen. Wij spelen een interland zo ongeveer elke drie maanden. Dat is niet vaak en bovendien is er tijd genoeg tussendoor om geld te vinden. Het probleem is dat ze bij de bond denken dat ze goed werk leveren, terwijl dat niet zo is. Het is een vreselijk, typisch Afrikaans probleem.”

Gokje op Togo

En dan was er nog het gerucht dat Humo tijdens het WK lanceerde, dat Togo zijn drie wedstrijden met meer dan twee goals verschil zou verliezen. Geregeld door Pietro Allatta, handlanger van gokchinees Zheyun Ye, makelaar van Daré Nibombe én voorzien van een Togolese licentie. Een al maanden bekend gerucht, door betrokkenen in het Belgische gokschandaal gelanceerd, maar nooit hard gemaakt en wellicht ook niet uitgevoerd. Wereldwijde controle bij bookmakers bracht geen verdachte gokbewegingen aan het licht. Te link wellicht ook, met alle ogen plots gericht op de niet-betaalde en stakende internationals.

“Toen we met 2-0 verloren van Frankrijk, na een 0-0 ruststand, waren er zelfs in Togo mensen die beweerden dat we de match hadden verkocht. Mijn gsm stond achteraf vol met zulke boodschappen.” Nibombe vertelt het al lachend, maar de insinuaties van Humo, dat hem ook opbelde in het trainingskamp in Wangen, maken hem nog steeds boos. “Een WK hééft geen prijs ! Eens je op het veld staat, vergeet je dat je niet bent betaald. Je verkoopt dus geen wedstrijden. Je speelt voor jezelf, je vrienden, je familie, je kinderen.” Allatta zag hij niet in Duitsland. ” Pierrot was met vakantie. Ik had kaarten voor hem, maar hij is niet gekomen.”

Nibombe praat onbevangen over Allatta. Begin 2003 arriveerde de dan 23-jarige voetballer in België als politiek vluchteling, een episode in zijn leven waarover hij liever niet praat. In afwachting van zijn regularisatie verbleef hij in een asielcentrum. Na een korte test bij Charleroi belandde hij bij La Louvière, waar hij enkele maanden trainde met de A-kern en wedstrijden speelde met de invallers. Allemaal zonder contract. Vrienden, ook Belgische, zegt hij, hielpen hem door die moeilijke periode. “Ik weet niet hoe ik het zonder die mensen zou hebben gered. Laten we hopen dat ik hen op een dag, voor hun goedheid… (zijn stem stokt). Ik ben hen grote dank verschuldigd.”

Juni 2003, meent Nibombe zich te herinneren, kwam Allatta op de proppen. “Hij stelde zich voor na een wedstrijd. Of ik een makelaar had ? Dat had ik niet. Dus stelde hij voor dat hij dat voortaan zou zijn. Oké, zei ik. Toen La Louvière me uiteindelijk niet wilde, bracht hij me via Jean-Claude Verbist naar Bergen.”

De overlevering wil dat Nibombe Allatta nadien aan Togolese contacten én een domicilie in hoofdstad Lomé hielp om er zijn makelaarslicentie te pakken te krijgen. Nibombe lacht het verhaal weg. Zeker is wel, bevestigt hij, dat Allatta close is met de penningmeester van de Togolese voetbalbond. “Op een keer waren enkele bondslui bij mij thuis op bezoek. Allatta kwam langs en vroeg of hij zijn makelaarsexamen ook in Togo kon doen. Dat kon. Zo is dat geregeld, ik zie daar geen graten in. Ik heb zeker niet geholpen. Volgens mij zijn ze nog steeds in contact.”

Truitje van Vieira

En nu ? Na het WK keerde Nibombe direct naar België terug, naar zijn vrouw en twee dochtertjes. Hij steekt niet weg dat hij had gehoopt via het WK een transfer af te dwingen. Dat is niet gelukt. Nóg niet, merkt hij voorzichtig op : tot 31 augustus is nog veel mogelijk. Ook het truitje van zijn grote voorbeeld, Patrick Vieira, ontglipte hem. Gevloekt heeft hij toen bondscoach Domenech de Franse middenvelder verving. Beter had hij er vooraf afspraken over gemaakt. Meer dan een kort gesprekje achteraf met de Juventusspeler zat er niet meer in. En het truitje van William Gallas, als troostprijs.

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content