Je bent een jonge, ambitieuze sporter en je wil je vleugels uitslaan. Marc Herremans en Cedric Dumont helpen talenten op de weg naar het succes. In Sport/Voetbalmagazine stellen we er om de twee weken een voor. Deze week: Thomas Genon (21), de nummer een op de wereldranglijst in zijn discipline.

Thomas Genon: “Ik was ongeveer zeven en een half jaar oud toen ik me inschreef voor een stage in de wielerschool van Patric Maes, een 23- voudig Belgisch kampioen in het mountainbiken. Maar al snel ging het verder dan alleen in de bossen crossen. Hij leerde me de slalomduels te ontdekken. Ik hield ervan om ook sprongen uit te voeren, want dat oogde fantastisch en voelde heel avontuurlijk aan. Maar op het afsluitende toernooi van de stage werd ik al uitgeschakeld in de eerste ronde omdat ik niet durfde met beide wielen van de grond te komen. Uit pure ontgoocheling stond mijn keuze toen vast: ik moest dat ook kunnen. Mijn vader legde een plank op twee bakstenen en leerde me springen. Ik was meteen vertrokken en ontdekte snel mijn eigen mogelijkheden.

“Mijn appreciatie voor dat spectaculaire gedeelte, in combinatie met de buitenlucht, zorgde ervoor dat ik snel besliste dat ik geen normale sportdiscipline zou beoefenen. Beetje bij beetje zocht ik het extreme op, wat waarschijnlijk veel wil zeggen over mijn karakter. Echt specifieke voorbeelden had ik niet meteen. Dat hoeft ook niet. Tot mijn vijftiende deed ik vooral veel afdalingen met de mountainbike met een ongelofelijke snelheid. Maar ik oriënteerde me toch liever op de creativiteit via de sprongen en het uitvoeren van bepaalde figuren in de lucht. Nochtans verliep alles heel voortvarend, want tussen mijn tiende en veertiende behaalde ik meerdere Belgische titels. Maar het echte koersen, dat vond ik een minder leuk aspect, want dat is eigenlijk puur gericht op het fysieke. Freestyle, dat was meer mijn echte passie. Met een BMX naar de zaal in een skatepark, ik combineerde dat met het pure mountainbiken.”

Wauwgevoel

“Rond mijn veertiende ontdekte ik, via een paar videofilms, de slopestyle. Dat zorgde voor een absoluut wauwgevoel. Ik zocht verder naar sites en beelden via internet. Mijn eerste officiële competitie vond plaats in Duitsland. Op drie kwartier stonden we daar met de wagen. Mijn ouders steunden me volop, want ze wilden graag dat ik me ergens in kon uitleven. Het was wel zo dat ik volledig zelf mijn weg moest volgen, want slopestyle mountainbike is een relatief nieuwe sport. Zodra je van succes proeft in bepaalde competities, wil je altijd meer. Zo gebeurde het dat ik op mijn zestiende al deel uitmaakte van de FMB World Tour. Het deed me alleen maar dromen van de volgende stap, namelijk volledig professioneel bezig zijn met deze sport.

“Mijn grote troef is dat ik heel allround ben, dankzij mijn uitstekende basis. De techniek leerde ik via de BMX, het piloteren op mijn afdaalfiets, waardoor ik ook heel goed kan inschatten welke snelheid nodig blijkt om bepaalde bewegingen uit te voeren in de lucht. Heel wat van mijn concurrenten benijden me dat. Soms worden ze er zelfs ambetant van.

“Slopestyle mountainbike is in België niet echt gekend en totaal niet gemediatiseerd. Ik vind dat wel leuk. Freestyle blijft daardoor iets natuurlijks. Wij zijn een soort van gala-artiesten die voor show en spektakel zorgen. Het is toch prachtig dat onwetende mensen, vaak wandelaars, op een zondagmiddag door wat ‘gekken’ worden opgeschrikt, want het is en blijft een extreem gebeuren. Anderzijds komt er toch ook een pak volk opdagen voor onze wedstrijden, in het Canadese Whistler Mountain Bike Park zelfs meer dan tienduizend mensen, wat betekent dat we over een aantrekkelijk product beschikken. En ik verdien er nog eens geld mee. Een win-winsituatie dus. Met videofilmpjes opnemen, zoals vorig jaar met Hashtag Goodtimes, amuseer ik me te pletter.”

De Friet

“De Fransen gaven me zelfs een bijnaam, ‘La Frite’. Dat staat ook zo op het kader van mijn mountainbike geschreven en afgebeeld. Om mijn eigen niveau te verhogen moet ik vaak uitwijken naar Zuid-Frankrijk. In de winter doe ik dat een tweetal maanden, meestal in de buurt van Montpellier of Lyon. Maar zodra ik terug in België vertoef, heb ik de gewoonte meteen terug te keren naar het skatepark. Het instuderen van de bewegingen gebeurt in een bak vol met mousse, om de val te breken. Dat doet weleens pijn, maar vermindert toch het risico op een zware tuimelperte. Je moet stap voor stap te werk willen gaan, geen etappes overslaan en rustig nadenken. Je mag je niet laten leiden door je impulsen, maar je moet kalm blijven.

“Met mijn vrienden wissel ik vaak van gedachten, elk heeft zijn stijl en we willen meester zijn over onze fiets. Ik probeer mijn eigen persoonlijkheid daar in te stoppen en uit te bouwen. We streven naar een bepaalde vorm van perfectie. In de competitie is de moeilijkheid om de bewegingen naar je hand te zetten met een eigen compositie – dat kan een creatieve ingeving van het moment zijn. Op die manier haalde ik vorig jaar vier zeges en eindigde ik als vierde in de eindstand van de FMB World Tour. In de lucht hangen lijkt een eeuwigheid te duren op de fiets, maar in werkelijkheid gaat het razendsnel. Echt kicken.

“Mijn motivatie blijft intact om mijn eigen grenzen te verleggen. Dit is mijn droomjob, iets ongelofelijks. Ik voel dagelijks de microbe. In maart trek ik naar Nieuw-Zeeland, dan volgt een korte stop van een goede maand en vervolgens doe ik tot oktober aan competitie over de hele wereld. Ik won al de twee grootste evenementen die er bestaan. Mijn honger werd daarmee niet gestild. Graag wil ik voor Canyon nog mooie prestaties neerzetten. Voor iemand van 21 jaar verdien ik toch aardig, ik zit in het spoor van drie Canadese toppers en behoor tot de beste tien in mijn discipline. Twee van die jongens maken nog minder fouten, presteren constanter en reageren bij momenten intelligenter op situaties. Maar de kloof valt te dichten. Alleen de kampioenen blijven in de herinnering, hé.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – FOTO’S: BELGAIMAGE/YORICK JANSENS

“Wij zijn een soort van gala-artiesten die voor show en spektakel zorgen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content