Georges Leekens is snel weggegaan en Hein Vanhaezebrouck vlug teruggekeerd, maar ‘kleine club’ KV Kortrijk staat alweer ver boven de degradatiezone. KVK is zelfs nog volop in de running voor play-off 1. Tegen Lierse maakte het alvast reclame voor de komende ’topmatchen’ tegen Standard en Anderlecht.

Het was tijd om te winnen, voelde je vorige week. Van 6 november was het geleden dat KV Kortrijk nog eens drie punten pakte, daarna volgden in de beker de uitschakeling tegen KV Mechelen en in de competitie een gelijkspel op Zulte Waregem en nederlagen in Eupen en Sint-Truiden. KVK miste afgelopen zondag de afspraak niet: met snedig, bij momenten wervelend combinatievoetbal confronteerde het Lierse meer dan ooit met zijn beperkingen. “We hielden acht man achter de bal,” zei Liersetrainer Eric Van Meir achteraf, “maar ik kreeg de indruk dat waarschijnlijk zelfs twintig man niet voldoende was geweest.”

Cijfers

Na 18 wedstrijden staat Kortrijk zevende met 27 punten. Dat zijn er slechts twee minder dan vorig seizoen na evenveel speeldagen. In de doelpuntenverhouding valt vooral het kleine aantal tegengoals op: 19. Alleen leider Racing Genk (18) en naaste achtervolger Anderlecht (14) incasseerden er nog minder. Het is opmerkelijk omdat het elftal achteraan de grootste veranderingen onderging: Laurent Ciman vertrok naar Standard, David Vandenbroeck naar Zulte Waregem en Jimmy Hempte naar Roda JC. “Het belangrijkste is dat in de centrale as de meeste spelers zijn gebleven”, zegt doelman Glenn Verbauwhede. “Het fundament van de ploeg die zich vorig seizoen voor play-off 1 plaatste, staat er nog. De verdediging is grotendeels vernieuwd, wisselde ook al veel van bezetting en is vaak samengesteld uit jongens met een verschillende moedertaal. Maar ik ben iemand die op en naast het veld veel communiceert. Je ziet dat er tussen de verdedigers een goede band is gegroeid: er zijn weinig communicatiefouten. Als Rami Gershon en anderen de voorbije maanden vooruitgang maakten, is het mede omdat zij zich in deze groep thuis voelen.

“Onze sterkte is ook dat veel van de nieuwelingen mannen met honger en een grote prestatiedrang zijn. Baptiste Martin bijvoorbeeld wil na een heel zware knieblessure in België zijn loopbaan weer lanceren en zorgt er met zijn scherpte voor dat medemaats op een hoger niveau trainen. Met Sven Kums, Davy De Beule en Nebojsa Pavlovic tellen we ook spelers met toch al wat ervaring. Een goede mix voor een ambitieuze trainer om in een voor hem vertrouwde omgeving zijn carrière een nieuw elan te geven.

“We konden al meer punten gewonnen hebben, maar soms zat het tegen en andere keren benutten we zelf de kantelmomenten niet. Het verschil in de rangschikking is ook dat ploegen als Standard en Genk het dit seizoen níét laten afweten. KV Kortrijk is een club in opbouw. Er is al veel veranderd sinds ik hier twee en een half jaar geleden aankwam, onder meer op het vlak van trainingsfaciliteiten. Dat draagt er eveneens toe bij dat mensen met plezier komen werken.”

KV Kortrijk maakte tot nu toe 22 doelpunten: Giuseppe Rossini 6, waaronder 3 strafschoppen; Ilombe ‘Petit-Pele’ Mboyo 5, waaronder 1 strafschop; Davy De Beule 3; Nebojsa Pavlovic 2; Sven Kums, Mohamed Messoudi, Rami Gershon, Karim Belhocine en Chemcedine El Araichi (een strafschop) elk 1. Slechts zes ploegen scoorden minder. “We creëren kansen, maar benutten ze niet altijd”, zegt offensieve middenvelder Davy De Beule. “Over een echte killer beschikken we niet, maar wie mist er nooit een doelkans? Niemand. Iederéén mist kansen. Op centers moet er natuurlijk wel voldoende volk in de zone van de waarheid komen. Drie tot vier man, maar soms zijn het er bij ons maar één of twee. Als Pelé de flank opzoekt en daar zijn actie maakt, is het aan anderen om in het strafschopgebied op te duiken. Soms is dat het probleem. Ons spel is goed, maar we moeten voor meer présence voor doel zorgen. Dan zullen we ook tot nog meer scoringsmogelijkheden komen. Daar werken we aan.”

Een ander opvallend gegeven: thuis behaalde KV Kortrijk tot nu toe 21 punten op 24 met onder meer zeges tegen Club Brugge en Racing Genk, maar buitenshuis oogstte het maar 6 op 30. “Dat is een mentale kwestie”, zegt assistent-trainer Yves Vander-haeghe. “Feit is dat op ons eigen veld de steun van de achterban heel groot is. Vooral in de staantribune achter de goal leeft het enorm. Ook op verplaatsing proberen we onze wil door te drukken, maar misschien missen we daar wat ego en overtuiging om met hetzelfde lef te spelen. Desondanks waren we slechts één helft slecht: de tweede op Charleroi. Zelfs op Anderlecht en Standard lagen we niet echt onder, maar het geloof dat we zoals thuis van iedereen kunnen winnen, was er niet.

“Vorig seizoen voetbalden we buitenshuis wat behoudender, presteerden we soms ook minder, maar pakten we op een diefje wel eens de punten. Nu gebeurde dat nog niet. Als je zo moeilijk scoort, is dat heel moeilijk. De offensieve slagkracht is iets minder geworden. Met Christian Benteke hadden we toen heel veel gewicht en bovendien ontplooide hij zich hier volledig. Momenteel zijn we vooral afhankelijk van Pino Rossini. Hij scoorde al enkele keren, maar miste ook al wat kansen. Ibou heeft het moeilijk en Pelé kan een verdediging openrijten, maar is niet echt een killer. Het is simpel: we hebben te wéínig spitsen.

“Voor de rest waren we vorig seizoen achterin met Ciman en Vandenbroeck iets steviger in het duel, maar is de defensieve organisatie zeker even goed als toen. De taken zijn uitgelijnd en voor de verdediging leveren Kums en Pavlovic heel verdienstelijk werk. Het verschil is dat we nu proberen om nog meer van achteren uit te combineren, druk naar voren te zetten en wat hoger te spelen.”

Beleid

Een van de pijlers waarop KV Kortrijk de laatste jaren steunt bij het uitbouwen van een strijdbaar elftal, is een goede kennis van de Belgische voetbalmarkt. Spelers die elders overbodig waren, zoals Brecht Capon, Ilombe Mboyo, Glenn Verbauwhede, Rami Gershon, Gertjan De Mets, Laurent Ciman, David Vandenbroeck en Christian Benteke, kwamen met succes naar het Guldensporenstadion. “Met de meeste andere clubs onderhouden wij goede relaties”, zegt voorzitter Joseph Allijns. “Het verschil is dat er nu in onze kern maar drie gehuurde spelers meer zitten en dat het er vorig seizoen nog acht waren. We konden er meer definitief aan ons binden.”

Ook de scouting is een belangrijke factor in de sportieve uitbouw. De jeugdopleiding is dat nog niet. Brecht Dejaegere (19), de jeugdspeler die het dichtst aanleunt bij het eerste elftal, speelde tot zijn zeventiende bij Club Brugge; en Monsef Znagui (19), een andere belofte die al een paar keer op de bank van de eerste ploeg zat, kwam de voorbije zomer over van Moeskroen.

Het Kortrijkse jeugddossier is een lang en complex verhaal. Bij de heropstart van de club na het faillissement in 2001, werd de jeugdopleiding in de vorm van een autonome vzw zo goed als volledig losgekoppeld van de cvba Kortrijk Voetbalt. Bijna tien jaar werkten de jeugd en het eerste elftal min of meer naast elkaar. Maar eind mei besliste het hoofdbestuur om de jeugdopleiding weer zelf in handen te nemen en de vzw Jeugd KV Kortrijk buiten spel te zetten. “Onlangs kregen wij via de Pro League een rangschikking van de jeugdopleidingen tot en met het seizoen 2009/10. Daarin kreeg Kortrijk de laagste score van alle profclubs”, verdedigt Allijns de keuze. “Onze jeugd weer zelf in handen nemen, was een stap die we nu eenmaal moesten zetten.”

Gesteund door de stad legde het jeugdbestuur zich daar evenwel niet bij neer. Praktische problemen waren het gevolg. Naar aanleiding van een conflict rond de jaarlijkse voetbalstage in de herfstvakantie, besloot de club zelfs om de vzw Jeugd KV Kortrijk én de stad Kortrijk te dagvaarden. Hoe dan ook: de realiteit is dat de ondersteuning van de jeugdspelers er in vergelijking met vorig seizoen op achteruit is gegaan. Van osteopaten en looptrainers is momenteel bijvoorbeeld geen spoor meer. “Toen we de jeugdopleiding overnamen, beseften we dat het met vallen en opstaan zou gaan”, reageert Allijns. “Intussen zijn we met de stad tot een compromis gekomen over het gebruik van de terreinen en aan de omkadering wordt gewerkt. Ik wil graag iedereen geruststellen dat KV Kortrijk wel degelijk een prioriteit maakt van zijn jeugdopleiding en daarvoor de nodige energie en middelen zal investeren. Maar geef ons alstublieft wat tijd.”

Ook naar aanleiding van een paar kleine verbouwingen die afgelopen zomer door de club zonder medeweten van de lokale overheid aan het stadion werden uitgevoerd, kwam het tot een conflict. Beide partijen raakten sindsdien overigens ook al met elkaar in de clinch in verband met de uitschuifbare spelerstunnel en de werken aan het veld ( zie kader). Allijns wil daar niet veel over kwijt. “Want elke uitspraak kan nefaste gevolgen krijgen. Ik wil wel nog eens benadrukken dat we altijd dankbaar zijn geweest voor wat we van de stad kregen. Normaal wordt er in de komende weken gepraat over een nieuwe beheersovereenkomst. Wij willen graag dat het debat op een serene manier wordt hervat. Maar: it takes two to tango …

Professionaliseren

Dat de wrijvingen tussen het stadsbestuur en de club de laatste maanden vooral in de pers en ei zo na zelfs in de rechtbank werden uitgevochten, is niet ideaal voor de beeldvorming van en de sfeer rond het voetbal in Kortrijk. Maar nadelige gevolgen ondervond KVK daar nog niet van, beweert de voorzitter. “Op commercieel vlak gaat het goed”, zegt hij. “Onlangs organiseerden we een businessavond met onder meer premier Yves Leterme en dat werd een groot succes. Daarnaast werken we aan de verdere professionalisering van de club, ook op extrasportief gebied. De aanwerving van Claude Bamelis ( Nike, nvdr) als commercieel manager bewijst dat we ook in onze structuur stappen vooruit zetten.

“Omdat we vorig seizoen play-off 1 bereikten, hoopten we op een toename van de toeschouwersaantallen. Die is er niet gekomen, maar in tegenstelling tot sommige andere clubs kennen we ook geen terugval. We zijn nog lang niet aan het einde van de uitbouw van de club en doen er alles aan om de perspectieven zo gunstig mogelijk te maken,” besluit Allijns, “maar we mogen niet de pretentie hebben om te zeggen dat een degradatie ons nooit meer kan overkomen.”

door christian vandenabeele & bregt vermeulen

“We mogen nooit de pretentie hebben om te zeggen dat een degradatie ons nooit meer kan overkomen.”

Joseph Allijns “Misschien missen we op verplaatsing wat ego en overtuiging om er met hetzelfde lef als thuis te spelen.”

Yves Vanderhaeghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content