Eeuwig jong

© GETTY

Ryan Giggs, David Beckham, Paul Scholes, Nicky Butt, Phil en Gary Neville voetbalden zich met Manchester United in de geschiedenisboeken. Maar toen het sprookje van The Class of ’92 de wereld rondging, was Adrian Doherty – de meest getalenteerde van allemaal – al lang vergeten. Het levensverhaal van een Noord-Ierse voetballer, de vergeten ster, in boekvorm gegoten door Oliver Kay.

De meeste voorbijgangers proberen hem te negeren. Een paar glimlachen vriendelijk. Een enkeling werpt hem wat kleingeld toe. De straatmuzikant knikt dankbaar, maar hij doet het niet voor het geld. Hij heeft meer geld dan een doorsnee puber kan opmaken. Hij wil gewoon spelen, hij wil zingen, hij wil optreden. Hij wil zich laten overvallen door dat gevoel dat hij even weg is.

How does it feel

To be on your own

With no direction home

Like a complete unknown

Like a rolling stone?

De straatmuzikant is een groot bewonderaar van Bob Dylan. En zijn lievelingslied is ‘Like a Rolling Stone’, het loflied op zwervers… Toch is deze onopvallende verschijning – bleek, tenger, sjofel, in kleren die er verdacht tweedehands uitzien – geen compleet onbekende. Integendeel. Adrian Doherty is een van de grootste beloften van Manchester United, een voetballer die op zaterdagochtend samen met die andere uitblinker, Ryan Giggs, in het A-team traint. Doherty en Giggs zijn de rijzende sterren van United. De verwachting is dat de twee weldra hun kunsten zullen laten zien in de hoofdmacht – Doherty op de rechtervleugel, Giggs op de linker.

Ryan Giggs zou 632 competitiewedstrijden spelen voor Man U, 13 landstitels, 4 FA Cups, 4 League Cups en 2 keer de Champions League winnen. Adrian Doc Doherty, die in de jeugdreeksen werd vergeleken met zijn Noord-Ierse landgenoot George Best, speelde geen enkele officiële match en overleed op 9 juni 2000 – een dag voor zijn 27e verjaardag. ‘Ken je de scène uit The Matrix waarbij alles supersnel gaat, maar de hoofdpersoon alles in slow motion beleeft? Zo was het ook met Doc‘, herinnerde Giggs. ‘Hij passeerde tegenspelers op wilskracht. Tackles ontwijken, zijn tegenstanders zowel binnen- als buitenom passeren, een dubbelpas opzetten, briljante loopacties.’

The Troubles

Adrian Doherty werd geboren (10 juni 1973) in Strabane, een stadje in Noord-Ierland waar de katholieke minderheid zich los wilde scheuren van het Verenigd Koninkrijk. Een oorlogsgebied, gelegen in de kritieke zone tijdens The Troubles, getuigde Adrians vader in Eeuwig Jong.

Strabane werd aan flarden geschoten. Er waren overal explosies. Historische gebouwen werden beschadigd of verwoest. Iedere lege auto die je voorbijliep kon een bom bevatten, mensen waren paranoïde. Als je een winkel inliep, werd je tas gecontroleerd op wapens. Moeders werden gesommeerd hun baby’s uit de kinderwagens te tillen, zodat die gecontroleerd konden worden op explosieven.

In die omstandigheden groeide Adrian – samen met zijn ouders Jimmy en Geraldine, en zijn broers (Gareth en Peter) en zusje (Ciara) – op. Hij voetbalde graag, maar was verlegen. Toen de coach van het voetbalteam van de St. Mary’s Boys Primary School hem, nauwelijks acht jaar, zei dat hij met de oudste schoolploeg – de 12-jarigen – mocht meespelen, vond hij het niet fijn om zijn klasgenootjes in de steek te laten. Hij bedankte, kwam na enkele weken toch opdagen en werd vervolgens de revelatie.

Vader, ooit een linksbuiten bij Derry City FC, stuurde zijn twee oudste zonen naar Melvin, een lokaal clubje. Adrian toverde met de bal, maar kwam soms wekenlang niet opdagen. Verzonken in Lord of the Rings, de trilogie van J.R.R. Tolkien die hij op zijn negende al had uitgelezen, of in de muziek. Hij was verzot op The Police, Bruce Springsteen en Dylan. ‘Hij zei toen al dat hij zou stoppen met voetbal en een band ging beginnen’, vertelde zijn oudste broer Gareth, die een week zakgeld betaalde om Adrian te overtuigen ‘een laatste keer’ mee te voetballen. Hij maakte het winnende doelpunt, het sein voor een comeback.

Het werd bijna een obsessie. Hij trapte de bal 100 keer tegen de muur in de achtertuin en daarna begon hij met hooghouden. Al snel lukte het hem 100 keer, 200, 300. Daarna probeerde hij het met een tennisbal. Weer 100 keer, 200, 300. Wat hij ook deed – voetbal, muziek, lezen, computerspelletjes, noem maar op -, hij deed het met volle overgave.

Op de middelbare school was Adrian de sensatie van de speelplaats, waar hij dribbelde, scoorde en goochelde met de bal. De coach van de Gaelic footballploeg was minder gecharmeerd, vertelden klasgenoten. ‘Soms rende hij met de bal op zijn voorhoofd de hele lengte over het veld, als een zeehond die een kunstje uitvoert. Hij weigerde de bal in zijn handen te pakken – dat was ook niet nodig omdat zijn voetenwerk zo goed was -, dus haalde de leraar hem van het veld en speelde gewoon met een man minder verder.’

Naar Old Trafford

Matt Bradley, coach van Moorfields Boys in Derry, ontmoette Adrian voor het eerst tijdens een wedstrijd met de U14 en noemde hem ‘de beste speler die hij de voorbije 30 jaar had gezien’. Dat was ook de Engelse topclubs niet ontgaan. Adrian moest nog 14 worden en mocht op proef bij Nottingham Forest en Arsenal, waar hij met de spelers van het eerste elftal aanschoof voor de lunch. Zijn fotootje met de League Cup, die Arsenal enkele weken ervoor op Wembley had gewonnen, was hij kwijtgespeeld tijdens de terugreis. Hij vond het grappig, net zoals alles in het leven. Hij herinnerde zich wel nog dat een trainer hem, eenmaal op volle snelheid, omschreef als ‘a fucking blur‘. Een schim.

Elke zondagavond kreeg vader Jimmy een telefoontje van Arsenals assistent-coach Pat Rice, een Noord-Ier die zestien jaar op Highbury had gespeeld. Of Adrian nog altijd van plan was om naar Arsenal te komen? Dat was hij. Op 10 juni 1987, de dag dat hij veertien zou worden, zou hij een schoolboys contract tekenen en twee jaar erna aan zijn stageperiode beginnen.

Maar Bradley, net als de familie Doherty een fan van Manchester United, vond dat Adrians talent het hoogste podium verdiende: Old Trafford. Hij schreef een brief naar Alex Ferguson. ‘De talentvolste speler sinds George Best die ik in Noord-Ierland heb gezien.’ Fergusons scout, Eddie Coulter, was na tien minuten overtuigd. Hij kon al in de schoolvakantie overkomen.

De Strabane Chronicle pikte het nieuws op: ADRIAN IS SET FOR STARDOM. Maar tegen zijn neefje, die hem vroeg of het klopte dat hij voor United ging voetballen, bleef hij bijzonder koel. ‘Klopt, daar ga ik heen. Wat is er als dessert?’ Onverschillig, zoals zijn jeugdcoach Sean Davis vertelde.

Ik heb hem nooit hartstochtelijk over voetbal horen praten. De rest van de jongens had het in de kleedkamer over favoriete voetballers. Maar als Adrian iets zei ging het meestal over muziek. Het schoot weleens door me heen: Lieve hemel… Besef je wel wat je allemaal in je hebt?

Op het vliegtuig van Belfast naar Manchester zaten twee jongens die hij kende: Michael Nash, de doelman van Moorfield Boys Club, en Brendan Rodgers, met wie hij in het Noord-Ierse schoolboyteam speelde en tijdens internationale trips geregeld de kamer deelde. ‘Hij was geniaal’, zei Rodgers, die later trainer van onder anderen Swansea, Liverpool en Celtic werd.

Ze kregen de kans om, onder het oog van Alex Ferguson, in een wedstrijdje tegen de England schoolboys hun droom waar te maken. Nash en Rodgers vielen af, Doherty mocht blijven. Ferguson himself belde naar Adrians vader: ze hadden gelet op snelheid, inzet, kracht, techniek en inzicht. Adrian scoorde overal hoog, wat vrij zeldzaam was. ‘Hij zou perfect bij ons passen.’

Voor het eigen televisiekanaal sprak Ferguson enkele maanden erna over de stille revolutie op Old Trafford, waar de jeugdopleiding een prioriteit zou worden, en liet hij voor het eerst Adrians naam vallen. ‘Snel als de bliksem. Een opwindende ontdekking.’

De zomer van ’89

De trainingskleren lagen klaar in The Cliff, het trainingscomplex, toen de ’tengere jongen met een bleek gezicht en uitgegroeid stekelhaar’ in de zomer van 1989 de kleedkamer van de stagiairs binnenstapte. Een harde leerschool, waar ze een onuitputtelijke lijst van klusjes moesten afwerken en geregeld ontgroeningsrites ondergingen. (Zie kaderstukje)

Doherty bracht hele middagen en avonden door in zijn kamer, luisterend naar muziek, en kwam tot de ontdekking dat zijn wekelijkse loonzakje van 29,50 pond een aardig bedrag op zijn rekening begon te vormen. Op een middag ging hij Manchester in, op zoek naar een muziekwinkel, en kocht een gitaar en wat instructieboeken. De verkoper vond hem zo aardig dat hij er een gratis platenspeler bij deed. Adrian en zijn gitaar zouden weldra onafscheidelijk worden.

Hij verloor zich in de muziek. Een veilig toevluchtsoord, ver weg van de machocultuur en nietszeggende gesprekken in de kleedkamer. De song die hij op het Christmas Cabaret, in het bijzijn van staf en spelers van het eerste elftal, bracht, zei alles over zijn gemoedsgesteldheid: The Times They Are A-Changin‘. Adrian, gekleed in slobbertrui en versleten jeans, kreeg een staande ovatie.

Ook in de tribunes gingen de handen op elkaar. ‘De avond dat ik hem voor het eerst zag, was hij angstaanjagend goed’, getuigde Gary Neville. ‘Hij had de bal op een Messi-achtige manier aan de voet, met die snelle en beweeglijke acceleratie. Hij was niet van deze wereld, eerlijk waar.’

David Meek, Unitedwatcher van de Manchester Evening News, had opwindend nieuws voor zijn lezers: WONDERKIND STAAT KLAAR. ‘Ferguson werd door zijn staf aangemoedigd om hem bij de senioren te halen’, schreef Meek in maart 1990, toen de zestienjarige voor het eerst met het eerste elftal meereisde. De ploeg won met 0-2, met zijn winstpremie van 200 pond kocht hij een typemachine. Want, hij had nog een passie: schrijven. Songteksten, gedichten, avonturenverhalen.

‘Ongelofelijke voetbalskills, maar ik denk dat hij het gelukkigst was met zijn boeken, gedichten en gitaar’, vertelde Alex Ferguson, die verbouwereerd was toen Doherty nog voor het einde van zijn eerste seizoen een contract voor vijf jaar – het langste en beste in de clubgeschiedenis voor een speler van zestien jaar – weigerde. Want, zo zei hij tegen zijn vader: hij wist niet of hij dit over vijf jaar nog wilde doen. Met enige tegenzin tekende hij voor drie seizoenen.

Het noodlot

In zijn tweede seizoen werd de rechterflankspeler doorgeschoven naar het tweede elftal, Giggs moest bij de junioren blijven. Ferguson nam hem mee naar Queens Park Rangers, midden januari 1991, en zou hem anderhalve maand op Old Trafford tegen Everton laten debuteren. Tot het noodlot toesloeg en Doherty een knieblessure opliep. Een week erna debuteerde Giggs in het magische rode shirt. De Welshman sloeg de weg in naar de absolute top, de carrière van Doherty ging in de andere richting.

Het resultaat van de MRI, die pas vijf maanden na zijn blessure werd gemaakt, was hard: scheur van de voorste kruisband. Hij werd bijna een jaar later geopereerd, maar het zou nooit meer goedkomen. Terwijl The Class of ’92 met David Beckham, Nicky Butt, Giggs, Gary en Phil Neville in het voorjaar op weg was naar de FA Youth Cup – 25 jaar na de laatste zege -, stond Doherty met enkele vrienden op podiums van kleine muziekclubs in… New York.

Een vlucht. Doherty besefte dat zijn voetbalcarrière in Manchester voorbij was. Hij flitste niet meer. De knie was stram, zijn loopstijl harkerig. In de zomer van 1993, toen zijn contract afliep, moest hij vertrekken. Door de achterdeur naar Derry City, de club waar zijn vader ooit had gevoetbald. Voor even. Na een handvol wedstrijden gooide hij definitief de handdoek. Te veel pijn.

Hij ging aan de slag in een chocoladefabriek in Preston, waar hij aan de lopende band stond. Niemand die wist dat hij ooit profvoetballer was. Later verhuisde hij naar Galway, waar hij vier jaar lang futiele baantjes – portier, schoonmaker… – met optredens in schimmige pubs en zaaltjes combineerde. Maar: hij was gelukkig.

In mei 2000 nam Doherty een verrassende afslag. Hij ging werken bij Dekker Hout, een meubelmaker in Nederland. Tijdelijk, vertelde hij bij zijn vertrek. Een beetje geld verdienen en dan doorreizen naar Denemarken, België of Frankrijk. Genieten. Muziek spelen. Gedichten schrijven. Maar Den Haag werd zijn terminus. Op 7 mei werd hij door de hulpdiensten uit een kanaal gevist en in kritieke toestand naar het Westeinde-ziekenhuis overgebracht. Een noodlottige val, oordeelde de politie. Van alcohol- of drugmisbruik was geen sprake. Maar: niemand die wist wie de comateuze patiënt was.

In Strabane waren ze ongerust. Het was niet de gewoonte dat Adrian niets van zich liet horen. Jimmy gaf zijn zoon als vermist op, de politie gaf het signalement door aan de Nederlandse autoriteiten. Brit, Adrian John Doherty, 26 jaar oud, donker haar, 1,75 meter. Bijzondere kenmerken: een groot litteken op de rechterknie. Vijf dagen erna rinkelde de telefoon. Adrian, die door zuurstofgebrek een ernstig hersenletsel had opgelopen, werd op de dienst intensieve zorgen in leven gehouden. Het was slechts een kwestie van tijd…

Op 9 juni, een dag voor zijn 27e verjaardag, overleed Adrian. Op de begrafenis, een week erna, tokkelde zijn jongste broer Peter op de gitaar. Forever Young, het nummer van Bob Dylan. Treffende zinnen, alsof ze voor Adrian waren geschreven.

May your feet always be swift

May your heart always be joyful

May your song always be sung

May you stay forever young

Zijn dood ging buiten Strabane bijna onopgemerkt voorbij. Een paar lijntjes in de Sunday Mirror. Meer niet. Op 17 juni, de dag na zijn begrafenis, moest Engeland op het EK tegen Duitsland spelen. De broertjes Neville, Beckham en Scholes, met wie hij ooit de kleedkamers had gedeeld, stonden in de basis. De trein van het voetbal raasde onverbiddelijk door.

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S GETTY

‘Adrian was de talentvolste speler sinds George Best die ik in Noord-Ierland heb gezien.’ – Matt Bradley

‘Hij had de bal op een Messi-achtige manier aan de voet, met die snelle en beweeglijke acceleratie. Hij was niet van deze wereld.’ – Gary Neville

‘Adrian had ongelofelijke voetbalskills, maar ik denk dat hij het gelukkigst was met zijn boeken, gedichten en gitaar.’ – Alex Ferguson

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content