Gehaat en geliefd, egoïstisch en gevoelig, legende bij leven, omringd door een aureool van onaantastbaarheid en onsterfelijkheid. Op 1 mei is het precies twintig jaar geleden dan Ayrton Senna op het circuit van Imola overleed.

Morumbi, een van de vele begraafplaatsen net buiten São Paulo. In de verte reusachtige wolkenkrabbers, stoorzenders in een bijna sacraal beeld: kort gemaaid gras, grote boom, een bronzen plaatje van amper zestig op negentig centimeter. Het opschrift is sober:

Ayrton Senna da Silva

21.03.1960 – 01.05.1994

Nada pode me separar do amor de Deus

Een discreet graf, afgescheiden door een geel-zwart plastieken lint, een zinnetje – Niets kan me scheiden van mijn liefde voor God – met een veel diepere betekenis. Niets kan Ayrton Senna van de affectie van zijn volk scheiden. Dagelijks verse bloemen, Braziliaanse vlaggen, elke dag opnieuw honderden bezoekers voor de formule 1-coureur, die in zijn land een bijna goddelijke status had.

“Hij is onsterfelijk”, citeerde TheGuardianSoniaBarbosa, de vrouw die aan de poort van Cemitério do Morumbi Sennamemorabilia verkoopt. Helmen, foto’s, petjes, T-shirts, dvd’s… “Een eenvoudige en bescheiden man, die ons – Brazilianen – begeesterde.” Of, zoals columnist Juca Kfouri in Veja schreef: “De Argentijnen hebben EvitaPerón, wij Ayrton Senna: idolen met het aura van een heilige. Zijn dood hangt als een zwarte schaduw over ons moreel. Senna was de man die op zondagmorgen ergens ter wereld met een Braziliaanse vlag stond te zwaaien terwijl ons land zich door een diepe politieke crisis worstelde. De ultieme vertegenwoordiger van het succesvolle Brazilië.”

Senna, de held die zijn volk gelukkig maakt. Zoals die zondag, 1 mei 1994 in Imola, terwijl miljoenen Brazilianen voor hun televisie gekluisterd zitten en zien hoe hij MichaelSchumacher moeiteloos van zich afhoudt. Tot zijn Williams in de zevende ronde met bijna tweehonderd kilometer per uur tegen de betonnen Tamburellomuur crasht. Brokstukken overal. Binnen een paar minuten zal hun held zichzelf uit de auto hijsen, denken ze. Hópen ze, wanneer Senna’s hoofd eventjes naar voren beweegt. In San José de Balcarce – een wijk van Buenos Aires, duizenden kilometers van Imola – weet JuanManuelFangio, vijfvoudig wereldkampioen, beter. “Ik wist dat Ayrton dood was en knipte meteen de televisie uit.”

Het duurt minuten vooraleer hulpverleners hem uit de wagen bevrijden, ernaast een grote plas bloed. Moeders en echtgenoten worden naar de woonkamer geroepen, shoppers rennen naar huis, de straten van Rio de Janeiro, São Paulo en Brasilia lopen leeg. In hun riante landhuis, gebouwd op een van de heuvels van São Paulo, krijgen de ouders van Senna een kalmeringsmiddel. Ziekenwagens, een helikopter… Verplegers en dokters staan gebogen over de trots van een natie, roerloos op de grond.

Professor SidWatkins, vermaard neurochirurg en Formula One Safety and Medical Delegate, in het boek Life at the Limit: Triumph and Tragedy in Formula One: “Hij zag er sereen uit, maar ik zag aan de pupillen dat hij een zwaar hersentrauma had. Toen we hem uit de cockpit haalden, hoorde ik een diepe zucht. Alsof zijn ziel zijn lichaam verliet.”

In de helikopter, op weg naar Ospedale Maggiore in Bologna, valt Senna’s hart een eerste keer stil. Om tien over drie, vijftien minuten nadat de race opnieuw op gang geschoten wordt, krijgt de Braziliaan een tweede hartstilstand en moet hij aan een machine, die de hart- en longfunctie overneemt. Om 18.40 uur leest dokter Maria Theresa Fiandri het perscommuniqué voor: Ayrton Senna is gestorven om 14.17 uur, het moment waarop hij crashte en meteen hersendood was.” De zevende ronde op de l’Autodromo Enzo e Dino Ferrari was zijn laatste.

’s Avonds laat vinden onderzoekers in de verhakkelde Williams een Oostenrijkse vlag. Het geplande eerbetoon aan Roland Ratzenberger, een dag ervoor tijdens de kwalificaties gecrasht. Schedelbasisfractuur, gebroken nek, overleden. “Na de kwalificaties belde Ayrton me op”, vertelde Senna’s vriendin, Adriane Galisteu, jaren erna. “Hij was in tranen, kon amper praten en wilde eigenlijk niet starten.”

Een zee van tranen

In Brazilië worden drie dagen van nationale rouw afgekondigd, naar schatting drie miljoen inwoners van São Paulo komen in zijn geboortestad op straat, 200.000 mensen brengen zijn kist – bedekt met de Braziliaanse vlag en een helm – een laatste groet. In Maracanã, het grootste voetbalstadion van Rio, beginnen de 100.000 fans van Flamengo en Vasco na het laatste fluitsignaal in de handen te klappen. “Ole-oleleo la, Sen-na, Sen-na.”

Leonardo, Braziliaans voetbalinternational, heeft Senna enkele weken ervoor in Parijs ontmoet, toen hij met de Seleção een oefenwedstrijd als voorbereiding op het WK speelt. “Ayrton gaf de aftrap, vooraf hebben we wat gepraat”, vertelt hij aan TheGuardian. “We hadden een gezamenlijke droom: voor de vierde keer wereldkampioen worden. ‘Dit moet ons jaar worden.’ Maar geen twee weken erna was Ayrton dood.”

Op de dag van de begrafenis galmen 21 geweerschoten door de lucht, de kist wordt door zijn (ex-)collega’s naar het graf gedragen. Emerson en ChristianFittipaldi, Jackie Stewart, Gerhard Berger, Thierry Boutsen, Roberto Moreno, Rubens Barrichello,Derek Warwick en Alain Prost, zijn ploegmaat bij McLaren, met wie hij op voet van oorlog leefde. “We hebben veel ruzie gemaakt, spraken soms een hele tijd niet met elkaar, maar hij was de enige tegenstander die ik écht respecteerde.”

Op het einde van de ceremonie vormen zeven straaljagers van de Braziliaanse luchtmacht met zwarte rook een gigantisch hart, met daarboven de letter ‘S’. “Zijn laatste reis, begeleid door een zee van tranen”, stamelt een Braziliaanse tv-commentator. “De man is dood, de mythe begint vandaag te leven.”

De taxichauffeur

Ayrton Senna da Silva, geboren op 21 maart 1960, groeit op in São Paulo, een metropool waar ruim tien miljoen mensen samenhokken. Vaak in erbarmelijke omstandigheden, maar Milton da Silva enNeide Senna – zijn ouders – zijn een uitzondering. Vader is een succesvol zakenman: grootgrondbezitter, een bedrijf in auto-onderdelen, distributiefirma van softdrinks. Zijn drie kinderen – Viviane, Ayrtons oudere zuster, en zijn jongere broer, Leonardo – gaan een onbezorgd leven tegemoet.

De hyperactieve en introverte Ayrton krijgt voor zijn vierde verjaardag een go-kart, door vader in elkaar geknutseld, aangedreven door de motor van een grasmachine. Zijn passie voor auto’s en motoren zal alleen maar groter worden. Op zijn 17e wint hij het South American Kart Championship en is dan al een opvallende figuur: zwarte overall, felgele helm met blauwe en groene streep. Brasil!

Vader stuurt hem naar Engeland, waar hij aan de formule Ford 1600 kan deelnemen en die in zijn debuutjaar – op zijn 21e – meteen wint. Zijn vader roept hem toch terug naar Brazilië, waar hij in het familiebedrijf ingeschakeld zal worden, maar wanneer hij tegen een jaarloon van 15.000 euro een zitje in de Formule Ford 2000 kan krijgen, hapt hij toe. Britse en Europese titels in 1982, het jaar erna de beste in het Brits kampioenschap formule 3, waarmee hij in de voetsporen van Jim Clark, Jackie Stewart en Emmerson Fittipaldi treedt. 23 jaar, Ayrton Senna heeft zichzelf op de kaart geracet.

“Ik volgde Ayrton al een tijdje: wie was die kerel die in de formule 3 alles won?”, blikte Bernie Ecclestone in The New Zealand Herald terug. De formule 1-paus, toen baas van Brabham, herinnert zich levendig zijn eerste ontmoeting met de jonge Braziliaan. “November 1983. Senna had in de zomer bij Williams getest en was over veertig ronden sneller dan KekeRosberg, het jaar ervoor wereldkampioen. Hij wist toen al heel goed wat hij kon en was, zonder arrogant te zijn, enorm zelfbewust. We waren zogoed als rond: Senna zou de tweede rijder na wereldkampioen Nelson Piquet worden. Maar Nelson verzette zich tegen zijn komst en noemde hem ‘de taxichauffeur’. Omdat Piquet zo anti was, besefte ik meteen dat Ayrton goed zou worden.”

Peter Warr van Lotus wil de 23-jarige Braziliaan ook een kans geven. Warr, in The Telegraph: “De ideale vervanger van NigelMansell, maar onze sponsor British Tobacco wilde absoluut een Engelsman in het team.” Senna, vastbesloten om in 1984 in de formule 1 te rijden, tekent bij Toleman, een bescheiden Brits team. “Ayrton had een groot probleem: hij was tenger en klein”, schreef Lionel Froissart, bevriend journalist van Libération en auteur van de biografie Croisements d’une vie. “Veel aangeboren talent, maar met zijn lichaamsbouw was hij niet in staat om die snelle auto’s te bedwingen. Dat hadden de ingenieurs ook al opgemerkt. Snel tijdens de eerste ronden, maar door zijn gebrekkig uithoudingsvermogen reed hij steeds trager. Maar, en dat zegt alles over zijn gedrevenheid, hij begon onmiddellijk samen te werken met Nuno Cobra, een fysiotherapeut die andere coureurs fysiek sterker gemaakt had.”

Het wordt een moeilijk eerste seizoen. Turbo opgeblazen tijdens zijn debuutrace, acht opgaves, ‘slechts’ drie keer op het podium. En toch: in Monaco, de zesde GP, maakt hij grote indruk op Peter Warr, de Lotusbaas. Gestart als dertiende manoeuvreert hij zijn matige Hart feilloos door de natte straten van Monaco, na negentien ronden rijdt hij in het spoor van leider Alain Prost, dertien ronden erna gaat hij voorbij de Fransman. Wanneer de race door de extreme weersomstandigheden stilgelegd wordt, wordt de stand na 31 ronden de eindstand: 1. Prost, 2. Senna. De Braziliaan is woedend, maar Warr is onder de indruk van de ‘regenrijder’, die het seizoen erna bij Lotus aan de slag kan.

Prost versus Senna

De tweede rijder van Lotus wint in Portugal, de tweede race van het seizoen, zijn eerste GP en doet dat kunstje in België nog eens over. Senna moet twee seizoenen na mekaar vrede nemen met een vierde plaats in het wereldkampioenschap, het jaar erna (1987) wint hij voor de eerste keer in Monaco, waar zijn zes zeges nog altijd een record zijn. Maar de perfectionist botst op de beperkingen van zijn Lotus. “Als ik wereldkampioen wil worden, dan moet ik vertrekken”, laat hij zich midden in het seizoen ontvallen.

Ron Dennis haalt hem in 1988 naar McLaren, de contractbesprekingen slepen ellenlang aan. “Uiteindelijk gooiden we een muntstuk in de lucht. Kruis of munt? Ayrton verloor, iets wat hij me nooit vergeven heeft”, zei Dennis jaren erna. De Hondamotor is superieur, maar de rivaliteit met Prost – wereldkampioen in 1985 en 1986 – bezorgt de McLarenbaas slapeloze nachten. “Ik heb al mijn hele leven te maken met overachievers, maar op dat vlak kende Ayrton zijn gelijke niet. Mochten we met nummerplaten rijden, dan was Senna’s plaat gemakkelijk te kiezen: EGO 1.”

Prost en Senna winnen vijftien van de zestien races, de aanvaringen tussen de twee zijn legendarisch. “We hadden een afspraak om niet tegen elkaar te rijden, maar daar hield hij zich niet aan”, klinkt het bij de Fransman. Senna 8 – Prost 7, de Braziliaan wint in 1988 zijn eerste wereldtitel. “Hij wilde me niet verslaan, hij wilde mij alleen maar vernederen en aan iedereen tonen dat hij zo veel beter was. Senna heeft een groot probleem: omdat hij zo gelovig is, waant hij zich onsterfelijk en is daardoor een gevaar voor de andere rijders.”

Het seizoen erna, wanneer de twee McLarencoureurs niet meer on speaking terms zijn, wordt Senna in Japan gediskwalificeerd, pakt Prost zijn derde wereldtitel en vertrekt naar Ferrari. Het kampioenschap in 1990 wordt opnieuw in Japan beslist, nadat de Braziliaan eventjes de Ferrari aantikt en de twee bolides naast het parcours belanden. De kloof is niet meer te overbruggen, Senna pakt zijn tweede wereldtitel. Prost: “Met Senna is formule 1 geen sport meer, het is een oorlog.” Een jaar erna, na zijn derde wereldtitel, geeft de Braziliaan toe dat hij Prost opzettelijk aanreed. “Winnen is het enige wat telt. Leuke en lieve jongens winnen geen grote prijzen”, noteert TheTimes in 1991.

Twee seizoenen botst Senna op een superieur Williamsteam, dat met Nigel Mansell (1992) en… Prost (1993) twee opeenvolgende wereldtitels wint, na zes jaar McLaren krijgt hij van Frank Williams – eigenaar van het succesvolle Williams-Renault – het zitje van zijn Franse aartsrivaal. “Een gouden combinatie: de beste rijder, de beste wagen, de beste motor. Senna kan de eerste rijder worden die dit jaar alle GP’s wint.”

De Braziliaan, die bij Williams per race om en bij de 1,5 miljoen euro zal cashen, kijkt in het Britse Autosport van maart 1994 met gemengde gevoelens uit naar het nieuwe seizoen. “Door een aantal technische veranderingen verwacht ik heel wat ongevallen. De wagens zijn moeilijker te besturen, onvoorspelbaarder dan vroeger. En toch kijk ik ernaar uit, meer dan ooit tevoren zelfs. Bij Williams begin ik aan een nieuw leven…”

DOOR CHRIS TETAERT

“Senna was de ultieme vertegenwoordiger van het succesvolle Brazilië.” Juca Kfouri

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content