Ooit was hij de sensatie van de Jupiler Pro League. Vijf jaar geleden debuteerde hij als Rode Duivel. Vandaag rest Yassine El Ghanassy van een veelbelovende profcarrière enkel zijn bankrekening. Een terugblik op een spectaculaire afgang.

Dit is het verhaal van een talent dat alles had, de Belgische voetbalwereld lag aan zijn voeten. Op zijn achttiende werd Yassine El Ghanassy door Michel Preud’homme in eerste klasse gedropt en algauw groeide hij uit tot de nieuwe lieveling van het Belgisch voetbal. De nieuwe Bryan Ruiz, de toekomstige Eden Hazard. In een peiling van dit blad beschouwden zijn collega’s hem zelfs als het tweede grootste talent van België. Dat was juli 2009. Doeltreffend, technisch begaafd en zelfverzekerd: Yassine El Ghanassy werd gegarandeerd een speler met een hoge marktwaarde. In die mate dat hij tussen oktober 2010 en augustus 2011 tot vier keer toe geselecteerd werd door Georges Leekens. In die tijd wist niemand het, maar Yassine had toen al zijn hoogtepunt bereikt.

Sindsdien is hij geleidelijk uit circulatie verdwenen. El Ghanassy was iemand op wie men rekende om een wedstrijd een beslissende wending te geven, maar toen de selectie gemaakt werd voor het WK in Brazilië, werd zijn naam niet eens meer genoemd. Vorige week belandde hij onverwacht weer op de radar, toen zijn transfer naar Kazachstan werd aangekondigd. Hij zou er voor Kairat uit Almaty gaan voetballen voor een enorm salaris, maar uiteindelijk zag hij het niet zitten vanwege de contractduur. In het echte leven ben je als je op je 24e met pensioen bent, een invalide. In het voetbal is iemand die op zijn 24e stopt mislukt. Op die leeftijd kan je nog een carrièrewending maken, maar wie de voorbije zeven jaar met hem omging, heeft daar zo zijn twijfels over.

Te snel te sterk

“Yassine is zo’n type van wie je op zijn 16e, 17e zegt dat hij een uitzonderlijk talent is en iets speciaals heeft. Op zijn 19e denk je: hij is goed, maar een beetje onnozel. Op zijn 21e stel je vast dat hij geen vooruitgang meer maakt en op zijn 23e stel je vast dat een ander van 17 op die positie beter is dan hij. Op dat moment is het te laat en zeg je hem bedankt en tot ziens. Dan doen alle mensen die hij al die jaren geërgerd heeft, hem niets meer cadeau.” Dat is de mening van Jean-François Rémy, hulptrainer in de tijd toen El Ghanassy bij de nationale belofteploeg speelde. Rémy is niet mals voor zijn vroegere pupil, maar heeft daarvoor zijn redenen: onder meer Yassines gebrek aan stiptheid en zijn bijna ziekelijke nonchalance zijn de voornaamste punten van ergernis.

Volgens Marc Van Geersom, zijn trainer bij de U19 bij de bond, duurde het niet lang voor Yassine de eerste tekenen van zelfgenoegzaamheid liet zien. “Het was niet makkelijk op menselijk vlak met hem om te gaan. Hij is iemand die niet snel begrijpt wat hem gevraagd wordt. Hij heeft een enorm ego en gelooft dat hij alles weet, de beste is. In het voetbal kan dat een kwaliteit zijn, maar hij kende zijn werkpunten niet. En hij had nog op alle vlakken vooruitgang te maken. Hij stond te weinig open voor kritiek en raad.”

Los van zijn soms moeilijke karakter en van het feit dat hij zichtbaar de neiging had om zich te settelen in zijn zelfgenoegzaamheid, is Yassine El Ghanassy geen slechte vent, maar eerder een geschikte kerel. Ook daar is men het over eens. Volgens Georges Leekens is hij “een charmante en welopgevoede jongeman, die alleen de pech had te snel de slechte kanten van het profbestaan te hebben ontdekt”. Vanaf zeer jonge leeftijd bewierookt in de media, op zijn zeventiende naar Birmingham gestuurd voor tests, nog voor hij er rijp voor was het hof gemaakt door een massa managers, soms met weinig scrupules: Yassine El Ghanassy beleefde de adolescentie zoals de allergrootsten, maar zonder dat hij erop voorbereid was. Wanneer hij al voor Gent speelt onder Michel Preud’homme, gaat Yassine via zijn vader uiteindelijk in zee met manager Eric Depireux: “Het is Abdellatif Khlale, die met de spelers met dubbele nationaliteit voor de Marokkaanse bond werkt, die me zijn vader heeft voorgesteld en me heeft aangeraden om Yassine te ontmoeten. En dan heeft Michel Preud’homme me over hem de allerbeste dingen verteld, maar ook dat hij speciaal was, jong en onstuimig.”

Vergiftigd geschenk van Leekens

Niet alleen Preud’homme steekt de loftrompet over El Ghanassy, dat doet ook Depireux. In het begin althans: “Ik heb heel snel druk gezet bij Georges Leekens om hem in de selectie op te nemen. Ik dacht dat dit de ideale springplank zou zijn.” Inmiddels is geweten wat de carrière van YEG in de nationale ploeg voorstelt. Vier keer werd hij opgeroepen, twee keer naar de tribune verwezen en twaalf minuutjes gespeeld, vriendschappelijk tegen Finland en vervolgens Slovenië. Vanuit Equatoriaal-Guinea, waar hij met Tunesië aan de slag is in de Afrika Cup, herinnert Georges Leekens zich de komst van Yassine in de de nationale ploeg: “Francky Dury zei me dat hij goed werkte, dat zette me ertoe aan om hem zijn kans te geven.”

Het seizoen 2010/11 is het jaar waarin El Ghanassy helemaal openbloeit. Is hij onder Michel Preud’homme een man van de tegenaanval, dan wordt hij onder Dury echt onvervangbaar. Iemand die op de defensie weegt en doelpunten maakt. Zijn statistieken op het einde van het seizoen volgen als een beloning. Zes goals, twaalf beslissende passes, Yassine El Ghanassy staat aan de top. Het probleem is dat hij dat ook wéét. Getuige van de op- en neergang van de speler heeft Manu Ferrera, die lang op de trainersbank zat in Gent, een duidelijke mening over het geval El Ghanassy: “Er zijn twee periodes geweest bij Yassine. De eerste waarin hij vol verwondering de profwereld ontdekte. Toen hij probeerde zich te amuseren, dat was zijn enige doel. Dat heeft twee, drie jaar geduurd: de tijd om te begrijpen dat voetbal ook veel geld kon opbrengen. Vanaf dat moment is hij zijn onschuld verloren, zijn levensvreugde en zijn creativiteit. Men kan beweren wat men wil, maar toen is de omschakeling gebeurd.”

Het vervolg wordt minder leuk. Voorbestemd om de leider te worden van het Gent van Trond Sollied, staat Yassine op het punt te ontploffen in volle vlucht. In zulke gevallen spreekt men over het seizoen te veel. Zijn statistieken van dat jaar openbaren veel. Vier beslissende passes en twee goals tussen midden juli en eind augustus en daarna weinig of niets meer. In één seizoen glijdt hij af van lieveling van het Gentse publiek tot sukkel van het Belgisch voetbal.

Richie Rich

In augustus 2013 verwoordde El Ghanassy zelf zijn situatie toen: “Ik ben er deels zelf verantwoordelijk voor, heb met bepaalde zaken te veel te koop gelopen, zelfs al deed ik het niet opzettelijk. De supporters hebben dat slecht opgevat.” Versacekleren dragen en met een Porsche Cayenne rijden is geen misdaad in de wereld van het profvoetbal. In feite lag het probleem bij de speler zelf en niet bij het publiek. Ook dat gaf hij anderhalf jaar geleden toe: “Zelfs gewoon ’s morgens opstaan en naar Gent rijden stak me tegen. Ik kreeg er een afkeer van.” De band met het publiek en het bestuur van Gent wordt zo verbroken. Er is op dat moment niemand om, ondanks het blijkbaar onuitputtelijke krediet, alles op een rijtje te zetten voor El Ghanassy, die al een labiele reputatie heeft. Ook zijn makelaar Eric Depireux wordt een van de slachtoffers van het veranderde gedrag van de speler: “Op een dag kreeg ik een aangetekende brief van hem om te zeggen dat hij niet meer met mij wilde werken. Zijn probleem is dat hij met zijn managers omgaat zoals met zijn carrière. Zelfs als het lied vals klinkt, raast hij voort. Tot zijn opluchting stelt Mogi Bayat hem Engeland voor. De droom van elke voetballer. Goed gezien van Mogi.”

En of het aanbod verleidelijk is. Eén maand voor Romelu Lukaku wordt El Ghanassy voor een seizoen uitgeleend aan West Bromwich Albion. Hij zal er zes maanden blijven. De tijd om “de bodem te bereiken en een grote klap te krijgen”, aldus Yassine zelf. De tijd ook om in de vergetelheid te raken, terwijl twee van zijn beste vrienden furore maken (Benteke bij Aston Villa, Pelé Mboyo bij… Gent!). Terwijl hij een verontrustend gebrek aan speeltijd bekomt, bekwaamt El Ghanassy zich in Engeland verder in zijn leven als parvenu. Yassine bekent op het eiland soms tot 4000 euro in een avond uit te geven, wordt geflitst met 223 kilometer per uur en, omdat hij niet speelt, komt hij kilo’s bij. De schuld van – in zijn eigen woorden – “foute vrienden en meisjes”.

Om zijn nieuwe poulain uit die negatieve spiraal te halen waar hij geleidelijk in wegzinkt, beslist Mogi Bayat om Yassine naar Nederland over te plaatsen. Naar Heerenveen meer bepaald. Een verloren gat van 40.000 inwoners in het noorden van Nederland. Daar zal hij wellicht de eerste speler uit de geschiedenis worden die zijn trainer, een zekere Marco van Basten, vraagt om hem niet te laten spelen. Eenvoudigweg omdat hij “daar niet gelukkig is”. Onder dwang zal YEG uiteindelijk toch spelen. En nog goed ook. In die mate dat hij titularis wordt en Víctor Fernández overtuigt om hem terug naar Gent te halen.

Kapitein uit de bus

De terugkeer van Yassine El Ghanassy naar België gebeurt met veel toeters en bellen. Zelf geeft hij toe dat hij soms “naïef” is geweest en verbindt zich ertoe om “de stommiteiten te stoppen”. Zijn charmeoffensief is een succes en de Spaanse trainer Víctor Fernández deelt mee dat hij van Yassine de nieuwe sterke man van de Buffalo’s wil maken. De inzet is gewaagd. Omdat Bernd Thijs op non-actief staat en Christophe Lepoint in ongenade is gevallen, is Gent op zoek naar een nieuwe kapitein. Manu Ferrera herinnert zich nog goed hoe Yassine El Ghanassy de kapiteinsband om de arm heeft gekregen: “Aangezien er niemand uitsprong, had Víctor beslist om de spelers anoniem te laten stemmen. Christophe Lepoint kwam als eerste uit de bus, maar Víctor geloofde niet in hem. De tweede was Yassine. Hij kreeg dus de band en was supertevreden, maar het heeft niets aan zijn gedrag veranderd. We hoopten dat dat hem een klik zou geven, maar het was al te laat opdat hij nog zou veranderen.”

In tegenstelling tot Manu Ferrera gelooft Víctor Fernández op dat moment wel nog in een mogelijke opflakkering. Het probleem voor Yassine is dat de Spanjaard op 30 september ontslagen wordt en dat zijn opvolger Mircea Rednic heet. Niet echt het type van de bezorgde vader. Tussen trainer en speler komt het voor de laatste wedstrijd van 2013 tot een clash. Wanneer hij verneemt geen titularis te zijn, weigert YEG de bus op te stappen. Rednic barst uit en scheldt de speler publiekelijk uit voor “verwend kind”.

Kindster

De stellingname van Rednic verbaast nauwelijks iemand in de microkosmos van het Belgisch voetbal. Jean-François de Sart beweert nooit over hem te klagen te hebben gehad, maar geeft tegelijk toe dat El Ghanassy een speler is die “nooit inschikkelijk kon zijn, iemand die moeilijk met zichzelf overweg kon”. Eric Depireux is even streng voor zijn vroegere poulain, die hem met een aangetekende brief wandelen stuurde: “Het probleem met heel getalenteerde piepjonge voetbalspelers zoals hij, is dat alles volledig voor hen geregeld wordt en dat ze dus heel laat volwassen worden.”

Om de brand te blussen beslist Ivan De Witte zijn speler op de markt te brengen. Mogi Bayat aarzelt niet om hem bij Quique Sánchez Flores te plaatsen, trainer van Al Ain, de grootste club van de Verenigde Arabische Emiraten. Yassine zal er het seizoen beëindigen alvorens enkele weken naar Gent terug te keren. Op 19 september geeft de voorzitter van Gent het op. Het contract wordt definitief verbroken. Waarop een lang zwart gat volgt van drie en een halve maand. Een periode waarin YEG met meerdere eersteklassers weigert in zee te gaan. Want hoewel hij zich op de bodem van het gat bevindt, blijft Yassine de eisen stellen van een kindster. Hij wil 400.000 euro per jaar en het liefst een club in Engeland. Uiteindelijk zou hij genoegen nemen met 100.000 euro netto per jaar in Kazachstan, maar ook daar haakte hij af, op een disucussie over de contractduur. Het zou een keuze geweest zijn die hem veel kritiek opgeleverd zou hebben, ook van zijn naaste entourage en Mogi Bayat zelf. Wie hem wel altijd verdedigde, was Pelé Mboyo, zijn “grote broer”: “Het klopt dat hij aanbiedingen had in België, maar het probleem is dat hij hier te veel is zwartgemaakt. Vandaar dat hij de uitdaging in Kazachstan ernstig heeft overwogen. Bovendien is voetbal ook een broodwinning. Dat mag je niet vergeten. Als hij kiest voor financiële zekerheid, is dat zijn goed recht.”

Vier en een half jaar geleden trok Yassine El Ghanassy al eens naar Kazachstan met de Rode Duivels als doublure van Eden Hazard voor zijn eerste cap met de Rode Duivels. Nu zit hij niet eens op 7000 kilometer van Brussel (de afstand Brussel-Almaty) maar op lichtjaren van zijn vorige niveau.

DOOR MARTIN GRIMBERGHS

“Ik heb met bepaalde zaken te veel te koop gelopen, zelfs al deed ik het niet opzettelijk. De supporters hebben dat verkeerd begrepen.” Yassine El Ghanassy

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content