‘Ik pas me overal aan’, zegt Hossam Ghaly, die na omzwervingen via onder meer Rotterdam en Londen van het woelige Caïro in het rustige Lier neerstreek.

De felgroene ogen van Hossam Ghaly (31) stralen passie en trots uit. “In het buitenland ben je altijd een vertegenwoordiger van je land. Ik praat zelden over de situatie in Egypte, maar als mensen me vragen stellen, vertel ik hen: het blijft een prachtige bestemming. Heel veilig, dus ga er gerust op vakantie.”

In Rotterdam, waar de 58-voudige international bijna drie seizoenen voor Feyenoord speelde, liep het allemaal op wieltjes. “Ik werd ontdekt op een internationaal toernooi in Qatar. Na vier seizoenen bij Al-Ahly, waar ik op mijn achttiende debuteerde, vond ik het tijd voor een volgende stap.”

Dus twijfelde Ghaly niet toen hij in 2003 een aanbod kreeg van de Rotterdamse club, een seizoen daarvoor nog winnaar van de UEFA Cup. “Ik belandde in een team met Robin van Persie, Paul Bosvelt, Dirk Kuijt enmet Bert van Marwijk als coach. De eerste maanden waren moeilijk, vooral omdat ik niet in de ploeg raakte. Er was de andere cultuur, taal, mentaliteit en het onvermijdelijke heimwee.”

Vooral de taal en het andere type voetbal eisten enige flexibiliteit. “Twee keer per week kreeg ik les Nederlands. Ik merkte dat onderlinge coaching zeer belangrijk is in het Nederlandse voetbal. Zo leerde ik snel een aantal basisbegrippen: links, rechts, in je rug… In Egypte draait het spelletje om techniek, tactische discipline is er nauwelijks. Bij Europese teams leer je dat het een serieuze aangelegenheid is, ook inzake fysiek en conditie. Het wordt een beroep.”

Het seizoen na Van Marwijk ontbolsterde de Egyptenaar als controlerende middenvelder onder de vleugels van de nieuwe coach Ruud Gullit. Ghaly: “Gullit is in Afrika een volksheld. Ook voor mij persoonlijk. Ik was grote fan van het AC Milan met Rijkaard, Van Basten en Gullit. Hij haalde het beste uit mij, door altijd positief op mij in te praten. Hij geloofde oprecht dat ik een van de beste middenvelders in de wereld kon worden. Ik herinner me nog dat ene zinnetje dat hij vaak herhaalde: ‘Ghaly, als je naar mij luistert, speel jij elke wedstrijd met een sigaar in je mond de tegenstand op een hoopje.’ Dat gaf me telkens een boost.”

Niet meer geliefd in Londen

In de winterstop van het seizoen 2005/06 haalde Tottenham Ghaly naar de Premier League, dankzij een interventie van Ghaly’s landgenoot Ahmed Mido. De voormalige spits van AA Gent beval Ghaly aan bij Spursmanager Martin Jol. Ghaly: “Mido was op het veld heel professioneel, hij trainde hard, maar naast het veld was hij… tja, Mido. Hij heeft me wel veel geholpen in die beginperiode.”

Zijn debuut kwam er na enkele maanden tegen Manchester United op Old Trafford. Ghaly: “Ik speelde in totaal meer dan twintig wedstrijden dat eerste seizoen en daar was ik best tevreden over. Zelfs de trainingen waren leuk. Het leven in Londen was aangenaam, al krijgt Rotterdam voor altijd een speciale plaats in mijn hart. Het blijft mijn tweede thuis.”

Toch liep het mis: na een vroege wissel in een wedstrijd tegen Blackburn gooide Ghaly ostentatief zijn truitje op de grond, het maakte hem in een klap tot persona non grata op White Hart Lane. “Het leek alsof ik de club en haar supporters verwierp, maar eigenlijk was het gewoon een daad van frustratie. Ik weet wat er voorafging aan dat incident. De vroege wissel was niet de enige reden. Het had ook te maken met afspraken die het Tottenhambestuur niet nakwam. Jammer dat dat incident alles kapotmaakte. Ik hield van de Spurs en de fans, maar ze hebben het mij nooit vergeven. Toen ik na de zomervakantie weer op de club kwam, zeiden ze dat ze me niet meer konden opstellen omdat de supporters dat niet zouden tolereren.”

Ghaly werd uitgeleend aan Derby County, tot Harry Redknapp bij Tottenham tekende als manager. “Hij wilde me opnieuw een kans geven. Toen ik klaarstond om in te vallen en uitgejouwd werd door de eigen fans, durfde Redknapp me niet in te brengen. Toen wist ik dat er voor mij geen toekomst was bij Tottenham.”

Reddingsboei Al-Nasr

Ghaly droop af naar het Midden-Oosten, waar de Saudische topclub Al-Nasr hem een reddingsboei toewierp. “Ik zat er mentaal door, bovendien was er toen de geboorte van mijn eerste kind. Heel destabiliserend allemaal. Ik kreeg nog enkele aanbiedingen uit de Engelse tweede klasse, maar toen Al-Nasr interesse toonde, moest ik daar geen seconde over nadenken.”

In Saudi-Arabië werd hij ingehaald als een vedette en zette hij zijn carrière weer op de rails. “Ik speelde er één jaar en ondertussen wonnen we met de Egyptische nationale ploeg ook de Afrika Cup. Zo kwam ik sportief en mentaal weer aan de oppervlakte. Dat Saudi-Arabië qua cultuur veel strikter is dan Egypte stoorde mij niet: mijn leven bestond er uit slapen en voetballen. Voor mijn gezin was het lastiger.”

Uiteindelijk bleef de ervaring in het Midden-Oosten beperkt tot één jaar. Opnieuw zorgde een incident voor een gedwongen vertrek: Ghaly werd beschuldigd van dopinggebruik. “Nadien werd mijn naam wel gezuiverd, maar voor mij was het kwaad geschied. Mijn vertrouwen in het voetbalwereldje daar was weg. Ik tekende bij mijn ex-club Al-Ahly, waar ik meteen aanvoerder werd. We wonnen de Egyptische titel en de Afrikaanse Champions League.”

In diezelfde periode van sportieve hoogconjunctuur werd in januari 2011 het Tahrirplein het decor voor een volksopstand tegen het regime van president Hosni Moebarak. Ghaly maakte het vanop de eerste rij mee. “Wat er in januari gebeurde op het Tahrirplein was voor iedereen een grote verrassing, maar het rumoer vond slechts in bepaalde wijken plaats, in de rest van Caïro was het rustig. Meestal zaten wij ook maar op de televisie te volgen wat er even verderop gebeurde. Nooit voelde ik me bedreigd.”

Omdat hij met Al-Ahly de voorbije twee seizoenen zowat alles won wat er te winnen viel, vond Ghaly de tijd rijp om opnieuw zijn kans te wagen in Europa. Zijn keuze viel op Lierse, een club met een Egyptische eigenaar. Maar een vlucht voor de politieke instabiliteit in Egypte was het niet, benadrukt hij, ondanks de staatsgreep in juli van dit jaar. “Over een paar maanden kunnen we allemaal weer een normaal leven leiden”, zegt hij hoopvol gestemd.

Om die boodschap meer kracht te geven hadden de Egyptische internationals hun zinnen gezet op het WK in Brazilië. Ghaly: “Op die manier konden we de mensen weer een glimlach op het gezicht toveren en het land verenigen.” Maar inmiddels verloor Egypte de barrageheenmatch in Ghana met 6-1 en staat het op 19 november voor een nagenoeg onmogelijke opgave.

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

“Over een paar maanden kunnen we in Egypte allemaal weer een normaal leven leiden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content