Een winterwandeling in Neerpede, het jeugdopleidingscentrum van Het Instituut Royal Sporting Club Anderlecht waar alleen de bomen op hun plaats staan.

Of de verf op is, vraag je je af, en het budget ontoereikend ? Of het onderhoudspersoneel in staking is, langdurig ziek, of op rust ? Of de vuilniskar er dan nooit langskomt ? Of doet de staat van Neerpede er voor Royal Sporting Club Anderlecht misschien niet zo toe ?

Het chic van Anderlecht, Het Instituut ? Dag Jan ! Neerpede rijd je door het vuil binnen. Rottende bladeren, afgekraakte takken, steenbrokken, roestende draad, buizen en platen. Plastiekzakken. Putten en bulten. Sjongejonge. Voor veel caféploegen, denk je, moet het aangenamer thuiskomen zijn.

“Hier in Neerpede is één groot probleem : je bent er thuis, maar eigenlijk ben je er niet thuis”, verwelkomt Werner Deraeve onze verbazing. De technisch directeur van de jeugdafdeling van Anderlecht, verantwoordelijke voor Neerpede, wijst rechts van de oprit op een bordje. Brigade Canine, honderbrigade. “Opleiding van politiehonden”, glimlacht hij. “Heel dat stuk is van hen. De oprit is gemeenschappelijk. Het onderhoud is voor de gemeente, maar die doen het absolute minimum.” Eh.

Links ligt in een diepte een synthetisch oefenveld. “Vijftien, zestien jaar geleden één van de eerste in België”, vertelt Deraeve. “Eén van de eerste generatie, maar nu zitten we al aan de derde. Dat is natuurlijk alweer helemaal iets anders. De levensduur was trouwens twaalf, dertien jaar, dus zitten we daar dus al een tijdje over. Behalve het onderhoud kan je daar niet veel aan doen, hoor.”

De oprit loopt uit op een parkeerplaats. Een gemeenschappelijke parkeerplaats. “Je ziet,” zegt Deraeve, “twee, drie jaar geleden is de gemeente begonnen met degelijke parkeerplaatsen aan te leggen, maar naar het schijnt zijn de subsidies op. Dat ligt daar nu al een jaar en een half zo, half afgewerkt, maar bon… En wij mogen ook daar niks aan doen, hé.” Want de parkeerplaats is voor gemeenschappelijk gebruik.

Maar… wacht eens : voor gemeenschappelijk gebruik ? Voor wie dan nog wel ? “Wel, kijk daar,” gaat Deraeve verder, “dat daar, dat is een gemeentelijke feestzaal. Salle communale des fêtes. De helft van het gebouw wordt door de gemeente Anderlecht verhuurd voor feestjes, in het weekend en ook ’s avonds tijdens de week. Dat houdt bijvoorbeeld ook in dat je altijd alles moet openhouden en eender wie hier dus eender wanneer en eender waar kan rondlopen.” Ach zo. In de rest van het gebouw, vroegere eet- en speelzaal van de speelpleinwerking, woont de concierge en is er ook een cafetaria. Merkwaardig, zo lijkt òns dat althans, is wel dat je vanuit de cafetaria geen zicht hebt op de velden.

Wat verder staat een grote hangar die ooit dienst deed als overdekte speelplaats. Eronder heeft de club zo te zien gebouwd. Een indoorzaal warempel, toch een grote troef. “Iets heel nuttigs, jazeker”, beaamt Deraeve. “Iedere dag wordt die gebruikt, onze jonge gasten zitten er heel veel in, voor technische, ook individuele trainingen. Alleen moet het tapijt hoognodig vervangen worden. Dit staat hier dan ook al een jaar of twintig. Het werd gebouwd op aandringen van Ivic. Die man had dat goed gezien, inderdaad.”

We lopen achter de directeur aan, een nieuw gebouw onder de hangar binnen. Iemand is er faiences aan het zetten. “Hier,” legt Deraeve uit, “hebben we snel zelf – met ònze mensen – een paar kleedkamers, een kinézaal, douches en een bad voor aquagym gebouwd. We zijn bezig sedert oktober 2000, het is nog niet af, maar we doen ons best. Met onze mensen, ja. De een betegelt, de ander metselt, iedereen draagt zijn steentje bij. Mensen kunnen zich dat misschien niet voorstellen, maar zo gaat het hier. Omdat we geen keuze hadden : we moesten, want je moet mensen toch een béétje deftig kunnen ontvangen, hé.”

Deraeve gidst ons tot in de zeer ruime powerzaal. “De toestellen zijn wel niet de allerlaatste op de markt, maar voor de rest kan hier toch degelijk gewerkt worden”, merkt hij op. “Hier is de voorbije vijf, zes jaar door onze mensen veel gedaan, maar om nu te zeggen : dat is het jeugdcentrum van Anderlecht… Wij doen het noodzakelijke. In Neerpede moet je je plan kunnen trekken, dat hebben we hier alleszins wel geleerd.”

V

ier velden liggen er op Neerpede, plus een kleintje waar de keepers trainen. Eén is er in slechte staat. “Omdat er het meest op getraind wordt”, aldus Deraeve. “Terrein 1 en 2 worden gebruikt voor de wedstrijden. Meestal zijn die in goeie staat, omdat er door onze twee onderhoudsmannen enorm hard wordt op gewerkt. Probleem is nu alleen dat er één wat is omgeploegd door de beloften, toen die er eens een oefenmatch tegen Nancy op hebben gespeeld toen het zwaar geregend had. Terrein 4 is het beste, maar dat wordt sedert Aimé Anthuenis gebruikt door de eerste ploeg – en de reserven, A-juniores of beloften. Dat houdt dus in dat we er één kwijt zijn. Eigenlijk, om degelijk te kunnen werken, hebben we zes velden nodig – plus een synthetisch. Twee voor de profs en vier voor de jeugd – twee om te trainen en twee voor de wedstrijden.”

We slenteren tussen de velden. De bomen, valt ons op, zijn dringend aan een snoeibeurt toe. “We mogen daar niet aankomen, dat is – net zoals de ingang en de oprit – voor de gemeente”, aldus Deraeve. “Wij moeten zien dat het ònze proper is. We proberen de jeugd redelijke velden te geven en redelijke kleedkamers, én we proberen goed te werken met die jongens, wat eigenlijk het allerbelangrijkste is. En de rest, ja… dat probéren we proper te houden : zelf de afgevallen bladeren opruimen, met een karreke… Dat is een werk, hoor, al die bladeren opkuisen. Al gezien hoeveel bomen hier staan ?! De gemeente beschikt over zuigers, maar als je dat vraagt… Wij zijn ook geen prioriteit bij de gemeente, hé. We vroegen hen om te komen snoeien, maar ze zijn nog niet afgekomen. Ik hoop dat ze zullen afkomen, want het wordt hoog tijd. Normaal gebeurt dat in de maanden november of december, hé.”

We lopen het kantoorgebouw binnen. “Voorheen kleedden de spelers zich boven ons bureau”, verrast Deraeve ons. “Hier waren tot voor kort de kleedkamers, jaja – en er waren er ook nog een paar wat verderop, maar die zijn afgebroken. En hier was de kiné, en daar zat de dokter. Dat ging zo ook, maar echt van deze tijd was dat natuurlijk niet. In de plaats maakten we met onze mensen een vergaderzaaltje, en een zaaltje voor recrutering, want als er mensen komen om te discussiëren moet je toch wat privacy hebben, hé. Boven maakten we een receptiezaal. En daar nog een bijkomend bureau. De ramen moeten er nog in, maar dat komt wel in orde.”

H

oewel, in orde ? “Als je het centrum in zijn totaliteit bekijkt, moet eigenlijk alles wat opgetrokken is weer afgebroken worden”, glimlacht Deraeve, gezeten in het vergaderzaaltje. “Dan moet alles plat, ja. Dan moeten alle gebouwen gecentraliseerd worden waar nu de hangar staat. Op zo’n oppervlakte kan je een nieuw gebouw optrekken waar alles in zit : kleedkamers, powerzaal, bureaus, kantine op de eerste verdieping met zicht op de velden… En waar nu de politie met zijn honden zit, zou een internaat kunnen komen. Twintig, dertig flatjes waar jonge profs in kunnen logeren, en buitenlandse testers die nu allemaal op hotel worden gestoken.

“Moest je over het totale domein beschikken, dan kan je er werkelijk iets fantastisch van maken. Twee velden erbij ook. Mét een deel voor de eerste ploeg, want ik vind dat alles wat het sportieve van Anderlecht betreft naar hier zou moeten komen. Het stadion, dat is iets commercieels, hé. Ga daar je wedstrijden spelen, dat is alles. De eerste ploeg zit daar nu op dat klein veld te… Ik begrijp ook dat het voor hen niet ideaal is ginder. Bovendien zitten ze daar al met te weinig bureaus, enzovoort.

“Het zou ongetwijfeld ook de problematiek van de doorstroming van de jeugd ten goede komen. Als je gezamelijk met de eerste ploeg, in dezelfde ruimte, dezelfde infrastructuur… Je zit bij elkaar, hé, je ziet elkaar meer, je praat meer met elkaar, je ziet meer, de hoofdtrainer ziet meer. Terwijl nu… Nu ben je twee verschillende centra, hé. Je moet vergaderingen organiseren om elkaar te kunnen spreken, dus is het logisch… Dat zijn twee aparte clubs, momenteel. Automatisch zou die doorstroming beter zijn, dat kan niet anders, want het zou op natuurlijke wijze gebeuren. Dus : het zou een goeie stap zijn.

“Hier is alleszins ruimte genoeg, en met al die bomen is het ook een mooie omgeving. Nu is het winter en ziet het er allemaal een beetje beteuterd uit, maar kom hier maar eens in de herfst of de zomer. Het is er prachtig – die bomen zou ik zeker laten staan, want ze geven Neerpede juist zijn charme. Ook de ligging is ideaal, vlakbij de afrit van de ring, niet ver van het centrum en het hoofdstadion. Je kunt ook nog een speciale oprit maken voor de eerste ploeg, en een deel voor hen afzetten, zodat er toch een scheiding is met de jeugd. Natuurlijk, er zijn akkoorden met de gemeente, en ik weet niet wat er kan en mag. Het spijtige van de zaak is dat Anderlecht destijds, toen de huurovereenkomst werd gemaakt, niet het hele domein heeft gehuurd, wat toen nochtans mogelijk was. Misschien was men dan sneller geneigd geweest om iets te doen.”

A

ls Alain Courtois van Anderlecht een Europese club moet maken, dan zullen we in Neerpede alleszins iets anders te zien moeten krijgen. De nieuwe directeur-generaal stelde dan ook bij zijn indiensttreding dat de oprichting van een opleidingscentrum de belangrijkste prioriteit is. Hij schat de kosten op minstens 6 miljoen euro. Circa 250 miljoen frank, kostenraming die al langer circuleert. “Het is inderdaad al zo dikwijls gezegd, tien jaar geleden voor het eerst, later dan nog eens, maar dan komt er altijd iets tussen.”, bedenkt Werner Deraeve. “Dan is het wat slechter gegaan met de club, ook wat de financiën betreft, waarna het dan in het jaar 2000 zou gebeuren. Maar dan zit je in de Champions League, ben je ci, dan là, moeten er nieuwe spelers gekocht worden. Altijd iets dus. Er zijn altijd prioriteiten gesteld, maar Neerpede is daar nooit bij geweest.

“Goed, het is een zware investering, maar als je die samen met de overheid en sponsors doet… Want ik ben er zeker van dat er mensen geïnteresseerd zijn in een groot project. Het is geen kwestie van geld. Met een beetje inspiratie is het te vinden, als je er iets moois van maakt. Onze grote hoop berust bij Courtois, die – tussen aanhalingstekens – toch zijn nek heeft uitgestoken. Ik heb gelezen : geef me honderd dagen om met de overheid een overeenkomst te kunnen bereiken. We staan zeker achter hem; als het moet zullen we hem ook duwen.”

door Christian Vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content