De ene kijkt op naar muzikanten, de andere heeft bewondering voor de discipline die topsporters aan de dag leggen. Gunter Van Handenhoven en Frederik Sioen praten over hun passies: voetbal en muziek.

Tiens, waar speelt Bjorn De Wilde tegenwoordig?”, vraagt Frederik Sioen aan het einde van het interview. Gunter Van Handenhoven: “Bij mij. We onderhouden samen de conditie in afwachting van een nieuwe club.”

Sioen: “Ik zat nog met Bjorn in de klas op de lagere school, het Sint-Lievenscollege in Gent. Fréderic Dupré zat daar ook.”

Gunter: “Dat meen je niet?! Amai, dat moet een schoon trio geweest zijn, die mannen zijn net als jij: ze kunnen niet stil zitten.”

Frederik Sioen (30), of kortweg Sioen, stond driemaal op Rock Werchter, schreef de soundtrack voor Teamspirit II en trok voor zijn recentste album Calling Up Soweto naar Zuid-Afrika. Maar bovenal is hij ‘nen Buffalo’, AA Gentsupporter in hart en nieren. Hij vindt het dan ook een grote eer om door zijn favoriete club aangezocht te zijn om het nieuwe clublied te maken. Op 27 juli, op de jaarlijkse ploegvoorstelling van AA Gent tijdens de Gentse feesten, krijgt het nummer zijn première.

Gunter Van Handenhoven (30) brak in 1997 door bij AA Gent, speelde nadien voor onder meer FC Metz en Al Ahli in Qatar. We kennen hem ook als de broer van zangeres Sandrine en als echtgenoot van ex-Miss België en radiopresentatrice Ann Van Elsen. Ondanks een sterke eindronde met SV Roeselare wacht hij nog steeds op een nieuw contractvoorstel en is hij op zoek naar een club.

Middenin het festivalseizoen bracht Sport/Voetbalmagazine beide Oost-Vlamingen bij elkaar voor een gesprek over voetbal en muziek.

Frederik Sioen: “Ik was een jong gastje met veel te veel energie, daarom moest ik in het middelbaar van mijn moeder naar Don Bosco, waar er tijdens de middag verplicht gesport moest worden. Nu moét ik sporten anders word ik zot. Soms ga ik met Pieter-Jan De Smet honderd kilometer fietsen.

“Eigenlijk wilde ik sportjournalist worden, zoals Rik De Saedeleer.”

Nooit in een voetbalploeg gezeten?

Sioen: “Neen, omdat ik sinds mijn vijftiende een probleem heb aan de knie, waardoor die telkens uit de kom schuift. Bij het voetballen… Of wanneer ik met mijn zatte botten van een tafel val.”

Gunter: “Het zal dan toch vooral van dat laatste zijn.” ( grijnst)

Gunter, werd er vroeger bij jou thuis vooral over voetbal of over muziek gepraat?

Gunter: “Mijn familie was zeker niet voetbalminded, eerder muzikaal. Mijn vader speelde gitaar en ging zondagnamiddag altijd zingen, mijn broer volgde muziekschool,… Iedereen stapte van ’s ochtends tot ’s avonds fluitend door het huis. Ik kijk enorm op naar muzikanten, mensen die een instrument beheersen.”

Jij hebt zelf ook wel eens op een podium gestaan als zanger.

Gunter: “Dat was voor het programma Can You Duet?, dat Ann presenteerde. Ik nam een eenmalig duet op met mijn zus. De reacties waren positief, maar voorlopig blijft voetbal mijn main objective. Die zangcarrière, dat zien we later dan nog. Ik herinner me dat ik toen veel zenuwachtiger was dan voor een voetbalwedstrijd. Mijn zus begon en ik moest invallen, ik ging kapot van de stress. Eens ik bezig was, viel dat gevoel weg en was het echt wel kicken.”

Sioen: “Ik heb drie keer op Werchter gestaan, dan heb ik ook zulke ervaringen. Of op de Gentse feesten, omdat dat telkens een thuismatch is.”

Gunter: “Ik heb met Metz nog voor de beker van Frankrijk in het Stade de France gespeeld, voor 80.000 man, maar dat is anders. Zingen is jezelf blootgeven, het is persoonlijk, terwijl je als voetballer een verkeerde pass kan geven zonder dat je daarvoor als persoon beoordeeld wordt.”

Sioen: “Een kwestie van gewoonte. Ondertussen gaf ik al zodanig veel optredens dat het iets wordt zoals je tanden poetsen, bij wijze van spreken. Ik kijk er altijd enorm naar uit om op een podium te kruipen.”

Blur en Oasis

Gunter, waarom luisteren bijna alle voetballers naar r&b?

Gunter: “Ik niet. Ik luister naar vanalles: jazz, pop, rock, commercieel… Het is inderdaad wel zo dat rap of gangstarap bij veel voetballers heel populair is. Een rockfanaat wordt misschien scheef bekeken.”

Tom De Sutter heeft zich nochtans geout als Metallicafan.

Sioen: “En Lance Armstrong luistert naar Iron Maiden voor een koers.”

Gunter: “Bij Roeselare was Stefaan Tanghe op zoek naar tickets voor een concert van Metallica. Ze bestaan dus wel, hoor, de rockfans. Maar in de kleedkamer zal je het zelden horen, dat klopt. De meeste luisteren in de bus of de kleedkamer naar hun i-Pod. In sommige gevallen is dat beter, zoals die ex-Joegoslaven, die mannen hun muziek is echt verschrikkelijk. En dan vinden ze het nog leuk om hardop mee te zingen.” ( lacht)

Sioen: ” Franky Van der Elst en Gert Verheyen zijn wel eens naar een concert van mij komen kijken, weet ik. ( grijnst) Ondanks het feit dat ze van de verkeerde ploeg komen, mochten ze er toch in. De rivaliteit tussen Club Brugge en AA Gent kan je een beetje vergelijken met die tussen Blur en Oasis.”

In Engeland is het gebruikelijk dat de jukebox tot vlak voor de aftrap keihard staat in de kleedkamer, kan dat in België ook?

Gunter: “Bij AA Gent destijds was het muisstil in de kleedkamer, Jan Boskamp hield niet van gezever voor de wedstrijd, hij eiste concentratie. Bij Roeselare onder Dennis van Wijk mocht de muziek opstaan, maar met respect voor de anderen. In Frankrijk was het veel losser, daar stond de muziek constant op en mocht je kaarten, telefoneren tot vlak voor de aftrap. Ik moet kunnen lachen en praten voor een wedstrijd, zodat je los op het veld stapt. Eens je daar staat, komt de concentratie vanzelf.”

Sioen: “Ik vind het logisch dat je voor een zware inspanning zo lang mogelijk ontspant. Bij mij is het ritueel dat ik tien minuten voor het opgaan even alleen met de groep wil zijn.”

Gunter: “Zoals bij ons: even de koppen samensteken en elkaar opjutten. Op zulke momenten moet er geen materiaalman of medewerker in de weg lopen.”

En in Qatar?

Gunter: “Daar werd er gebeden. Geen muziek, nee, maar wel vollebak ambiance. Lachen, zeveren.”

Ieder zijn plaats

Merken jullie iets van de crisis?

Gunter: “Sowieso. Kijk naar mij, ik wacht nog steeds op een contractvoorstel. Clubs hebben minder budget, dus waar besparen ze op? De loonmassa. Daarbij komt nog eens de afslanking van achttien naar zestien clubs in de eerste klasse, dan weet je dat de plaatsjes duur worden. Deze situatie was al lang voorspeld: de grote vedetten zouden meer gaan verdienen, de kleine garnalen of de middenmoot steeds minder.”

Jij bent een kleine garnaal?

Gunter: “Uiteraard. Speel je niet bij Anderlecht, Standard, Club Brugge, Genk of Gent, dan ben je middenmoot. Ik ga nu niet roepen: ‘Ik hoor bij de wereldtop, maar ik wacht nog op een contract… Ik snap niet dat ze het niet zien. ‘ ( lacht) Iedereen heeft zijn plaats binnen deze business. Iemand in mijn situatie gaat zich niet bekommeren om een minder loon, je hoopt gewoon nog je job te kunnen uitoefenen. Ik voetbal gewoon ongelooflijk graag.”

Sioen: “In de muziekindustrie idem dito. De budgetten voor festivals of optredens zijn sinds 2005 – mijn topjaar – gehalveerd. Als wij met tien op een podium willen staan, zijn we met vijftien op de baan. Die moeten allemaal betaald worden. Daarom: we krijgen heel veel aanvragen, maar als de organisator dan het gevraagde budget te horen krijgt, haakt hij soms af. Daardoor is het niet simpel meer om met een grote groep te toeren. Ook de platenverkoop is een ramp. Er zijn cijfers die bewijzen dat elk verkocht album tienmaal gekopieerd wordt. Wanneer ik optredens doe, is er minstens evenveel volk als vroeger, en allemaal zingen ze mee, maar mijn cd-verkoop is nog slechts een derde van vroeger. Je leert daarmee leven. Zolang ik maandelijks kan rondkomen, ben ik tevreden. Ik speel te graag muziek. Weet je, eigenlijk zie ik veel overeenkomsten tussen muzikanten en topsporters: ze worden gedreven door passie.”

Anderzijds, artiesten worden nu verplicht veel op te treden en creatief te zijn. Dat is een gunstige evolutie.

Sioen: “Dat is waar. Optreden, daar doe je het voor. Mijn geluk is dat ik voor de crisis nog iets heb kunnen opbouwen door het succes van mijn eerste twee albums, die ik in eigen beheer uitbracht. Het voordeel van deze crisis is dat het de mensen even doet stilstaan bij de luxe die ze voordien kenden. In het voetbal zie je ook het positieve effect dat clubs makkelijker naar jeugd grijpen nu.”

Gunter: “In het begin van mijn carrière trok ik naar Frankrijk, verdiende daar goed, later Qatar… Ik zit al veertien jaar in het profvoetbal, ik ben content met wat ik tot nu toe meemaakte.”

Sioen: “Dat is het grote voordeel dat muzikanten hebben tegenover voetballers: wij kunnen tot ons 70e doorgaan, zij moeten het waarmaken in tien jaar. Ik bewonder de discipline die topsporters aan de dag leggen in hun loopbaan.”

Gunter, je loopbaan begon veelbelovend bij Gent, maar werd geremd door blessures. Vloek je daar soms om?

Gunter: “Neen, achterom kijken helpt je geen stap vooruit. Ik geef toe dat ik in bepaalde periodes misschien te weinig discipline aan de dag legde, vooral tijdens de zoveelste langdurige revalidatie ging het mij soms moeilijk af. Dat zou ik nu anders aanpakken.”

Sioen: “Daar heb ik steeds schrik voor: dat er iets met mijn handen gebeurt en dat ik geen piano of gitaar meer kan spelen. Of mijn stem kwijtspeel.”

Is dat het ergste denkbare voor een zanger?

Sioen: “Zeker. Dat en een writer’s block. Als je na een toernee alleen thuis zit voor je bureautje en de inspiratie uitblijft. Ik heb daar gelukkig niet te veel last van, maar veel artiesten kennen dat gevoel. Vergelijk het met de revalidatie van een voetballer: je voelt je heel eenzaam op zo’n moment.”

Schadelijk voor het imago

Laat het ons even over de relatie met de media hebben. Is de sportjournalistiek niet kritischer en afstandelijker, artiesten hebben de publiciteit immers nodig, nee?

Sioen: “Misschien wel. Ik ben steeds blij dat ik gevraagd word voor een interview. Al heb ik de gewoonte om een lang artikel na te lezen voor publicatie.”

Gunter: “Dat gebeurt in het voetbal nu ook steeds meer. Kijk, ik heb er geen problemen mee als de voetballer Gunter Van Handenhoven afgekraakt wordt, maar ik heb er wél problemen mee als het over persoonlijke dingen gaat.”

Bij La Louvière raakte je verwikkeld in een omkoopaffaire, je naam werd vernoemd in het dossier rond de gok-Chinees Zheyun Ye. Je zus Sandrine zei daarover: “Het heeft de puurheid van zijn carrière ontnomen.” Heeft het ook persoonlijke schade berokkend?

Gunter: “Je wordt in een positie geduwd waar je niets tegen kan doen. Vooral dat deed me pijn. Mijn naam zal altijd geassocieerd worden met die affaire en ik kan mijn onschuld daarin eigenlijk bijna niet bewijzen. Ik mag zoveel roepen als ik wil. Ik voelde ook wel bij clubs dat men mij als aangebrand beschouwde, ik was schadelijk voor het imago, hé.”

Frederik, jouw laatste album Calling up Soweto werd in Zuid-Afrika opgenomen. Wat heb je met dat land?

Sioen: “Op vraag van Oxfam heb ik vorig jaar op de Gentse feesten een project gedaan met Zuid-Afrikaanse muzikanten, naar aanleiding van de 90e verjaardag van Nelson Mandela. Dat viel zo goed mee dat er een album uit voorkwam. Zuid-Afrika is een land van extremen: veel geweld, racisme en HIV-besmetting, maar anderzijds zo warm en hartelijk. Ze noemen mij daar al nonkel Freddy! ( lacht) Iedereen leeft er enorm naar het WK voetbal toe, het is hun hoop op een betere toekomst. Ik was er voor het eerst in november 2007 en toen al konden de Zuid-Afrikanen over niets anders praten. In Soweto, waar ik verbleef en waar Nelson Mandela en Desmond Tutu in dezelfde straat woonden, vindt trouwens de WK-finale plaats. Ik heb mezelf bij Filip Joos aangeboden als gids, aangezien ik in die periode in Zuid-Afrika ben. Ik heb al tickets besteld voor de groepswedstrijden.”

Gunter, jij hebt Congolese roots, ik neem aan dat Afrika ook een speciale plek inneemt in jouw leven?

Gunter: “Mijn moeder is van daar, maar ik ben eigenlijk nog nooit in Congo geweest. Enkele jaren geleden stond ik op het punt met mijn zus en mijn mama naar daar te trekken voor een Damiaanactie, maar door de politieke onrust ging dat niet door. Het blijft wel een droom er ooit naartoe te reizen. Ik ben geboren en getogen in Sint-Niklaas en toch is het speciaal als ik zwarte mensen tegenkom, je voelt meteen een soort vriendschap.”

Er was onlangs de affaire over de racistische opmerkingen van Jelle Van Damme jegens Oguchi Onyewu, heb jij veel met racisme te maken gekregen?

Gunter: “Bij de jeugd meer dan als prof. Ik ken Van Damme goed en ik ken Onyewu goed, als Jelle zoiets echt gezegd heeft, moet hij zich excuseren. Spijtig genoeg hoort het er blijkbaar nog altijd bij. Op Lierse en Antwerp hoorde ik uit het publiek ook eens dergelijke dingen roepen, maar ik realiseer me op zulke momenten dat het een minderheid is die zo reageert. Vaak na al wat pinten op.”

Sioen: “Het is gewoon dommigheid.”

Moet je als artiest of voetballer immuun zijn voor wat het publiek roept?

Gunter: “Ja, maar je blijft een mens. Het ene moment glijdt dat makkelijker van je af dan het andere. Kijk naar Zinédine Zidane tijdens de finale van het WK. Ik heb echter nooit begrepen – zelfs in het heetst van de strijd – dat je het nodig acht om de tegenstander te provoceren. Ik heb dat nooit gedaan.”

Sioen: “Eén keer brak ik een optreden af omdat het publiek mij stoorde, dat was in de Paradiso in Amsterdam. Tijdens een stil nummer maakten die Nederlanders zodanig veel kabaal dat ik in het midden van het liedje stopte. Het heeft met respect te maken. Als publiek figuur moet je wel tegen een stootje kunnen, op voorwaarde dat er altijd respect aanwezig blijft.”

Tot slot, wat mogen we dit seizoen van AA Gent verwachten?

Sioen: “Ik verwacht er veel van. Maar nog geen titel.”

Gunter: “Al kan het wel met die nieuwe competitieformule.”

Sioen: “Ze zullen sowieso een betere heenronde spelen dan vorig seizoen. En ik denk dat Anderlecht, Standard en Club Brugge minder sterk zullen zijn. Zeker Brugge. ( lacht) Niemand heeft daar schrik van.”

Gunter: “Standard en Anderlecht waren vorig seizoen terecht nummer één en twee van de competitie. Gent was ook sterk, thuis speelden ze heel zakelijk. Je voelt dat er meer maturiteit in de club sluipt. Ze groeien naar het niveau van Standard en Anderlecht toe. Alleen moet dat nieuwe stadion er snel komen.”

Sioen: “Ik hoorde van mensen binnen de club dat als ze nu al een nieuw stadion hadden, bijna alle abonnementen de deur uit zouden zijn. Je voelt gewoon aan alles dat het enthousiasme rond AA Gent nog nooit zo groot geweest is.”

door matthias stockmans – beelden: jelle vermeersch

De rivaliteit tussen Club Brugge en AA Gent kan je vergelijken met die tussen Oasis en Blur. (Sioen)

Dat is het grote voordeel van muzikanten tegenover voetballers: wij kunnen doorgaan tot ons 70e. (Sioen)

In die nieuwe competitieformule kan AA Gent de titel pakken. (Gunter Van Handenhoven)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content