Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Arjen Robben zoog alle aandacht naar zich toe, maar dé openbaring bij Nederland tijdens het WK was Robin van Persie. De 23-jarige aanvaller staat nu voor de grote doorbraak bij zijn club Arsenal.

Te weinig klasse, luidde het oordeel over het nieuwe Oranje van bondscoach Marco van Basten, maar dat was buiten Robin van Persie gerekend. Met de 23-jarige aanvaller keerden in het Nederlandse elftal de gratie en de sierlijkheid terug, die in al hun prilheid toch al herinneringen oproepen aan Van Basten zelf en Dennis Bergkamp : niet toevallig ook twee figuren die een bepalende rol hebben gespeeld in de metamorfose die Van Persie vooral het laatste jaar onderging.

Twee jaar geleden kon hij geen kant meer op. Met zijn hooghartige gedrag had Van Persie het zich helemaal onmogelijk gemaakt bij Feyenoord. Zijn vertrek naar Arsenal was een bevrijding voor iedereen. In Londen wist de eigenwijze aanvaller zich eindelijk omringd door voetbalautoriteiten naar wie hij opkijkt én luistert : coach Arsène Wenger, maar vooral Bergkamp. Talloze gesprekken met die laatste brachten hem tot het inzicht wat het betekent ten volle profvoetballer te zijn.

Ter gelegenheid van Bergkamps afscheid, op 22 juli tijdens de inauguratie van het nieuwe Emirates Stadium waarnaar Arsenal deze zomer is verhuisd, bedankte Van Persie zijn landgenoot. “Hij heeft me veel geholpen”, zei hij in een interview met Arsenal TV online. “Soms dacht ik wel eens : vraag ik hem niet te veel ? Hij is een groot voorbeeld als ik zie hoe hij leeft, zowel op als buiten het veld. Je hebt altijd een bepaald beeld voor ogen als je denkt aan je idool. Soms valt het dan tegen als je hem in het echt ontmoet, maar bij Dennis was dat niet het geval.”

Van Persie wordt bij Arsenal gezien als één van de mogelijke opvolgers van Bergkamp. Samen met Jose Antonio Reyes (over wiens vertrek vorige week nog volop werd gespeculeerd), aanwinst Tomas Rosicky en Theo Walcott komt hij in aanmerking voor de positie in steun van Thierry Henry. In de voorronde van de Champions League vorige week tegen Dinamo Zagreb, met 0-3 gewonnen door Arsenal (nog zonder enkele sterkhouders, onder wie Henry), scoorde hij en leverde hij de assist voor één van de twee doelpunten van Cesc Fábregas.

Hoe groot het vertrouwen van de Londense club in Van Persie is, bleek toen ze hem in januari zijn contract tot 2011 lieten verlengen. “Ik voel dat Robin rijper is geworden”, lichtte Wenger die beslissing toen toe. “Hij is een jonge speler met veel talent, die nu ook zijn ploegspel heeft ontwikkeld. Als hij zo verder doet, wordt hij een grote speler. Robin heeft genoeg klasse om net zo groot te worden als Dennis Bergkamp.”

Kunstenaarsmilieu

Robin van Persie groeit op in de Rotterdamse wijk Kralingen. Hij is de jongste van drie en heeft twee zussen, van wie er één in Zuid-Afrika woont. Zijn moeder schildert, ontwerpt juwelen en staat in de gehandicaptenzorg, zijn vader is beeldend kunstenaar. Na hun scheiding blijft hij aanvankelijk bij zijn moeder, maar de peuter blijkt onhandelbaar en wanneer hij zes is, neemt zijn vader hem in huis. In dat kunstenaarsmilieu, waar hij tot zijn twintigste blijft wonen, krijgt hij een vrije opvoeding. Te vrij, weerklinkt later het verwijt aan zijn vader, die hem te erg zou hebben verwend. In een interview met het Algemeen Dagblad verdedigt de zoon zijn vader. “Mijn vader deed alles voor mij”, zegt Robin van Persie. “Hij gaf niet alleen zijn laatste geld, maar ook alle liefde en vertrouwen. Altijd.”

Artistiek talent erft hij niet van zijn ouders, wel een sterk ontwikkeld gevoel voor individuele expressie. Dat botst vaak met gezag. De tiener – die opgroeit met de Marokkaanse straatcultuur en in maart 2004 ook trouwt met een Marokkaans meisje, Bouchra – is een irritante wijsneus die vaak het laatste woord wil hebben en geregeld door leraren de klas wordt uitgestuurd. Ook als voetballer speelt zijn karakter hem parten. Tot zijn dertiende voetbalt Van Persie bij Excelsior, waar zijn vader jeugdtrainer is. Daarna gaat het naar het grote Feyenoord. Hij ligt er vaak overhoop met zijn trainers, maar zijn talent gaat niet onopgemerkt voorbij en in januari 2002 krijgt hij er zijn eerste profcontract.

Door blessures komt hij vrij snel in het eerste elftal. Tegen RKC, bij een van zijn eerste wedstrijden, baart hij meteen opzien door een vrije trap op te eisen bij specialist Pierre van Hooijdonck. Van Persie moet nog negentien worden wanneer hij dat seizoen mee de finale van de UEFA-cup wint tegen Borussia Dortmund (3-2). Vervolgens komt het vroeg in het nieuwe seizoen tot een nooit meer bijgelegd conflict met Bert van Marwijk. Na plaatsing voor de Champions League tegen Fenerbahçe stuurt de op discipline gestelde trainer Van Persie naar huis, terwijl de selectie doorreist naar Spanje voor het duel om de Europese Supercup tegen Real Madrid, uitgerekend zijn favoriete club. Van Marwijk neemt de bankzittende aanvaller zijn ongeïnteresseerde opwarming in Istanbul kwalijk. Van Persie begrijpt niet dat de trainer hem niet liet invallen.

De in zijn trots gekrenkte aanvaller komt weinig meer aan spelen toe dat seizoen en kwijnt weg op de bank. Hij zoekt de confrontatie en verklaart onder meer dat hij bij Feyenoord alleen nog met de voorzitter op niveau kan praten. Wanneer Arsenal zich meldt in de zomer van 2004, is een transfer snel beklonken. Zijn reputatie drukt de prijs. De Noord-Londense club betaalt 2,75 miljoen pond, een stuk minder dan Chelsea op datzelfde moment voor PSV’er Arjen Robben (12 miljoen pond).

Hemel en hel

Ook in Engeland dreigt Van Persie aanvankelijk te ontsporen. Februari 2005 waarschuwt Arsène Wenger hem in de rust van het duel tegen Southampton om zich te beheersen. Pas is de tweede helft begonnen of hij loopt zijn tweede, domme gele kaart op. Arsenal verliest de wedstrijd en belangrijke punten in de titelrace met Chelsea. Bij het verlaten van het veld geeft Wenger hem publiekelijk een uitbrander. Het komt tot een gesprek tussen beiden, waarna de coach hem een maand lang negeert. Een keerpunt in de carrière van de speler.

“Hij riep niet, hij zei ook niet dat ik verkeerd was geweest”, aldus Van Persie in The Sunday Times. “Hij wierp gewoon een vraag op. Hij zei : ‘Als je de top wil bereiken, zal je iets moeten veranderen.’ ‘Oké, wát ?’ antwoordde ik. ‘Dat zeg ik je niet,’ zei hij, ‘zoek het zelf maar uit.’ Dat was buitengewoon slim van hem : had hij het mij gezegd, ik zou het binnen de week vergeten zijn. Door me zelf te laten nadenken, zou het langer duren voor ik erachter kwam, maar ik zou het ten minste niet vergeten. Zo werd ik volwassen. Ik besliste om van dan af alles te doen wat nodig is om de top te bereiken. Hard trainen, de oudere spelers observeren, professioneler werken.”

Wengers benadering, zo anders dan die van Van Marwijk, werkt. Het seizoen eindigt met louter hoogtepunten voor Van Persie. Met twee doelpunten schiet hij Arsenal naar de FA Cupfinale, die het vervolgens wint, en Marco van Basten selecteert hem voor de dubbele WK-kwalificatie-opdracht tegen Roemenië en Finland. Van Persie valt in, schittert én scoort. Het zijn zijn eerste caps. Augustus 2004 had de bondscoach hem al een eerste selectie gegund, maar hem uit ontevredenheid met zijn prestaties in de aanloop naar dat duel alsnog laten vallen.

Op 13 juni 2005, amper enkele dagen later, ontwaakt Van Persie bruusk uit de droom. Hij wordt door de politie opgepakt op verdenking van verkrachting en brengt twee weken door in voorhechtenis in een Rotterdamse cel. Vreemd genoeg speelt Van Persie in de maanden tot februari 2006, wanneer het Openbaar Ministerie de zaak uiteindelijk seponeert wegens onvoldoende bewijs, zijn beste voetbal voor Arsenal. Met het Nederlandse elftal plaatst hij zich ook voor het WK. Van Persie : “Ik heb Van Basten heel hoog zitten als trainer én als mens. Hij geeft me toch elke keer weer het vertrouwen. Ook in de tijd dat ik het heel moeilijk had, bleef de bondscoach me steunen. Daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor. Zoveel vertrouwen heeft zelfs Arsène Wenger niet in mij gehad.”

Slordig balverlies

Zijn sterke prestaties in die moeilijke periode wijzen op een toegenomen mentale sterkte. Ook op het veld is Van Persie geëvolueerd. In Nederlands openingspartij op het WK tegen Servië & Montenegro zette hij Robben op weg naar het enige doelpunt. Verder viel hij nauwelijks op. Precies daarom was hij zo goed. Robben was zo nadrukkelijk aanwezig, dat maar weinig ballen op rechts Van Persies richting uit kwamen. Toch bleef hij heel gedisciplineerd het veld breed houden. In een niet eens zo ver verleden zou hij gaan zwerven zijn, op zoek naar de bal. Vaak tot ergernis van Van Basten.

“Ik ben niet alleen meer afhankelijk van een individuele actie”, zei Van Persie daarover in Voetbal International. “In Engeland ben ik meer allround geworden, heb ik meer om op terug te kunnen vallen als het eventjes niet lekker loopt. Vroeger was ik grilliger, een speler van alles of niets, tegenwoordig heb ik veel meer inhoud, waardoor ik toch belangrijker kan zijn voor de ploeg. In Engeland ben ik ook fysiek sterker geworden, omdat de trainingsarbeid daar elke dag op een heel hoog niveau ligt.”

Behalve dat hij voor het team blijft voetballen, onderging Van Persie nóg een gedaantewisseling. Voor het tweede WK-duel omhelsde hij in de spelerstunnel zijn Ivoriaanse ploeggenoten bij Arsenal, Kolo Touré en Emmanuel Eboué. Relaxed lachend. Foppe de Haan, de bondscoach van Jong Oranje, merkte het eerder al op : pakte je hem vroeger beter met fluwelen handschoenen aan, nu kan er een grapje af. Ook tijdens de perscontacten op het WK liet Van Persie zich kennen als een vrolijke jongen. Aanspreekbaar en altijd met goede teksten. Heel hard in de weer ook om uit te leggen wat hij de afgelopen tijd had geleerd. Want, wil hij graag geweten hebben, hij is zelfkritisch geworden in Engeland. “Ik moet wel. Als je een grote voetballer wil worden, zul je altijd heel kritisch naar je eigen spel moeten kijken. Ik weet nu dat de basis toch echt ligt bij hard werken. Een keer slecht spelen kan, maar dan moet ik gewoon doen wat er van me wordt gevraagd. Dan komt het allemaal goed.”

Dat het nog niet altijd lukt, bleek na zijn doelpunt tegen Ivoorkust. In Voetbal International : “Na mijn goal had ik meteen twee of drie keer na elkaar balverlies, waardoor ik dertig meter in de omschakeling moest. Dat is iets wat eruit moet bij mij. Ik dacht nog : blijf nou scherp en doe het niet, maar het gebeurde toch. De eerste helft kon ik Robben wegsturen met een bal over de verdediging, maar die werd onderschept. Zulke passes moeten goed zijn. Ik speelde ook nog een bal naar Arjen met mijn linkervoet via mijn rechterstandbeen, terwijl ik die bal ook normaal had kunnen passen. John van ’t Schip (de assistent-bondscoach, nvdr) stond op en riep dat ik zakelijk moest blijven spelen. Daar heeft hij in principe gelijk in, maar moet je dat eruithalen bij mij ? Het is onnodig, maar ik had die bal toch wel gespeeld. Als het dan zó kan, waarom niet ? Door het op die manier te doen geef ik een signaal af dat ik me de baas voel. Er zitten twee kanten aan : je moet niet overdrijven, maar je speelt ook voor het publiek dat ook wat wil zien. Het zou pas kwalijk zijn als ik op die manier een steekpass geef en zo een mooie kans om zeep help.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content