Eigenwijze uit het oosten

© belgaimage

Ging Erik ten Hag als tiener op vakantie naar een partyeiland, dan was een rubberen mat het eerste dat hij in zijn koffer stopte. Zodat hij wel de buikspieren kon blijven trainen. Vele jaren toewijding culmineren nu in een titel met Ajax.

Chinezen en Arabieren vliegen in. Elke Russische patser met een speedboot wordt met open armen ontvangen in de skyboxen. Voetballers waaien over uit Haïti en Togo. Maar klink je schor, kom je uit Overijssel en word je coach van Ajax, dan begin je met een enorme achterstand. Erik ten Hag is ogenschijnlijk een atypisch boegbeeld van Ajax. Stug en eigenwijs. Nog een lege prijzenkast als trainer. Een sociale vent met een goed stel hersens en een ongekend arbeidsethos, maar geen vlotte babbelaar met talent voor de glamourkanten van het voetbal. Een boertje van buut’n noemden ze hem.

Als hij ook een losse, humoristische kant heeft, weet vakidioot Ten Hag die goed verborgen te houden.

Maar net als eerder bij FC Utrecht komt er na een hoekige aanloopperiode steeds meer waardering voor de bevlogen en betrokken Ten Hag. Vorig jaar beschimpt en uitgefloten door eigen supporters, dit seizoen bezongen in München, Madrid en Turijn, tijdens de beste Europese campagne van de Amsterdammers in 22 jaar.

Buikspieren

Erik ten Hag (49) wordt gezien als voorloper van zijn generatie voetbalcoaches: bijdehand, vooruitstrevend en eigenzinnig. In de rooms-katholieke grensgemeente Haaksbergen is Ten Hag als jong ventje nog even misdienaar in de kerk, maar al snel is duidelijk dat het geloof niet matcht met de nuchtere analyticus. Als middelste van drie jongens uit een succesvol ondernemersgezin zit het bezeten najagen van het hoogst haalbare in zijn DNA. Vader Hennie begint in 1967 als huizenmakelaar en groeit uit tot een regionale magnaat met negen vestigingen en meer dan honderd man personeel in dienst. ‘Hij komt uit een ondernemersgezin, de drive om de beste te zijn en de baas te willen spelen, zal daaruit voortkomen’, denkt Clemens Zwijnenberg, vriend van Ten Hag.

Hennie en Joke prikkelen hun zonen om over de wereld na te denken en vinden dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun eigen geluk. Ten Hag moet gewoon op de fiets naar school en als zijn broers in de voetsporen willen treden van hun vader, krijgen ze een job niet cadeau. Ze moeten eerst in de praktijk ervaring opdoen om het vak in de vingers te krijgen. Zwijnenberg: ‘Erik en ik gingen in die tijd met ons tweeën op vakantie. Op Mallorca pakte Erik zijn koffer uit. Wat kwam als eerste tevoorschijn? Een rubberen matje. Ik zei: ‘Wat ben jij nou van plan?’ Erik, bloedserieus: ‘Buikspieren trainen.’ Zo is hij. Vol overgave.’

De kleine Erik is fan van FC Twente en reist mee in een van de supportersbussen wanneer de club in 1984 naar de Eredivisie promoveert. Dat hij ook daadwerkelijk zelf een carrière beoogt in de voetbaljungle, vinden zijn ouders maar niks, ze zien hem liever een goede studie afronden. Maar als de keuze eenmaal is gemaakt, steunen ze hem door dik en dun. Ook wetende dat je het bokkige mannetje, dan nog met een volle blonde haardos, niets uit zijn kop praat. ‘Daar was de coach van de Twentse selectie ook snel achter’, weet Zwijnenberg nog. ‘We waren een jaar of twaalf, de coach gaf de opstelling. ‘Nog vragen?’ Dan ging er altijd één vinger omhoog. Die van Erik ten Hag.’

Een ventje dat op school het hoogste woord heeft, altijd aanvoerder is en te pas en te onpas zijn mening geeft. Hij is geen topper, maar een goede Eredivisiespeler die zijn tekortkomingen compenseert met karakter en technisch inzicht. Een speler voor de schaduw, de smeerolie van het elftal. Maar allesbehalve kleurloos. Zo ervaart ook Simon Kistemaker, die hem in 1991 naar De Graafschap haalt en met Ten Hag ongeslagen de titel in de Eerste Divisie pakt. ‘Ik had hem eens gepasseerd’, weet Kistemaker nog. ‘ Haggie stond meteen voor de deur. ‘Waarom speel ik niet?’ Hij mocht van mij wel rechtsback staan, want daar hadden we een blessure. Toen was hij heel resoluut. ‘Doe ik niet.’ Nou, ga dan maar op de tribune zitten. De volgende dag was hij tot inkeer gekomen. ‘Mag ik het toch proberen?’ Zo was hij: een eigenwijze die zijn mening durft te ventileren, maar niet de man van het conflictmodel.’

Kistemaker noemt hem een hybride model tussen de uitstervende cultcoach als hij en de moderne laptoptrainer. ‘Hij is een mix. Minder hard dan ik. Een man van feiten ook wel, maar geen laptoptrainer die alles op statistieken baseert. Eerder een praktijkman die zich echt wel kan verplaatsen in de belevingswereld van spelers.’

Belezen

Ten Hag is verantwoordelijk en solidair, geen man van extremen. Met zichzelf centraal stellende coaches als Co Adriaanse en José Mourinho heeft hij niks. Ten Hag ziet zich als een tolerante wereldburger met een afkeer van mensen die onderscheid maken op basis van afkomst. ‘Ik heb een hekel aan macht, maar ben wel iemand die stuurt’, zei hij eens. Karakters als Quincy Promes en Memphis Depay wist hij met die aanpak te raken. Breed geïnteresseerd en belezen. Noem nog maar een trainer met Duizend schitterende zonnen van Khaled Hosseini op de leeslijst. Als speler kon hij een boom opzetten over de Joegoslavische burgeroorlog. Naast voetbaltijdschriften las hij nog een handvol economische bladen en zijn muzieksmaak meandert langs De Dijk, Bon Jovi, Eric Clapton… Zelfs een schlager kan hij op zijn tijd waarderen.

Als speler fascineert het spel hem mateloos. Het samenwerken in een groep, de teambuilding, de psyche van de eenling. Ten Hag kan er niet genoeg van krijgen. Hij vreet zich razendsnel door vakliteratuur als De winnaar is gezien van sportpsycholoog Peter Blitz en Effect van de Noorse schaatser Johann Olav Koss als ware het spannende pageturners. ‘Hij dacht al op jonge leeftijd extreem na over het spel’, weet Hans Kraay jr, die met hem bij De Graafschap speelde. ‘Kistemaker was onze baas, maar had nooit zo’n trek in tactische besprekingen. Hij zei gewoon: ‘Als Groningen met drie spitsen speelt, regel jij het. Als Groningen met twee spitsen speelt, regel jij het. Als Groningen met anderhalve spits speelt, regel jij het.’ Met Erik had ik daar veel contact over; hoe zetten we het neer in het veld? Ik was 31 en door mijn vader opgevoed om veel over het spel na te denken, maar voor een 21-jarige zoon van een huizenmakelaar was dat heel opvallend.’

Erik ten Hag vorige woensdag op het veld van De Graafschap: zin in een feestje.
Erik ten Hag vorige woensdag op het veld van De Graafschap: zin in een feestje.© belgaimage

Kraay heeft Ten Hag slechts één keer met zijn mond vol tanden gezien. ‘Na wedstrijden hadden we korte, felle nabesprekingen. Kistemaker ging dan iedereen af: ‘ Olyslager, je stond als een slapneukerd te keepen. Maar tweede helft: fantáááástisch.’ Enzovoorts. Het was niet de bedoeling om vragen te stellen. Maar daar dacht Erik anders over. Hij vroeg Kistemaker of we het de volgende keer niet beter anders konden aanpakken. Toen zei Kistemaker: ‘Jij mag pas een vraag stellen als je van mijn dochter afblijft.’ Erik valt niet snel stil, maar toen wel.’

Gele hesjes

Was hij geen trainer geworden, dan had hij procureur willen zijn. Integriteit, orde, discipline en principes heeft hij hoog in het vaandel. Als jeugdcoach van Twente zit hij overal bovenop. Zwarte schoenen verplicht. Komt Steve McClaren naar Enschede, dan meldt Ten Hag zich direct met zes vellen aantekeningen, tips en suggesties. Mooi, denkt de Brit, daar kan ik dit seizoen wel even mee vooruit. Tot zijn stomme verbazing staat Ten Hag 24 uur later alweer voor zijn neus met nieuwe notities.

Van talenten houdt hij vuistdikke dossiers bij. Bakken energie steekt hij in jongens als Eljero Elia, die eerst een week straf uitzit vanwege een vergeten paspoort, maar zich erna voor het eerst echt serieus genomen voelt als hij Ten Hag hoort zeggen dat hij zou moeten mikken op een topclub als Juventus. Later speelt hij een cruciale rol in de ontbolstering van het grillige toptalent Memphis Depay, in de ogen van Ten Hag een artiest die je vrijheid moet geven. Juist de persoonlijkheden met een gebruiksaanwijzing respecteren die aparte vogel die tot in de late uurtjes schaaft aan hun ontwikkelingsplannen.

Op eigen benen bij Go Ahead Eagles ergert hij zich kapot aan de olympische gedachte bij vrijblijvende ploegen die toch niet kunnen degraderen uit de Eerste Divisie, het tweede niveau in Nederland. Hij zal eens laten zien hoe je met weinig geld een professionele, ambitieuze club neerzet. Hij verslapt geen moment, is streng, zit er kort op en kan uit zijn slof schieten. Bij zijn eerste training ontploft hij bijna als de spelers alle hesjes op een hoop gooien. Hij wil drie hoopjes. Geel bij geel, blauw bij blauw, oranje bij oranje.

Later, bij FC Utrecht, vinden ze hem in het begin maar een vreemde snuiter. Hij verplaatst dug-outs, bemoeit zich met de herinrichting van kantoren, eist een egaal trainingsveld en maakt een einde aan de zoete inval in het spelershome. Hij betrekt een appartement in de woontoren pal naast het stadion. Wie ’s avonds laat langs de clubkantoren rijdt, kan het licht nog zien branden en het silhouet van de kale veertiger ontwaren.

Bijna dertig jaar na zijn entree in de voetbalrimboe heeft Ten Hag maar weinig vijanden gemaakt. ‘Hij is goudeerlijk en totaal niet achterdochtig, dat kan ik niet van veel ex- medespelers zeggen’, reageert Kraay op de man met nul echtscheidingen op zijn naam. Helemaal zonder rafelranden is uiteraard ook Erik ten Hag niet. Na zijn ruzieachtige afscheid bij Twente, reageert clubeigenaar van FC Utrecht Frans van Seumeren diep teleurgesteld als juist procesdenker Ten Hag tussentijds vertrekt. Hoewel bij de contractverlenging in 2017 was besproken dat hij vrij wilde zijn om te kunnen gaan bij positieverbetering, concludeert de preses enigszins verbitterd dat loyaliteit niet meer bestaat in de voetballerij. Zwijnenberg: ‘Hij is: een man een man, een woord een woord. Dus ik denk dat hij met zijn vertrek bij Utrecht moeite heeft gehad. Maar ja, Ajax kun je niet laten lopen.’

Bankiers

In Amsterdam mogen ze hem aanvankelijk een moeilijk verstaanbaar boertje van buut’n vinden, hij dompelt zich wel direct onder in de clubcultuur. Hij belt Louis van Gaal of hij mag komen praten en gaat bij hem langs in Noordwijk. Intern presenteert hij zich als een betrokken clubman die ook naar de kerstborrel komt. Hij gelooft heilig in de collectiviteitsgedachte. Bij Ajax heeft hij het steeds over zestien basisspelers, maar dat is niets nieuws. Zo laat hij zich al uit als voetballer van Twente, waar hij volop oog heeft voor de reserves. Als een van de weinige spelers plaatst hij midden jaren 90 kanttekeningen bij het Bosmanarrest, dat financieel aantrekkelijk is voor spelers, maar slecht voor de teamgeest. ‘Je kunt nu het best jezelf promoten.’ Ten Hag kan zich ergeren aan berichten over bankiersbonussen en hij laat zich ook eens ontvallen dat het ‘communisme in theorie een heel goed systeem is, maar praktisch onuitvoerbaar’.

Op het veld vertalen deze ingrediënten zich naar een eigengereide, maar dienstbare teamspeler. Als jeugdvoetballer wil hij niets liever dan zijn hakjes en scharen etaleren, maar trainer Kees Rijvers leert hem waarderen om anderen te laten excelleren. Bijna obsessief stort hij zich op het zo snel mogelijk aanspelen van de betere voetballers, op de juiste snelheid en het juiste been. Als 25-jarige kapitein van FC Utrecht hekelt hij individuen die via de media communiceren en die zich belangrijker voelen dan het instituut, de club. Weer later wordt hij bestuurslid van de spelersvakbond ProProf, waar hij de dossiers tot in de puntjes voorbereidt.

Kraay herinnert zich dat Ten Hag al bij De Graafschap bezig was met het grotere plaatje. ‘Als ik vroeg wat hij later wilde worden, zei hij: ‘Voorzitter van Twente.’ Dat gaat hij ooit wel worden, denk ik, want hij denkt veel over dingen na.’

Het is tevens zijn valkuil: Ten Hag heeft veel kennis die hij ook graag etaleert en komt daardoor snel over als uitvinder van het buskruit. Voetbal blijft natuurlijk wel een entertainmentindustrie. Als hij ook een losse, humoristische kant heeft, weet de vakidioot die goed verborgen te houden. Ontspannen kan hij op de golfbaan, maar verder denkt hij vooral aan voetbal, zelfs op vakantie. Zijn vriend Zwijnenberg: ‘Soms denk je wel: geniet er eens meer van. Op de terugweg uit Madrid laatst, zat hij een wedstrijd van Fortuna Sittard terug te kijken… Maar ja, waarschijnlijk is dat ook zijn kracht.’

Als trainer is hij in de loop der jaren ook wel wat opgeschoven op de lijn star-buigzaam. Bij Ajax luisterde hij eerder dit seizoen naar de sleutelspelers en stuurde zijn aanpak bij. Hij lijkt daarmee een element aan zijn arsenaal te hebben toegevoegd. Kraay: ‘Ik heb hem op de man af gevraagd: ‘Heb je niet je oren laten hangen naar een paar spelers?’ Hij erkende dat Tadic, Blind, De Ligt, Ziyech de wedstrijden voor hem moeten winnen.’

Met enige relativering noemt Erik ten Hag zichzelf inmiddels een soort minister, die beseft dat hij niet overal invloed op heeft, maar wel verantwoordelijk is voor het resultaat. En dát mag er, met een titel, een beker en een Europese revival, dit seizoen zeker zijn.

Eigenwijze uit het oosten
© belgaimage

Ten Hag trivia

312 wedstrijden speelde hij voor FC Twente, De Graafschap, RKC en FC Utrecht.

7 juni 1989. Een zwarte dag in zijn leven, als zijn vriend Andy Scharmin overlijdt bij de SLM-vliegramp.

3 kinderen heeft hij; twee dochters en een zoon.

18 jaar geleden won hij zijn enige prijs op het hoogste niveau: de KNVB-beker met FC Twente.

5 meter verplaatste hij bij Go Ahead Eagles de dug-out richting middenlijn.

4 mijlpalen bereikte hij als trainer; promotie met Go Ahead Eagles (2013), kampioen met Bayern München II (2014), Europees voetbal met FC Utrecht (2017), beker en titel met Ajax (2019).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content