Door zijn sterke thuisreputatie ontpopt Oud-Heverlee Leuven, nog altijd ongeslagen aan Den Dreef, zich in de Exqi-League tot eerste achtervolger op Lommel United. De fusieclub streeft echter nog een hoger belang na: Leuven eindelijk op de voetbalkaart zetten. ‘Geen traditie? Dan gaan we er nu maken.’

Eenenzestig jaar. Zo lang is het geleden dat er in Leuven eersteklassevoetbal te zien was. In 1949 promoveerde Stade Leuven, om een jaar later voorgoed naar af te gaan. Wie oud genoeg is om het zich te herinneren, is al jaren met pensioen of heet Louis Tobback. In 2002 kwam het tot een fusie tussen de zieltogende erfvijanden Daring en Stade Leuven. Het florissante, maar aan zijn maximum draaiende Oud-Heverlee kwam erbij, of slokte beide op, afhankelijk van de lezing.

De nieuwe fusieclub Oud-Heverlee Leuven – in witte outfit, symbool voor het omslaan van een nieuwe bladzijde – weigert zich van dat verleden iets aan te trekken. In de barre tocht naar het Beloofde Land van Eerste, doet het een beroep op Ronny Van Geneugden. “Ik had zeven jaar geleden al contact met de club. Toen was ik net begonnen als jeugdtrainer bij KRC Genk, een verhaal waar ik in geloofde en dat ik ook wilde afmaken.” Met succes. Het lijstje is indrukwekkend: van de jongens met wie Van Geneugden werkte, werden er bijna veertig profvoetballer, onder wie SinanBolat, Steven Defour, FarisHaroun en Sébastien Pocognoli en sterkhouders van het huidige Racing Genk als DavidHubert, Marvin Ogunjimi en Jelle Vossen. Die Genkse connectie loopt als een rode draad doorheen OHL: nieuwkomers Jordan Remacle, Kenneth Van Goethem, Wim Raymaekers en Pieter Nys kent Van Geneugden nog van vroeger. “Het voordeel voor hen is dat ze mijn manier van werken kennen en voor mij dat ik weet dat ze een goede mentaliteit hebben. Voor jongens tussen zestien en negentien jaar ben je niet alleen hun trainer, maar voor een stuk ook hun opvoeder. Op dat vlak heb ik het gevoel dat ik niet alleen aan hun opleiding als speler, maar ook in hun opvoeding als mens een rol heb kunnen spelen. Iets wat ik heel graag deed.”

Slechte start

De voorbereiding op dit seizoen verliep niet vlekkeloos: OHL verloor vijf van de negen oefenwedstrijden. “Niet onverwacht, omdat we veel nieuwe spelers moesten inpassen en omdat we bewust voor een heel intens trainingsprogramma kozen. We speelden ook een paar keer tegen eersteklassers, omdat dat geld in het laatje brengt.” Met een 1 op 6 miste Leuven ook zijn seizoensstart. Daarna begon het, vooral thuis, te draaien. Jordan RemacleMonsieur Miracle voor de fans – scoort en laat scoren en de Tunesiër Hamdi Harbaoui is een aanvalslinie in zijn eentje. “Zeker thuis komt ons verzorgd aanvallend voetbal er erg goed uit”, zegt Van Geneugden. “We spelen in een 4-4-2 die bij momenten naar een 4-2-4 neigt, met creatieve flankspelers en kopbalsterke spitsen. Op individuele kwaliteiten wil ik niet ingaan. Het is vooral een complementaire groep, ook naast het veld. De sfeer in de kleedkamer is optimaal. Het publiek staat ook steeds meer achter ons. De eerste thuiswedstrijden speelden we voor ongeveer tweeduizend toeschouwers, ondertussen is dat aantal verdubbeld. Alle krediet voor mijn jongens die de fans elke week tonen dat ze er voor willen gaan.”

Dat het Oud-Heverlee Leuven menens is, bleek tijdens de wintertransferperiode. Scouts Gunther Schepens (AA Gent) en Fi Van Hoof (KV Mechelen) werden aan Den Dreef gesignaleerd en Germinal Beerschot trok nadrukkelijk aan de mouw van spits Harbaoui. Het bestuur reageerde door kooplustige eersteklassers af te schrikken via de pers. De voltallige kern ligt bovendien nog onder contract tot volgend jaar, waardoor OHL alles in handen heeft. De club ging bovendien zelf op zoek naar een opportuniteit. Die dook op in de persoon van Mark De Man, ex-Anderlecht en nog altijd eigendom van Germinal Beerschot. Dat hij niet gehaald werd als basisspeler, maar vooral om onderbezette posities aan te vullen – centraal in de verdediging en net ervoor – toont de slagkracht van OHL aan. Het heeft als een van de weinige tweedeklassers een positief eigen vermogen en slaagt er met een budget van twee miljoen euro in break-even te draaien.

Geen nieuw stadion

Toen Sepp Blatter bij de loting voor het WK 2018 Rusland, en dus niet Nederland en België, uit de enveloppe haalde, is op weinig plaatsen zo hard gevloekt als in Leuven. Er waren plannen om in Haasrode een oefenstadion met twintigduizend plaatsen te bouwen. Het had ook de nieuwe thuisbasis van de club moeten worden. Dat stadiondossier mag nu voor onbepaalde tijd weer de koelkast in. Den Dreef, aan de oevers van de Dijle, blijft in de nabije toekomst de bakermat van OHL. “Dat kan perfect: het is een mooi stadion dat voor negentig procent klaar is om aan alle eisen van eerste klasse te voldoen. Het geld dat naar het stadionproject zou gaan, kunnen we nu in de ploeg pompen”, zegt woordvoerder Chris Vandebroeck.

Meer onvrede leeft er over de competitiehervormingen in de hoogste klasse. Het besef leeft dat de Jupiler Pro League steeds meer een gesloten clubje wordt en dat de promotie er beter vroeg dan laat komt. Vooral omdat de omkadering wel al op het niveau van eerste staat. Vlaggenschip is de geprezen jeugdopleiding, enkele jaren geleden als een van vier Belgische clubs met vijf sterren bedacht door de Dexia Foot PASS, die zich baseert op begeleiding, infrastructuur en omkadering. De velden rond Oud-Heverlee en het Jeugdcomplex Bruineveld in Kessel-Lo zijn op dat vlak enorme troeven, waar zelfs spelertjes van over de taalgrens op afkomen.

Met ruim vijfhonderd aangesloten jeugdspelertjes is OHL een van de grootste clubs van het land. Het plukt de vruchten van een filosofie die al van jongs af om verzorgd voetbal draait, eerder dan om kracht of snelheid. Keepertjes mogen de bal niet zomaar uittrappen: ze moeten de bal telkens ingooien of in de voet passen, ook al gaan daardoor vaak punten verloren. Publiekslievelingen Jeroen Simaeys, Denis Odoi en Nils Schouterden braken door in de eerste ploeg en vertrokken daarna, telkens naar Sint-Truiden. Op termijn moet OHL die beloftevolle jongeren langer zelf kunnen houden.

Ook zelden gezien bij een tweedeklasser is de medische begeleiding. Op dat vlak tracht OHL een graantje mee te pikken van de knowhow die in de universiteitsstad voorhanden is. Het werkt samen met het Topsportlab, een spin-off van de KU Leuven die Anderlecht, Club Brugge, Nike en het Belgische hockeyteam tot zijn klanten rekent. Het geesteskind van professor trainingsleer Werner Helsen stoomt ook de topscheidsrechters klaar voor het WK. Dat Helsen een verleden heeft bij Stade Leuven, is mooi meegenomen. Naast de begeleiding van de eerste ploeg loopt er een project om de 22 grootste talenten binnen de jeugdopleiding van OHL van nabij te volgen.

OHL-hype

Volgens een analyse van sporteconoom Trudo Dejonghe zijn er in het Hageland en Noord-Brabant nog heel wat supporters te winnen voor OHL. Het Brabantse hinterland is een van de laatste blinde vlekken in het Vlaamse voetballandschap. De allereerste supportersclub buiten Leuven en Oud-Heverlee, Leuven West in Veltem, is een eerste bescheiden succesje, maar het moet en kan beter, vindt woordvoerder Chris Vandebroeck. “Wij hebben niet dezelfde traditie als bijvoorbeeld KV Mechelen. Daarom moeten we innovatief proberen te zijn. Mensen voelen dat er hier iets te beleven valt, er is sprake van een OHL-hype. Voor de twee laatste thuiswedstrijden, tegen streekrivaal Tienen en de mogelijke beslissende topper tegen Lommel United, zit het hier zo goed als zeker vol.”

In hoeverre is die hype al te zien in het straatbeeld? “Als ik Leuven binnenrijd, kijk ik elke morgen naar de mutsen en sjaaltjes die de studenten dragen”, zegt Vandebroeck. “Veel zijn dat er nog niet, maar het begint te groeien. Kijk, wij hebben geen traditie van eersteklassevoetbal. Veel supporters uit de regio zijn al twintig jaar fan van Club Brugge of Standard. Zij twijfelen nu voor het eerst om toch naar Oud-Heverlee Leuven te komen kijken. Als we geen traditie hebben, moeten we die opbouwen door even vaak te blijven winnen als nu.”

De opgemerkte acties voor elke thuiswedstrijd moeten mensen naar het stadion lokken. “Het gratis flesje parfum op Valentijnsdag was de meest opvallende. Het komt in de media en we doen er zowel het publiek als onze sponsors een plezier mee. Er volgen er zeker nog”, zegt ticketingverantwoordelijke Jan Hendrickx. “Ook studenten proberen we aan te spreken, met een argument waar ze niet ongevoelig voor zijn: bier. Een abonnement is goed voor gratis pintjes in talloze Leuvense cafés. Het blijft moeilijk, omdat de meesten alleen tijdens de week in Leuven zijn. Bij Erasmusstudenten hebben we meer succes, want die blijven wel in de weekends. Onze aanhang telt nu zelfs al een bescheiden Spaanse armada.”

Bourgondische inborst

Vraag is hoe het kan dat de provinciehoofdstad jarenlang veroordeeld was tot een figurantenrol. Uiteraard omdat Daring en Stade Leuven, afgezakt naar lagere reeksen, jarenlang vooral bezig waren elkaar vliegen af te vangen. Ook was en is er voor de sportliefhebber meer dan genoeg afleiding: er is de atletiekclub Daring Leuven, de Leuven Bears zijn een begrip in het eersteklassebasketbal, IHC Leuven is dat in het ijshockey. Ook het ruime culturele aanbod speelt een rol. En dan komt bij de meeste ondervraagden na een tijdje ook die andere reden boven water: Leuven is niet toevallig een brouwersstad. De cafédichtheid rond de Oude Markt verraadt de Bourgondische inborst van haar inwoners. Voetbal kijken doen supporters er met één oog op de grasmat en met het andere op de schuimkraag voor hen.

Jan Callewaert, CEO van het Leuvense Option, dat gespecialiseerd is in draadloze communicatie, heeft daar als geboren West-Vlaming minder last van. Zijn bedrijf Option is al zes jaar hoofdsponsor. Naast merkbekendheid in de regio, was er nog een ander motief. “We wilden onze goodwill tonen aan zowel de stad Leuven als de universiteit. Bovendien konden we ons als technologiebedrijf profileren bij pas afgestudeerden. In ruil voor een gratis abonnement, kregen ze de vraag om te komen solliciteren. Dat bleek ook te werken. Alleen heeft de crisis ook bij ons huisgehouden. Veel van die nieuwe mensen hebben we weer moeten laten gaan.”

Sinds vorig jaar engageert de Manager van het Jaar 2005 zich persoonlijk: hij werd voorzitter en investeerde met twee anderen een half miljoen euro in de ploeg. “Omdat het zo niet verder kon. Na twee sportieve kwakkeljaren stonden verschillende sponsors, Option inbegrepen, op het punt om zich terug te trekken. Mensen vroegen mij om de club als een bedrijf te leiden. Toen ik me ging verdiepen, bleek snel dat er op alle niveaus veel wrijving was. Nu heeft iedereen een duidelijk afgelijnde functie waar hij zich aan moet houden. Ik ken Bart Verhaeghe, de nieuwe voorzitter van Club Brugge, vrij goed en weet dat hij ongeveer dezelfde organisatie aan het neerpoten is.”

Jan Callewaert heeft naast een diploma handelswetenschappen ook eentje in de filosofie, atypisch in het voetbal. Neemt hij iets mee van die achtergrond? “Zeker. Het helpt om door het bos de bomen te zien. In het Westen primeert vooral de logica. Mijn vriend Roland Duchâtelet is daar een goed voorbeeld van: hij denkt puur rationeel. Ik ben anders: af en toe moet je op je buikgevoel durven af te gaan. Wat mij dat zegt over OHL? Dat we er voor moeten gaan. Aan de titel moeten we niet meer denken, want dat hebben we zelf niet in handen. Maar het momentum is er wel degelijk en dat moeten we grijpen voor het weer weg is. Het moet nú gebeuren. Via de eindronde willen we zo snel mogelijk naar eerste.”

Voor Jac Geyens en teammanager André Michiels, twee mensen met een verleden bij Zwarte Duivels Oud-Heverlee, is het al van voor het seizoen zonneklaar dat OHL daar dit seizoen in zal slagen. De geschiedenis herhaalt zich immers. “De sterren staan hetzelfde als in 2005, toen we van derde naar tweede nationale promoveerden. Na Guido Brepoels is Ronny Van Geneugden de tweede Limburger die hier met brio slaagt. En net als in 2005, met de betreurde François Sterchele, hebben we met Hamdi Harbaoui een topspits in huis. Net als toen zullen we ons plaatsen voor de eindronde om zo de promotie af te dwingen. Dan zullen we hier dezelfde taferelen meemaken als in 1949. We varen in bootjes de Dijle af! En er zullen nog dingen gebeuren, maar die horen niet in uw boekje thuis…” (lacht)

DOOR JENS D’HONDT

“Mensen voelen dat er hier iets te beleven valt, er is sprake van een OHL-hype.”

“We trekken studenten aan met een argument waar ze niet ongevoelig voor zijn: bier.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content