Oscar Duarte, een van de sterkhouders achteraan bij Club Brugge, werd na het WK ontvangen door de president van… Nicaragua. Tiens, hij speelde toch bij Costa Rica?

Juli 2014. Een man staat recht in de laadbak van een pick-up die langzaam door de straten rijdt. Hij groet de mensen die massaal aan de kant van de weg staan. Gsm’s gaan de lucht in om foto’s te nemen van het memorabele moment. Kinderen lopen mee met de Toyota Hilux en zwaaien met vlaggen, er weerklinkt gejoel en gejuich voor de held die thuiskomt.

Thuis, dat is Catarina, een bescheiden dorpje van goed 8000 inwoners in Masaya, een van de achttien departementen van Nicaragua. De bejubelde man is Oscar Duarte, die hier geboren en getogen is. Hij is de eerste voetballer ooit uit Nicaragua die aan een WK deelnam. Bovendien scoorde hij ook nog eens – tegen Uruguay – wat hem helemaal onsterfelijk maakt. Na de rondrit in zijn geboortedorp volgt nog een huldiging door de burgemeester en een geïmproviseerde handtekeningensessie. En daarmee houdt het niet op. Ook president Daniel Ortega wil meesurfen op de populariteit van de verdediger. Hij nodigt hem en zijn familie uit op de koffie en voor de talrijk opgekomen pers omhelst hij Duarte.

Zwarte sneeuw

El comandante, die al sinds 2007 de plak zwaait, kan wel een boost gebruiken, want zijn land ligt op apegapen. Dat voelen ze ook in Catarina, waar voornamelijk landbouwers wonen. Op de Spaanse Wikipediapagina van de gemeente staat te lezen dat het centrum ‘over elektriciteit, drinkbaar water, een telefoon- en gsm-netwerk’ beschikt. Het is niet eens onlogisch dat dat expliciet vermeld wordt, want Nicaragua is na Haïti het armste land van Centraal-Amerika. Achtenveertig procent van de bevolking leeft er in armoede en zeventien procent in extreme armoede, een gevolg van de internationale crisis, een desastreus beleid en de burgeroorlog die het land tussen 1979 en 1990 lamlegde. Al decennialang kiezen veel Nicaraguanen eieren voor hun geld en verlaten ze het land.

Zo ook de ouders van Oscar Duarte. Moeder Walkiria Gaitán besloot twintig jaar geleden dat het genoeg was en ze ging haar geluk beproeven in buurland Costa Rica. Ze was onderwijzeres, maar kon er aan de slag als dienstmeid in het huis van een oudere vrouw. Een vaker voorkomend fenomeen in die tijd en nu nog: de jobs waar de gemiddelde Costa Ricaan zijn neus voor ophaalt, gaan naar de Nicaraguaanse immigranten. Drie maanden later zette Walkiria het licht op groen voor de komst van de rest van het gezin: vader Oscar, dochtertje Cintia en zoontje Oscar.

De op dat moment vijfjarige Oscar verteert de verhuizing vrij gemakkelijk. Het enige wat hem interesseert, is of er in de buurt een voetbalpleintje ligt. Walkiria: “Dat was toen al zijn passie. Toen we in Costa Rica arriveerden, vroeg hij of hij naar een voetbalschool mocht gaan. We hebben veel moeten opofferen om zijn carrière te ondersteunen, maar gaandeweg lukte dat steeds beter.” Dat het gezin toch zwarte sneeuw ziet, bewijst de volgende anekdote: “Op een dag zei ik aan Oscar dat hij zaterdag niet zou kunnen gaan trainen omdat we geen geld meer over hadden voor zijn busticket”, vertelt Walkiria. “Hij antwoordde: ‘Rustig mama, maak je geen zorgen. Dan ik zal ik wel gewoon wat vroeger opstaan en te voet gaan. ‘”

Het typeert de jongen, die niet overloopt van het talent, maar dat compenseert met discipline en vastberadenheid. Vader Oscar is het daar volmondig mee eens: “Ik denk niet dat ik het hem ooit gezegd heb, maar wat ik het meest bewonder in hem, is zijn volharding. Ook in de moeilijke momenten, bijvoorbeeld wanneer er geen geld was, zette hij door.”

Nationalisatie

Duarte begon zijn voetbalcarrière bij Deportivo Saprissa, met dertig titels een van de meest succesvolle clubs van Costa Rica. Ook onder meer Keylor Navas, Cristian Bolaños en Randall Azofeifa werden er opgeleid. Bij de jeugdteams kreeg hij vanwege zijn onverzettelijkheid al snel de bijnaam La Piedra (De Steen). Vaak voetbalde hij echter nog te bruusk en te impulsief, een euvel dat hij maar langzaam uit zijn spel kon slijpen.

Toch boekte hij vooruitgang. In die mate zelfs dat Ronald González, de coach van de Costa Ricaanse U20, hem in 2009 wil meenemen naar het WK in Egypte (waar Costa Rica overigens pas in de halve finale uitgeschakeld zou worden door Brazilië). Enige probleem: Duarte was nog geen Costa Ricaan. De papiermolen draait te traag en de verdediger mag niet mee. “Dat was een harde klap, maar ik zei aan Oscar dat God de dingen op zijn tijd deed en dat er wel andere kansen zouden komen”, herinnert Walkiria zich.

Ondertussen heeft Duarte het ook niet onder de markt om zich door te zetten in de eerste ploeg van Saprissa. Achteraan lopen ervaren voetballers die moeilijk uit de ploeg te spelen zijn. Eerst probeert de club hem nog te lanceren als linksachter, maar in 2010 wordt besloten El Nica – de Nicaraguaan – uit te lenen aan Puntarenas, waar hij speelminuten moet opdoen. Dat is een succes, want al na zes maanden zit er een oproepingsbrief voor de nationale ploeg in de bus. In 2011 mag hij met Los Ticos zelfs mee naar de Copa América. “Een selectie voor zo’n toernooi: dat is waar je elke dag voor werkt. Ik was supertrots, ik herinner me dat nog heel goed”, laat hij in dit blad optekenen.

Vanaf dan gaat het snel: Saprissa haalt hem terug en hij groeit er uit tot een vaste waarde in de verdediging. In januari 2013 mag hij gaan testen bij Club Brugge, dat op winterstage is in Marbella. Hij overtuigt de clubdirectie en toenmalig trainer Juan Carlos Garrido, die hem onmiddellijk in de ploeg dropt. Duarte doet het goed: hij is sober, snel, secuur verdedigend en bij spelhervattingen sterk met het hoofd, zoals hij een paar weken geleden in de openingswedstrijd van Club tegen Waasland-Beveren nog eens bewees.

Wat de toekomst voor Duarte, die begin dit jaar bijtekende tot 2017, nog in petto heeft, is onduidelijk. Zoals elke latino droomt hij van een Spaanse club. Wat er ook van zij, El Nica zal er alles aan doen om zijn droom waar te maken.

DOOR STEVE VAN HERPE – BEELDEN: BELGAIMAGE

Bij de jeugd voetbalde hij vaak te impulsief.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content