Een wandeling door Monaco met als gids een inwoner van de ministaat , zevenvoudig wereldkampioen motorcross Stefan Everts.

Gedecolleteerde jonge blondines en aan hun zijde kortademige mannen met ronde buiken en een ego dat zowaar nog groter lijkt dan hun geldbeugel : dit moet Monaco zijn. In dit mondaine oord van blitse auto’s en andere tekenen van buitenissige weelde vond de beste motorcrosser aller tijden ruim drie jaar geleden zijn thuis. Om fiscale redenen, dat ontkent Stefan Everts (31) niet.

Een bezoek aan het in exuberante rijkdom badende prinsendom moet uiteraard in ‘gepaste’ stijl gebeuren. Vanaf de luchthaven van Nice gaat het per helikopter langsheen het meest oostelijke deel van de Côte d’Azur naar Monaco. Op de stopplaats aan de Avenue des Ligures, waar jaarlijks het vermaarde Festival International du Cirque de Monte-Carlo plaatsvindt, staat een gitzwarte helikopter met daarop een zilveren steigerend paard, symbool van het automerk Ferrari. Een privé-toestel van Michael Schumacher.

Een beetje verderop – in het 1,95 km2 kleine belastingparadijs ligt alles op wandelafstand – aan de jachthaven van Fontvieille, woont Stefan Everts met zijn zwangere vriendin Kelly Tureluren. Ze betrekken er een redelijk modaal appartement. Binnen hangen in een kader de eerste crossbroekjes van Everts en staan, naast een imposante muziekinstallatie, vooral veel kartonnen dozen. “We gaan binnenkort verhuizen. Ja, al voor de tweede keer sinds we hier wonen. Op de eerste plaats zaten we niet graag, er was te veel lawaai. Fontvieille is zowat de rustigste buurt van Monaco.”

Everts wil er dan ook niet weg. “We verhuizen nog geen honderd meter ( lachje). Een verhuiswagen hebben we niet nodig, we kunnen alles zelfs ondergronds vervoeren. Het nieuwe appartement is even groot als dit en desondanks goedkoper. Bovendien beschikken we over een grotere garage en genieten we van een mooier uitzicht op de baai. Gezien we er op de bovenste verdieping zitten, moeten we ons ook geen zorgen maken over eventuele herrie van bovenburen.”

De huurprijs voor een appartement in Monaco zou al snel tweeduizend euro per maand bedragen. Everts bevestigt noch ontkent dat bedrag. “De vierkante meters zijn alvast heel kostelijk. Zie het als een compensatie voor het gunstige belastingklimaat. In België moet je taksen en accijnzen betalen op alles en nog wat. Sterft er iemand, dan moeten de nabestaanden nog eens successierechten betalen. Het houdt gewoon niet op. Ik vind dat het allemaal een beetje te ver gaat. Je krijgt er wel iets voor terug, maar de balans helt toch over naar de foute kant. Daarom proberen in ons land zoveel mensen te sjacheren en in het zwart te werken. Ik stond voor de keuze : ofwel blijf ik in België en betaal ik me blauw aan belastingen, ofwel zet ik de stap naar Monaco. De meeste mensen in mijn situatie zouden hetzelfde doen, denk ik.”

Everts ontvluchtte zijn vaderland om financiële redenen, maar ervaart ondertussen nog andere voordelen aan het leven in de dwergstaat. “De mensen laten me meer met rust dan in België en ook het mooie weer vormt een pluspunt. Hier verblijven, voelt elke dag een beetje aan als vakantie. We beginnen stilaan onze weg te vinden, maar dat duurde eventjes. Pas na anderhalf jaar ontdekten we het postkantoor, het bevindt zich nochtans net om de hoek ( lacht).”

Binnenzitten bij een stralende zon zou zonde zijn en niemand maakt dan ook bezwaar tegen een wandeling door Monaco, op zoek naar enkele locaties voor de foto’s. Everts : “De voorbije twee jaar, en zeker afgelopen zomer, waren zeer kalm. De restauranthouders klagen steen en been. Anderzijds heerst er een ware bouwwoede, overal poten ze nieuwe flatgebouwen neer. Vlakbij het appartementsblok waar wij huren, beginnen ze er binnenkort aan en aan de haven van Cap d’Ail komen zelfs drie nieuwe complexen. Crisis, zeggen ze dan. Maar dan vraag ik me af welke crisis.”

De bouw van de nieuwe flats in Fontvieille zou wel eens voor geluidsoverlast kunnen zorgen, beseft Everts. “Toen we ons huurcontract ondertekenden, wisten we niet dat ze er gingen bouwen. We wilden rustig wonen, ergens waar er niet te veel kabaal is. De benedenverdieping van het gebouw waar we nu nog zitten, is een café. Dikwijls hoor je ’s nachts nog de ballen van het biljart uit elkaar vliegen. De heliport is ook niet zover en als je aan die kant ( wijst in de richting van zijn huidige appartement) verblijft, hoor je de helikopters behoorlijk fel. We zullen in de toekomst dus in elk geval stiller wonen.”

Op het plein voor de jachthaven bevindt zich een bijzonder winkeltje, weet Everts. Voor de leek gaat het misschien om niet meer dan prullaria, de Formule-1-fans kijken er hun ogen uit. Naast schaalmodellen van de snelle bolides maken vooral de originele helmen en racepakken van de rijders indruk op de gefascineerde bezoeker. Kopen zit er voor de meesten waarschijnlijk niet in : voor de helm die Michael Schumacher droeg toen hij in 2001 de Grote Prijs van Monaco won, moet je 23.000 euro neertellen. “Dit is wel ons pronkstuk”, aldus de bevallige verkoopster. Alsof dat enige troost biedt.

In de straten van de Grimaldi’s ruimen de Lamborghini’s, Mercedessen en andere Jaguars straks weer een weekend (22-23 mei) de baan voor de brullende motoren van de Formule 1. Ruim een maand voor de race is men al volop bezig aan de opbouw van de hoofdtribune en de vangrails over de volledige 3,34 kilometer van het parcours.

“Dit jaar zal ik de grote prijs voor het eerst kunnen bijwonen”, zegt Everts. “De voorbije drie jaar reed ik altijd zelf wedstrijd. Heel Monaco staat dat weekend op zijn kop. Ik kijk er wel naar uit om het een keer mee te maken.” In afwachting daarvan laat Everts zich gewillig fotograferen aan het standbeeld van de in 1995 overleden Formule-1-legende Juan Manuel Fangio.

Bij wie naar de etalages van de talrijke winkeltjes in het oude stadsgedeelte van Monaco Ville kijkt, valt in de eerste plaats het gebrek aan prijskaartjes op. Omdat alles zo duur is ? Everts : “Als je niet excessief leeft, valt het best mee. In Frankrijk betaal je sowieso meer dan in België en aan de Côte d’Azur doen ze er nog een schepje bij. Ga je hier uit eten, dan neem je beter een dikke portefeuille mee. Zelf doen wij dat zelden. Kelly kookt bijna altijd en we halen dat eten in het grootwarenhuis. Doe je gewoon thuis je ding, dan kost het leven hier niet veel meer dan bij ons.”

Van de om en bij 32.000 mensen die officieel in Monaco resideren, is slechts zeventien procent Monegask. De overgrote meerderheid in de ministaat die al in 1865 de inkomstenbelasting afschafte, is fiscaal burger. “Hoeveel dagen je in Monaco vertoeft – zijn het er tien, twintig of driehonderd – maakt in principe niet uit. Het belangrijkste is dat je een elektriciteitsrekening hebt – elektriciteit kost hier tussen haakjes trouwens bijna niets. Daarnaast moet je over een attest van de bank en over een huurcontract beschikken.”

Om aanvaard te worden, moet je eerst op interview gaan, zegt Everts. “Draait die test positief uit, dan krijg je een carte de séjour. De eerste drie jaar telkens voor één jaar, vervolgens driemaal een voor drie jaar. Pas daarna, als je hier al twaalf jaar woont, kan je aanspraak maken op een verblijfsvergunning voor tien jaar.”

Een Belg die in een ander land resideert, mag niet meer dan 183 dagen in ons land verblijven, maar dat vormt geen onoverkomelijk probleem voor Everts. “Ten eerste zijn we vaak hier en ten tweede reis ik tijdens het cross-seizoen heel Europa af. Of er veel controle bestaat op die 183 dagen ? Geen idee, maar wij letten daar zélf op. Met de fiscus kende ik nog nooit moeilijkheden en dat wil ik zo houden. Ik heb in het verleden al genoeg problemen gehad.”

Everts doelt op het geld dat hij verloor nadat hij in zee ging met manager Dave Grant. “Ik wou een toekomst voor mezelf opbouwen en vond Dave de geschikte man om dat plan mee uit te werken, om samen een team op te starten. Aanvankelijk was er geen vuiltje aan de lucht, konden we rekenen op de steun van een aantal sponsors. Het merendeel van de inkomsten kwam voort uit mijn prestaties, dankzij mijn naam. Ik investeerde dat geld in het team, maar het liep fout : in plaats van te renderen, vlogen de centen bij wijze van spreken in het rond.”

Uit die periode trok hij naar eigen zeggen de juiste conclusies. “Voortaan doe ik de contractbesprekingen grotendeels zelf . Je mag gerust met een manager werken, want die zorgt ervoor dat je je honderd procent kan concentreren op je sport en je niet met andere zaken hoeft bezig te houden. Maar je moet erover waken dat je bepaalde zaken nog onder controle houdt. Ik kreeg een tweede kans bij het Yamaha L&M Motorcross Team en heb die gegrepen.”

Het oude stadsgedeelte kijkt aan de ene kant uit op de azuurblauwe Middellandse Zee, aan de andere kant op de heuvels die voor Everts een geliefkoosd trainingsparcours vormen. “Een groot nadeel is dat Monaco geen echt goede motorcrossomlopen telt. Daarvoor moet ik naar Italië trekken, waar ik dan meestal twee dagen blijf. In de bergen in de buurt ga ik wél geregeld trial of enduro rijden. Trial vind ik een uitstekende oefening voor de techniek en de balans. De endurotochten van vier, vijf uur beschouw ik als een ideale duurtraining. Je scherpt bovendien de concentratie aan door constant met de moto bezig te zijn.”

Ook voor zijn fietstrainingen trekt Everts de bergen in. Vandaar allicht die imposante, gespierde onderbenen ? “Dat heeft ook te maken met de manier waarop ik met mijn moto rijd. De meeste rijders vangen de schokken hoofdzakelijk op met hun armen. In vergelijking met de anderen bestuur ik mijn machine veel meer met de benen. Om te fietsen zoek ik inderdaad de bergen op. Als ik boven ben op de Col de Madonne, heb ik anderhalf uur bergop gefietst. Ik doe dat niet regelmatig, slechts af en toe als afwisseling voor het lopen.”

Want dat staat dagelijks op zijn programma. “Van hieruit loop ik naar de haven van Cap d’Ail en daar volg ik een heel tof weggetje langs de zee. Ik volg nauwgezet de trainingsschema’s van Willy Linden, die vroeger nog met mijn vader werkte, en dokter Debruyne uit Hasselt. Tijdens het seizoen, wanneer de wedstrijden elkaar snel opvolgen, doe ik nog nauwelijks écht belastende trainingen. De crossen op zich zijn immers al heel intensief. Je moet daarvan twee tot drie dagen recupereren om je weer wat fit te voelen. Dan heeft het geen zin om als een gek tekeer te gaan tijdens de week.”

Wanneer er tijdens het weekend geen wedstrijd plaatsvindt, legt Everts er wél stevig de pees op. “Dan plannen we vier, vijf dagen forse training, met intervaloefeningen : enkele keren een bergje oplopen of series van 200, 400 of 800 meter spurten op de atletiekpiste. Jaarlijks doe ik conditietesten aan de VUB en die bepalen mijn grenzen. Dankzij de hartslagmeter, die ik áltijd aandoe, weet ik perfect wanneer ik intensief dan wel extensief train.”

De enkeling die nog in de illusie leeft dat motorcross geen fysiek zware sport is, weet niet waarover hij praat. “Tijdens een training halen we al 160, 170 hartslagen per minuut, in de wedstrijd loopt het zelfs op tot 180, 190. Motorcross vergt heel wat inspanningen, trekken en sleuren aan de moto… Je moet voortdurend geconcentreerd blijven om het juiste spoor te vinden, want het minste foutje kost energie. Als je constant opgejaagd wordt door de rijder achter je, sta je onder mentale druk, wat uiteindelijk ook aan de conditie vreet. Een wedstrijd staat gelijk met veertig minuten in het rood gaan.”

Tijd om de inwendige mens te versterken. De eigenaar van Planet Pasta heet Gigi en is, zo blijkt, een grote fan van Stefan Everts. Betalen hoeft niet, want Gigi trakteert. “Voor de mooiste stilist op de crossmotor”, klinkt het. Precies rijden, vormt een van de handelsmerken van de zevenvoudige wereldkampioen. Ongeëvenaard stijlvol voor sommigen, weinig spectaculair voor anderen. “Een kwestie van smaak”, zegt de betrokkene. “Bepaalde mensen zien graag een crosser die erin slaagt de controle over zijn machine te behouden, anderen vinden iemand die als een vlag op zijn moto hangt spectaculairder.”

Beschouwt ook hij het juiste spoor kiezen als een van zijn voornaamste troeven ? “Opteren voor de beste en snelste lijnen op het circuit vormt een facet van het motorcrossen. Vaak moet je in een fractie van een seconde beslissingen nemen, soms denk je al aan de volgende ronde : op deze plaats draai ik dan zó en zó. Verscheidene jongens kiezen evengoed of zelfs beter het geschikte spoor dan ik, maar je moet het hele pakket bezitten. Zelfvertrouwen is daar een onderdeel van, net als discipline, doorzettingsvermogen, beheersing van de moto, afstellen van de machine, een goede entourage, een goed team… Bij het Yamaha L&M Motorcross Team verstaan ze de kunst de motor af te stellen naar de rijstijl van de piloot. Daar haal ik ongetwijfeld ook een aantal procenten voordeel uit.”

Bij het buitenstappen van Planet Pasta wenden de blikken van het gezelschap zich – niet voor het eerst en ook niet voor het laatst – naar een op zijn zachtst gezegd ‘zomers geklede’ jongedame. Everts beperkt zich tot een monkellachje. “Je ziet hier veel modellen en andere opgetutte vrouwen die alleen maar willen opvallen. Ze begapen je dan ook nog een keer, zo van : heb je me gezien, heb je me gezien. Dat brengt mij aan het lachen.”

Toetreden tot de jetset van Monaco behoort niet tot zijn ambities. “Als er een nieuwe dure auto op de markt komt, dan zie je er meteen tien, twintig rondrijden. Daar kan ik me niet mee bezighouden. Ik hou ook van mooie en sportieve wagens, maar ik rij daar meerdere jaren mee, zodat ik er tenminste plezier aan beleef. De beau monde van Monaco daarentegen koopt na een half jaar al een nieuwe. Ik heb hard moeten werken om mijn centen te verdienen. Zeker sinds dat voorval met Grant denk ik een paar keer na vooraleer ik geld uitgeef.”

In Monaco let je maar beter op je geld, vertelt Everts, terwijl de wandeling zich verder zet voorbij het prinselijk paleis. “Zo vroeg ik een keer naar mijn contactpersoon bij de bank. ‘Die zit aan de overkant’, vertelden ze mij. Ze bedoelden de gevangenis. Bleek dat hij geld van Michael Schumachers rekening op de zijne had gezet. Schumacher was er zelf niet van op de hoogte – die weet allicht niet meer hoeveel geld hij precies heeft. De mensen van de bank kwamen erachter.”

Monsieur Stefan Everts, une signature s’il vous plaît“, heeft een oudere man Everts herkend. “Ik heb enkel mijn lidkaart van de petanqueclub bij, maar dat maakt niet uit. Zet uw handtekening daar maar op, alstublieft. Hartelijk dank.” Everts : “In België word ik uiteraard veel vaker herkend. Als ik een keer uitga, trek ik liefst naar een privé-feestje. In een dancing voel ik me minder op mijn gemak. De mensen spreken me aan, met goede bedoelingen, maar ze willen toch altijd even over de cross praten. Op die momenten babbel ik liever over andere dingen.”

Over zijn zoon of dochter, bijvoorbeeld, want eind juli wordt Stefan Everts voor het eerst vader. Vriendin Kelly zal waarschijnlijk in Monaco bevallen. “Ze kan hier beter bekomen dan in België, waar ze ons geen ogenblik met rust zouden laten.” Zal het ouderschap het einde van de uiterst succesvolle loopbaan van Everts inluiden ? “Velen vragen zich al langer af wat mij nog drijft na al die titels. Ik rijd ontzettend graag met de moto en winnen bezorgt mij nog altijd een kick. Drie jaar zie ik me niet meer rijden, maar ik ga nog zeker een jaar door. Het vaderschap zal het verdere verloop van mijn carrière niet beïnvloeden, denk ik – weinig risico’s nemen, was sowieso al mijn ingesteldheid op de moto – maar het zal van mij wél een heel ander mens maken.”

Of hij na zijn carrière terugkeert naar België, dan wel definitief voor Monaco kiest, vindt Everts een moeilijke slotvraag. “Als ik met competitiesport stop, zal ik nog dikwijls met de moto rijden of trialen. Ik zal me niet vervelen in Monaco. Voor Kelly ligt dat anders, zij is meer gehecht aan het thuisfront. De kans bestaat dus dat we opnieuw in België komen wonen, maar we beslisten nog niets definitiefs.”

De avond valt boven Monaco. Een opfrisbeurt en dan een spelletje roulette in Le Grand Casino de Monaco, gevolgd door een duik in het bruisende nachtleven ? “Doe maar”, lacht Everts. “Eén keer bezocht ik hier een discotheek, nog voor ik in Monaco woonde. Voor één drankje betaalde ik 20 euro. Ik heb het daarbij gehouden ( grijnst).”

door Roel Van den broeck

‘Het vaderschap zal mijn verdere carrière niet beïnvloeden. Het zal van mij wél een ander mens maken.’

‘Doe je gewoon thuis je ding, dan kost het leven hier niet veel meer dan bij ons.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content