‘Elke keer zeg ik aan de coach: er is geen tijd’

© KOEN BAUTERS

Met Antwerp-KRC Genk staan vanavond twee uitdagers van Club Brugge tegenover elkaar. Terwijl de ene zijn team van vorig seizoen kon samenhouden, onderging de thuisploeg een complete facelift. Algemeen directeur Sven Jaecques legt uit waarom dat noodzakelijk was en verduidelijkt de ambities. ‘Wat hier al gebeurde, is niet alleen fantastisch, het is ook abnormaal.’

Welk type voetballer hij was? Een aanvallende middenvelder, zegt Sven Jaecques in Insiders, de podcast van Eleven waarvan de eerste aflevering vorige week maandag in de namiddag werd opgenomen en ’s avonds op antenne kwam. Thomas Buffel en Frederik Boi waren enkele van zijn ploegmaats bij Cercle. Terwijl de eerste doorstootte naar de absolute top – Feyenoord, Glasgow Rangers en de Rode Duivels -en de tweede een steunpilaar werd van de Vereniging, koos Jaecques een alternatief parcours. Als jeugdtrainer kreeg hij er ooit 13 om de oren van Romelu Lukaku en Zinho Gano, beiden toen nog bij Lierse en later zette hij sportieve lijnen uit bij de jeugd en de A-ploeg van groen-zwart, vooraleer over te stappen naar Antwerp. Daar liep hij deze zomer als algemeen manager fel in de kijker, tijdens de enorme veranderingen die de club onderging.

Als we niet durven zeggen dat we kampioen willen worden, klinkt dat alsof het een schande is.’ sven jaecques

Hoe blij bent u met waar de club op dit moment staat?

SVEN JAECQUES: ‘Rekening houdend met wat de club de voorbije maanden heeft doorgemaakt, op zich heel tevreden. We hebben een aantal moeilijke stappen gezet die zich opdrongen, zaken zijn ingevuld op een manier waarvan we drie, vier maanden geleden niet wisten of we daarin zouden slagen. Staf, omkadering, samenstelling van team, jongeren, manier van werken, nieuwe infrastructuur in gebruik nemen. Dat zijn veel dingen samen en alles is quasi geruisloos verlopen. Vandaag kunnen we zeggen dat Antwerp een zeer hoog niveau haalt. Professioneel. Medisch, mentaal, data, scouting. De basis staat er. Wat het puur sportieve betreft weten we dat er wat tijd nodig is, maar dan nog vind ik dat we altijd drie, tot vier punten meer hadden moeten hebben. Dat lijkt onbelangrijk in het proces maar is het niet. De rust en het vertrouwen die je daarmee koopt, zorgen sneller voor kwaliteit op het veld en betere wedstrijden. Ik heb het daar met Brian Priske over gehad: ook al waren er blessures, moesten er nog transfers gebeuren en was de ploeg nog niet op mekaar ingespeeld, nooit mochten we met nul op zes starten.’

Wanneer zijn jullie beginnen inzien dat de club aan een nieuwe stap toe was?

JAECQUES: ‘Ik kan daar geen exacte datum op kleven. Elke dag kreeg je wel iets nieuw op je plank waarvan je zegt dat het in de toekomst anders moet. Toen Luciano D’Onofrio in 2017 kwam, wisten wij: dit is niet de manier waarop je tien, twintig jaar lang een topclub kunt runnen. Het was wél een manier om – één, twee of drie jaar lang – heel snel te bouwen aan de structuur en de organisatie en ondertussen direct resultaten neer te zetten. Heel snel te groeien. Zo is het ook gegaan. Het juiste moment vinden om dan opnieuw om te schakelen was niet eenvoudig. Vaak vielen in gesprekken met Luciano de woorden ‘straks is het aan jullie’, zonder die straks te definiëren. Hij wist ook dat we op een bepaald moment meerwaarde moesten creëren in de kern, in de doorverkoop bovenop de sportieve waarde. Dat hebben we tot dusver minimaal gedaan. Vaak werden spelers gehuurd of trokken we oudere spelers aan en dachten we op de korte termijn. Nu hebben we geprobeerd om een evenwicht te vinden tussen de korte en de lange termijn. Alléén werken op de lange termijn werkt ook niet. Het resultaat moet blijven. Maar we hebben wel gezocht naar iets meer evenwicht in de kern, qua leeftijd, profielen én maturiteit. En vandaag zit slechts één gehuurde speler in de kern: Ally Samatta. Dat vraagt inderdaad een investering, maar bijvoorbeeld de loonmassa is significant lager dan vorig seizoen. Alles is doordacht gebeurd.’

Sven Jaecques was te gast in de eerste aflevering van Insiders, de podcast van Eleven.
Sven Jaecques was te gast in de eerste aflevering van Insiders, de podcast van Eleven.© KOEN BAUTERS

Zekerheden

Wat was er eerst: de keuze voor de trainer of invullen van posities met nieuwe namen?

JAECQUES: ‘De nieuwe trainer was de eerste zichtbare keuze. Het was noodzakelijk om snel met de organisatie van de voorbereiding te kunnen starten. Je hebt een aantal mogelijkheden en hakt dan de knoop door. Daarop kun je direct je staf samenstellen en kun je de rest voorbereiden. De analyse van de kern en de profielen per positie waren al bekend en een aantal dossiers waren al lopende. Vervolgens neem je de trainer mee in de keuze van welk profiel op welke plaats. Maar het is niet gezond als de trainer daar de eindverantwoordelijkheid in heeft. Dat is nooit gebeurd bij Antwerp.’

De visie van de trainer is wel belangrijk: wil je pressing spelen, dan komen Mbokani of Refaelov niet in aanmerking voor contractverlenging.

JAECQUES: ‘Onze club heeft nog niet de traditie om te zeggen: we voetballen in dat systeem en de spelers zijn van onder tot boven opgeleid in die manier van spelen. Dat is de bedoeling op termijn, qua stad, qua club, qua mogelijkheden is Antwerp in staat om zoiets neer te zetten. Nu nog niet. Wat we nu wilden, was een positievere manier van voetballen, omdat wij van mening zijn dat zoiets op de langere termijn voor resultaten zorgt. Dat staat los van systeem, hoge pressing, medium blok, enzovoort. Een kern moet in onze ogen bestaan uit spelers die diverse manieren van voetballen aankunnen. Wij wilden ook een coach die durft te wisselen tussen die twee. Dat was de leidraad deze zomer.’

Veel nieuwkomers zijn oude bekenden. Waarom?

JAECQUES: ‘De fase waarin we zaten, eind mei, was er een waarin een aantal basisspelers – goeie, bepalende jongens – wegvielen. Daarom moesten we spelers halen die direct een meerwaarde hadden. Geen jongens in de breedte. En dan ga je heel snel voor spelers waarvan je weet dat het risico relatief klein is dat ze zes tot negen maanden nodig hebben om zich aan te passen. Als lukt wat we nu deden, kunnen we in januari en de volgende mercato veel gerichter werken richting die twee, drie posities die nog moeten worden versterkt. En daarnaast misschien ook twee, drie spelers die niet bekend zijn met de Belgische competitie en de tijd krijgen om zich aan te passen.’

De leeftijd valt ook op: op een paar uitzonderingen na midtwintigers of jonger.

JAECQUES: ‘Van de veertien transfers voor het eerste elftal zijn er zes jonger dan 23. Eén is boven de dertig, Radja. De rest zit in dat blok 26-28, omdat we die leeftijdsgroep misten.’

Radja is de meest opvallende nieuwkomer.

JAECQUES: ‘Ja. Radja is Radja, puur, mét zijn verleden, mét een handleiding, maar zo zijn er veel jongens. Vooral hij zal geschrokken zijn van het feit dat hier iedereen iedereen kent. In Milaan of Roma kun je jezelf al eens wegsteken, maar als Radja in Antwerpen zijn neus laat zien, heeft iedereen hem gezien.’

Hoe hard vloekte u toen hij al in zijn eerste weekend aan de kant werd gezet door de politie?

JAECQUES: ‘Ik kan niet zeggen dat ik die zondagochtend gelukkig rondliep. Anderzijds denk je dan direct aan oplossingen om niet te lang in het negatieve te blijven hangen. Ik denk dat hij de klik heeft gemaakt. We weten dat Radja niks wil wegsteken, hij doet zich nooit anders voor dan hij is. Dat was juist het probleem in de nationale ploeg. Anderen waren ook niet altijd even heilig, maar die staken het wél beter weg.’

Hoe ver staat hij van volledig fit?

JAECQUES: ‘Hij mankeert wat ritme, maar Radja was anderzijds nooit een voetballer die aan de top stond bij de VO2 max-testen. Het is voor hem eerder meer aanpassen aan de manier van voetballen in de Belgische competitie. Er wordt nu altijd naar hem gekeken en veel meer van hem verwacht dan van een ander. Met zijn ervaring en kwaliteiten moet hij de ploeg op sleeptouw kunnen nemen. Als Radja niet geblesseerd raakt, zullen die vijf, zes matchen in de komende drie weken goed voor hem zijn, om dat ritme te pakken.’

Evenwicht

Hoe vaak praat u met de coach?

JAECQUES: ‘Dagelijks.’

Heeft hij al geleerd uit de problemen?

JAECQUES: ‘Ik denk dat hij qua uitdagingen en leren omgaan met spelers, media, druk en keuzes maken, al meer heeft geleerd dan in de voorbije twee jaar. In het begin heeft hij dat niet zo ingeschat. Zelfs met de ervaring van de Champions League en een titel in Denemarken, is dit compleet anders. Hij werkt nu in een competitie waar geen ruimte wordt gegeven, of het nu Eupen is, Seraing of Club Brugge. Er wordt druk gezet, ruimtes worden klein gehouden, er wordt op het randje gespeeld, de ploegen zijn fysiek in orde. Wat ik hem ook elke dag zeg: er is geen tijd. Hij dacht die te kunnen krijgen, winst of verlies, maar ook al zijn er excuses en redenen waarvoor dat zou moeten, tijd is er niet. De enige tijd die je koopt is door resultaten neer te zetten.’

Rationeel bekeken hebben wij nog een aantal jaar nodig vooraleer we break-even draaien.’ sven jaecques

Er is ook nog geen evenwicht, vinden wij. Te vaak te veel mensen voor de bal en daardoor kwetsbaar in de omschakeling.

JAECQUES: ‘We hebben voldoende kwaliteit om het in de aanval af te maken, wij hoeven niet met een of twee mensen meer te zijn dan de tegenstander. Tien tot vijftien kansen per wedstrijd creëren heeft geen zin als je ook evenveel weggeeft. Dan wijs ik niet naar de mensen die in die defensie staan, maar naar het geheel. We moeten veel meer ons moment kiezen, veel meer geduld. Als er heel weinig ruimte is om aan te vallen, vind ik ons soms nog te naïef nadrukkelijk zoeken naar die ruimte en de deur openzetten aan de andere kant. Er is werk aan, maar ik zie evolutie.’

De coach is mee in uw verhaal?

JAECQUES: ‘Brian is een winnaar en staat open voor kritiek. Dat hij al aanpassingen heeft gedaan, is duidelijk. Maar zoals elke trainer bezit hij ook een portie koppigheid. Zodra hij kan probeert hij terug te keren naar zoals hij het voetbal ziet. Voor een stuk is dat de Deense school, die correct is en ook kan werken. Maar je moet het team en de spelers individueel bijschaven om dat te kunnen brengen. En dan zijn we terug bij de tijd die er momenteel niet is.’

Spelers ontgoochelen behoort ook tot zijn leerproces. Voor iemand die dicht bij de groep staat, is dat niet eenvoudig.

JAECQUES: ‘Brian is sowieso geen man die houdt van conflict, zomaar iemand kan ontgoochelen en keihard links of rechts durft wegzetten. Bölöni of Vercauteren konden dat wel, maar die hadden twintig of dertig jaar meer op de teller. Ivan Leko had daar ook nog een probleem mee. Gewoon rustig iemand uitleggen waarom hij voor een ander koos, was voor hem ook moeilijk. Ziedaar het belang van een evenwichtige staf. Rudi Cossey, bijvoorbeeld, draait wél al jaren mee en kent de Belgische competitie uit zijn hoofd. Dan is het wat zoeken naar mekaar leren kennen en het juiste compromis vinden om resultaat te halen. Nu, Brian weet inmiddels: de druk ís er, intern én extern. Elke gewonnen wedstrijd is normaal, elk verloren punt niet.’

Sven Jaecques: 'Het lijkt voor mensen alsof ik deze zomer voor de leeuwen ben gegooid, maar eigenlijk gebeurde hetzelfde als de voorbije jaren.'
Sven Jaecques: ‘Het lijkt voor mensen alsof ik deze zomer voor de leeuwen ben gegooid, maar eigenlijk gebeurde hetzelfde als de voorbije jaren.’© KOEN BAUTERS

Hij wist dat toch als ex-speler van KRC Genk of Club Brugge?

JAECQUES: ‘Voor een speler is dat anders. Het was die naast u, die voor u, de coach. De groep vangt samen dingen op, de coach staat op de eerste rij en altijd in de vuurlinie.’

Ziet u hem soms twijfelen?

JAECQUES: ‘Ja. Niet elk gesprek tussen ons was even hartelijk. Ik was tien jaar geleden misschien ook een beetje Brian. Toch nog een keer praten, rustig, begripvol. Vertrouwen geven. Ook bij mij is het er nu veel sneller uit, veel directer. Anders verlies je tijd.’

DNA

Is er iets meer afstand genomen van het atletische?

JAECQUES: ‘Nee, onze kern heeft voldoende kracht en gestalte om een goeie mix te kunnen maken. In modern voetbal moet je op verschillende manieren kunnen spelen en diverse profielen in je kern hebben. We proberen een team samen te stellen dat zowel atletisch als technisch uit de voeten kan. Het is de bedoeling wat meer verzorgd voetbal te spelen, maar we hebben bewust wél gezocht naar spelers met een strijdershart. Dat zit ingebakken in het DNA van de club.’

Na Nieuwjaar misten wij wel dat frivole. Daar keert u nu toch wel meer naar terug.

JAECQUES: ‘ Frank Vercauteren is een ongelooflijk slimme mens. Een systeem dat hij nooit speelde – Frank speelt nooit met drie achterin – behield hij en zette hij zo neer dat we resultaten haalden. Een zeer woelige kleedkamer – Mbokani, Lamkel Zé – heeft hij zo naar een derde plaats gebracht. Sterk.’

Heeft hij een eindevaluatie gemaakt en tips gegeven?

JAECQUES: ‘Die evaluatie is gemaakt in de drie, vier maanden die we samenwerkten. We hebben toen heel veel over de kern en over voetbal gesproken. Wat er moest veranderen, wie wel, wie zeker niet, de profielen, … Wat we toen bespraken, ligt niet zo ver van wat is gebeurd.’

Dan is de logische vraag: waarom volgde hij Luciano D’Onofrio niet op als technisch directeur?

JAECQUES: ‘Frank had perfect een persoon kunnen zijn in de omkadering, met zijn ervaring en visie op voetbal, maar hij maakte zeer snel duidelijk dat hij op het veld wilde blijven staan.’

Er komt geen sportieve directeur?

JAECQUES: ‘We gaan de sportieve cel uitbouwen, met een scouting die wordt geleid door Joachim Vercaigne. Een algemeen directeur moet dicht bij het voetbal staan, dat is je corebusiness. Het had perfect gekund, er zijn interessante gesprekken gevoerd, maar op zo’n positie moet het klikken en tot vandaag is het neen, die komt er niet.’

Bent u deze zomer nog geschrokken tijdens onderhandelingen?

JAECQUES: ‘Het lijkt voor mensen alsof ik deze zomer voor de leeuwen ben gegooid, maar eigenlijk gebeurde hetzelfde als de voorbije vier, vijf jaar. In de beginfase maakte je nog zelf contracten mee op, daar is inmiddels een team voor. Het enige dat anders liep dan de voorbije jaren was dat een cel de dossiers nog wat extra voorbereidde. Verder liep alles zoals de vorige jaren. Luciano was hier twee, drie dagen per week en dan werd overlegd. In die zin is er voor mij niet zoveel veranderd. Tenzij dat de lijn met Paul Gheysens korter en directer is, wat ervoor zorgt dat we snel en efficiënt beslissingen kunnen nemen.’

Er is nog een groot verschil: nu wordt u erop afgerekend. Niet langer D’Onofrio.

JAECQUES: ‘Dat maakt het anders, ja. Ik weet heel goed hoe snel je kan worden opgehemeld, maar ook hoe snel je kan worden afgemaakt. Het maakt deel uit van de job. Geen sociale media en niet veel kranten lezen helpt.’

Corona

Te vaak wordt jullie project neergezet als een strijd tegen Club Brugge. Paul Gheysens vs Bart Verhaeghe.

JAECQUES: ‘We winnen de beker, halen twee keer de poulefase van de Europa League, kloppen Tottenham, worden achtste, twee keer vierde en één keer derde. Dat is niet alleen fantastisch, maar eigenlijk abnormaal in die tijdspanne. We zitten in jaar vijf van ons leven in eerste klasse en als we niet durven zeggen dat we kampioen willen worden, klinkt dat alsof het een schande is. Wij zetten ons team om succes te halen. Om het maximale met de club te bereiken. Die ambitie gaat over onszelf en niet tegen iemand anders. Die tweestrijd wordt gehypet.’

Corona heeft zwaar in de financiën gehakt. Hoe kan het dat KRC Genk zijn beste spelers kon houden, terwijl jullie en Club Brugge straf investeerden?

JAECQUES: ‘Ik denk dat hier drie aparte verhalen spelen, maar de constante is net corona. Dat de Belgische clubs hun betere spelers hebben kunnen houden, komt omdat de markt bovenaan quasi gesloten bleef. Je hebt geen tien transfers gezien tussen 10 en 15 miljoen van jongens die hier werden weggeplukt. En dan kan Club Brugge steunen op een heel stevige basis, terwijl Genk cashgewijs geen probleem heeft en Antwerp in een moeilijk coronajaar Europees overwinterde, de beker won en opnieuw in de poulefase van Europa League zit. En dankzij Paul Gheysens de tekorten vrij klein kan houden. Als je het rationeel bekijkt hebben wij nog een aantal jaar nodig vooraleer we break-even draaien. Tot de rest van het stadion er staat. Maar één keer een speler verkopen à la Jonathan David of Krepin Diatta of één keer poulefase Champions League en het hele proces wordt versneld.’

En de jeugd?

Eén van de grote werven op de Bosuil is de ontwikkeling van de Antwerpse jeugd. Op dat vlak heeft elke topclub in België nog een voorsprong, geeft Sven Jaecques toe. ‘Toen ik in 2016 naar Antwerpen kwam, was de jeugd nog een aparte vzw die los stond van de A-ploeg, met gescheiden rekeningen. Vijf jaar later hebben we gigantische stappen gezet. We spelen voor het eerst op het hoogste niveau met de jeugd, hebben diverse internationals en we merken dat er jongens naar ons durven komen als ze de keuze hebben tussen Anderlecht, Antwerp of Club Brugge. Alleen: als er iets is wat tijd vraagt, is dat jeugdvoetbal. Onze onderbouw, tot 13, 14 jaar is top, maar wat daarboven zit, is weg en moeilijk terug te halen. Dat zal dus nog drie tot vijf jaar duren voor we daar kunnen concurreren met ploegen als KRC Genk. En ook dat is ambitieus, want zij zijn twintig, vijfentwintig jaar bezig. Wat we nog missen zijn velden, maar dat is een zeer voor alle ploegen in het Antwerpse.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content