De Fransman Frédéric Brillant (31) groeide uit van reservewiel bij KV Oostende tot patron in de verdediging van New York City. Monoloog van een gelukkig man.

FRÉDÉRIC BRILLANT: ‘Allicht zal ik je niet verbazen als ik zeg dat deze transfer mijn leven heeft veranderd. Die wending kwam eigenlijk onverwacht. In een carrière sta je vaak links of rechts in de belangstelling. In mijn geval was er interesse vanuit Turkije en de Emiraten, maar wanneer een grootmacht van de MLS in de persoon van Patrick Vieira (de trainer van New York City sinds dit seizoen, nvdr) je komt halen, is dat wat anders. Ik wist dat ze aan het scouten waren in België, op zoek naar een centrale verdediger met ervaring. De eerste keer dat ze kwamen, was naar een match van Oostende op verplaatsing tegen Anderlecht (13 december 2015, nvdr). Ze waren er niet speciaal voor mij, maar ik speelde een goeie wedstrijd en zo zijn ze zich in mij gaan interesseren. Ik heb onmiddellijk gezegd dat het een mooie uitdaging kon zijn, maar in eerste instantie bleef ik wat op mijn hoede. Om eerlijk te zijn dacht ik niet dat het echt zou kunnen doorgaan.

‘Dan kreeg ik uiteindelijk een telefoontje van de trainer. In het begin ben je wat van je melk als je praat tegen een wereldkampioen van 1998, maar vanaf onze eerste ontmoeting klikte het meteen. Misschien speelt het ook wel mee dat het zijn eerste ervaring is aan het hoofd van een profteam, maar hij weet in elk geval de jolige momenten goed af te wisselen met de meer ernstige. In feite is het iemand die heel bescheiden is, van een zeldzame eenvoud en met wie je rustig kunt praten. Uiteraard zal het feit dat hij Fransman is, ergens een rol hebben gespeeld in mijn aanwerving. Het is mijn probleem niet, maar dat moet mee hebben doorgewogen.’

NIET VOOR HET GELD

‘Om eerlijk te zijn: ik verdien hier iets meer, maar het verschil is niet gigantisch. Trouwens, het is echt niet daarvoor dat ik naar hier ben gekomen. Natuurlijk moest ik me er op mijn leeftijd (31, nvdr) ook in kunnen vinden. Ik heb een contract van twee jaar met een optie van één jaar. Waarom niet verlengen? We zullen zien, maar ik doe liever door zonder mezelf al te veel vragen te stellen. Op termijn is het mijn doel om mijn trainersdiploma te halen. Eigenlijk was ik van plan om dat snel in België te doen. Hier zal dat moeilijker zijn, want mijn Engels is nog niet top. Wat niet belet dat ik met zowat iedereen in de kleedkamer kan communiceren. Andrea Pirlo, David Villa, Frank Lampard: dat zijn goeie gasten en best open kerels. Nu, ze hebben natuurlijk een heel andere levensstijl dan ik. Dat is niet dezelfde wereld, maar ondanks alles is onze relatie uiterst eenvoudig. In de kleedkamer zijn we allemaal gelijk, erbuiten is het anders. Zij worden voortdurend overstelpt met media-aanvragen, wij worden met rust gelaten.’

VUURWERK EN VOLKSLIED

‘Ondanks alles voelde het de eerste week, toen ik bij de groep aansloot op stage in Florida, vreemd aan. Alsof ik niet mijn eigen leven leidde. Ik zat te eten met Pirlo, terwijl ik me nog een WK-match herinnerde rond een barbecue met mijn vrienden, waar we door het lint gingen telkens als hij de bal had. Het is best wel gek. Heel inspirerend, heel opwindend. Nu noem ik die jongens bij hun voornaam: David, Andrea, Frank. Grappig.

‘Bovendien, de MLS, dat is een andere wereld. Iedere match is een feest, met vuurwerk en – verrassender nog – systematisch vóór elke match het volkslied. Er zijn nooit dode momenten in de VS. Zodra de match is afgelopen, dringen de journalisten de kleedkamer binnen terwijl we nog onder de douche staan. Onze persoonlijke levenssfeer wordt amper afgeschermd. En hier in New York spelen we in het Yankee Stadium, in de Bronx. Uiteraard een mythische plek van de Amerikaanse sport, maar het is ook een vreemd gevoel in een baseballstadion te spelen. Je hebt niet echt referentiepunten, omdat het oppervlak niet rechthoekig is, maar goed, je went eraan. Ons trainingscentrum is in White Plains, waar ik ook woon. Dat is in Westchester, ten noorden van Manhattan. Minder speedy dan Manhattan, maar toch ook best levendig. Het is er druk, het is Oostende niet, maar het blijft prima voor mijn gezin. Gelukkig had ik al lessen Engels gevolgd in Oostende en Antwerpen (hij speelde bij Beerschot tijdens het seizoen 2012/13, nvdr). Ja, ik beken: ik heb voorrang gegeven aan het leren van Engels boven lessen Nederlands. Achteraf gezien een goeie keuze, denk ik. Vlaams zou hier niet echt van nut zijn geweest.’ (lacht)

DOODOP

‘Het leuke is dat ik hier beschouwd word als de doorgewinterde verdediger. Zonder pretentie: ik denk dat de trainer een steunpilaar voor het centrum zocht. Het probleem is dat ik hier bij mijn aankomst doodop was. Ik dacht dat het ging loslopen, maar uiteindelijk, wellicht door al het papierwerk, het hotel en alles wat ik moest doen, heb ik me geforceerd. Ik herkende mezelf niet bij mijn debuut. Ik was in het rood aan het gaan, maar de trainer heeft me toch in de eerste match tegen Chicago meteen voor de leeuwen gegooid. Met voorsprong de slechtste wedstrijd van mijn carrière, denk ik. Daarna ben ik er stap voor stap doorgekomen.

‘Maar die mislukte match tegen Chicago hielp natuurlijk ook mentaal niet. De mensen hadden logischerwijs iets anders verwacht, ze waren ontgoocheld en vroegen zich af wat ik daar kwam uitrichten. Goed, achteraf is het voordeel van slecht te beginnen dat je het in het vervolg alleen maar beter kunt doen. Los van de verwachtingen die mijn komst hier in New York kon opwekken, was er ook de druk van mijn entourage die razend enthousiast was. Iedereen vroeg me om shirts van Andrea, Frank of David. De mensen waren echt trots op mij. Het was spannend, dat geeft je een kleine boost, maar je moet kunnen beantwoorden aan de onderliggende verwachtingen. Dat is wat ik gedaan heb en vandaag kan ik daar alleen maar trots op zijn. Die transfer heeft de routine doorbroken waar ik me onvermijdelijk in gewenteld had, was ik in Oostende gebleven.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content