Emilio Ferrera: ‘Overal waar ik geweest ben, heb ik behaald wat ze van me vroegen’

© Belga Image

Nadat hij als assistent van Michel Preud’homme bij Standard vertrok, begon Emilio Ferrera aan iets heel nieuws als T1 bij Dudelange. Dat avontuur duurde slechts drie maanden.

1 Op 17 september – drie maanden na je aankomst in Dudelange, zeven dagen na de komst van Bertrand Crasson als ondersteuning en twee dagen voor de eerste Europa Leaguewedstrijd – werd je ontslagen. Jullie stonden op dat moment twaalfde in de competitie, met 4 op 15. Wat is er gebeurd?

( fel) ‘Dat was geen ontslag! Ik ben zelf vertrokken. Een groot verschil. Ik zag dat het niet het project was waarover ze me vooraf hadden verteld en dat de samenwerking met de eigenaar moeizaam liep. Het was een bijzonder lastig project, want hij wilde eerst van die club af en kwam nadien terug op zijn besluit. Dat maakt dat de transferperiode niet erg ambitieus was. De beste spelers waren vertrokken, met name naar Virton, en we moesten een nieuwe ploeg bouwen – een hele nieuwe kern eigenlijk. We moesten voor de Europabeker spelen en in de eigen competitie, waar er zeven Luxemburgers op het scheidsrechtersblad moeten staan en maximaal vier transfers. Dat maakte de opdracht behoorlijk ingewikkeld.’

2 Bij Standard duurde het avontuur maar één jaar en naar verluidt botste je met bepaalde sleutelfiguren in de kleedkamer. Dat gaf je zelf toe in een interview…

( onderbreekt) ‘Ik heb nooit gezegd dat ik een slechte relatie had met spelers. Ik ben evenwel niet gehaald om vriendjes te zijn met hen, maar om keuzes te maken, en die zijn voor hen soms moeilijk te accepteren. Dat is jammer genoeg het lot van alle trainers. Als je de vraag stelt aan spelers die niet veel spelen, dan zullen ze uiteraard zeggen dat de relatie niet goed is. Dat kan zijn, maar het is zoals overal: je kunt nooit goed doen voor iedereen. Wat Standard betreft: er kwam een staflid bij ( Mbaye Leye, nvdr) en ik zag het nut niet om in zo’n uitgebreide staf te blijven. Ik had ook echt zin om ergens de hoofdrol te spelen. Bij Standard nam ik de beslissingen niet, noch bij de eerste ploeg, noch bij de jeugd. Ik had er nood aan om het roer weer in handen te hebben.’

3 Met Standard als partner richtte je in juli een academie op in Aalst. Wat kun je daarover vertellen?

‘Het is brandend actueel. Het project is vrij simpel: het is een samenwerking tussen Standard en mezelf om jongeren aan te trekken uit de Brusselse regio en Vlaanderen. De bedoeling is dat we zo vermijden dat ze naar Luik hoeven te gaan, met alle problemen van dien, in het bijzonder qua vervoer. Met Pierre Locht hebben we daarom een plan uitgewerkt. We hebben een eerste lichting U12. Volgend jaar zullen we ploegen hebben bij de U10, U11, U12 en U13. Voorlopig is het een groot succes, we weten wat doen.’

4 Als we je parcours als T1 bekijken, dan blijk je het doorgaans niet lang uit te zingen. Voor een langere periode bij één club moeten we al teruggaan tot Racing Jet (1994-1997). Hoe verklaar je dat?

‘Waarom houd je er geen rekening mee dat ik bij zowat alle clubs wel de doelstellingen gehaald heb waar ze me voor geëngageerd hadden? Heb je er een uitleg voor waarom clubs op het moment dat ik er was failliet gingen of verkocht werden? In zo’n context is het logisch dat ik moest vertrekken… Bovendien heeft men overal waar ik geweest ben spelers kunnen verkopen en winst gemaakt. Het waren ook geen verkeerde keuzes van mijn kant: je kunt op voorhand niet weten wat er in een club gaat gebeuren wanneer je tekent.’

5 In de loop van je carrière heb je in verschillende functies gewerkt en op verschillende continenten. Welke balans maak je tot nu toe op?

‘Ik heb van alles geprobeerd. Ik was amateurtrainer in provinciale, in bevordering en in derde klasse. Daarop vond ik mezelf bekwaam om als prof te coachen. Daar ben ik in geslaagd. Nadien wou ik mijn zoon volgen in de jeugdreeksen en dat heb ik ook gedaan. Ik wou ook tonen dat er andere manieren zijn om met jeugd te werken, en dat heb ik gedaan bij Anderlecht, met succes. Als ik ergens kritiek op heb, dan doe ik er ook iets aan, ik geef niet alleen maar kritiek. Daarom voel ik me goed in een rol als T1 en niet als assistent – in die rol zul je me ook niet meer zien. Ik voel me zowel goed bij volwassenen als bij jongeren, dus we zullen wel zien waar het heen leidt. In elk geval is het buitenland geen optie meer. Ver weg zijn van vrouw en kinderen, daar heb ik al genoeg van afgezien.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content