Exact een jaar geleden had Emilio Ferrera al eens contact met Filippo Gaone, de flegmatieke voorzitter van La Louvière. Toen werd er nog gekozen voor Albert Cartier, nu krijgt de Brusselaar minstens een jaar de tijd om een degelijke ploeg op de been te brengen. Geen eenvoudige opgave, want nagenoeg de volledige centrale as ( Silvio Proto, Geoffray Toyes, Gunter Van Handenhoven, Mario Espartero en Wagneau Eloi) speelt volgend seizoen niet langer op Tivoli. Het zorgt er zelfs voor dat de verhuurde Benjamin Rogerio de Oliveira (na een avontuur bij het Israëlische Hapoel Beer-Sheva) wordt teruggeroepen. Terrence Genaux (Wezet), Frédéric Bosiak (Standard), Trésor Luntala (Wezet), Cesar Oulaï (van het Ivoriaanse FC Bibo) zijn als eerste nieuwkomers vrij onbekende namen, Ferrera heeft duidelijk geen schrik van de uitdaging die hem wacht. “Het is heel goed mogelijk dat ik met een ploeg aan de competitie start waarvan negen tot tien jongens nooit met mekaar samen speelden”, zegt de oud-trainer van Beveren, RWDM, Lierse en FC Brussels. “Ik zal zo snel mogelijk proberen te zoeken naar een goede osmose tussen de nieuwkomers, de vaste waarden van vorig seizoen en het jonge talent dat al eens proefde van het grote werk.”

Ferrera houdt er niet van om direct een plaats in het klassement voorop te stellen, maar het is algemeen geweten dat Gaone streeft naar de linkerkolom. “Alles is afhankelijk van de tijd die nodig is om een hecht collectief te vormen”, meent de Brusselaar. “Er zitten momenteel nog een pak spelers in de kern die eerste klasse echt moeten ontdekken. Eén ding staat vast : deze club begint aan een volledig nieuwe cyclus, want de erfenis van Roland Louf, Ariël Jacobs en zelfs Stéphane Pauwels is er niet meer.”

Zelf spelers aanprijzen, zoals bij Lierse met de geflopten Bertrand Crasson en Gilles De Bilde gebeurde, zal er voor Ferrera bij La Louvière niet inzitten. “Ik heb snel begrepen van de voorzitter dat ik de bestaande hiërarchie zal moeten respecteren. Dat betekent : de coach concentreert zich op de trainingen en wedstrijden, terwijl de beleidsmakers de beslissingen nemen omtrent de nieuwkomers en vertrekkers. Enige vermenging is niet echt mogelijk. Net als sportief directeur Chris Benoît moet ik bij dit project slagen in mijn examen. We beginnen allebei van nul. Van routine kan er geen sprake zijn. We moeten de handen in mekaar slaan en werk maken van een goede sportieve uitbouw van deze club.” (BG/FV)

door Frédéric Vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content