Na een turbulent seizoen maakt Hamburger SV zich op voor het 53e opeenvolgende seizoen in de Bundesliga. Ondanks het wanbeleid van de afgelopen jaren blijft de Noord-Duitse vereniging de enige club die nooit degradeerde. Maar het valt af te wachten of er uit de fouten is geleerd.

Het is alsof de draad tussen Hamburg en de Bundesliga nooit zal worden doorgeknipt. Na barragewedstrijden met de nummer drie uit de tweede Bundesliga, Karlsruher SC, verzekerde Hamburger SV zich eind vorig seizoen na een dramatische slotfase van het behoud. Het beslissende doelpunt viel in blessuretijd. Het was een happy end na een seizoen dat de proporties had aangenomen van een nachtmerrie. Vier trainers werden er aan de boorden van de Elbe versleten, 31 spelers werden er opgesteld. Pas toen Bruno Labbadia zes wedstrijden voor het einde neersteek bij de club waarvoor hij al eerder werkte, kwam er lijn in het spel. Hij maakte alsnog een eenheid uit een zeer onevenwichtig samengestelde selectiegroep en pakte tien punten in zes wedstrijden. Meteen werd Bruno Labbadia op een voetstuk gezet.

Dat dit gebeurde, is typerend voor het warrige en kortzichtige beleid dat de afgelopen jaren in Hamburg werd gevoerd. Door mismanagement leek de club zichzelf te vernietigen. Trainers werden wegwerpartikelen. Daar kan Bruno Labbadia van meespreken. Het verhaal van Hamburg is in zekere zin het verhaal van Labbadia, de twaalfde trainer van de club sinds… Labbadia. De 49-jarige trainer kreeg in 2009 al eens het commando over de dug-out van Hamburg, maar werd tien maanden later wegens een gebrek aan prestaties alweer ontslagen. Sindsdien keek niemand in Hamburg met weemoed terug op zijn werkzaamheden, maar toch kregen ze een vervolg. Toen topkandidaat Thomas Tuchel in april voor Borussia Dortmund koos, viel HSV terug op Labbadia en dat leek vooral een daad van vertwijfeling. Die radeloosheid bleek eerder al uit de offerte die Tuchel was gedaan: hij zou in vier jaar tijd 12,8 miljoen euro verdienen en in geval van behoud 25 miljoen euro krijgen voor nieuwe spelers. Daarnaast mocht hij ook de structuren van de club naar zijn idee omvormen.

GROTESKE BELEIDSFOUTEN

Met geld was er al het seizoen daarvoor gegooid, toen er naast nieuwe bestuurders ook nieuwe investeerders werden binnengehaald. Dat was nodig, want eerder rolden dirigenten vechtend over de straat omdat ze het bij iedere beslissing oneens waren. Omdat iedere functionaris zijn eigen lijntje naar de pers had, zorgde dat voor chronische onrust. Hamburg was een vulkaan die ieder moment kon uitbarsten en de invloed van de voorzitter van de raad van toezicht, Bernd Hoffmann, was zo groot dat hij op het terrein van de trainer kwam als er niet werd gepresteerd. De bestuurlijke ommezwaai zorgde echter niet voor de noodzakelijke continuïteit en stabiliteit. De club hield vast aan een foute strategie. Dat zette zich naar het daaropvolgende seizoen over. De trainerswissels zorgden voor onrust aan de top van de club en gaven de spelers een alibi om de schuld van de slechte prestaties vooral niet bij zichzelf te zoeken.

Toen Bruno Labbadia dan werd aangesteld, geloofden nog slechts weinigen in de behoudskansen. Sterker zelfs: uit een rondvraag bleek dat een deel van de supporters vond dat HSV best mocht degraderen, als straf voor de groteske beleidsfouten die waren gemaakt. Maar Labbadia realiseerde het onmogelijke. Nochtans kwam de nieuwe trainer in deze donkere dagen niet echt met revolutionaire ideeën. Labbadia heeft zichzelf in de voorbije jaren neergezet als een conceptcoach, meer een denker voor het grote dan een doener in het kleine. Het naar de laatste plaats gezakte HSV had half april echter een enthousiaste brandweerman nodig, die de murw gebeukte spelersgroep nog één keer opporde.

Het bleek hem tot eenieders verbazing op het lijf geschreven. Nochtans gold Labbadia vooral als een visionair en als dusdanig werd hij in het verleden aangesteld door Bayer Leverkusen, HSV en VfB Stuttgart, maar bij al die clubs moest hij voortijdig vertrekken omdat een ontwikkeling op de lange termijn uitbleef. Als speler dook Labbadia al het liefst daar op waar het druk was en waar je snel moest reageren. Een echte spits voor de zestien, een man van de korte tikjes en de instinctieve beslissingen. Als herintredende coach van HSV deed hij niet anders. Labbadia belegde na zijn aanstelling minitrainingskampen, hield motivatiespeeches, sprak veel met zijn spelers en maakte ze verbaal groot. ‘Die spelers moeten weer het gevoel krijgen: ik kan winnen vandaag!’ Zo redde de club zichzelf. Met een spel waarin het erom ging de bal zo snel mogelijk voor de goal van de tegenstander te brengen. Want daar wordt volgens de trainer het gevaar gesticht. De lange bal is wel vaker het wapen van een ploeg in nood.

De aanpak van Labbadia werkte. Ook al omdat hij kon rekenen op de briljante doelman René Adler,die lang op de bank zat en pas in de ploeg kwam toen de vaste doelman, de Tsjech Jaroslav Drobny,rood kreeg. In de barragewedstrijd op Karlsruhe pakte ex-international Adler bovendien nog een strafschop. Zo handhaafde de club zich op het hoogste niveau. En tikt de klok in het stadion verder. Die duidt op de seconde aan hoe lang Hamburg al in de Bundesliga speelt. Als de club op 14 augustus met een uitwedstrijd op Bayern München aan het seizoen begint, zal dat 51 jaar en 355 dagen zijn.

GEEN VOETBALIDENTITEIT

Hamburger SV behoorde in 1963 tot de zestien clubs die de Bundesliga oprichtten. Sindsdien degradeerde de ene na de andere grondlegger, met FC Köln in 1998 als vijftiende en voorlopig laatste club. Zelfs Bayern München kan niet aan de status van Hamburg tippen, want dat trad pas in 1965 tot de Bundesliga toe.

Hamburger SV blijft qua naam een grootmacht in het Duitse voetbal. Op Bayern München na trekt geen enkele club in uitwedstrijden zo veel volk en de ploeg draaide vorig seizoen thuis voor een moyenne van 53.252 toeschouwers, ondanks het rampjaar een lichte stijging in vergelijking met het seizoen daarvoor (51.767). Beter moest het nochtans worden toen Dietmar Beiersdorfer in juli 2014 als bestuursvoorzitter terugkeerde, vijf jaar nadat hij de club als Sportchef had verlaten. Dat was vreemd, want juist onder Beiersdorfer werd het sportieve verval in 2009 ingeluid. Beiersdorfer haalde samen met Sportchef Peter Knäbel de bezem door de spelerskern, kocht voor in totaal 35 miljoen euro nieuw materiaal, maar zette het wanbeleid van zijn voorgangers verder. Alle nieuwe spelers haalden de basis, maar geen van hen manifesteerde zich als een dragende voetballer die het stuurloze elftal op sleeptouw nam. Zo werd bijvoorbeeld spits Pierre-Michel Lasogga, voor 8,5 miljoen euro gekocht van Hertha BSC, met amper vier doelpunten de topschutter van de ploeg, samen met de inmiddels naar Betis Sevilla vertrokken Nederlander Rafael van der Vaart. Daarnaast werden er dus in één en hetzelfde seizoen vier trainers voor de spelersgroep gezet.

Zo gaat dat bij Hamburg, dat de afgelopen tien jaar zestien trainers versleet. Er is dan ook geen sprake van ontwikkeling, noch van visie of het neerleggen van een duidelijke voetbalidentiteit. Zodra het eropaan komt, trok iedereen zich terug achter het masker van het glorierijke verleden. Het spel werd zo belabberd dat zelfs clubicoon Uwe Seeler het niet meer kon aanzien. De anders bedachtzame en uiterst sympathieke Seeler, het lichtende baken van de stad, spuide openlijk kritiek op het beleid van zijn club. Toch trok hij voor iedere thuiswedstrijd naar het stadion om, zoals hij zei ‘die Daumen zu drücken‘.Maar berustend voegde hij eraan toe dat er van die duimen niet veel meer was overgebleven.

ZWARE RUGZAK

HSV heeft met 135 miljoen euro nog altijd de zesde begroting van Duitsland. Daar viel dus op het veld niets van te zien. Volgens Dietmar Beiersdorfer, tussen 1986 en 1992 zelf een kopbalsterke verdediger in Hamburgse dienst, torsen veel voetballers ineens een zware rugzak met zich mee als ze bij HSV gaan voetballen. In de constructie van de eigenwaan is HSV nog steeds die grote en trotse club, die pittige eisen stelt en hoge verwachtingen oproept en dat doet in een altijd hijgerige mediastad. Maar de afgelopen jaren werd er in Hamburg een elftal gecomponeerd zonder profiel. Er is geen herkenbare basisorganisatie, er zijn geen automatismen, het ontbrak lange tijd aan discipline. Tijdens de wedstrijd in Wolfsburg bijvoorbeeld, gingen Valon Behrami en Johan Djourou vorig seizoen met elkaar op de vuist in de kleedkamer. Liefst vijf keer kreeg een HSV-speler tijdens de voetbaljaargang 2014/15 de rode kaart.

Toch liep het uiteindelijk nog goed af. Een degradatie naar de tweede Bundesliga zou voor Hamburg een ramp zijn geweest. Gegarandeerd zou het budget dan zijn gehalveerd. Op een derby tegen Sankt Pauli na zouden er daar amper wedstrijden zijn geweest die aanspraken. En dat in een levendige metropool met veel economische mogelijkheden en potentiële sponsors.

Ooit was Hamburger SV een trendsetter in het Duitse voetbal. De club voerde in 1978 voor het eerst een modern management in en was in die periode succesrijker dan Bayern München. Ex-international Günter Netzer zette als manager de lijnen uit, hij zou die functie liefst acht seizoenen uitoefenen. De club werd in die periode drie keer kampioen en won in 1983 de Europabeker voor landskampioenen. Netzer was het ook die in 1981 Ernst Happel naar de havenstad haalde, de Oostenrijker zou er zes seizoenen blijven en uitgroeien tot de meest succesrijke trainer uit de geschiedenis. De offensieve rushes van rechtsachter Manfred Kaltz, de telegeleide voorzetten van regisseur Felix Magath en de doelpunten van de kopbalsterke Horst Hrubesch: de supporters denken er met weemoed aan terug. Met pijn aanschouwden ze de laatste jaren de instorting van een rijk dat steen voor steen was opgebouwd. Hoewel in 1987 met de beker de laatste prijs werd gepakt, had Hamburg zich tussen 2000 en 2009 nog acht keer voor Europees voetbal gekwalificeerd.

AMOUREUZE VERHALEN

Of er nu uit de fouten is geleerd? Het zal moeten blijken. In een zeldzame bui van zelfkritiek zei Sportchef Peter Knäbel tijdens het tussenseizoen dat de club met de aanstelling van vier trainers in acht maanden wel heel kortzichtig had gedacht. Nu trok Hamburg negen nieuwe spelers aan en liet er tien gaan. Daaronder ook hun meest besproken voetballer, de Nederlander Rafael van der Vaart. Die haalde weliswaar meer de media door amoureuze verhalen dan door zijn prestaties op het veld, maar hij was lang het uitgangbord van de Noord-Duitse club. Nu werd hij door de media aanzien als zinnebeeld van de neergang. Sinds zijn terugkeer in 2012 kon Van der Vaart geen moment meer aanknopen bij het dominante spel uit zijn eerste periode bij HSV. Tussen 2005 en 2008 was hij goed voor 29 goals en 19 assists. Vorig seizoen maakte de Nederlander in de Bundesliga vier doelpunten, waarvan drie uit strafschop. De kwaliteitskrant Süddeutsche Zeitung noemde de terughaalactie van Van der Vaart ‘een van de meest tragische misverstanden uit de geschiedenis van HSV’.

Het is dus nu voor Hamburg voor de zoveelste keer herbeginnen De ploeg oogt niet sterker dan vorig seizoen, er moet zich als het ware een nieuwe hiërarchie vormen. Er wordt geduld gepredikt, omdat jonge talenten de kans moeten hebben om te rijpen. Nu lijkt er zowaar bezonnenheid te heersen bij Hamburg, een dinosaurus met zeven levens, naar het beeld van Mascotte Hermann, die voor iedere wedstrijd als een dino door het Hamburgse stadion mag huppelen. Net zoals vroeger heet dat nu weer Volksparkstadion, maar aan het verleden wil niemand nog denken. Dat de negen nieuwe spelers nu samen twaalf miljoen euro kosten moet model staan voor een nieuw realisme, al is het vooral de van Bayer Leverkusen transfervrij overgekomen Bosnische verdediger Emir Spahic die achteraan organisatie en rust moet brengen. Terwijl er voor het middenveld gerekend wordt op de Zweedse international Albin Ekdal, voor 4,5 miljoen euro overgenomen van Cagliari nadat hij eerder voor Juventus voetbalde.

Te lang heeft de club boven haar mogelijkheden geleefd. Dat resulteerde op een gegeven moment in een schuldenberg van 100 miljoen euro, die intussen is teruggeschroefd naar 60 miljoen. Zonder dat dit dus sportief iets opleverde. Twee keer stond de club aan de afgrond, twee keer werd de vrije val net vermeden. De club wil niet opnieuw in het degradatiemoeras belanden, zo klinkt het vanuit de bestuurskamer. Maar trainer Bruno Labbadia weet dat zijn ploeg niet sterker is dan vorig seizoen en dat hij erop moet rekenen dat een aantal spelers zich verder gaat ontwikkelen. Misschien komt het dan wel tot dat wat de club de afgelopen jaren miste: een spelfilosofie die als houvast en richtsnoer voor de komende jaren moet gelden. ?

DOOR JACQUES SYS EN PETER WEKKING – FOTO’S BELGAIMAGE

Sommige supporters vonden dat Hamburg moest degraderen, als straf voor een slecht beleid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content