Vadis Odjidja (20) maakte de voorbije maanden als verdedigende middenvelder geregeld indruk. ‘Ik ben jong en moet nog heel veel leren,’ zegt hij, ‘maar als ik meedoe, wil ik vollédig meedoen en mij niet wegsteken achter excuses.’

A drie Koster deed wat logisch leek: in het midden van zijn elftal zette hij Jeroen Simaeys om over het evenwicht te waken. Maar toen Ryan Donk geblesseerd uitviel, zakte Simaeys weer een linie en kwam er met Vadis Odjidja een heel ander type op de positie van verdedigende middenvelder terecht. Club Brugge dreigde kwetsbaarder te zullen worden, maar werd vooral nog sterker aan de bal. “De coach zegde mij wat er op die plaats van mij verwacht werd en voor de rest moest ik het gewoon zelf oplossen”, vertelt Odjidja.

“Daar kan je niet zomaar beginnen te dribbelen of fantasietjes uithalen, het moet er allemaal snel en verzorgd gebeuren. Als ik meer naar voren sta, zal ik sneller een man uitschakelen of iets langer de bal bijhouden en een opening proberen te creëren. Als verdedigende middenvelder lever je de bal in bij anderen en laat je hen het doen. Dat zie ik ook bij Vincent Kompany: hij is ook iemand die graag iets met de bal doet en toont dat hij kan voetballen, maar bij Manchester City is hij zo sober geworden dat ik hem bijna niet meer herken. Blijkbaar is het noodzakelijk om de top te bereiken. Het is ook mijn bedoeling om hogerop te raken, dus hoe soberder hoe beter zeker?

“Tot nu toe kan ik niet anders dan tevreden zijn, want ik deed bijna alle wedstrijden mee. Het liefst val ik aan, maar het belangrijkste is dat ik centraal sta en alle kanten uitkan. Misschien is het wel positief dat ik nog niet weet op welke positie ik carrière zal maken. Misschien heeft mijn volgende club wel een aanvallende middenvelder nodig en geen verdedigende. Als ik echt voor de verdediging moet spelen, sta ik daar wel liever alleen. Met iemand naast mij zou ik veel te vaak naar voren trekken, denk ik.”

Hij is pas twintig, maar een persoonlijkheid. Bij de Belgische belofteploeg draagt hij de aanvoerdersband. “Er zijn er die leider genoemd worden omdat ze verbaal alles op punt kunnen zetten, maar er zijn er ook die zich niet verbaal hoeven te uiten omdat ze voetballend alles op hun plaats zetten”, zegt hij.

“Ik ben jong en moet nog heel veel leren, maar als ik meedoe, wil ik vollédig meedoen en mij niet wegsteken achter excuses, mijn leeftijd of iemand anders. Ik wil mijn ding doen, tonen dat ik erbij hoor en zelf mijn mannetje kan staan. Wat ik ook al altijd in mij had, is dat ik absoluut niet tegen mijn verlies kan. Daardoor sleepte ik toch ook wel altijd mensen mee. Van klein af al ben ik in een groep iemand die bij de leiders hoort en een ploeg probeert te leiden.”

Tikken

Het voordeel tot nu toe was: veel kon voetballend opgelost worden, minder dan vorig seizoen moest het vechtend gebeuren. “Deze trainer bracht een beetje de Nederlandse mentaliteit naar hier”, zegt Vadis Odjidja. “Nu bouwen we op van achteren uit. Vorig seizoen lieten we de keeper uittrappen, verloren we misschien de eerste bal en moesten we al meteen aan verdedigen denken. Nu tikken we desnoods vijftig keer op onze eigen helft. Zo kunnen we blijven denken aan aanvallen. Natuurlijk, we maakten nog geen periode mee waarin het spel minder efficiënt werd en de resultaten wat tegenvielen. Dan zullen we zien of we er nu wel met goed voetbal doorheen komen.

“Er zijn wel bepaalde looplijnen, maar er bestaat geen handleiding voor voetbal. Iedereen moet er zijn eigen creativiteit in gooien. Er wordt heel veel op balbezit geoefend, iedereen moet proberen zo veel mogelijk oplossingen te bieden aan de man in balbezit. De invloed van de nieuwe trainer is absoluut positief, maar het is niet zo dat Jacky Mathijssen er zijn botten aan veegde en er niets van terechtbracht. Met de mogelijkheden waarover hij beschikte, leverde hij goed werk. Dit seizoen kwamen er toch een paar stevige kleppers bij die ons al af en toe boven water hielden.

“Jacky Mathijssen is een sterke motivator. Hij trainde vooral op wat hij zag dat er in de wedstrijd fout was gelopen. Het is zeker niet zo dat hij vroeg om elke bal van achteren naar voren te trappen, maar misschien misten bepaalde spelers het zelfvertrouwen om hetzelfde te brengen in een wedstrijd als op training. Anderen trapten misschien lange ballen omdat ze anders waren ingesteld. Met zij die er nu staan, is het gemakkelijker om via het middenveld over de grond te voetballen. Nu is wél iedereen bereid om met de trainer mee te denken.”

Onlangs zei Laurent Ciman in Sport/Voetbalmagazine dat sommige spelers vorig seizoen hun kans grepen om Mathijssen te saboteren. “Ik hoop dat het niet waar is en dat iedereen het beste met hem voor had,” zegt Odjidja, die pas na de winterstop naar Club Brugge kwam, “want hij behandelde iedereen correct en beschermde ons altijd en overal. Maar misschien merkte hij dat hij zo zichzelf kwetsbaar maakte en besliste hij daarom om het bij Lokeren anders te doen. Ik vind dat heel wijs. Een voetballer moet kritiek kunnen verdragen en dan maakt het niet uit of je de jongste, de oudste of de bestbetaalde bent.

“In heel moeilijke omstandigheden bereikte Jacky Mathijssen toch zijn doel. Telkens als we een wedstrijd verloren, werd alles met de grond gelijkgemaakt en werd er over zijn ontslag gespeculeerd. Steeds meer spelers redeneerden: na het seizoen ligt hij toch buiten, waarom zouden we ons best nog doen?’ Dat ergerde mij, ook omdat we tenslotte met onze eigen toekomst bezig waren. Ik hoop dat zij die toen hun best niet meer deden, beseffen dat we geluk kenden dat we toch nog als derde eindigden. Eigenlijk zouden we nu voor elke Europese wedstrijd Jacky Mathijssen moeten bedanken.”

Stiften

Vadis Odjidja pleit voor realisme, rust en nederigheid. “Zolang we niets bereikten, moeten we onze mond niet opentrekken”, zegt hij. “Er is nu meer kwaliteit, de trainer zet alles op punt en daardoor zijn we een goed elftal, maar de machine sputterde ook al. We kenden al moeilijke momenten waar we niet als ploeg uitkwamen. Meestal teren we dan op persoonlijkheden.”

Al die jonge artiesten van Club Brugge taakbewust laten voetballen lijkt dan een contradictio in terminis. “Onze trainer probeert duidelijk te maken dat het soms anders en efficiënter moet, maar ik denk dat tot nu toe zelfs de artiesten bepaalde taken respecteerden en dat we het daarom meestal vrij goed deden als ploeg. De meesten schuwen het verdedigende werk niet. Ik heb geen probleem met fantasietjes als we, zoals tijdens de eerste helft in Roeselare, de tegenstander overklassen. Op voorwaarde dat als het na de rust met een man minder op kracht en mentaliteit moet gebeuren, we dat dan ook kunnen opbrengen.

“Het is misschien niet de stijl waarvoor Club Brugge in het verleden bekendstond, maar nu is er een nieuw tijdperk aangebroken en zitten hier heel veel jonge talenten die het graag artistiek oplossen. Waarom zou dat niet kunnen? Misschien is dat wat speciaal in België, maar kijk naar Shakhtar: bijna heel hun offensieve compartiment is Braziliaans én ontzettend efficiënt.”

Tegenwoordig worden in Brugge zelfs penalty’s al eens op artistieke wijze getrapt. Zo stiftte Ivan Perisic er tegen Partizan Belgrado een op de lat. Achteraf zei Carl Hoefkens dat hij de eerste strafschopnemer was en hem ook wou nemen maar daar de kans niet toe kreeg van zijn jonge Kroatische ploegmaat. Het gebeurde niet voor het eerst. Tegen Shakhtar trapte (en miste) Vadis Odjidja er een die geclaimd werd door Wesley Sonck.

“Tegen KV Kortrijk kregen we in de tweede helft bij een 1-2-achterstand een strafschop en wilde Sonck hem niet trappen”, vertelt Odjidja. “Toen nam ik mijn verantwoordelijkheid op. Ik zie niet in waarom ik dat twee weken later bij een 0-3-achterstand weer aan hem had moeten overlaten.”

Het zijn in elk geval geen jongemannen die bang zijn van hun schaduw. We zijn benieuwd of een van hen zich nog eens aan een Panenkastrafschop durft te wagen.

Odjidja lacht. “Het antwoord zal bekend zijn op het einde van het seizoen.”

Is de belofte misschien al uitgesproken?

“Ik zal er niets over zeggen, want anders teren de keepers er misschien op.” ( lacht)

door christian vandenabeele – beelden: reporters

Eigenlijk zouden we nu voor elke Europese wedstrijd Jacky Mathijssen moeten bedanken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content