FC Anadol, de oudste Turkse voetbalploeg buiten Turkije, heeft een kwalijke reputatie. ‘Maar’, verdedigt het zich, ‘het ligt niet aan Anadol alleen.’ Vanavond woont de ploeg België – Turkije bij.

O mer Goksu brengt zijn Mercedes tot stilstand voor de moskee. Half verscholen achter het gebedshuis staat het cultuurcentrum van de Turkse gemeenschap van Heusden-Zolder. De nieuwbouw schittert in de lentezon. Pal erachter een imposante mijnheuvel, links en rechts de twee voetbalvelden van FC Anadol. Het is woensdagmiddag en op het hoofdterrein hollen kinderen achter een bal. Aan de andere kant een met keien bezaaide zandvlakte. Ooit moet er gras hebben gegroeid. Op dit veld begon FC Anadol, genoemd naar een Turks automerk uit de jaren zestig, in 1968 zijn bestaan als caféploeg.

“Anadol was de allereerste Turkse voetbalploeg buiten Turkije”, vertelt Goksu trots. “Mijn vader heeft het nog mee opgericht. In 1964 waren hij en vele andere Turken naar België gekomen om er in de mijnen te werken. Hun enige ontspanning op zondag was het voetbal. Televisie was er niet, vrouwen en kinderen waren in Turkije achtergebleven. Ze zouden hier tien jaar werken, geld verdienen en dan naar het moederland terugkeren.”

Maar de geschiedenis nam een andere wending. In 1984 sloten Turkije en de Europese Gemeenschap een associatieverdrag en Turkse gezinnen kwamen in groten getale naar Europa. Vandaag wonen er zeven- à achtduizend Turken in Heusden-Zolder, weet Goksu. “1984 was een cruciaal jaar”, zegt hij. “Andere Turkse ploegen, zoals Turkse Rangers in Genk, zijn toen opgericht. Vandaag zijn er een stuk of acht in heel België, waarvan vier in Limburg.”

We zitten in de ruime kantine van FC Anadol, gebouwd in 1984, jaar waarin ook het huidige A-terrein werd aangelegd. Tegen de buitengevel hangt een bord dat de omslag uit die periode goed samenvat : Sport- en Kultuurcentrum staat erop. Goksu is niet alleen gekomen. Was hij op het moment van de afspraak nog de achtentwintigjarige voorzitter van FC Anadol, nu stelt hij Ismail Kumas voor, sinds zaterdag zijn opvolger. Ook secretaris Aytekin Ozturk en bestuurslid Ayhan Özgen schuiven een stoel bij. Goksu, voortaan penningmeester, voert het hoogste woord. “Elke twee jaar”, zegt hij, “kiezen wij een nieuwe voorzitter. Ik vond mezelf te jong. We hadden ervaring nodig.”

Die ervaring denkt de club nodig te hebben om het huidige, uiterst woelig verlopen seizoen te boven te komen. Op 19 februari 2004 nam het Provinciaal Comité Limburg de derdeprovincialer uit competitie. Vier van zijn spelers werden geschorst. Aanleiding was de stopzetting wegens vechtpartijen, met zowel spelers als toeschouwers, van de thuiswedstrijd tegen Flandria Paal. Anadol ging in beroep en dagvaardde de KBVB in kortgeding. Op zuiver juridische gronden maakte het beroepscomité de schrapping op 12 maart ongedaan. Vorige week werd ook het kortgeding voor de burgerrechtbank van de rol gehaald.

Eind goed, al goed, maar niet voor Omer Goksu. Hij zegt het hier niet bij te laten. “Ten gronde, over de inhoud van de zaak, is er geen uitspraak gedaan. Ons imago is beschadigd en moet worden gezuiverd. Sponsors betalen ons nu niet. Bovendien hebben onze advocaten ons geld gekost.”

Verhalen over incidenten bij wedstrijden met Anadol zijn legio, maar volgens Goksu wordt de club bewust gezocht. De stopzetting van de thuiswedstrijd tegen Paal kwam er drie weken nadat hetzelfde gebeurde met het uitduel tegen Overpelt. Op TV Limburg sloot de ondervoorzitter van het PC schorsing van Anadol niet uit en burgemeester Marcel Mondelaers van het naburige Beringen, met Paal als deelgemeente, noemde de club “rijp voor schrapping”. Met welk recht, vraagt Goksu zich af ? Boog het PC drie dagen later het afgebroken duel tegen Overpelt dan niet om in een 0-5-forfaitzege voor Anadol ?

Goksu : “Door ons uit competitie te nemen deed de bond uitspraak over Anadol, niet over die ene wedstrijd. Hij had zich sterker moeten opstellen, maar heeft meegedaan met Mondelaers. Sinds juli 1996 al verbiedt hij het slachtofferfeest en het dragen van de hoofddoek. Volgens ons houdt hij geen rekening met onze cultuur. Veertig procent van de Beringse bevolking is van vreemde origine. Het is een strategische gemeente geworden. Met hun koele bewind stellen Mondelaers en de CD&V zich open voor Vlaams-Blokstemmen.”

Dat er ook drie invallerswedstrijden van Anadol werden stilgelegd dit seizoen, wijt Goksu aan “de zeer slechte kwaliteit” van de scheidsrechters in die competitie. Aan hun supporters ligt het, in weerwil van de vele verhalen, alleszins niet. Meer dan een stuk of tien dagen er, van jeugd tot eerste ploeg, niet op tegenwoordig, zegt Goksu. “Vaak vredige, oudere mensen dan nog.”

Na een gesprek met het PC Limburg in november zegt Goksu met kritische blik naar zijn eigen club te hebben gekeken. Dat resulteerde in een dertien pagina’s tellend document, met onder meer verwijzingen naar Hitler en racistisch geweld in de sport. “Kijk,” zegt hij, “twee stilgelegde wedstrijden zijn er twee te veel. Het moeten er núl zijn. We kunnen het dus niet ontkennen : er is een probleem. Maar het ligt niet aan Anadol alleen. De Vlaamse samenleving is meer discriminerend geworden. Dat zorgt voor een tegenbeweging bij onze mensen. We moeten daar iets aan doen.”

Goksu verwijst naar het antiracismestandpunt van de Uefa en de KBVB. “Er was dus een probleem blijkbaar. Toch vind ik de laatste jaren geen enkele uitspraak terug over racisme. Ja, één : bij het Futsal. Een actie als ‘Rode kaart tegen Racisme’ is mooi, maar er moet meer aandacht naar de onderbouw gaan. Daarom bekijken we nu samen met de Turkse Unie (de overkoepeling van Turks-Belgische verenigingen in Antwerpen, Brabant en Limburg, nvdr) of we met een goed project naar de Koning Boudewijnstichting kunnen stappen. Als onze schadeclaim iets oplevert, zal het geld daar grotendeels naartoe gaan.”

Anderzijds – Goksu gaat er niet op door, maar hij erkent het wel : de Turkse gemeenschap is bezig op zichzelf terug te plooien. Turken worden weer meer Turken. Slechte of onbestaande kennis van het Nederlands staat integratie in de weg. Via de schotel dringen tientallen Turkse tv-zenders de huiskamer binnen, elke dag is er Turks voetbal te zien. Een Turkse bakker en slager, een Turks café : alles is er. “Klopt,” geeft Goksu toe, “er wordt steeds meer gecocoond. Dat is niet goed. Jongeren zoeken naar hun identiteit.”

“De fout”, komt Aytekin Ozturk tussenbeide, “is in het verleden gebeurd, toen ze voor de Turkse mensen alleen huizen rond de mijnen hebben gebouwd. Dat had verspreid moeten gebeuren. Mijn vrouw spreekt geen Nederlands. Ik heb hier toch al mijn Turkse winkels, zegt ze. Met de wagen komt ze niet buiten Heusden, want dan is ze verloren. Sommigen hier durven gewoon niet buiten de Turkse gemeenschap te komen.”

De jaren tachtig van de vorige eeuw vormden de hoogdagen van FC Anadol. Vaak verdrongen er zich tot 1500 toeschouwers rond het veld op het eind van de voor wagens doodlopende Valentinusstraat. Meer dan eens stond de ploeg, soms het kleine Anderlecht genoemd, op de drempel van tweede provinciale. Slecht bestuur, zeggen de huidige bestuurders, zette de neergang in.

Keerpunt was 1994. Dat jaar zijn er in het bondsarchief zeven incidenten bij wedstrijden van Anadol terug te vinden, maar vooral leed de club een financieel fiasco van jewelste. In de Limburghallen in Genk organiseerde ze een avond met de populairste vijf zangers uit Turkije. “Alle kosten waren betaald door Anadol”, herinnert Omer Goksu zich. “In die jaren was er veel terreur in Turkije. Ook elders in Europa voerde de PKK bomaanslagen uit. Uit angst daagden er slechts een paar honderd mensen op.”

Het dieptepunt werd bereikt in 1998 : Anadol schafte al zijn jeugdploegen af. Sinds zijn aantreden als voorzitter in 2002, zegt Goksu, zijn ze allemaal weer in competitie. Dit jaar telt de club 157 aangesloten spelers, goed voor negen ploegen. En het blijft groeien : volgend seizoen komen er dertien ploegen in actie, zodat meer velden dringend nodig zijn. Zeker ook nu er op het B-veld een nieuwe, grotere moskee zal worden gebouwd – een met heuse minaretten deze keer. “We hebben zéér veel plannen, gaan grote investeringen doen”, zegt Goksu strijdlustig.

Hopelijk vindt de supporter dan ook weer de weg naar het stadion, zoals vorig seizoen, toen ze toch vaak met een vijfhonderdtal waren. Tot Anadol vijftien punten verloor omdat het een speler onrechtmatig had opgesteld. Weg titelaspiraties, weg publiek. Maar als de gebeurtenissen van dit seizoen ergens voor hebben gezorgd, dan dat de solidariteit in de Turkse gemeenschap tenminste weer is aangewakkerd. Dat het nieuwe bestuur achttien koppen telt, allemaal handelaars bovendien, is daarvan het beste bewijs. Goksu : “Als ik zie hoe we het dit jaar met slechts drié man hebben geklaard, kan het met zes keer zoveel volk alleen maar beter gaan. We zaten in een dal, maar gaan nu weer bergop.”

In het bestuur is ook een commissie aangesteld die Belgische handelaars tot sponsoring van Anadol moet overhalen. Graag zou Goksu ook vier à vijf Belgische spelers aantrekken voor het eerste elftal, zodat Anadol weer de gemengde ploeg wordt die het altijd zegt te zijn geweest. “Niet vergeten dat Anadal zesendertig jaar geleden is opgericht door drie Turken en twee Belgen.”

Maar wanneer vanavond een bus vol Anadolspelers en -bestuurders vanuit Heusden-Zolder op Brussel afgaat, zal hij daar naar het Turkse supportersvak in het Koning Boudewijnstadion worden afgeleid. Zo willen het de veiligheidsmaatregelen. Over hun voorkeur zegt het niets. “In Turkije voelen we ons buitenlander”, zegt Ozturk, “en in België beschouwen ze ons ook zo. Wij vallen overal tussen.”

“We willen gewoon kwaliteit zien,” houdt Goksu de kerk in het midden, “van beide ploegen, van beide culturen. Dan zullen we genieten.”

door Jan Hauspie

‘De Vlaamse samenleving is meer discriminerend geworden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content