‘ER IS GEEN MOOIER UITSTALRAAM DAN DE BELGISCHE COMPETITIE’

© BELGAIMAGE

Bij Cardiff, in The Championship, werd hij doorgestuurd, al mocht hij wel in het universum van Vincent Tan blijven meedraaien. Zijn transfer naar Kortrijk werd boven zijn hoofd beslist, maar van die overstap heeft Idriss Saadi helemaal geen spijt.

Sinds zijn komst deze zomer is Idriss Saadi (24) nog altijd geen bezoek gaan brengen aan Brussel of Brugge. De Algerijnse Fransman, die in Saint-Etienne werd opgeleid, woont in Dottenijs, bij Moeskroen, maar blijft zijn boodschappen doen in de Auchan, over de Franse grens. ‘Volgens mij ben ik gevraagd om in België te komen voetballen, niet om er te komen leven, en tot nu toe lukt me dat aardig’, antwoordt de speler met een kwinkslag. Anderhalf jaar nadat een ernstige blessure hem lange tijd aan de kant hield, is de huidige topschutter van onze competitie zichtbaar vastbesloten om op onze velden zijn stempel te drukken. ‘Het doel is dat mijn tegenstanders die stier op mijn rug blijven zien. Dat zou betekenen dat ik altijd een stap voor ben.’

Tot een maand geleden kende niemand je, maar in je eerste vijf matchen als titularis bij Kortrijk scoorde je zeven keer. We hebben al slechtere debuten gezien…

IDRISS SAADI: ‘Ja, sinds ik de stier op mijn rug heb, zitten ze me trouwens in de kleedkamer wat op stang te jagen, maar ik laat me niet te veel meeslepen. Was het niet dat Hervé Kage dit shirt al had gedragen eerder dit seizoen, dan had ik zelfs niet geweten dat het bestond. Het zou heel mooi op mijn cv staan mocht ik nog altijd topscorer zijn aan het einde van het seizoen, maar op dit ogenblik dient het tot niets, tenzij om mijn ego te strelen. Je hoeft maar naar Edinson Cavani te kijken bij PSG. Hij ligt onder vuur, dan scoort hij vier keer tegen Caen, om opnieuw kritiek te krijgen omdat hij een kans gemist heeft. Het leven van een spits is nu eenmaal zo, het is een ondankbare positie.’

NOOIT OPGEVEN

Het afgelopen anderhalf jaar kwam je amper 21 minuten aan spelen toe als gevolg van een gescheurde voorste kruisband in je linkerknie in januari 2015. Verbaast het je niet dat je zo vlug dit niveau haalt na zo lang niet gespeeld te hebben?

SAADI: ‘Het is makkelijk oordelen puur op basis van mijn statistieken. Als je alleen maar dat bekijkt, kun je inderdaad opwerpen dat ik al geruime tijd geen officiële match meer gespeeld had. Maar dan ga je voorbij aan al het werk dat eraan vooraf ging om mijn beste niveau terug te vinden. Weet je, ik ben al lang terug uit blessure (sinds januari, maar hij mocht bij Cardiff maar acht minuten spelen van januari tot mei 2016, nvdr) en ik ken mijn lichaam vrij goed. Ook al kon ik niet even intens trainen, ik gaf me altijd voluit om klaar te zijn de dag van de wedstrijd. Alleen, als je in de loop van het seizoen terugkomt, zoals vorig jaar, dan vertrek je niet op gelijke voet met je ploegmaats. Bij mijn komst in Kortrijk was dat wel het geval en Karim Belhocine liet me dat onmiddellijk goed voelen. Mijn huidige prestaties verbazen me dus niet, ze bewijzen alleen maar dat het goed was dat ik nooit heb opgegeven wanneer het minder ging.’

Je was topschutter in de Ligue 2 op het moment van je blessure. Hoe vang je zo’n klap op als je 23 bent en tegengehouden wordt op je weg naar de top, aan de vooravond dus van een mooie transfer?

SAADI: ‘Ik geloof in het lot, maar niet in het noodlot. Een kruisbandletsel, dat kan je niet voorkomen. Als het gebeurd is, dan is het omdat dit de normale gang van zaken moest zijn. Ik ben al miljarden keren van steunbeen veranderd zoals op het moment dat mijn knie draaide, en zeker al met meer risico, maar deze keer is er op dat moment in mijn knie iets geknapt. Dat is wat ik beschouw als het lot. Het is misschien die gedachte die me geholpen heeft om zo vlug weer overeind te klauteren en de dag na mijn operatie al met krukken te lopen. Wat had ik anders kunnen doen? Opgeven zit niet in mijn karakter. Anderzijds, ik ben ook geen machine en het klopt dat het op dat moment voor mijn moreel een klap was. Mijn kracht was misschien mijn onwetendheid. Ik wist nog niet dat ik zo hard zou moeten werken om mijn beste niveau terug te vinden. Mocht ik morgen opnieuw een kruisband scheuren, dan weet ik niet hoe ik zou reageren, want het was echt niet altijd leuk.’

EEN ROZE TRUI OF BLAUW HAAR

In de zomer van 2015 werd je ondanks alles getransfereerd van Clermont Foot naar Cardiff City. Je moet een goeie makelaar gehad hebben om je transfer naar The Championship te onderhandelen terwijl je met moeite uit blessure was teruggekeerd.

SAADI: ‘Dat kan. Misschien was het dankzij Christophe Monguet (een van de meest invloedrijke makelaars van de Franse markt, nvdr), misschien was het ook God. Nogmaals, feit blijft dat ik er hard voor gewerkt heb. Ik had me als doel gesteld om na vierenhalve maand te kunnen lopen, dat is me gelukt. Vanaf dan was ik opnieuw een speler om te volgen. Nu, dat belet niet dat ik op het moment van mijn blessure dacht dat ik de juiste trein gemist had: ik had Clermont mijn woord gegeven om te blijven tot het einde van het seizoen. Gelukkig had mijn status als topschutter in de Ligue 2 aan de winterstop (11 goals in 21 wedstrijden, nvdr) kennelijk indruk gemaakt en lieten enkele Engelse clubs opnieuw van zich horen. Ze dachten eenvoudigweg dat ik niet alles kwijt kon zijn in enkele maanden. Je ziet, je kunt nog op je feeling vertrouwen in het profvoetbal.’

Op basis van je fysieke kwaliteiten leek de Engelse tweede klasse geknipt voor jou. Het is niet gelukt, maar welke herinnering bewaar je aan je ervaring in Engeland?

SAADI: ‘Op voetbalvlak voelt het inderdaad als een mislukking. Ik word vaak ‘de stier’ genoemd vanwege de kracht die ik ontwikkel op een veld, dus die competitie, die ik als een van de beste ter wereld beschouw, had me kunnen liggen. Alleen, ik bleef de trainingen aaneenrijgen, voelde me zelfs klaar om terug te keren, maar uiteindelijk liet mijn lichaam me in de steek in november. Wat ik onthoud van die ervaring, heeft dus vooral te maken met de levenskwaliteit ter plaatse, ook al had ik na acht dagen de zon nog niet gezien (lacht). Wat ik daar geweldig vond – en ik heb de indruk dat het in België een beetje hetzelfde is – is de openheid van geest van de mensen. (lange stilte)

‘Je hebt niet al die problemen die je de laatste tijd in Frankrijk hoort. Je mag een roze trui hebben of blauw haar, dat zal niemand choqueren zolang je de ander respecteert. Zodra je in Frankrijk uit de band springt, heb je problemen. Tegenwoordig is het in Frankrijk beter om naakt te zijn dan gekleed, dat is ongekend. We leven in een rare tijd. En jammer genoeg heeft dat sommige gekken naar het extremisme gedreven. Vanaf dat punt zijn er geen zwarten, blanken, moslims, christenen of joden meer, heel de wereld moet betalen voor het klimaat dat we sinds enkele jaren zelf tot stand hebben gebracht. Triestig.’

Saint-Etienne, Reims, Ajaccio, Clermont, Cardiff en Kortrijk. Je bent nog maar 24, maar je hebt al op veel plaatsen vertoefd. Het is zowat het uitgangspunt van het imperium van Vincent Tan, die eigenaar is van Kortrijk. Cardiff, maar ook FK Sarajevo en binnenkort een Amerikaanse franchise in Los Angeles… Als Cardiff City je wil terughalen aan het einde van het seizoen, zul je bij voorbaat niet te veel inspraak krijgen.

SAADI: ‘We moeten over het verleden spreken om over de toekomst te praten, maar één ding is zeker: ik vergeet nooit iets en dus ook niet wat er vorig jaar in Cardiff is gebeurd. Zodra ik aan de kant stond, bestond ik niet meer in de ogen van de club. Logischerwijs, gezien het weinige respect dat ik daar kreeg, wilde ik deze zomer terug naar Frankrijk, maar zij wilden me binnen de club houden. Ik had geen 36.000 keuzes vanaf het moment dat het vaststond dat ik niet in de Bosnische competitie zou uitkomen, en Kortrijk had al contact met me opgenomen voordat ik bij Cardiff tekende vorig jaar. Destijds had Cardiff het laatste woord gekregen als leidende club in het project van Vincent Tan en ik was de eerste om dat toe te juichen omdat ik al van kleins af droomde van Engeland. Op een jaar tijd is er veel veranderd en in Kortrijk herleef ik. Misschien had ik vijf jaar geleden nog getwijfeld met Sarajevo, maar als buitenstaander kan ik verzekeren dat het Belgische voetbal een heel andere reputatie dan vroeger heeft in Europa. Ik denk niet dat er, op dit moment, betere uitstalramen in Europa zijn dan de Belgische competitie.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik geloof in het lot, maar niet in het noodlot.’ IDRISS SAADI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content