Anderlecht, of beter : Roger Vanden Stock, is niet van plan de terugkeer van Pär Zetterberg nog lang uit te stellen. ‘Een topclub mag zich nooit laten leiden door nostalgie’, weerklinkt de scepsis in de eigen paars-witte rangen.
Een terugkeer naar Anderlecht, weet Enzo Scifo, ex-ploegmaat van Pär Zetterberg, is delicaat. “Pär is iemand die als hij terugkeert door iedereen aanvaard zal worden en die zijn klemtoon op het spel zal leggen. Zijn terugkeer kan dus een goeie zaak zijn. Maar uiteraard zijn er ook een paar vraagtekens te plaatsen. Voelt Pär zich nog goed ? Heeft hij er nog zin in ? Ik maakte het mee, hé, het ís heel delicaat. Mensen hebben een beeld van je en het is niet makkelijk om opnieuw aan dat beeld te beantwoorden. Hij moet beseffen dat het publiek kritisch zal zijn, dat er voortdurend vergeleken zal worden met zijn beste periode. Als hij niet direct presteert, zal de kritiek genadeloos zijn.”
Anderlecht heeft nood aan een leider. “Niet alleen op, maar vooral naast het veld”, aldus Scifo. “Pär kan dat. Was ik trainer, ik zou niet aarzelen. Pär is slim, hij weet wat hem te wachten staat. Niet vergeten dat hij bij Olympiakos niet altijd speelde, wellicht koestert hij revanchegevoelens. Belangrijk alleszins in zo’n situatie is dat iedereen achter zijn komst staat. Van de voorzitter tot de trainer en de supporter. En daar twijfel ik op dit moment wat aan. Je zal het toch op voorhand moeten uitpraten, want van polemieken wordt niemand beter.”
Duidelijk voor Scifo is dat Zetterbergs komst een zegen zal zijn voor Walter Baseggio. “Je hebt spelers die een ploeg op sleeptouw kunnen nemen en spelers die functioneren in dienst van een bliksemafleider. Walter heeft veel kwaliteiten, maar niét die van een spelmaker. Hij mist precies zo’n speler om zijn eigen spel nog beter te maken. In die zin zou de komst van Pär hem kunnen helpen.”
“Wat mij betreft is Pär Zetterberg meer dan welkom”, reageert Walter Baseggio. “Om het even welke nummer tien trouwens, dat maakt niets uit. Zelf ben ik geen typische nummer tien en daarom pleit ik voor de terugkeer van zo’n type, zodat we ook kunnen terugkeren naar een 4-3-1-2. In zo’n opstelling heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld : in de rug van Zetterberg, van Stoica nadien, en zelfs nog met Enzo. Toen we in het begin van dit seizoen speelden met De Bilde in steun van de spits, liep het voor mij ook beter. Na het verdwijnen van Gilles heb ik geen goeie match meer gespeeld. Zegt dat niet genoeg ?”
“De Zetterberg die Anderlecht drie jaar geleden heeft verlaten, kan iedere topclub gebruiken”, zegt Aimé Anthuenis, die in zijn eerste seizoen in Brussel de Zweed onder zijn hoede had. “Hij blijft in mijn ogen een zeer sterke speler. Een type als De Wilde, Verlinden, Degryse, Boffin of Staelens : iemand die zeer professioneel ingesteld is en op wie de leeftijd minder een vat heeft. Voor het geld moet Pär het niet meer doen. De liefde voor de sport, het besef dat het een schitterend vak is, dát doet zo’n jongens het einde nog wat uitstellen. Als de kop niet verzadigd is, lijkt leeftijd mij dan geen probleem. Anderzijds zijn er de bekende problemen : zijn knieën, zijn suikerziekte. Maar dat weten ze in Anderlecht.”
Heeft Anderlecht een draaischijf nodig ? “Duidelijk is dat ze dat nu missen, net als ik vorig jaar. In mijn eerste jaar had ik Pär, in mijn tweede seizoen hebben we het kunnen opvangen met Stoica. Pär heeft persoonlijkheid, ook in de kleedkamer. Met zo’n speler kon je discussiëren. Ook op het veld was hij belangrijk, ook met zijn vrije trappen en strafschoppen. Elk jaar was hij goed voor of betrokken bij wel vijftien goals. Zo iemand kan je altijd gebruiken. Je moet alleen positioneel goed sturen. Pär had de gewoonte de bal heel diep te komen vragen, soms zelfs in de voeten van de verdedigers. Ik heb hem direct gevraagd om diep te blijven. Ik weet dat het aanvankelijk stroef verliep en niet direct klikte met Koller, dat er veel kritiek kwam ook, maar geleidelijk aan is het verbeterd. Pär mag je niet laten terugvallen, zelfs niet op het middenveld.”
Of een spelmaker passé is ? Hangt van je definitie af, zegt Anthuenis. “De spelmaker die niet uit de middencirkel komt, daaraan heb je niks. Maar iemand die met een pass iets kan openbreken, kan je wél gebruiken. Bij Genk heb ik met drie man centraal gespeeld, in Anderlecht ook : het is altijd gelukt. En inderdaad : Baseggio heeft met Zetterberg, Stoica en zelfs Scifo zijn beste wedstrijden gespeeld. Ook al vind ik de polemiek rond zijn persoon overdreven : Walter heeft nooit gezegd dat hij de patron van de ploeg wilde zijn, die rol is hem opgedrongen.”
Dat Hugo Broos hard twijfelt aan de noodzaak van een terugkeer van Zetterberg, Anthuenis zegt er in te kunnen komen. “Alles hangt af van je veldbezetting. Met drie man centraal kan je Zetterberg uitstekend gebruiken. Anders is het als je uitgaat van een 4-4-2, met twee centrale spelers in het middenveld. Ik zeg niet dat ze het niet kan : je kan Pär dicht laten aanleunen bij de spits, zoals ik met Koller deed, en je flanken bepaalde opdrachten meegeven : werken, recupereren, naar binnen knijpen… Veldbezetting is één, animatie iets anders.”
Peter Ressel is op Anderlecht verantwoordelijk voor de scouting en de rekrutering. Niks is definitief, zegt hij. “Of Pär terugkeert, is een beslissing die binnen het directiecomité van de club zal moeten worden genomen. We volgen op dit moment nog andere pistes, Scandinavische ploegen bijvoorbeeld.”
Heeft Anderlecht een type als Zetterberg nodig ? “Door daar op te antwoorden,” zegt Ressel diplomatisch, “begeef ik me op het pad van de sportieve staf. Feit is dat het op dit moment niet draait. Maar de vraag is ook : je hebt de Pär die we kennen, maar ook de Pär zoals die nu is. Pär is gescout in twee, drie wedstrijden. Het rapport was positief, maar ik had ook niets anders verwacht. De vraag is : kan hij de leemte die er in de ploeg is – de verbinding tussen verdediging en aanval – opvullen ? Er is nood aan zo’n speler, maar ik denk dat het belangrijk is dat we niet te snel handelen. De trainer moet zijn zeg hebben en de markt is wat ze is, er gaan straks een boel spelers vrij komen. We moeten intensief scouten en mogen zeker geen vergissing begaan, want het gaat om een cruciale positie.”
Zetterberg heeft zijn leeftijd tegen en zijn mentaliteit voor. “Er is plus en er is min,” beseft Ressel, “vraag is wat je laat doorwegen. Je moet ook kijken naar de toekomst, de doorstroming. Anderlecht heeft op dit moment veel talent in de B-ploeg, jongens die technisch sterk zijn en snelheid hebben, zaken waar het op dit moment wat aan ontbreekt. Er is al een oude kern, dat klopt, maar anderzijds waren in Athene toch ook jongeren als Kolar, Deschacht, Lovré en Aruna aanwezig. We hebben tien spelers tussen 16 en 21, die de kwaliteiten hebben om het in de A-ploeg te maken. Vraag is hoe je die laat doorstromen. Ajax leert dat het kan, ik zie van doorstroming de grote voordelen, ben een groot voorstander van het Ajax-model. De vraag moet in dit dossier ook maar eens duidelijk worden gesteld : wat doen we met dat talent ?”
Ressel lijkt de twijfels van Broos bij te treden. “Als nostalgie meespeelt in deze beslissing, zou dat fout zijn. Een topclub mag zich nooit laten leiden door nostalgie. Als je het toch doet, moet iedereen in de club ervan overtuigd zijn dat het de goede beslissing is.”
Wim De Coninck, ex-ploegmaat bij Anderlecht van Pär Zetterberg, woonde vorige donderdag de afgang van de ploeg bij in Athene. “Als Anderlecht een spelmaker zoekt, is Pär de ideale man. Anderlecht was Zetterberg, zelfs toen Scifo er terugkeerde. Zijn vertrek, zo herinner ik me, heeft jongens als Baseggio, Goor, Radzinski en Koller bevrijd – dat las je toch. Het heeft hen toen gedwongen om meer verantwoordelijkheid op te nemen, want Pär eiste door zijn dominantie toch heel wat ballen op. Op het veld was Pär dus zeker een leider, maar ik heb hem ook in de kleedkamer meegemaakt en daar liet hij soms wel merken dat hij de vedette was. Naast het veld vond ik hem dus minder die leider. Maar als er prestaties zijn, wordt zoiets getolereerd.”
Het is echter niet met de komst van een spelmaker alleen, dat Anderlecht al zijn offensieve problemen zal oplossen, merkt De Coninck op. “Anderlecht heeft vijf spitsen die in balbezit allemaal aan de individuele actie denken, niet aan het samenspel. Misschien dat het middenveld daarom niet altijd meer aansluit, omdat ze toch weten dat de bal niet komt. Een spelmaker gaat daar dus weinig veranderen. Ik vraag me trouwens af of Pär, na wat hij donderdag heeft gezien, nog veel zin heeft om naar Brussel te komen.”
Met Zetterberg in een 4-4-2, het kan, denkt De Coninck. “Maar het hangt af van de werkkracht van de spitsen. Met Koller en Radzinski was dat geen probleem, want zij zijn collectief ingestelde jongens die bij balverlies je eerste verdedigers zijn. Dat Pär werklustiger geworden zou zijn, zoals hij zelf zegt in interviews, daar heb ik wel mijn bedenkingen bij. Als zo’n speler dat van zichzélf zegt… Toen Davy Cooreman zei dat hij in Israël was uitgeroepen tot beste verdedigende middenvelder, moest ik even lachen, want vanuit La Louvière hoor ik nu toch dezelfde verwijten aan zijn adres als vroeger. Zulke uitspraken neem je dus best met het nodige voorbehoud.”
Tot slot, dat er nostalgie meespeelt in dit dossier, daar twijfelt ook De Coninck niet aan. “In elk geval is duidelijk dat Anderlecht, áls het hem terug zou halen, werkt aan de zéér korte termijn. Roger Vanden Stock is geen voorstander van reculer pour mieux sauter. In Athene verklaarde hij dat hij niet zoals Ajax even voor een paar jaar van het toneel wil verdwijnen, om vervolgens met een jonge ploeg terug te keren. Op dat vlak ligt Anderlecht dan ook twee jaar áchter bij Ajax. Is Jelle Van Damme niet naar Nederland moeten gaan om een vaste waarde in de A-ploeg te worden ?”
door Peter T’Kint
‘De vraag moet maar eens duidelijk worden gesteld : wat doen we met ons eigen talent ?’ (Peter Ressel)
‘Als Anderlecht Zetterberg terughaalt, werkt het aan de zéér korte termijn.’ (Wim De Coninck)
