‘Een beetje positief denken jongens, komaan !’ Peter Van der Heyden en Olivier De Cock, de backs van Club Brugge en de Rode Duivels pleiten voor een beetje gezond optimisme.

Servië & Montenegro

Peter Van der Heyden (28), linksback : “Momenteel lijkt het dat als er Belg op je paspoort staat je niet kunt voetballen. Dat is fout. We verloren een wedstrijd die we in principe moésten winnen, maar laten we niet vergeten dat er verschillende omstandigheden zijn die bepalen of je goed speelt of niet. En, toch ook niet vergeten : constant op de helft van de tegenstander gespeeld, drie keer alleen voor de keeper gekomen, twee keer op de deklat gekopt, een penalty die niet werd gefloten en achtergekomen met een goal waaraan buitenspel vooraf ging. Als ik zie hoe we speelden tegen de leider van de poule, met al hun vedetten, dan kan ik niet anders dan concluderen dat er mits enkele aanpassingen mogelijkheden zijn met deze groep.”

Olivier De Cock (29), rechtsback : “Uit de beelden zou duidelijk blijken dat het penalty en buitenspel was.”

Van der Heyden : “Dan moet je dat toch meenemen in je oordeel ? ! Waarom dan alles afbreken ?”

De Cock : “Dat zijn cruciale fouten. Wordt het 1-1, dan kan en zal die wedstrijd misschien wel kantelen. Nu was het het slechtste scenario. We hadden veel balbezit, maar iets te weinig scherpte om een actie te maken en zeker te weinig scherpte in de zestien. Met de nationale ploeg is het sowieso al moeilijk om een echte ploég te vormen. Al die geblesseerden en geschorsten maakten het er natuurlijk niet gemakkelijker op. De voorbereiding op een match is al zo kort, met maar twee echte trainingen met de volledige groep, en daarin moet de bondscoach nog eens op zoek naar de beste elf. Dan is het moeilijk om automatismen te kweken en vloeiende aanvallen te hebben. Dan krijg je dat iedereen een beetje door elkaar loopt en iedereen meer met zijn eigen wedstrijd bezig is.”

Van der Heyden : “De afgelopen maanden is het geen twee keer dezelfde groep geweest. Altijd andere jongens, altijd andere opstellingen. Niemand weet nog hoe of wat. Natuurlijk zeg je dan bij momenten : wat moet ik doen, wat wordt er verlangd, hoe speelt die en hoe dié ?”

De Cock : “Zie hoeveel misverstanden er waren. De ene gaat diep terwijl de andere hem net in de voet wil aanspelen, of andersom. Dat is heel vaak gebeurd, omdat je niet gewend bent om met elkaar te spelen. Ik speelde bijvoorbeeld nog nooit eerder met Bisconti voor mij. Dat is allemaal niet simpel.”

Van der Heyden : “Daar knelt het schoentje. Ik stond voor het eerst links op het middenveld, positie die ik in vijf jaar Club Brugge nog nooit heb gespeeld. Ik was blij dat ik mocht meedoen, uiteraard. Maar in een beslissende match is dat geen cadeau, want het is anders. Mijn spel is er kómen, in beweging. Als je hoger staat, moet je meer ruimte voor jezelf creëren. Misschien zijn er mensen die denken dat het beter is als ik alleen maar moet aanvallen en niet verdedigen, maar dat is onzin. Het verhaal dat ik niet kan verdedigen, mag na vijf jaar wel eens ophouden, vind ik.”

België

Van der Heyden : “Er wordt bij Club Brugge van ons verlangd dat we aanvallen. De ploeg draait rond het feit dat de backs opkomen om steun te geven en mee de aanval op te zetten. Hoe zouden ze anders de opbouw beginnen ?

De Cock : “Het spel van Club Brugge is twee tegen één of drie tegen twee proberen te creëren, overál, maar vooral langs de flanken. Trouwens, als we niét opkomen, is het : ze maakten geen gebruik van de ruimte.”

Van der Heyden : “Wij zijn het perfecte voorbeeld van met hoe weinig kennis van zaken er in de media vaak wordt geoordeeld.”

De Cock : “Van de pers trek ik mij eigenlijk steeds minder iets aan.”

Van der Heyden : “Ik ook. Het hoort bij het profbestaan en je moet er aan wennen, maar het belangrijkste is wat de trainer, de technische staf en de club ervan vindt. De rest is niet belangrijk.”

De Cock : “Een klein voetballand als België kan ook niet elk jaar twee ploegen in de Champions League hebben zoals de voorbije seizoenen een paar keer. En een WK-voorronde beginnen met 1 op 9 is natuurlijk een serieuze teleurstelling, maar zolang de uitschakeling mathematisch niet zeker is, moet je er blijven in geloven, vind ik.”

Van der Heyden : “Drie jaar geleden waren wij de slechtste generatie Clubspelers ooit, weet je nog.”

De Cock : “En na een titel en twee kwalificaties voor de Champions League ben je plots een van de betere generaties. Het kan zo snel keren in voetbal, in positieve en in negatieve zin. Het WK halen wordt heel moeilijk, maar je moet hoe dan ook verder en dan is het belangrijk te proberen de positieve zaken te onthouden.”

Van der Heyden: “We moeten echt opletten dat we op den duur niet alles veel te pessimistisch gaan bekijken, want zo geraak je steeds dieper in de negatieve spiraal. We moeten ons vastklampen aan wat goed is. Het goede is dat we met jongens zitten die heel goed kunnen sjotten. Maar iedereen heeft vertrouwen nodig, op alle vlakken van de maatschappij, dus wij ook. Het zal wel keren. Gewoon een beetje positief denken jongens, komaan ! Er is wél voldoende talent.”

De Cock : “We hebben gewoon een goede wedstrijd nodig en dringend drie punten. Dan zal er al heel veel veranderen, ook op mentaal vlak. Daardoor zal de groep ook al beter spelen. Feit is dat deze groep Rode Duivels op dit moment zijn maximale rendement niet haalt. Er is zeker meer uit te halen. Als iedereen op niveau is en het wat beter in elkaar klikt, doen we zeker mee voor een plaats op het WK.”

Dnepropetrovsk

Van der Heyden : “Wat er in Dnepro is gebeurd, was een individuele fout die niet mag gebeuren. Punt aan de lijn. Voor de rest was daar weinig op aan te merken. De regel in Brugge is : twee verdedigers moeten volstaan om één spits te houden.”

De Cock : “Een fout die al een paar keer gemaakt werd, is dat de twee centrale verdedigers in een duel op dezelfde hoogte staan in plaats van elkaar onderling dekking te geven. Waardoor iemand die snel is twee man in één beweging kan pakken.”

Van der Heyden : “Wie zegt dat de backs te hoog stonden, zegt eigenlijk dat hij geen vertrouwen heeft in de centrale verdedigers, zelfs niet als ze twee tegen één staan.”

De Cock : “Wij zijn niet verantwoordelijk voor die spits, dan moeten wij ons op onze eigen man concentreren. Alleen als de tegenstander met twee spitsen speelt, moet er één van de backs naar binnen dekken. Dan kan het gebeuren dat je tussen twee man komt te staan. Back, het is niet altijd een gemakkelijke positie.”

Van der Heyden : “Het is een zeer onderschatte positie. Gelukkig is er bij Brugge een trainer die laat blijken hoe belangrijk ze is.”

De Cock : “Qua positiespel leerden we al veel van Sollied.”

Van der Heyden : “Heel veel.”

De Cock : “Dat was een vernieuwing. Aan het bord, les, zoals op school. Er echt tijd voor nemen ook. Een uur aan een stuk, geen vijf minuten.”

Van der Heyden : “Een shadow game met elf man in een kamer ! Bal naar elkaar gooien in plaats van trappen. Bij Sollied is het niet : als dit gebeurt, dan moét je dat. Maar : dan heb je die en die mogelijkheid. Wij weten bij Brugge perfect wat we moeten doen, als individu en als geheel. Ik kan alleen maar met heel veel appreciatie over Sollied praten.”

De Cock : “Natuurlijk, omdat hij ons gebracht heeft waar we nu staan.”

Van der Heyden : ” Voilà ! Dáárom.”

De Cock : “Het ging de voorbije jaren dan wel vaak over ons tijdens de besprekingen ( lacht), wat niet altijd gemakkelijk was…”

Van der Heyden : “Het was véél, hé…”

De Cock : “Dan zeg je wel eens : godverdorie, het gaat wéér over ons !”

Van der Heyden : “Het is zoals alles een proces waar je door moet. Nu beseffen we dat we er alleen maar sterker door geworden zijn.”

De Cock : “Sollied doet het ook wel altijd op een verstandige manier.”

Van der Heyden : “Plus : hij haalt er ook altijd iets positiefs uit. Ook na een klotenmatch is het : ‘guys, this and that, we did good, hé’.”

De Cock : “De dag na België tegen Servië & Montenegro zei hij op training tegen ons : ‘y ou played an OK-game yesterday, but you were unlucky in the moments that you had to take. Veel balbezit, maar te weinig opposite movements.’ Te weinig één die afhaakt en één die diep gaat op hetzelfde moment.”

Utrecht

Van der Heyden : “In de Belgische competitie staan we er momenteel goed voor, maar we blijven er redelijk rustig onder. Ik denk niet dat wij ver op de feiten vooruit zullen lopen. Het is niet de eerste keer dat we ver voor staan, hé. Maar feit is dat we vorig seizoen veel blessures kenden en dat nu… zie wat er allemaal op onze bank zit ! Wie je ook wisselt, de waarde van de ploeg vermindert niet. Iedereen is enorm gretig om te spelen en op training wordt een schoon niveau gehaald.”

De Cock : “Dat is waar : de concurrentie is enorm en haalt het niveau omhoog. Iedereen staat enorm scherp. Dat zie je ook na de training : iedereen is nog aan het werken, buiten of binnen. De trainer zegt ook : ‘ik kan dit seizoen iedereen gebruiken en ik heb ook iedereen nodig. Je voelt ook dat iedereen belangrijk is. Op Bart Vlaeminck en Sebke ( Sebastian Hermans, nvdr) na deed iedereen al mee.

“We zijn wat in de winningmood geraakt sinds de zege op Standard, vind ik. We scoren momenteel gemakkelijk en op het goede moment ; en de weinige kansen die we toestaan, worden door onze tegenstanders niet benut of door Butina gered. Tegen Servië & Montenegro was het met de nationale ploeg net andersom.”

Van der Heyden : “Dat is dan ook een niveau hoger en dan zie je direct het verschil : ze hebben niet zoveel nodig om te scoren. Dat ondervonden wij tegen Shakhtar aan den lijve.”

De Cock : “Een heel goede ploeg. Valgaeren zei dat ook : ‘die gasten zijn echt wel héél goed, die hebben ons ginder gewoon weggetikt. Het kon meer dan 3-0 geweest zijn.’ Maar ze zitten in een groep met Barcelona en Milan, hé.”

Van der Heyden : “Wij moeten nu winnen tegen Utrecht en minstens een punt halen bij Austria Wenen. Eigenlijk moeten we zes op zes pakken.”

De Cock : “Want dan is het thuis tegen Zaragoza, een Spaanse ploeg. We maakten vorig seizoen Celta de Vigo mee… en die stonden dan nog vanonder !”

Van der Heyden : “En Zaragoza is topzes in Spanje. Het wordt heel moeilijk.”

Tirol

De Cock : “Peter is in vijf jaar Club natuurlijk geëvolueerd, maar eigenlijk had hij al van de eerste minuut zijn mening. Hij werkte zich wel héél gemakkelijk in de groep. Ik weet nog dat hij op die stage in Tirol al meteen bij de mannen was die het hoogste woord voerden ( lacht). ‘

Van der Heyden : “Niks van, jongen.”

De Cock : “Jawel, jawel.”

Van der Heyden : “Wat zeg jij nu weeral ( schiet in een lach) ? !”

De Cock : “En lachen en doen…”

Van der Heyden : “Ha, dat wel.”

De Cock : “Dat was ook een schitterende stage, ideaal om je aan te passen aan de groep.”

Van der Heyden : “Precies meteen één vriendenbende. Ik had daar direct mijn draai gevonden. Dankzij de Brugse mentaliteit ook. Niet te veel : nek-nek, ik ben hier de beste !”

De Cock : “Als mens is hij wat rustiger geworden. Hij heeft leren relativeren waarschijnlijk. Vroeger was hij…”

Van der Heyden : “… veel zenuwachtiger.”

De Cock : “Hij trok zich alles aan ook, nu doet hij dat veel minder.”

Van der Heyden : “Natuurlijk, Cocky is de tegenpool : het voorbeeld van hoe je kunt leven zonder je veel aan te trekken. Hij blijft overál rustig onder.”

De Cock : “Uiterlijk misschien, maar innerlijk niet.”

Van der Heyden : “Hij komt rustig over. Hij straalt intellect uit, vond ik altijd al.”

De Cock : ( schiet in een lach)

Wolfsburg

De Cock : “Een transfer naar Wolfsburg is schitterend natuurlijk. Sinds het rond is, straalt het van hem af. Het is een druk die weg is. Hij speelt bevrijd, hij is nog zelfverzekerder. Ik vind ook dat hij sindsdien door de buitenwereld anders bekeken wordt. Hij wordt meer geapprecieerd nu.”

Van der Heyden : “Ik ben geflatteerd door die kans die ik krijg. Je kunt zoiets nooit voorspellen, maar ik denk dat ik mentaal ongeveer de rust heb gevonden om te slagen in het buitenland. Je kunt maar je best doen, hé. En het belangrijkste is dat mijn lichaam tiptop in orde is. Ik wil ook Duits kennen tegen dan. Twee, drie keer per week komt er daarvoor een leraar Duits bij mij thuis.

“Ik ben al één keer in Wolfsburg geweest. Het is een heel nieuwe stad, gebouwd rond de fabriek van Volkswagen. Precies een kunstmatige stad. Heel raar. Het is Brugge niet, wat ik de perfecte stad vind, maar het moet leefbaar zijn, denk ik. Op twintig kilometer ligt Braunschweig, een stad met alles erop en eraan. We zullen een woning zoeken tussen de twee in.”

De Cock : “Wat het voor mij wordt, zullen we de komende maanden zien. Ik wil me nu vooral concentreren op het sportieve en tonen dat ik weer op niveau ben. Het wordt een mooi contract tekenen in Brugge en er mijn carrière afsluiten ofwel toch eens een transfer doen naar het buitenland die sportief én financieel interessant is. Ik ga niet zoals Roussel met mijn twee kindjes in Kazan wonen. Het wordt een belangrijke beslissing, maar ik ben zelfzekerder geworden. Ouder, meer volwassen, nog zelfbewuster. Ik heb meer karakter, denk ik. En ik voel mij natuurlijk veel beter nu mijn enkelproblemen voorbij zijn.”

Van der Heyden : “Dat zie je aan hem. De Cock, dat is een slangenmens, hé. Die legt zijn been achter zijn oren. Pas op : die traint er ook elke dag op, hé. Zoals een ballerina. Die pakt zijn been en legt dat hier ( langs de romp).”

De Cock : ( lacht)

Van der Heyden : “Niemand kan zich voorstellen wat hij heeft meegemaakt : wat het is om elke dag met pijn in die schoenen te stappen, om aan honderd procent te willen trainen en spelen, maar het niet kunnen van de pijn. Als die pijn dan eindelijk voorbij is, ja, dan gaat de hemel open, hé. Ik denk dat hij ondertussen al een camion kan opheffen met zijn enkels ( lacht).”

door Christian Vandenabeele

‘Momenteel lijkt het dat als er Belg op je paspoort staat je niet kunt voetballen. Dat is fout.’ (Peter Van der Heyden)

‘We leerden veel van Sollied, hij bracht ons waar we nu staan.’ (Olivier De Cock)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content