Alessandro Cordaro straalt. Naast het veld, waar hij met pretoogjes zijn verloofde Melissa jent, en op het veld, waar hij altijd energiek de rechterflank van KV Mechelen op smaak brengt. ‘Hier kan ik evolueren in een positieve omgeving.’

In de Van Busleydenstraat, op nauwelijks 400 meter van het stadion van KV Mechelen, trekt Alessandro Cordaro met een zwier de deur open van het appartement waarin hij woont, samen met Melissa, het meisje dat op 25 mei 2013 zijn vrouw wordt. Sinds zijn transfer naar KV Mechelen vorig jaar lieten de twee hun ouderlijk nest voor wat het was. “Het is zwaar om het hier met haar uit te houden,” zegt Cordaro met een niet van zijn gezicht te branden glimlach, “heel zwaar.”

Zijn in het verschiet liggende huwelijk is niet de enige verklaring voor zijn goed humeur. Cordaro, die in La Louvière op de wereld werd gezet door Italiaanse ouders, lijkt ook zogoed als zeker van zijn plaats in de ploeg van KV Mechelen én krikte het voorbije jaar zijn rendement drastisch op. Nadat KV de inmiddels 26-jarige middenvelder, die doorgaans op de rechterflank speelt, een dik jaar geleden overnam van het toen pas naar de tweede klasse gedegradeerde Charleroi, maakte hij in 33 competitiematchen 8 goals, evenveel als in al zijn voorgaande competitiewedstrijden in de eerste klasse samen, en dat waren er toch 167, gespreid over acht seizoenen en twee clubs: Bergen en Charleroi.

Betrouwbare back

Ben je zelf tevreden over je prestaties van vorig seizoen?

Alessandro Cordaro: “Ja, al had ik meer kunnen scoren. Ik wil dit seizoen minstens even goed doen.”

Hoe leg je het uit dat je je rendement zo kon opkrikken?

“Met een naam, die van Julien Gorius ( de in het tussenseizoen naar RC Genk getransfereerde ex-spelmaker van KV, nvdr). Zonder dat ik een woord tegen hem te hoefde te zeggen gaf hij de bal keer op keer perfect. Jammer dat hij weg is, we konden het ook naast het veld goed met elkaar vinden. Maar oké, nu zijn er de Denen.”

“We zijn de nieuwe manier van spelen er nog wat aan het in slijpen. Thomas zoekt zijn weg nog een beetje. Hij heeft niet dezelfde kwaliteiten als Gorius: Thomas vraagt de bal meer in de diepte, in de rug van de verdedigers, terwijl Julien de bal in de voet vroeg, om dan een pass op maat te versturen. Nicklas is dan weer wel een echte nummer tien, maar hij sukkelde nog wat met blessureleed. Hij is iets minder technisch dan Julien, maar beschikt zeker ook over de goede toets om de laatste pass te geven. En met Mads hebben we nu een aanvaller die de bal kan bijhouden en op de verdediging van de tegenstander kan wegen.”

Boekte jij vorig seizoen naast dat hogere rendement nog op andere vlakken vooruitgang, vind je?

“Ik leerde mijn inspanningen beter te kanaliseren, mijn momenten beter te kiezen. En mijn positionering in de omschakeling – zowel van balbezit naar balverlies als omgekeerd – is nu ook veel beter. Met dank aan meneer Brys ( de vorige trainer, nvdr).

“Ik durf ook veel meer dan vroeger, omdat er met Xavier Chen nu een betrouwbare speler in mijn rug staat. Je kunt vaker eens een risico nemen als je weet dat het achter jou niet in de soep draait, mocht je actie mislukken.”

‘Pas terrible’

Nadat je hier vorig seizoen enkele matchen gespeeld had, zei tv-figuur en notoir KV-fan Mark Uytterhoeven dat meerdere mensen in en rond de club zich afvroegen waarom ze niet eerder bedacht hadden dat jij hier prima zou aarden.

“Ik van mijn kant had ook vroeger bij deze club moeten zitten. Telkens als ik KV op de televisie zag – die supporters, die warmte rond de ploeg – dacht ik bij mezelf: die club is gemaakt voor mij.”

Dat het zo’n geslaagd huwelijk is, ligt onder andere aan je inzet, iets wat de Mechelse fans graag zien. Na verschillende matchen waarin KV vorig seizoen stroef speelde, werd jij een van de weinige lichtpunten genoemd. Dat was een seizoen eerder in Charleroi ook al zo.

“Dat zit er van jongs af in. Mijn vader hamerde daarop. Nooit loslaten, zei hij altijd, ook niet op training.”

Was hij vroeger streng met jou?

“Via via hoorde ik wel dat hij aan anderen vertelde dat ik kwaliteiten had, maar het viel hem zwaar om dat ook rechtstreeks tegen mij te zeggen. Mijn vader was in zijn debriefings altijd hard maar eerlijk. Zo bleef ik mezelf steeds in vraag stellen. Het zette me ertoe aan om altijd meer te doen, om telkens te denken: we zijn er nog niet.

“Tegenwoordig zegt mijn pa na een match meestal dat het pas terrible was.” ( lacht)

Het Racingcafé

Nog een reden waarom je zo goed bij KV past, is je verstandhouding met de fans. Dat je appartement vlak bij het stadion ligt, is bijna symbolisch, je dompelt je echt onder in het KV-bad.

“Ik hou daarvan, want er lopen hier veel mooie meisjes tussen de fans van Malinwa. ( knipoogt enkijkt om naar Melissa, die in de zetel achter hem zit, waarna ze samen in de lach schieten) Neen, serieus, je hebt hier echt supporters die leven voor hun club. Ik vind dat fantastisch. In vrijwel elke auto in Mechelen vind je wel een verwijzing naar KV. En elke cafébaas is supporter van KV. ( glimlacht) Of van Racing, ondervond ik. Toen ik in een café eens ging betalen, vroeg de man achter de toog: ‘Ben jij er gene van KV?’ Ik knikte. Hij zei dat hij Racingsupporter was. Ik vroeg: ‘Betekent dat nu dat ik je niet aansta?’ Hij zei: ‘Ja.’ ( lacht) Maar ik heb toch betaald.

“Ik praat graag met de fans, ik vind die warmte fijn. Misschien komt dat door mijn Italiaanse roots.”

Je jut hen ook graag op tijdens een match.

“Als zij mee druk zetten op de tegenstander voel je dat bepaalde tegenspelers schrik krijgen om net voor die tribune met onze fans te spelen. Daar gaan hun passes dan al vlugger eens de mist in of trappen ze de bal al sneller wild weg.”

Zwarte bladzijden

Hoe kijk je terug op je twee jaar bij Charleroi?

“Het was een gecompliceerde periode. Eerst stelde Stéphane Demol me niet op. Na hem kwamen er andere trainers, die me wel lieten spelen, maar de resultaten volgden niet en de druk werd enorm, zeker tijdens mijn tweede jaar daar. We hadden niet genoeg kwaliteit om in de eerste klasse te blijven. Er werd wel gepraat over versterking, maar die kwam er vervolgens niet en uiteindelijk te laat. Links en rechts hoorde je ook voortdurend negatieve verhalen en tijdens de wedstrijden begonnen de fans telkens na tien minuten te fluiten en te roepen naar voorzitter Abbas Bayat. Dat heeft zijn consequenties voor je spel, zo verlies je er je hoofd een beetje bij. ( stilte) Als je dat allemaal meegemaakt hebt, krijg je wel het gevoel dat op professioneel vlak niets je nog onderuit kan krijgen. Ik denk… ik hoop dat de zwarte bladzijden in mijn carrière nu omgeslagen zijn. Achteraf bekeken heb ik van niks spijt, al had ik zeker andere keuzes kunnen maken.”

Waarom koos je na je periode in Bergen eigenlijk voor Charleroi? Je wist toen toch ook al dat dat een turbulente club is?

“Ja, maar als je dat stadion zag, met toen nog meer dan 20.000 plaatsen, dan had je wel zin om daar te spelen. En op het moment dat ik in Charleroi tekende, maakte ik mezelf wijs dat het daar wel zou veranderen, dat het niet elk jaar hetzelfde liedje kon zijn.

“Ik praatte indertijd ook met Franky Dury ( trainer van Zulte Waregem, nvdr), maar Mogi Bayat ( ex-manager van Charleroi, nvdr) zag ik meerdere keren in enkele dagen en hij vond kennelijk de juiste woorden om me te overtuigen. Ze weten daar wel hoe ze op je gemoed moeten werken.”

Eeuwige belofte

Het was al de derde keer dat je met je ploeg in de degradatiestrijd het onderspit moest delven, dat gebeurde ook in Bergen twee keer.

“In Bergen werd ik op een bepaald moment dé belofte van het Belgische voetbal genoemd, maar gaandeweg gingen de jaren voorbij en besefte ik dat ik geen belofte meer genoemd kon worden, dat ik méér moest brengen. Dat lukte niet, en dus dreigde het etiket van ‘eeuwige belofte’. Tijdens dat tweede jaar in Charleroi begon ik te denken dat het misschien aan mij lag. Ik twijfelde aan mijn kwaliteiten en begon me af te vragen of ik wel mijn plaats had in de eerste klasse. Een goed seizoen als het vorige, dat was wat ik echt eens nodig had. Vandaag kan ik zeggen dat ik wel degelijk een speler voor de eerste klasse ben. En als een club als RC Genk interesse in je toont, wijst dat er toch op dat je een mooie carrière kunt maken.

“KV kwam voor mij echt op het goede moment, het werd hoog tijd dat ik een stap kon zetten – ik denk niet dat ik in die twee jaar in Charleroi vooruitgang boekte. Hier kan ik evolueren in een positieve omgeving. Hier spelen we om te winnen. Hier heb ik niet die zorgen. Als je hier geblesseerd raakt, maakt een kine een speciaal programma voor jou en volgt die je ook op het veld op. Dat gebeurde in Charleroi niet. En als KV bij balverlies de tegenstander onder druk wil zetten, dan weten we hoe we moeten staan. In Charleroi passeerde er af en toe wel eens een trainer die daar oog voor had, maar wat later was die ontslagen en hoorde je daar niks meer over. Je kon er nooit op de lange termijn werken.”

Hoe groot was de teleurstelling toen de mensen van het KV-bestuur in mei aangaven dat ze je niet naar Genk wilden laten gaan?

“Als KV ja gezegd had, zat ik nu in Genk. Natuurlijk. Maar ik lag nog onder contract, dus ik had niets te zeggen.”

Je tekende wat later een nieuw contract in Mechelen, een dat loopt tot 2016.

“Ik voel me heel goed in Mechelen. En ik ben geduldig. Ik heb een goed seizoen achter de rug, maar nu moet ik bevestigen, pas dan kun je zeggen dat je iets gedaan hebt. Ik ga me driehonderd procent geven om weer een goed seizoen te draaien. Ik denk dat ik hier nog één à twee jaar nodig heb.”

Vloeken in het Italiaans

Ambieer je nog altijd om ooit in Italië te spelen?

“Ja, dat blijft wel een droom.”

Voel je het nog goed dat je Italiaans bloed hebt?

“Als ik een kans mis, vloek ik meestal in het Italiaans. En als iemand op het veld me enerveert, dan kookt mijn potje soms nog eens over. Maar al veel minder vaak dan vroeger. Mijn leeftijd en ervaring maken me kalmer.”

En naast het veld?

( kijkt weer naar Melissa) “Van tijd tot tijd enerveert ze mij en dan breek ik hier het kot af.” ( schieten allebei weer luid in de lach)

Komen jij, je vader en je broer nog altijd elke zondag samen om voetbal te kijken?

“Ja, dat is bijna een religieus gebeuren. Om zes uur zitten we samen voor de televisie bij mijn vader thuis, dan kijken we naar ‘Novantesimo Minuto’ ( tv-programma met de samenvattingen van de Italiaanse voetbalmatchen, nvdr). Mijn vader is supporter van Juventus, en mijn broer ook, het was dus nogal evident dat ik dat ook zou worden.”

Ga je soms in Turijn naar matchen kijken?

“Ik deed dat al twee keer. Nu ze ginder een nieuw stadion hebben, zou ik graag eens teruggaan. Misschien op het eind van het seizoen. ( grijnst en kijkt om naar Melissa) Ha neen, dan hebben we iets te doen zeker?” ( schateren allebei)

DOOR KRISTOF DE RYCK – BEELDEN: KOEN BAUTERS

“In Charleroi begon ik me af te vragen of ik wel mijn plaats had in eerste klasse.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content