‘ER VALT ALTIJD WEL ERGENS REVANCHE VOOR TE NEMEN’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Door de magie van de winterse transferperiode is de invaller van Anderlecht plots de vedette van Charleroi geworden. Hamdi Harbaoui voelt zich in zijn nopjes bij zijn nieuwe Sporting. De Tunesiër heeft het over zijn teruggevonden goals en zijn verloren maanden tussen Udine en Neerpede.

Je kunt niet naast hem kijken: niet op het veld, evenmin ernaast. Een opvallende ring aan de rechterhand, een massief horloge aan de linkerpols. De Tunesiër is sinds een maand het nieuwe wapen van de Zebra’s in de strijd om play-off 1. Een verstandshuwelijk dat stilaan toch de harten van de Carolo’s verovert, want de onvermijdelijke Hamdi Harbaoui scoorde meteen twee keer in zijn eerste vier matchen. Je hebt een neus voor goals of je hebt het niet.

Je bent hier aangekomen met een bepaald statuut, en uiteraard ook met de nodige druk. Is dat lastig?

HAMDI HARBAOUI: ‘Dat is altijd zo geweest. Daar moet je mee kunnen omgaan als spits, zeker als je dat etiket van goalgetter opgeplakt krijgt. Die druk mag je werkwijze niet veranderen of de manier waarop je de dingen ziet. Ik zou zelfs zeggen dat het me helpt, omdat ik wil tonen dat ik nog altijd in vorm ben en kan scoren.’

Die hoge verwachtingen vind je dus prettig?

HARBAOUI: ‘Ik weet dat ik de tegenstander vaak op de zenuwen werk. De verdedigers wachten me met getrokken messen op en dus mag ik niet nonchalant of zelfgenoegzaam op het veld verschijnen. Door de ervaring weet je dat je honderd procent moet zijn, anders zijn ze je de baas.’

ZWAKTES UITBUITEN

Is scoren altijd iets natuurlijks geweest voor jou?

HARBAOUI: ‘Ik ben altijd aangetrokken geweest door de goal. Om te blijven scoren probeer ik niet altijd dezelfde bewegingen te maken dan de week ervoor. Vaak bekijk ik de fases terug waar ik had kunnen scoren en neem ik me voor om het de volgende keer op een andere manier te doen. Want zoals ik al zei: de verdedigers stellen zich in op jou, dus moet je in staat zijn om te variëren.’

Je hoort nochtans vaak dat aanvallers eerder instinctief dan beredeneerd te werk gaan.

HARBAOUI: ‘Ik probeer altijd na te denken wanneer ik speel. Ik kijk naar mijn tegenstander, ik stel me op in functie van hem en ik probeer me acties voor te stellen. Soms stel ik me ook missers van zijn kant voor. Ik probeer een zwakte te vinden, creatief te zijn. Er zijn dagen waarop de bal voor je voeten valt en je hem maar binnen te trappen hebt, maar vaak gebeurt dat niet en wil je toch scoren, dus moet je even nadenken hoe.’

Je bent dus voortdurend aan het gokken: je beeldt je dingen in voor ze gebeuren om je tegenstander uit te schakelen?

HARBAOUI: ‘Je moet in de eerste plaats je medespelers kennen. Je moet hun gedachten lezen, je voorstellen waar ze de bal zullen geven. Automatismen zijn belangrijk, weten waar spelers hun voorzetten naartoe trappen. En als er een actie begint op de vleugel, dan moet je altijd de inspanning doen, ook al is de kans misschien maar vijftig procent dat de bal tot bij jou zal komen. Het is een kwestie van wat geluk, natuurlijk, maar ook van wilskracht. Je hebt beide nodig.’

VERSPILDE ENERGIE

Heb je, in vergelijking met de Harbaoui van bij Lokeren, hier een belangrijkere rol in het spel?

HARBAOUI: ‘Ik probeer me altijd aan te passen aan het tactische schema van de ploeg. Het is zo dat in Lokeren heel de ploeg in functie van mij speelde. De ploeg werkte en ik moest alleen de acties afmaken. In het begin vroeg Peter Maes me om meer mee te verdedigen, maar nadien begreep hij dat ik scherper was voor doel als hij me energie liet sparen om te scoren. Ik heb in mijn carrière doorgaans als diepe spits gespeeld en men heeft me zelden gevraagd om mee te verdedigen of naar de flank uit te wijken. Maar in de 3-5-2 van Charleroi moet ik wel wat meer bewegen.’

Was het moeilijk om je ploegmaats dat te doen inzien, dat jij het recht hebt om minder verdedigend werk op te knappen? Zorgde dat bij Lokeren niet voor spanningen?

HARBAOUI: ‘Eerlijk gezegd heb ik daar nooit problemen mee ondervonden. Mijn ploegmaats weten hoe ik in elkaar zit, ze zien me bezig op het veld. Ik ben een vechter die er altijd voor gaat, ik leg mijn hoofd voor elke bal. Misschien verdedig ik weinig in het veldspel, maar ik sta er altijd bij stilstaande fases. Ik ben niet lui, ik doe gewoon wat de coach me vraagt.’

Als men jou beschouwt als een spits ‘van de oude stempel’, die een beetje kampeert in de rechthoek, vind je dat dan onterecht?

HARBAOUI: ‘Ik heb niet het profiel van een Jelle Vossen of een Jérémy Perbet. Misschien omdat ik groter ben, fysiek sterker. Ik ga meer in duel dan zij, en zij lopen wat meer dan ik. Ik wil me niet vergelijken met Zlatan Ibrahimovic, want dat is een topspeler, maar die zie je ook niet vaak diep terugzakken. Dat is iemand die de bal bijhoudt, wiens kracht in de backlijn ligt. Hij gaat zijn energie niet verspillen op de flank.’

Zlatan is een spits die een grote psychologische impact heeft op zijn tegenstanders. Voel jij soms ook dat ontzag bij je bewaker in de match?

HARBAOUI: ‘Ja, dat voel ik. Daar moet je van profiteren, want iemand die bang van je is, gaat naar overtredingen grijpen en denkt niet helder meer na. Dat moet je uitbuiten.’

Toen je hier vorig jaar kwam spelen met Lokeren, was Charleroi bang van jou…

HARBAOUI: (geamuseerd) ‘Enkele dagen geleden hebben ze het er met mij nog over gehad, over die match. Net voor de aftrap hadden ze nog tegen elkaar gezegd dat ze me geen ruimte mochten geven. Maak ik daar twee goals in drie minuten…’

Dat is zo’n wedstrijd waarbij je op het veld stapt met de gedachte dat het een moeilijke avond wordt, maar die dan makkelijker uitdraait dan verwacht?

HARBAOUI: ‘Je hebt van die matchen waarin God je de kans geeft om van in het begin te scoren en je bij jezelf denkt dat het jammer zou zijn om het bij die ene goal te laten. Wanneer je in topvorm verkeert en de ploeg wil ook mee, dan moet je het ijzer smeden als het heet is. Want je weet heel goed dat twee of drie goals die wedstrijden compenseren waarin je niet scoort. Van een superdag moet je profiteren.’

Vooral omdat ze je na een match met twee of drie goals de week erop extra in de gaten houden.

HARBAOUI: ‘Na zo’n match moet je weer van je wolk af komen. De avond zelf geniet ik van een goal en een overwinning, maar de dag nadien draai ik die bladzijde om. Ik zei het al: ze wachten je op. Kom niet te zelfzeker op het veld of ze walsen over je heen.’ (lacht)

GEEN GEDULD

Je bent 32, was al eens topschutter…

HARBAOUI: (onderbreekt) ‘Twee bekers gewonnen!’

Wat drijft je nog? Heb je het gevoel dat je nog iets te bewijzen hebt? Of zit je met revanchegevoelens na je avonturen bij Udinese en Anderlecht?

HARBAOUI: ‘Ik heb gelukkig altijd een doel voor ogen, er valt altijd wel ergens revanche voor te nemen. Zonder doel is het zoveel lastiger… Ik wil graag tonen dat ik er nog altijd sta. Ik heb nu toevallig een nieuwe uitdaging gekregen, dat is dus perfect.’

Ben je nog gefrustreerd door het eerste deel van je seizoen?

HARBAOUI: ‘Neen, want ik heb altijd verantwoordelijkheid genomen voor mijn eigen keuzes. Bij Udinese zag ik na twee maanden dat de trainer niet op mij rekende. Was ik 20 of 25 jaar geweest, dan had ik nog gewacht, want ik heb gepraat met jongens die er voor mij gespeeld hebben en zij vertelden me dat je veel geduld moet hebben. Spelers die uit het buitenland komen, worden over het hoofd gezien tot ze echt bewijzen dat ze hun plaats verdienen. Zo zit het calcio ineen. Maar ik was 31, ik had de mogelijkheid niet om geduld te oefenen, dat zou het einde van mijn carrière betekend hebben.’

En dan kies je voor een overstap naar Anderlecht…

HARBAOUI: ‘Dat is niet gelopen zoals ik het graag gezien had. Maar geen erg, dat gebeurt in het voetbal. Het zijn slechts zes verloren maanden, dat valt nog mee. Ik probeer de verloren tijd in te halen, te spelen en te scoren, want dat is mijn lang leven in het voetbal. Ik ben nooit tevreden geweest met een goed contract als ik op de bank of in de tribune moest zitten.’

Heb je het gevoel dat Charleroi je een nieuwe kans gegeven heeft?

HARBAOUI: ‘Jazeker! Ik kreeg hier direct het vertrouwen. Ze kennen mijn kwaliteiten, mijn waarde, ze weten wat ik een elftal kan bijbrengen. Elders hebben clubs keuzes gemaakt… Keuzes die ik respecteer, maar ik moet ook aan mijn carrière denken.’

DRUK VAN DE PERS

De manier waarop je bij Anderlecht behandeld bent, raakt je dat?

HARBAOUI: ‘Toen ik bij de rust vervangen werd tegen Westerlo, had ik het wel begrepen. Ik had die week twee doelpunten gemaakt: ik viel twintig minuten in tegen Genk en scoorde, tegen Leuven in de beker maakte ik de enige goal. Er kwam toen druk van de media op de trainer om met Hamdi Harbaoui en Lukasz Teodorczyk te spelen. Tegen Westerlo staan we bij aanvang met tweeën in de spits, we scoren niet en hij haalt me eraf. Ik was de enige die vervangen werd, omdat hij vond dat het niet liep. Ik was het daar niet mee eens, ik vond dat daar het probleem niet lag. Als hij iets meer geduld had gehad, dan denk ik dat we allebei zouden gescoord hebben, want we wogen op de verdediging van Westerlo. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik nooit echt het vertrouwen kreeg van de coach. Hij wilde zijn elftal niet wijzigen. Ik was steeds meer verbaasd hoe weinig speeltijd ik maar kreeg.’

Je bedoelt dus dat je je basisplaats tegen Westerlo meer te danken had aan de pers dan aan René Weiler?

HARBAOUI: ‘Ja, dat is zeker zo. Het was sterker dan hemzelf, hij stond ook van alle kanten onder druk. Hij probeerde wel, maar had te weinig geduld. Ik vond dat Anderlecht een aanvallende ploeg was, die altijd naar voren moet spelen. Maar ik heb me neergelegd bij zijn keuze. Ik was niet gefrustreerd, integendeel, eerder gelaten. Ik was vooral verbaasd na de match tegen Oostende. Ik val in bij een 0-1-achterstand op vijf minuten van het einde en ik versier uit het niets een penalty. Dan vertrek ik met de nationale ploeg, ik kom terug en ik speel niet meer. Tegen Standard zat ik zelfs in de tribune.’

En Olivier Deschacht eindigt daar de match in de spits…

HARBAOUI: ‘Er zijn trainers met ballen, met karakter, en anderen die dat niet hebben. Zo simpel is het. En in mijn geval had Weiler die ballen niet. Ik heb zijn werkwijze niet geapprecieerd, want ik ben zelf altijd correct geweest met iedereen. Ik heb er niet, zoals hij deed, in de pers over gesproken. Hij is zo, en ik ben anders… Maar ik heb zijn keuze gerespecteerd, ben altijd blijven trainen en heb de reserven aan overwinningen geholpen. Tot de laatste dag ben ik professioneel gebleven, dat kan iedereen bij Anderlecht je bevestigen. Ik ben ook niet rancuneus. Ik weet dat je niet voor iedereen goed kunt doen.’

Je hebt liever dat een trainer je de zaken in je gezicht zegt, ook al is het niet wat je wilt horen?

HARBAOUI: ‘Ja! Felice Mazzu legt dingen uit, die praat met mij! Op de tweede dag dat ik in Charleroi was, zei hij me: ‘Je hebt je statuut en je cv, maar als ik zie dat je niet genoeg je best doet, dan speel je niet.’ Dat waardeerde ik! Dat wil ik horen van een trainer als Felice Mazzu of Peter Maes. Mensen die direct zijn, die niet bang zijn om te zeggen dat je niet zult spelen. Mazzu heeft indruk op mij gemaakt door zijn oprechtheid. Hij windt er geen doekjes om, dat heb ik graag.’

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Iemand die bang van je is, gaat naar overtredingen grijpen en denkt niet helder meer na. Dat moet je uitbuiten.’ – HAMDI HARBAOUI

‘Er zijn trainers met ballen, met karakter, en anderen die dat niet hebben. En in mijn geval had Weiler die ballen niet.’ – HAMDI HARBAOUI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content