‘ER WAS GEEN PLAN B, DAT IS ZIJN STERKTE’

© REUTERS

Er hoort een Belg bij de top van de golfwereld: Thomas Pieters. Als we de insiders mogen geloven, telt ons landje zelfs een toekomstige nummer één. Pieters staat er op de grote afspraken, zoals hij het voorbije jaar bewees op de Spelen in Rio, de Ryder Cup, de Masters en misschien volgende week ook weer op de US Open (15-18 juni).

Thomas Pieters is ziek. Voedselvergiftiging. Hij is zo vaak naar het toilet gelopen dat er om 4 uur ’s nachts een dokter bijgehaald wordt om te checken of hij niet té fel verzwakt is. Toch verschijnt de 21-jarige golfer de volgende ochtend aan de start van de tweede ronde voor de Qualifying School, een kampioenschap waarin om en bij de duizend gretige amateurs onderling uitmaken wie toelating krijgt tot het profcircuit. Hij is een van de 25 gelukkigen die het uiteindelijk halen. We schrijven november 2013, de échte start van het succesverhaal Thomas Pieters. Daar wordt de winnaar geboren.

‘Hij heeft mij toen geweldig verbaasd met zijn doorzettingsvermogen’, bevestigt Lieselotte Pieters, zus en manager van Thomas. ‘Tussen twee slagen door ging hij telkens zitten omdat hij zo weinig energie had. Maar hij moést en zou die wedstrijden spelen. ‘Dit is wat ik echt wil doen met mijn leven’, zei hij. Er was geen plan B, dat is zijn sterkte geweest.’

In feite was Thomas Pieters – momenteel, in zijn vierde jaar als professioneel golfer, nummer 24 van de wereld – altijd al voorbestemd om topsporter te worden. Hij holde zus Lieselotte en grote broer Pieter-Jan als jonge snotaap al achterna op elk golftoernooi waar zij speelden. Lieselotte leunde in de jeugdcategorieën ook bij de Belgische top aan. ‘Al heel vroeg stelde Thomas doelen: het eerste was verder kunnen slaan dan ik. Wat toch niet evident was voor een twaalfjarig manneke tegen iemand van bijna achttien jaar’, lacht Lieselotte. ‘Nu, lang heeft dat niet geduurd.’

Positiever denken

‘Als kind was ik al 24 uur per dag met golf bezig. Daarin onderscheidde ik mij toch van veel andere leeftijdsgenoten’, vertelde Thomas enkele jaren geleden over de enorme drive die hem zo kenmerkt. ‘Elke slag die ik deed was er een met de bedoeling ooit de Masters te winnen.’

Hij wil op zijn achttiende, als meervoudig Belgisch kampioen in zowat alle jeugdcategorieën, al zijn kans gaan op het profcircuit, maar stuit op een njet van mama Veronique en papa Jaak. Eerst een hoger diploma. Er wordt een tussenoplossing gevonden: de University of Illinois in de VS, waar hij met Mike Small een gereputeerde golfdocent krijgt. Lieselotte: ‘In het begin ging hij kapot van heimwee, na het eerste semester wilde hij niet meer terugkeren naar Amerika, maar hij moest van onze ouders. Als je iets begint, maak je dat af. En je bereikt niets zonder ervoor te werken. Die twee slagzinnen werden ons van kinds af ingepeperd. Thomas kan enorm hard werken. Hij was kinderachtig wanneer het mocht en serieus wanneer het moest. Na een wedstrijd van vier uur zal hij vaak nog de fitness intrekken of naar de driving range gaan om iets bij te schaven. Geef hem een gerichte taak en hij zal tot bloedens toe oefenen, tot het perfect is.’

Na dat beproevende eerste semester vindt Thomas Pieters steeds beter zijn draai in het Amerikaanse studentenleven. Hij leert er de kunst van het positieve denken. ‘In België hebben we de neiging om iemand die in een dip zit nog dieper te duwen, in de VS doen ze dat niet. Daar filosoferen ze: if you fall seven times, you get up eight times‘, vertelt Thomas wanneer we hem spreken op het BMW PGA Championship in Wentworth, waar hij ondanks rug- en enkelproblemen veertiende zal eindigen. ‘Ik kwam in de Verenigde Staten toe als een technische golfer, maar ik leerde daar om dat wat los te laten en mentaal sterker, positiever vooral, te worden. Faalangst ken ik daardoor eigenlijk niet.’

Die drie jaren college in de VS zorgen er ook voor dat Pieters nu competitiever is op het hoogste niveau dan bijvoorbeeld Nicolas Colsaerts, de Brusselaar die altijd bestempeld werd als een zeer groot talent maar ook net iets te veel bon vivant. Niet gemaakt voor de onvermoeibare concurrentieslag aan de top van de ladder.

Anger management

Vooral in het Amerikaanse PGA-kampioenschap – waar nog steeds het grootste prijzengeld te verdienen valt – is het ieder voor zich. Intimidatie hoort daarbij. De killerblik van een Tiger Woods in zijn beste periode, of van Rory McIlroy nu, zijn even gevreesd als legendarisch in het circuit. Tegenwoordig staat de Nijlenaar binnen het circuit zelf bekend als ijskonijn.

Adam Marrow, de caddie van Pieters, getuigt: ‘Je kunt zo weinig van zijn houding aflezen. Ook als caddie vergt het enige tijd vooraleer je doorhebt wanneer je hem met rust moet laten of wanneer je een grapje kan maken. Daardoor heeft Thomas de reputatie een iceman te zijn, maar wanneer ik hem met zijn familie bezig zie, merk ik pas hoe emotioneel hij eigenlijk is. Rory McIlroy is ook zo. Die zal zelden laten blijken wat er in hem omgaat, maar je merkt het aan details. Op de Ryder Cup bijvoorbeeld, dat door het beschimp van de toeschouwers meer weg heeft van een bokskamp of voetbalmatch, zag je het aan de manier waarop ze beiden hun club weer in de golfzak staken. Als dat zeer vastberaden is, weet je: het vuur zit erin!’ (lacht)

Dat Pieters een vurig baasje kan zijn, hebben ze zowel op de topsportschool van Hasselt, de Vlaamse Golffederatie als de University of Illinois mogen ondervinden. Anger management is altijd een werkpunt voor hem geweest. Op de topsportschool brachten ze hem in contact met mental coach Rudy Heylen, die ook voor Club Brugge werkt. Die leerde hem enkele ademhalingstechnieken om frustraties beter te kanaliseren. Toch brak hij afgelopen zomer op de Britse Open nog eens een club doormidden na een slechte slag. ‘Dat is het voorbije jaar toch enorm verbeterd’, protesteert de beklaagde. ‘Ik speel nu beter, er is simpelweg minder reden tot frustratie.’

Ook Adam Marrow speelt daar een rol in. De caddie installeerde een boetesysteem voor zijn golfer: 500 euro telkens hij een woede-uitbarsting krijgt. Het geld gaat integraal naar een goed doel. ‘Ik heb de voorbije jaren grote sommen geschonken aan het goede doel’, grijnst Thomas. Zijn caddie vult aan: ‘Hij heeft zijn frustratie nu veel beter onder controle. Hoogstens gooit hij soms nog eens een balletje het bos in. (lacht) Het heeft er ook mee te maken dat hij nu als topspeler vaker in beeld komt, dan kun je je minder veroorloven, want de golfinstanties zijn niet mals met hun boetes voor onbetamelijk gedrag.’

Leren omgaan met ontgoochelingen is nog steeds niet zijn grootste kwaliteit, erkent Thomas. ‘Eigenlijk is golf leren verliezen. Je wint slechts een paar toernooien en de rest verlies je, want tweede eindigen is ook verliezen, hé.’ De denkwijze van een winnaar. Zo was Pieters verbolgen toen hij in 2014 nipt naast de zege in de Open de España greep. ‘Op dat moment een fenomenale prestatie voor een rookie, maar ik heb hem nooit zo diep in de put gezien als daags nadien’, vertelt Lieselotte. ‘Hetzelfde na die vierde plek in Rio. Iedereen vond dat fantastisch, maar Thomas was daar letterlijk ziek van.’

CEO Thomas Pieters

Ondanks de occasionele woede-uitbarstingen is Thomas Pieters iemand die enorm goed om kan met druk. Meer nog: hij legt die zichzelf op. Al van in zijn debuutjaar verkondigt hij openlijk dat hij voor de nummer éénplaats in de wereld gaat. Iets waar ook steeds meer analisten en insiders van overtuigd geraken. Ook zijn caddie hoort tot die groep: ‘Thomas hééft iets, dat zeggen ook de andere caddies in het circuit. Ik ben er zeker van dat hij ooit nummer één zal worden. Zijn progressie in die eerste jaren als prof spreekt boekdelen.’

Op de grote evenementen excelleert hij. Het voorbije jaar maakt Pieters op dat vlak enorme sprongen. Beginnend met de Olympische Spelen in Rio, waar hij nipt naast een medaille grijpt. Een maand later ontpopt Pieters zich op de prestigieuze Ryder Cup tot de beste speler van Team Europe. Met één nederlaag en vier zeges zet hij de beste prestatie ooit neer voor een Ryder Cupdebutant. Sindsdien behoort Thomas Pieters bij ‘de grote jongens’. Die status zet hij nog eens in de verf tijdens de eerste belangrijke afspraak van 2017: begin april op de Masters, de eerste major van het jaar. Gespeeld op het aartsmoeilijke terrein van Augusta National Golf Club. Een kinderdroom die in vervulling gaat voor Pieters; je zou voor minder nerveus worden. Thomas finisht in zijn eerste Masters als vierde. Punt gemaakt.

Wat maakt dat Pieters zo goed kan pieken? Hij haalt de schouders op: ‘Ik heb geen ritueel, geen bijgeloof. Ik moet geen twee eitjes eten als ontbijt om goed te spelen, ik eet wat er is. Ervaring is doorslaggevend in deze sport, maar dat kun je niet kopen of trainen. Na een tijdje leer je ook: het is máár golf.’ Het feit dat hij ondertussen een vaste vriendin heeft en nonkel is geworden van het zoontje van zijn zus, helpt wellicht om een en ander te relativeren.

De nabijheid van zijn familie is voor Thomas cruciaal: ‘Wij zijn altijd heel close geweest, we wonen zelfs nu nog allemaal in hetzelfde gebouw in het centrum van Antwerpen. Mijn zus op het vierde, mijn broer op het derde en ik op het tweede. Ik hoop dat dat nog lang zo mag blijven. Het was vroeger onze droom: ik zou golfer worden, Lieselotte mijn manager en mijn broer zou de creatieve kant doen (hij ontwikkelde de website van Thomas, nvdr). Dat is gelukt.’

‘Het heeft enkele jaren geduurd, maar we hebben nu de juiste balans gevonden in het team rond hem’, vult Lieselotte aan. ‘Voor Thomas is het belangrijk dat zijn entourage voor structuur zorgt, zodat hij zich enkel met het golfen moet bezighouden. Dat zit nu goed.’

Het kost ook geld natuurlijk. Nog een bijkomende druk, want je moet de machinerie rond jou draaiende houden. Vooral in zijn eerste jaren speelde die stress mee. In interviews ging hij vragen over geld meestal uit de weg. ‘Eens je bij de top hoort, kan je niet anders dan erover spreken: het staat zelfs in de krantentitels of in de ranglijsten’, grijnst Thomas Pieters. Op de baan wordt er echter nooit aan geld gerefereerd, beweert Adam Marrow. Ook al hangen er soms immense sommen af van één slag. ‘Op de baan zelf ben je er niet mee bezig, maar een dag later kan je soms weleens denken: shit, dat ene balletje tien centimeter meer naar links en het leverde ons 100.000 dollar op’, glimlacht de caddie.

‘Je moet het zo zien’, besluit Lieselotte, ‘Thomas is nu als de CEO van een bedrijf: je moet de dossiers op zijn bureau leggen zodat hij die kan afvinken. We zijn op de goede weg. Maar die 24e plek betekent nog niets voor Thomas, dan zegt hij: er zijn er nog 23 beter dan ik.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS IN LONDEN – FOTO’S REUTERS

‘Als je in een tenniswedstrijd tien minuten een dip hebt, verlies je misschien twee games en kan je dat nog ophalen. Als je in golf tien minuten een dip hebt, is je toernooi voorbij.’ Thomas Pieters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content