Dinsdag treden de Rode Duivels in Duitsland aan zonder linksachter Filip Daems. Toch is de aanvoerder van Borussia Mönchengladbach in de Bundesliga aan een sterk seizoen bezig.

De ochtendtraining is net afgelopen en Filip Daems geeft bij het verlaten van het trainingsveld een interview. Niet zijn laatste die dag, en ook niet zijn eerste bij Borussia Mönchengladbach. Hoeveel hij er al al gaf sinds hij in januari 2005 door Dick Advocaat gehaald werd? Een veelvoud van in België en Turkije, zegt hij.

Na het eten leidt de kapitein van Mönchengladbach zijn gasten weg uit de Sportsbar, waar het erg druk is. Bezoekers eten er na het bijwonen van de training een dagschotel, drinken een koffie of volgen op een van de talloze tv-schermen de Sky-Sportverslaggeving van de Champions League. De verslaggever op tv praat met analist Stefan Effenberg: een van de talrijke vedetten die ooit door Bayern München bij Gladbach weggehaald werden.

In de Sportsbar en de aanpalende ruimtes confronteren tal van zwart-witfoto’s de bezoeker met het rijke verleden van de club: allemaal local heroes die later landelijke en internationale bekendheid kregen: Berti Vogts, Rainer Bonhof, Günter Netzer, Jupp Heynckes, Lothar Matthäus, Allan Simonsen, Herbert Wimmer, … Daems herkent er een paar. Bonhof herkent hij niet. “Is dat Rainer? Hij zag er toen beter uit.” Bonhof is nu vicevoorzitter en een van de ex-vedetten die voor de club werken, net zoals sportdirecteur Max Eberl, ooit zonder één match te spelen om medische redenen afgeserveerd door Eendracht Aalst maar wel goed genoeg om vervolgens nog een pak seizoenen met Mönchengladbach in de Bundesliga te voetballen.

Trots toont de kapitein van Borussia Mönchengladbach vanaf een terras de binnenkant van het Borussia-Park, de voetbaltempel met 54.000 plaatsen die in juli 2004 geopend werd. In het oude, legendarische stadion op de Böckelberg, heeft hij maar één keer gespeeld, een vriendenwedstrijd. Vandaag wordt op de Böckelberg de exclusieve woonzone ‘Am Böckelberg’ gebouwd, meldt een reclamebord aan de Böckelstrasse.

Nationale ploeg

Donderdag was Filip Daems er niet bij toen de lijst van Belgische internationals werd bekendgemaakt voor de matchen tegen Kazachstan en Duitsland. In Duitsland krijgt hij weleens de vraag hoe dat komt dat hij niet in de nationale ploeg staat. Tenslotte miste hij de laatste tweeënhalf jaar bijna geen match en is hij al die tijd kapitein. In de huidige kern heeft niemand meer Bundesligamatchen gespeeld en behalve de jeugdspelers zit niemand al zo lang als hij bij de club. En nog handhaaft hij zich. Afgelopen zomer haalde Mönchengladbach bij FC Kopenhagen de Zweedse linksachter en international Oscar Wendt. Waar die zit? Daems, bescheiden: “Hij heeft nog niet veel gespeeld.”

De dag voor Leekens zijn selectie bekendmaakt, bevestigt Daems nog eens dat hij heeft afgehaakt bij de nationale ploeg. In oktober 2010 riep Leekens hem op voor de dubbele interland tegen Kazachstan en Oostenrijk. “Ik heb de bondscoach toen zelf gebeld. Ik was op dat moment bijna 32 en geen vaste waarde. Als je op die leeftijd belangrijk voor de ploeg kan zijn, zoals Timmy Simons, is het een andere zaak, maar ik had geen zin om er nu nog eens bij te zijn en de volgende keer weer niet. Er zijn oplossingen genoeg op mijn positie, er is veel jong talent. Al die jongens spelen bij Europese topclubs die in de Champions League zitten.”

Daems neemt afscheid met zeven A-caps en elf selecties. Tussen zijn eerste oproeping en zijn laatste match zat er tien jaar. Zijn eerste selectie dateert van april 1999 toen België in Roemenië speelde. Georges Leekens was toen ook bondscoach, maar spelen deed Daems in Boekarest niet. Dat gebeurde pas vijf jaar later, toen Aimé Anthuenis hem bij de rust in Duitsland liet invallen. Zijn laatste interland werkte hij af onder Frank Vercauteren toen hij in mei 2009 op de Kirin Cup aan de aftrap kwam tegen Chili. Uiteindelijk behoort hij tot de generatie die er een beetje tussen viel. “Als je er één keer niet bij bent op een groot toernooi, kan dat pech zijn, maar als je er elke keer naast grijpt, ben je gewoon niet goed genoeg.” Dus troost hij zich met de Bundesliga. “In de Bundesliga speel je elke week een topmatch. Je hebt weleens een wedstrijd waar het tempo wat lager ligt, maar veel zijn dat er niet. Bijna alle stadions hebben bovendien 50.000 plaatsen, en de meeste zitten altijd vol.”

Twee sterren

Op Daems’ T-shirt staan twee sterren. Dat betekent dat Gladbach vijf keer kampioen is geworden, weet hij. Weet hij ook wanneer de laatste titel behaald werd? “Dat moet in 1976/77 geweest zijn”, zegt hij en grijnst met een blik van: dat had je niet van mij verwacht, hé?

Tussen 1970 en 1980 was Borussia Mönchengladbach niet alleen een Duitse, maar ook een Europese topclub, die naast vijf Duitse titels en een Duitse beker ook twee keer de UEFA Cup won. Daarna verloor het voeling met de top. In 1995 won het nog eens de beker, vier jaar later degradeerde het voor het eerst uit de Bundesliga. Het beste resultaat uit de afgelopen tien jaar was een tiende plaats in de Bundesliga, in 2004/05. In 2007 volgde de laatste degradatie, en vorig jaar kon de club pas op de allerlaatste speeldag het behoud veiligstellen. Niet dat Daems voor een leeg stadion speelde. Gemiddeld daagden vorig seizoen 44.948 kijkers op. Dat waren er nog altijd meer dan het Bundesligagemiddelde (42.101).

Dit jaar ziet het er een stuk beter uit, al speelt Gladbach met nagenoeg hetzelfde team als vorig jaar. “In de eerste zeven wedstrijden kregen we maar drie goals tegen. Vorig jaar waren dat er 27 in de eerste negen matchen. Ons zwak punt van toen is nu ons sterk punt. Het verschil is dat we onder Lucien Favre veel tactisch trainen. We weten nu waar we moeten lopen.” Een paar weken geleden was Mönchengladbach zelfs even Tabellenfürher, toen Daems met een penalty – hij miste er nog nooit één – voor de zege tegen FC Nürnberg zorgde, maar een paar uur later stond Bayern weer eerste.

Bayern is ook gewoon de sterkste ploeg, geeft Daems toe, ook al zorgde hij met zijn team voor de verrassing door op de eerste speeldag in Bayern te gaan winnen, met een goal van Igor De Camargo. “We hebben tot nu geen enkel punt gestolen, maar je gaat mij niet horen zeggen dat we straks Europees voetbal halen. Vorig jaar stond Frankfurt na de heenronde zesde, maar uiteindelijk zijn ze wel gedegradeerd.”

Achtste trainer

In januari zal Daems zes jaar bij Gladbach zitten. Voor een Belg is het niet zo moeilijk om het te maken in Duitsland, vindt hij. “Wij zijn het gewend om hard te werken, niet alleen in de matchen maar ook elke dag op training. Als je je elke dag helemaal geeft, appreciëren ze dat hier.” Hij ziet ook steeds meer goeie spelers opduiken in de Bundesliga. “Al die jonge gasten, die hun kans krijgen, die zijn erg volwassen, veel meer dan toen ik negentien was.

“Het voetbal is hier echt beter geworden de laatste jaren. Het is niet meer alleen maar Dampf machen …, lopen en werken. Onder Michael Frontzek was het nog ouderwets fysiek zwaar, negen weken voorbereiding. Zo hard en zo veel had ik nog nooit in mijn loopbaan gelopen. Maar de zwaarste voorbereiding maakte ik in Turkije mee, onder Ersun Yanal, die later Turks bondscoach werd. Afgelopen zomer onder Favre was het dan weer allemaal met bal. Heel aangenaam, maar ook hard, zonder dat je het als zodanig aanvoelt.”

Zelf is hij een betere verdediger geworden in de Bundesliga. “In alle opzichten. Ik heb geleerd positioneel goed te verdedigen. Het eerste wat je hier altijd moet doen is: je duels winnen. Daarnaast mag ik onder deze trainer ook meevoetballen.” Wel is Daems in zes jaar Gladbach al aan zijn achtste trainer toe. “Dick Advocaat die me naar hier haalde, was al na drie maanden weer weg. Jupp Heynckes was hier een idool als speler, en doet het de laatste jaren heel goed als trainer, maar bij ons pakte het niet: we zijn dat jaar gedegradeerd.”

Dat Gladbach de laatste jaren krasselt, wijt hij aan die voortdurende veranderingen. “Er was tot voor kort geen stabiliteit in deze club, je had een groot verloop van spelers en trainers. Continuïteit blijft belangrijk in het voetbal, je moet niet elk jaar zeven spelers wegdoen en zeven andere kopen. Dit jaar was er vraag naar Dante en naar onze topschutter, Marco Reus, maar omdat de club financieel stabiel is, konden we hen houden. Dat was belangrijker dan nieuwe spelers halen.”

Bescheiden

Is dit nu de carrière waarvan hij als jonge voetballer droomde? “Ik heb er nooit van gedroomd om naar Turkije te verhuizen. Walter Meeuws wilde me daar, en dat is voor mij goed meegevallen. Zo raakten Mönchengladbach en nog twee andere Duitse clubs geïnteresseerd. Voor hetzelfde geld valt Turkije tegen, moet ik naar België terugkeren, en raak ik waarschijnlijk niet meer naar het buitenland.”

Bij Mönchengladbach is zijn contract al twee keer verlengd en speelt hij alle weken voor volle stadions in een topcompetitie, terwijl Hans Somers, die samen met hem Lierse ruilde voor Turkije (Somers trok naar Trabzonspor) in derde provinciale speelt.

Hij heeft ook nog met Logan Bailly gebeld, begin dit seizoen. “Wat een schitterend eerste half jaar heeft die hier gehad. Het is toch wel een goeie jongen, ik hoop dat hij er weer bovenop komt. Het zou spijtig zijn als dat niet lukt, voor iemand met zo veel kwaliteiten.”

Voor zichzelf droomt Daems niet meer van een stap hogerop. Hij gaat ook niet in de fanshop natrekken hoeveel truitjes met zijn naam verkocht zijn. “Ik denk dat er op een half jaar meer truitjes van Igor De Camargo verkocht zijn dan in bijna zes jaar van mij.” Dat klinkt bescheiden. Daems knikt: “Dit niveau kan ik best aan, maar om bij een ploeg als Bayern of zo te spelen, moet je toch wel meer kwaliteiten hebben dan ik.”

DOOR GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content