Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

De topper Club Brugge-Anderlecht ging afgelopen weekend niet door, maar wel het interview met hij die de man van de match had moeten worden. Alin Stoica spreekt (een beetje).

Een heel mooi moment halverwege de tweede helft in Sporting Charleroi-Club Brugge. De bel ging weer eens in het Stade du Pays de Charleroi, om de aandacht van het publiek naar de scoreborden op de zijtribunes te trekken, naar een standswijziging op een ander veld. Anderlecht-Mons 1-1 stond er. Istvan Dudas maakte zich klaar om uit te trappen; het volk lachte; Alin Stoica keek snel even op, klapte zich van de weeromstuit in de handen, begon ploegmaats rond zich te motiveren, zette een spurt in naar links en gooide er een grove tackel uit. Alsof hij zojuist een pepdrank achterover had gegoten. ” Non, non“, zegt hij. “Dat was het niet, het was omdat onze wedstrijd nog niet was gespeeld op dat moment. Het stond 1-2 toen, nog geen 1-3. Als wij al onze wedstrijden winnen, moeten we niet denken aan anderen, hein. Wat mij interesseert is wat mijn ploeg doet. Als wij alle resterende wedstrijden winnen, mogen de anderen ook winnen, hoor. Geen probleem.

Hoeveel punten ongeveer moet Anderlecht achterliggen op Brugge alvorens je een beetje op je gemak zult zijn ?

Alin Stoica : Het belangrijkste is hoeveel punten je op het einde hebt.

Wat vind je ervan dat Club-Anderlecht werd uitgesteld ?

Het was beter, denk ik, dat we tussen Galatasaray en Barcelona een beetje rust kregen.

Misschien komt het ook Anderlecht niet slecht uit, want zo goed gaat het er nog niet.

Ach, het makkelijkste is over anderen te praten, maar is het niet beter dat ieder naar zichzelf en zijn eigen fouten kijkt dan naar die van een ander ?

Wat vind je van de kritiek die je vriend Walter Baseggio heeft gekregen ?

Jammer, want voetbal is een collectieve sport. Je speelt niet alleen, hé. Je wint en je verliest als ploeg, dus moet er niet één speler geslachtofferd worden. Iedereen speelt goeie en slechte wedstrijden, het beste is naar jezelf te kijken.

De problemen van Anderlecht zijn dezelfde als vorig seizoen, wordt gezegd. Wat zijn de problemen van Anderlecht, Alin ?

Ik weet het niet. En had ik het geweten, ik zou het niet zeggen. Anderlecht was mijn club, de club die mij betaalde, maar niet om te praten toch ? Het goedkoopste dat je kunt doen, is als je ergens vertrekt over problemen links en rechts beginnen te praten. Ik doe dat niet. Ik ben bezig met míjn werk.

Met wie heb je er nog contact ?

Ik heb nooit problemen gehad met spelers, maar Jestrovic, Mornar en Milojevic blijven hele goeie vrienden van mij.

De Joego’s ! Die problemen kennen.

Misschien weten ze dat ze bevriend waren met mij. Je weet maar nooit.

Ze ? De Flandriens De Wilde, De Boeck en Vanderhaeghe, die zich ergeren aan hun mentaliteit ?

Ieder zijn karakter, non ? Trouwens, hoeveel Joegoslaven spelen er niet in Italië en in Spanje, de sterkste competitie ter wereld ? Je moet iedereen nemen zoals hij is, moeilijker dan dat is het in het leven niet. De kunst is er een goeie mix van te maken.

Volgens Hugo Broos is Anderlecht sterker dan Brugge als iedereen er voluit voor gaat. Is dat zo ?

Ik ben niet iemand die dat kan beoordelen, dat laat ik over aan journalisten en al wie zich daartoe geroepen voelt. Ik hou mij bezig met mezelf en mijn ploeg. Maar ik heb er geen probleem mee dat meneer Broos zegt dat Anderlecht beter is dan Brugge, hoor. Iedereen is vrij te zeggen wat hij wil, niet ?

Wat is het verschil tussen Brugge en Anderlecht ?

Ik hou er niet van vergelijkingen te maken, dus zal ik dat ook niet doen.

Is het grootste verschil voor jou niet de voorzitter ?

( Lacht fijntjes.)

Monsieur Vanden Stock was niet zoals monsieur Van Maele als een oude, wijze vriend voor jou ?

Over welke monsieurVanden Stock heb je het ?

Over de voorzitter.

Welke ?

Rogér Van den Stock, die je regelmatig publiek hekelde.

( Begeeft zich aan zijn bord Italiaanse salade) Het belangrijkste voor mij is dat ik rustig en met vertrouwen van anderen kan werken, dat iedereen van mij houdt, ook de voorzitter. Met meneer Van Maele heb ik een open contact, als – zoals je zegt – vrienden. Dat is toch wat iedereen het liefst wil, denk ik. Niet ? Menselijke relaties zijn in het leven het allerbelangrijkste. Ik vergeet nooit wat meneer Van Maele voor mij gedaan heeft, maar belangrijk is ook dat mensen in goeie en minder goeie momenten dezelfde zijn.

Ga je nog wel eens op stap met Van Maele, zoals die keer toen jullie ’s nachts Antoine Vanhove uit zijn bed belden met de melding dat jullie verdwaald waren ?

Dat is tussen mij en hem, onder vrienden ( glimlacht).

Je woont ondertussen nog altijd bij Van Maele in. Straks duurt het nog langer om een huis te vinden dan een club.

Een club vinden duurde twee, drie maanden, dus heb ik nog even de tijd ( lachje). Het is ook niet makkelijk iets goeds te vinden als je een beetje goed geïnstalleerd wil zijn.

Je bent natuurlijk ook geen makkelijke, Alin.

Ik herhaal : het is beter dat elk naar zichzelf kijkt in plaats van over anderen te praten. Ik kijk alleen naar mezelf en de rest… bon, elk zijn eigen leven. Iedereen maakt fouten in het leven, ik probeer de mijne te zien en te verbeteren. Ik zoek gewoon een huis dat mij aanstaat en waar ik goed in kan leven – en waar ook mijn ouders zich goed in voelen als ze komen, en mijn zus, en mijn vrienden.

Je bent veranderd. Anderhalf jaar geleden moesten we je nog haastig interviewen in een hoekje van de inkomhall van het Vanden Stockstadion, nu spreek je met ons af in een Italiaans restaurant in Knokke en trek je probleemloos een uur uit. Je gaat ook vaker weg, horen we. Je lijkt bevrijd. Onafhankelijker ? Eindelijk zelf je leven in handen genomen ?

Ik leid bijna hetzelfde leven als voorheen, hoor. Maar misschien zie ik de dingen nu op een andere manier.

Vertel.

Neen, dat hou ik voor mij. Ik heb een beetje mijn carrière geriskeerd voor Anderlecht en uit ervaring weet ik nu hoe het in het leven gaat. Je weet nooit wat er gaat gebeuren, maar je moet altijd weten dat wat er gebeurt van jezelf afhangt. Ik heb een lange, maar ook wat moeilijke vakantie in Boekarest achter de rug; moeilijk, omdat het mijn fout was. Maar mijn hoofd is gelucht nu, ik heb een klare kijk nu, heldere ideeën. Maar meer wil ik daar niet over zeggen. Ik ben geen dichter, ik ben voetballer en moet dat op het veld tonen. Het belangrijkste is dat ik in vertrouwen kan werken.

Afgelopen zomer keerden je ouders terug naar Boekarest. Keren ze nu toch weer terug naar België, nu de realiteit is dat niet alleen je zus Alice, die in Brussel studeert, maar ook jij hier blijft ?

Dat zal de tijd uitwijzen. Ze zullen af en toe wel eens afkomen, maar zich hier niet meer vestigen, denk ik. Zij hebben ook hun leven. Mijn vader wil graag weer trainer worden in Roemenië. Hoe dan ook blijft mijn familie heel belangrijk voor mij. Want enkel in je familie kan je het volle vertrouwen hebben, niet ?

Vrij als een vogel als je nu een beetje bent, zijn er mensen die zich afvragen of je in je vrije tijd wel de juiste dingen doet en de juiste vrienden hebt.

Dat is dan hun probleem, hé. Nogmaals : mensen mogen zeggen wat ze willen, maar het is beter als elk naar zichzelf kijkt. Ik weet dat er mensen zitten te wachten tot ik eens faal, tot ik eens een paar slechte wedstrijden speel, om mij dan met de vinger te wijzen, mij te kunnen veroordelen. Maar zo is nu eenmaal het leven, àlles kan gebeuren. Je moet zelfvertrouwen hebben, mentaal sterk zijn. Hoe hard ik ook mijn best doe, ik weet dat ik niet mijn laatste slechtste wedstrijd heb gespeeld, want mensen zijn niet te programmeren als robots. Ik weet dat er in het leven steeds weer moeilijke momenten komen, maar ik ben rustiger dan ooit.

Wat vind je van je prestaties tot nu toe ?

Ik hou er niet van over mezelf te praten. Laat het maar aan journalisten over om mensen te beoordelen.

Toe nou, Alin.

Bon, beetje bij beetje probeer ik mijn beste niveau te halen en het belangrijkste is dat ik een goeie fysieke conditie heb.

En ?

Die wordt almaar beter, met wedstrijden te spelen.

Hoe ervaar je Trond Sollied en zijn principes ?

Iedere trainer heeft zijn ideeën en het belangrijkste is dat ik mij snel aanpas. En hoe beter de ploeg draait, hoe beter voor mij, zoals dat voor iedereen geldt, denk ik.

Je speelde tot nu toe op drie verschillende posities : als linksbuiten een keertje, in de linkerzone van een offensieve driehoek en in de punt van een defensieve driehoek. Op welke plaats sta je het liefst ?

Op de laatstgenoemde, omdat het een rol is waarin ik een beetje vrij de kanten kan kiezen waar ik loop, de open ruimtes kan opzoeken. Maar over de tactiek beslist de trainer, eventueel in functie van de tegenstander. Ik wil overal spelen waar hij mij opstelt. Het belangrijkste is dat ik speel.

Zoek je af en toe niet wat te nadrukkelijk persoonlijk succes ? Vooral in de tweede helft op Sporting Charleroi viel dat op, toen je onder andere na een snelle counter bij een duidelijke meerderheidssituatie van buiten de zestien op doel – en in de handen van Dudas – trapte.

Ik herinner mij dat. Beter was geweest een pass te geven aan wie beter geplaatst was, ja, maar voetbal gaat soms zo snel dat je anders denkt. Op dat moment dacht ik naar doel te moeten trappen. C’est tout, hein. Soms ligt het ook aan vermoeidheid. Met een frisser hoofd zie en reageer je beter.

Hoe goed verdraag je een trainer die je na iedere wedstrijd wijst op wat je beter had kunnen doen ?

Ik denk dat het zeer, zeer goed is alles te analyseren tot in detail om te zien wat je niet goed hebt gedaan. Maar heel belangrijk voor mij is ook dat ik hier het vertrouwen van iedereen voel.

Je trekt heel veel aandacht, publiciteit. Ook al had je nog geen minuut voor Club Brugge gespeeld, na je transfer domineerde je bijna wekenlang de actualiteit. ‘Dat hij het op het veld maar eens bewijst’, lieten enkele van je nieuwe ploegmaats die zich zonder jou voor de Champions League hadden gekwalificeerd zich toen ontvallen. Iets van gevoeld ?

Neen, ik voel me goed omringd. En voor de rest denk ik dat het belangrijk is dat ik vooral naar mezelf kijk, dat ik ervoor zorg dat ik goed train en goed speel en zo de ploeg zoveel mogelijk kan bijbrengen.

Je reputatie van nukkig individualistje en zweetdiefje is in Brugge vooralsnog niet bevestigd. Ze kijken er van op dat je elke dag traint en doet wat er gevraagd wordt, dat je na de training uit vrije wil nog powert en stretcht. En al heel zeker dat je zelfs als je ziek bent en aangeraden wordt het rustig aan te doen, erop staat een bosloop mee te doen.

Denk jij dat ik in twee, drie maanden helemaal veranderd ben ? Niemand kan in twee, drie maanden helemaal veranderen. Ik ben nog altijd dezelfde – ik zie de zaken nu wel op een andere manier, maar dat is de gang van het leven. Er klopt dus iets niet. Misschien dat de mensen die mij een slechte reputatie bezorgden, gelogen hebben. Ach, niets makkelijker dan anderen bekritiseren. Dat is met mij heel vaak gebeurd in het verleden. Altijd zaten er te wachten tot ik een slechte wedstrijd speelde om dingen van mij te kunnen zeggen. Maar zo is het leven, hé.

En het stopt niet, hé. Bart Goor die naar aanleiding van de interland Estland-België zegt : ‘Thomas Buffel werkt harder en heeft een betere mentaliteit dan Alin Stoica.’

Het is hún mening. En zoals ik al zei : het is goedkoop oordelen over anderen. Eén ding begrijp ik wel niet : als ik niet belangrijk ben, als ik niéts waard ben, waarom praten ze dan altijd maar weer over mij ? Als ik niet tevreden ben over mijn wagen, koop ik een andere en hou ik op met klagen over de oude, toch ?

Hugo Broos meent dat je momenteel op rancune speelt : je haalt je werkkracht uit revanchegevoelens, je wil wraak nemen op Anderlecht en op zijn nieuwe trainer die zegt dat je geen rendement haalt. Volgens hem zal je straks gewoon weer hervallen in dezelfde fouten.

Meneer Broos mag zijn opinie hebben. Ik respecteer ze. En ik wens hem veel succes. Maar revanche, wraak…? Wie praat er in het jaar 2002, 2003 bijna, nog over revanche nemen ? Alleen dwazen revancheren zich, denk ik. Ik heb geen rancune, tegenover niemand, en ik ben ook op niemand boos, weet je. C’est la vie, hein. Ik wil helemaal geen revanche nemen, ik probeer gewoon mijn job zo goed mogelijk te doen, zo goed mogelijk te spelen, de ploeg zoveel mogelijk bij te brengen.

‘Stoica integreert zich niet makkelijk in de groep’, zei Gaëtan Englebert vorige week in Sport/Voetbal Magazine. ‘Hij vertoeft eerder in zijn wereld, in zijn hoekje.’ Opvallend wel is dat iemand die op de club zo weinig spraakzaam is altijd maar aan het telefoneren is. Het kan haast niet anders of je moet een VIP-cliënt zijn van je provider.

Ik heb inderdaad de Gouden kaart.

Maar met wie ben je in godsnaam almaar aan het bellen ?

Met mijn ouders misschien, met mijn familie, met een vriend, met personen waar ik vertrouwen in heb.

door Christian Vandenabeele

‘Ik heb mijn carrière geriskeerd voor Anderlecht.’

‘Je moet iedereen nemen zoals hij is, moeilijker dan dat is het in het leven niet.’

‘Ik heb geen rancune, tegenover niemand, en ik ben ook op niemand boos.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content