Met Eric Van Meir als hoofdtrainer pakte Lierse in dertien wedstrijden negen punten. Daar wordt een mens niet vrolijk van.

“Ik denk niet dat iemand meer kan halen uit deze groep”, maakte Eric Van Meir zondagavond symbolisch voor zichzelf de balans op van zijn hoofdtrainerschap bij Lierse, dat op Anderlecht opendeurdag hield. “Het gaat niet meer over inzet of mentaliteit, maar over kwaliteit. Ik denk dat we met de drie nieuwe transfers er nog drie of vier te kort komen.” Terwijl Lierse deze week antwoord verwacht van Trond Sollied hoopt Van Meir dat zijn team zich vanavond nog één keer overtreft.

Wat heb je in drie maanden als hoofdtrainer over jezelf geleerd?

Eric Van Meir: “Dat ik het hoofdtrainerschap flink onderschat heb. Ik dacht: dat is een beetje training geven en een ploeg opstellen, maar zo simpel is het niet. Als hulptrainer draag je geen verantwoordelijkheid. Als speler kun je een resultaat op het veld mee bepalen. Een trainer heeft, eenmaal de match op gang gefloten, nog heel weinig invloed op wat er verder gebeurt.”

De voorbije maanden wakker gelegen?

“Toch wel. Nu weet ik: het is niet omdat je de hele nacht wakker ligt en je suf piekert over oplossingen dat je van STVV wint. Ik ben een perfectionist, ik heb alles zo goed mogelijk willen doen, maar op een bepaald moment stopt het. Nu laat ik het voetbal achter me wanneer ik om vijf uur de deur in Kessel achter me dichttrek. In het begin bekeek ik vijf wedstrijden van de komende tegenstander. Na STVV besefte ik: het is niet omdat je vijf matchen bekijkt dat je meer kans maakt op winst. Dus bekijk ik er sindsdien nog twee. ”

Wat heb je over je spelers geleerd?

“Een hoofdtrainer moet afstand houden. Dat is moeilijk tegenover jongens met wie je zelf nog voetbalde.”

Cavens, Sonck of Dreesen, die je ooit de nieuwe Kompany noemde maar die je toch uit de kern hebt gezet.

“Omdat ik besefte dat Timothy me op korte termijn niet kon helpen. Terwijl het daar toch om ging: wie kan me de komende vijf, zes wedstrijden vooruithelpen? Cavens is het slachtoffer van de situatie waarbij we te veel spelers hebben voor dezelfde positie. En van Wesley heb ik moeten leren accepteren dat hij heel extravert is, meteen zegt wat hij denkt en één keer over de schreef ging, zodat ik moest ingrijpen. Ik was daar echt niet goed van, evenmin als van het incident met Nicaise.”

Waar heb je het meeste spijt van: dat je na STVV spontaan je ontslag hebt aangeboden, of dat je, nadat het was geweigerd, bent blijven voortdoen?

“Ik had mijn ontslag nooit meteen na de match mogen aanbieden.”

Heb je na dat weekend nog signalen gegeven dat je een stap terug wilde zetten?

“Toen Maged Samy mijn ontslag weigerde, vroeg hij me verder te doen, terwijl hij in alle stilte verder zou zoeken naar opportuniteiten. We spraken toen af dat we dat niet naar buiten zouden brengen. Er is toen gepraat met Mathijssen en Van Wijk. Sollied was al in beeld na het ontslag van Helleputte vorig seizoen en na de kampioenstitel in tweede. Zijn naam verrast me niet, de timing waarop dat naar buiten gebracht werd wél. De donderdag voor Genk heeft men met Sollied gepraat, ik had dat liever vrijdag gehoord dan het maandag in de krant te lezen.”

Zien we je nog terug als hoofdtrainer?

“Het is iets wat ik nog wil doen, maar niet in de eerste fase van mijn carrière.”

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Ik heb het hoofdtrainerschap flink onderschat.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content