Kansengroepen staan in de samenleving vlug buitenspel. Soms reiken voetbalclubs hen een helpende hand. Vier voorbeelden verwarmen dit kerstnummer. Deel 4: Juma werkt als klusjesman bij KV Mechelen.

Juma Hassan komt het stadion van KV Mechelen binnen. Hij wil eerst een handdruk geven zonder zijn werkhandschoenen uit te trekken, maar hij houdt zichzelf tegen en wriemelt zijn rechterhand toch bloot. “Eigenlijk is Hassan mijn voornaam,” zegt hij, “maar iedereen hier noemt me Juma. De mensen vinden dat makkelijker, omdat Juma ook de naam is van een BMW-garage die KV sponsort.” Juma doet zijn uitleg in prima Nederlands.

Hij komt uit Somalië en is een erkend vluchteling, vertelt Jonas Maris, de community manager van KV Mechelen. “Juma heeft het recht om in België te wonen en te werken, hij zal niet uitgezet worden. Eerst ontving hij een leefloon van het OCMW, nu werkt hij voor zijn centen. Juma is bij ons klusjesman via artikel 60: de club biedt hem een arbeidsplaats, zijn loon krijgt hij van het OCMW. Iemand als hij kan op deze manier ervaring opdoen, om dan later door te groeien naar een normale job.” Juma zegt: “Ik maai hier het gras, ik vervang kapotte zitjes en vandaag help ik een vloer uitbreken. Mijn contract hier loopt tot april. Daarna wil ik een opleiding volgen, om een nog betere job te vinden. Schrijnwerkerij spreekt mij wel aan.”

Dat hij bij KV aan de slag ging, is geen toeval. Juma begon enkele jaren geleden te voetballen bij FC Hattrick, het team dat namens KV en Racing Mechelen meedoet aan de Belgian Homeless Cup, een sociaal-sportief project dat thuislozen stimuleert om aansluiting te vinden bij de samenleving. “Toen ik in 2011 in België aankwam, belandde ik in het OCMW-centrum van Zemst”, legt Juma uit. “Daar vroeg iemand of ik met FC Hattrick wou meespelen. Ik zag dat wel zitten. Als je je ergens wil integreren, moet je contact zoeken met de mensen.” Bij FC Hattrick werd Juma snel een sterkhouder. En hij kon het goed vinden met de trainer en diens zoon Davy. Zo komt het dat Juma vandaag net als Davy bij derdeprovincialer Walem voetbalt. “En naast dat voetbal bij Walem en mijn werk hier volg ik ook nog altijd Nederlandse les,” zegt Juma, “vier keer per week. Het leuke is dat ik mijn Nederlands vaak kan oefenen, omdat ik nu dikwijls met Belgen in contact kom. Mijn Nederlands is nog niet perfect, maar ik mag niet bang zijn om fouten te maken. Ik moet vooruit.”

Dat hij Somalië ontvluchtte, ligt aan de islamitische terreurbeweging Al-Shabaab, zegt Juma. “Ik woonde op het eiland Koyama. Al-Shabaab pikt daar vaak jongeren op. Die drillen ze. Ze leren hen hoe je een ‘echte’ moslim moet zijn. Maar na die cursus ben je niet normaal meer. Dan haat je moslims die, zoals ik, de regels van de Koran niet zo strikt volgen. Dan doe je die mensen pijn. In 2010 is mijn oudere broer gepakt door Al-Shabaab. Mijn vader kwam daarbij om. En mijn broer hoor ik nu niet meer. Dat doet pijn. Ik wist dat Al-Shabaab mij ook zou komen zoeken. Daarom vluchtte ik. Ik ben blij dat ik nu in België ben. Als je met lege handen in een vreemd land aankomt, is het begin altijd moeilijk. Maar intussen ben ik hier bijna thuis. Ik moet gewoon stap voor stap gaan, nog wat geduld hebben. En vooral: bezig blijven. Als ik stilval, mis ik mijn moeder.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content